uitleggen

Veel gebruikte bijbelse uitdrukkingen uitgelegd, deel 6

In deel 5 werd besproken: Waarom schreef men de bijbel zo beknopt en werden veel gegevens niet vermeld en werd veel kennis nog niet gegeven aan de mens en moest dit wachten tot medio 1800 en nu:
In dit 6e deel
benoemen we enkele speerpunten van het Oerchristelijk geloof dat een eind moet maken aan alle verwarring, onwaarheid, dilemma’s en misstanden.

Bewijzen voor echtheid:
- God uit zich in de Ik-vorm (Ik ben - Eén wording ziel - geestvonk = onvergankelijke Ik, het leven, pure volmaakte intelligentie, eeuwig licht).
- Het werk ademt dezelfde sfeer van de bijbel.
- Jezus vertelt van Zijn leven alledaagse dingen, gebeurtenissen en uitleg die niet in de bijbel beschreven zijn, maar die wel hier en daar bevestigd zijn door vondsten, andere boeken, van God ontvangen kennis (Seltmann, Swedenborg).
- Deze informatie verduidelijkt veel geloofszaken en historische feiten. Afgerekend kan worden met veronderstellingen en foutieve leer.
- De profetieën worden door wetenschap en wereldgebeurtenissen bevestigd. Zie verder lijst bewezen uitspraken en het boek: De profeet Jakob Lorber.
- Beschrijving universum wat men in die tijd nog niet kende. Men geloofde destijds nog in één galaxie. Nevels bleken uiteindelijk vele miljarden galaxieën (melkwegstelsel) 1925.
Atomen – elementaire deeltjes werden al beschreven
Ontstaan en verschil van de voor – en oermensen wordt uitgelegd.
- Profeten / gezanten van God zijn steeds eenvoudige mensen (Om iedere pretentie van eigen verdienste, geleerdheid uit te sluiten).

Van belang is te noemen dat de genoemde punten samengevat zijn uit het omvangrijke maar van grootst belang zijnde werk 'Het Grote Johannes Evangelie' oftewel 'de Nieuwe Openbaringen' genoemd, die ontvangen zijn door Jakob Lorber. Alles, alles wat de mensheid dient te weten is ons uitgelegd en gegeven zodat we kunnen afrekenen met verkeerde uitleg, misvattingen, ongeloof en alles wat ons afhoudt van een leven zoals dat voor ons door God is bedoeld.

Andere openbaringen van God:
De heilige Catharina van Siena (gestorven 1347)
Immanuel Swedenborg.
Jeremia XX J-11
H. Hildegard von Bingen
Johannes van het kruis
H. Theresia v. Lisieux
Max Seltmann
Jacob Bohme

Voornaamste 11 punten uit de NO.

1  grondslag der wereld
Alles is energie, is licht, bewustzijn, geestkracht, intelligentie, gedachtenkracht uit God.
Materie is verdicht (ego) bewustzijn dat gevangen is in onwetendheid en gebrek aan liefde.

2 Het wezen van God
Gods wezen is oneindige volmaakte geest, bewustzijn, intelligentie, het leven, fundament van alle zijn. Liefde - wijsheid en wilskracht: een heilige onlosmakelijk verbonden perfecte eenheid (drie-eenheid)
Zijn Heilige geest vult het heelal (de wereldziel van de ‘antieken’).
God is onbeperkt, was er altijd al, heeft geen begin en geen eind omdat Hij de Enige is. Daarom is God overal in al wat leeft, zij dit amper op te merken of juist in de mens die als evenbeeld van God is geschapen en in staat is om te scheppen wat God in de mens wil, als hij wil leven en ook leeft zoals God dit wil en ís.
God is de volmaakte Geest-Oermens. De hele schepping is vervolmaking van Gods gedachten en ideeën.
God schept al wat is, want alleen puur geest waar ‘alles in zit’ en dus het leven zelf is, kan scheppen.
God is volmaakte liefde die al wat in die liefde is, aantrekt. God kan niet anders dan ‘vasthouden wat Zijn hand begon’. Liefde is de eeuwig aantrekkende scheppende kracht die alles doet ontwikkelen, groeien, dus heel worden.
Het proces van vrij en volmaakt worden voltrekt zich in ontzagwekkende door rustperioden gescheiden tijdperken (scheppingsdagen).

3 Geestelijke oerschepping
God schiep ‘buiten’ Zich uit de oerlevensvonk de oeraartsengelen.
Deze schiepen ook wezens. Deze zouden zich ontwikkelen tot gelijk aan God. Een deel verviel onder Lucifer (Santana) in zelfverheerlijking en eigenliefde. Dat was mogelijk omdat ieder wezen vrij is. Dat kan niet anders zo zijn, omdat God zelf vrij is en dus ook wezens uit Hem een vrije wil hebben.
Volgens Gods orde moeste de voedende levensstroom opdrogen voor hen die afvallig zijn.
Dat kan niet anders. Als je niet meer bij de bron wil horen, zonder je je af van die bron en daarmee deel je niet meer mee aan alles, maar alleen maar aan ‘gedeelten’. Je wordt dus gebrekkig, maar leeft in de illusie dat wat jij weet, hebt, wil, alles is, de waarheid is. Zodra je leeft in gebrekkige liefde, leeft je dus ‘buiten’ God en lijdt je.
Uit de afvallige geesten volgde verstarring tot hulpeloze massa’s, waaruit oernevels of wereldstof volgde. In feite is dus materie niets anders dan ontelbare geesten die afgezonderd zijn van Gods volheid omdat zij dit zelf zo wilden.

4  De stoffelijke materiële schepping
God erbarmen bedacht het verlossingsplan. M.b.v. engelgeesten schiep God het Universum = de verloren zoon. Het gehele universum is dus een mega verzameling bewustzijn dat Gods volmaaktheid niet meer kent, wil kennen, maar er wel weer naar op weg is Hem te kennen.
In de materie herkennen we talloze gradaties van meer of minder liefde, of te wel meer of minder vastheid, starheid, gebrek aan liefde en kennis daaruit.
De verloren zoon (alle materie) wordt verlost van iedere beperking zodra de eigenliefde, eigenzinnigheid en zelfverheerlijking zijn gestopt. Het kwaad heeft dan geen kracht meer en keert terug in zijn Bron die hij tot dan toe niet duldde en niet liefhad. Het leven is dus een enorm lange strijd om de afsplitsing op te heffen door middel van het eigenmaken van werkelijke  liefde, dus een opnemen en geven ervan.

5  Het doel van het natuurleven
De verstarde wereldstof massa’s werden steeds meer losgemaakt = vrijer = louteringsscholen om te leren dienen, ego opgeven. Hierdoor ontstond vereniging van zielen en een trapsgewijze opbouw van bewustzijn met steeds meer liefde en mogelijkheden om God uit te drukken. Alle levensvormen in toenemende maat van vrijheid en liefde en een vrije wil (alleen bij de mens op aarde) drukken weer iets anders uit en dienen door hun aard, wezen, eigenschappen God weer te leren kennen, te dienen en ‘uit te dragen’. (Darwins leer vanuit allesomvattende géést-visie). Doel is het opgeven van de eigenliefde door zoeken van verbindingen = verlossing door macht van de liefde (liefde is willen verbinden).

6  Mens
Hij is het einddoel van deze ontwikkeling. Het doel is vrijwillig gehoorzamen aan de liefdesvonk van God in hem. Hierdoor volgt de verlossing van het ego, de verlossing uit alle beperking en lijden. In de mens gaat alle bewustzijn terug naar God. Dat is de ontwikkeling van het kindschap van God, wat eeuwig leven inhoudt.
Voor de mens is er de schepping. Hij is het sluitstuk ervan. Het is zijn doel evenbeeld van God te zijn en ooit te scheppen in een vrij zelfstandig leven in en uit God.
Daartoe zal de mens God moeten liefhebben boven alles en diens adviezen moeten willen eigen maken. Door dit te doen, doodt de mens zijn eigenliefde en komt hij vrij van de hang naar materie. De mens zal dan dus God moeten erkennen als Enige volmaakte Bron van Leven, Liefde en zich moeten richten naar wat God in die mens zelf wil, adviseert. God ‘spreekt’ via het hartsweten (geweten), waardoor de mens kracht, inzicht, richting, waarschuwingen enzovoort krijgt om zijn weg zo optimaal mogelijk te gaan. Deze weg is een dienende weg waarbij God dus richting geeft en de mens tot voorbeeld, hulp, steun en aanvulling voor de medemens dient.
Ieder leeft voor de ander middels het unieke wat in die mens wordt uitgedrukt. De mens dient dit in zoveel mogelijk waarheid en liefde te doen, zodat ieder de ander gegeven is tot lering of steun met altijd groei en ontwikkeling als doel, omdat door en mooie en moeilijke dingen juist inzichten, kracht, moed, geduld, vertrouwen, enzovoort groter worden, wat allemaal aspecten van liefde zijn. Liefde dient dus te groeien.
De mens moet dit willen en krijgt hulp en adviezen via gebeurtenissen, mensen, omstandigheden, kennis op zijn pad als hij dit dus wil en die hulp toelaat door in contact te willen staan met God. Dat kan alleen als de mens liefde wil en doet, want hiermee staat een mens in contact met God en krijgt de mens ook wat hij nodig heeft. Deze mens weet dan vanzelf dat alle oorzaken en gevolgen afhankelijk zijn van wat hij zelf wil en nodig heeft. Hij vertrouwt zich toe aan God omdat hij weet dat God in staat is alles te geven, mogelijk te maken wat nodig is om die mens te laten doen wat volgens Gods liefde de bedoeling is. Immers, de zuivere liefde (intentie) trekt datgene uit God aan, waardoor mensen, natuurlijke omgeving, zelfs de geestelijke wereld, zelfs het klimaat zich voegen moet naar wat die mens ‘moet’ doen volgens de Liefde die God in die mens is en dus wil. Het zal logisch te begrijpen zijn nu dit bekend is dat de mens dan wel eerst zijn egoïsme opzij moet zetten om de hogere wil van de onbaatzuchtige liefde te willen en ook te kunnen doen.
Daarom zegt God ook: ’dien Mij als hoogste, Enige, dien jezelf daardoor en van hieruit je medemens. Dit zal een evenwichtige welvarende maatschappij voortbrengen waarin ieder mag zijn zoals hij bedoeld is te zijn volgens Mijn liefde die zich in ieder mens weer anders uitdrukt omdat Ik dat wil en anders niemand de ander zou kunnen dienen’.

De mens dient te ontdekken wat God in hem is en wil en hiervoor kracht en goede wil te ontwikkelen om deze waarheid in hem gestalte te geven. Een goed en waarachtig zelfbeeld staat en valt met liefde… Waar de mens denkt God niet nodig te hebben, is hij zijn eigen god, maar blijft hij steken bij gebrek aan kennen van de waarheid die God is, in wat hij wil, gelooft, denkt en wordt hij misleid waardoor hij meewerkt aan zaaien van liefdeloosheid of het in stand houden ervan, omdat de kans immers zeer groot is, dat zijn egoïsme en gebrekkige kennis – die hij echter voor goed en waar aanziet omdat er geen correctie is of wordt geduld – te sterk ontwikkeld is, waardoor er dus gebrek blijft, al wordt dit niet meteen als gebrek gezien. Kunst is het om God ‘boven’ zich te erkennen, door God IN ZICH en in andere mensen te kunnen herkennen en zich op het uiten en versterken van de Liefde en Waarheid zoals Gód in hem is en wil, uit te drukken.
Geen mens mag oplossen in aanpassing aan de ander, of de maatschappij of een bepaalde leer of genootschap, maar dient zijn eigen uniciteit te behouden en te gebruiken om juist het diverse in stand te houden opdat ieder de ander tot steun en hulp en vreugde kan zijn.
Zou alles uniform zijn, dan zou God dood zijn of niet bestaan. Het is juist het eeuwig veranderlijke van hetzelfde, wat de orde van de natuurwet laat zien. Juist hierdoor kunnen we er niet omheen dat God de bron van het leven is en alles toevoegt wat de mens maar wil. Kunst is het voor de mens dus het goede uit dat alles te willen. Dat goede is voor hem iets anders als voor de ander, maar het goede is alleen iets goeds als het in liefde is gewild.

7  wezen van Jezus.
De onaanzienlijke, kleine aarde dient voor de belichaming van God in de mens Jezus. Jezus is de belichaming van Gods volmaakte geest.
De vader: Jezus’ geest: de heilige Oermacht, centrum van God, de Liefde zonder eind, is in Jezus als mens op aarde. Het is de vrije wil van Jezus als mens die de wil van Gods geest in Hem moet willen gaan doen. Jezus stelt hiermee voorbeeld en onderwijst de mens hoe hij dient te leven wil hij zich vervolmaken, de materie ondergeschikt te maken en vrij te kunnen worden.
De Zoon: Ziel en lichaam, het menselijke van Jezus, door de Vader geschapen (wijsheid). God nam uit de ziel van Maria en haar lichaam de bouwstenen om er het lichaam van Jezus uit te vormen. Door die materie om te vormen in puur geest door onbaatzuchtige liefde, ontnam Jezus satan – het kwaad – kracht zodat het kwaad nooit meer zou kunnen overwinnen. Waar de mens dus Jezus navolgt, voedt hij het kwaad niet en ontneemt hij ook het kwaad aan kracht, zodat dit uitdooft. Als je stopt eigenliefde te doen, voedt je die niet meer, waardoor de liefde in je vanzelfsprekend sterker wordt, wat leidt tot gezondheid, welvaart en welzijn. Daarom is het dat Jezus zegt: ’alleen door Mij kom je tot de Vader. Ik ben de weg’.
De Heilige geest: oneindig uitstralende Godsmacht, wil om te vervullen wat liefde en wijsheid in God samen willen. (wie Mij ziet, ziet de Vader: Ik en de Vader zijn één).
Via het voorbeeld dat Jezus gesteld heeft, kunnen wij leren hoe wij ons tekort aan goede wil en liefde kunnen ‘aanvullen, dus doen groeien’. Doel is dus om Jezus na te volgen in ‘het doen van wat de Vader wil’. Anders gezegd: niet doen wat ons in onze lichamelijkheid en kortzichtigheid het beste uitkomt, maar wat Gód, de hoogste liefde’ in ons wil. Dat is immers altijd het beste en leidt tot vervolmaking, dus vergeestelijking, waardoor we na de lichamelijke dood kunnen deelhebben aan die volmaakte liefde, wat natuurlijk niet mogelijk is, als we deze liefde negeren, niet willen, niet zoeken, niet doen. Er blijft dan een lijden door allerlei gebreken en vast houden aan de materie, lichamelijkheid, verstandelijke kennis waardoor we de totale vrijheid niet kunnen ervaren. We blijven dan immers steken in gedeeltelijke ‘waarheden’. (Hoe kan ik Rome kennen, als ik het bestaan ervan negeer? Hoe kan ik de weg naar Rome gaan als ik Rome niet ken of er niet heen wil omdat ik meen dat Rome niet bestaat? Ik kan bij ‘toeval’ in Rome terecht komen. Dan zal ik verrast zijn en niet meer kunnen ontkennen dat Rome bestaat).
Pas door het openlaten, aanvaarden van Gods, Jezus’ geest groeit de mens door en ontwikkelt zich liefde waaruit wezenlijke kennis, inzicht en goede wil voortkomen en de kracht om deze in praktijk te brengen, wat uiteindelijk leidt tot overstijgen van materie.
Zonder liefde is er geen wijsheid. Waar liefde tekort is, is waarheid te kort, waardoor er altijd maar gedeeltelijke kennis en waarheid gekend en benut kan worden. Dat is te zien in studie, wetenschap, beroepsuitoefening of wat anders ook. Immers, je kunt als mens altijd maar een deel van iets kennen, zien, doen. Zou de mens volledig Gods wil doen, zou hij alwetend, alvermogend zijn. Dat kan op aarde nooit, alleen al door de lichamelijkheid van de mens die hem beperkt. Ooit als het lichaam is afgelegd, blijft de geest in die mens over. Al naar gelang die geest liefde is, zal die mens weten en kunnen. Waar de mens heel veel liefde had en gaf, zal hij veel weten en kunnen (in de hemel zijn, wandelen met God, leven in het licht, Godsrealisatie). Waar de mens amper of zelfs geen of gebrekkige liefde heeft, (zijn in de hel, verstoken zijn van licht, leven in een schijnwereld) beleeft de mens hel omdat hij immers leeft in grote beperking, onmacht en verkeerde veronderstellingen van wat waar en goed is en dus lijdt.

8 Heilsweg tot geestelijke wedergeboorte
De grondwet: Heb God boven alles lief en de naaste als jezelf’. Ontvangen van sacramenten, uiterlijke geloofsbelijdenis is onvoldoende, vaker nog een obstakel en hoogstens hulpmiddel voor wie dit wil of ook nodig heeft om zich er mede door te vormen. Niet ieder mens heeft de steun of voeding van een genootschap nodig maar voor veel mensen is het wel goed om anderen om zich heen te hebben tot steun, om goed te kunnen doen (oefenen in goede eigenschappen) en dus tot ontwikkeling en verdieping, verrijking van leven.
Wel is het belangrijk om als mens dagelijks voeding in God te ontvangen. Deze voeding is er door bidden, stilte, overdenken, zoeken, medemensen, bezigheden, wat alles doet bezinnen, groeien, liefhebben, er zijn voor de ander in plaats van altijd maar voor jezelf..
Opofferen van je eigenbelangen is voornaamste punt omdat dit immers het doel is van ieders leven op aarde. Gelukkig zijn, genieten, dienen er te zijn in het zijn voor de ander, hulp bieden en groeien in liefde. Genieten, gelukkig zijn ligt in liefde. Niet in eigenliefde. Dit vermeend geluk kan er wel zijn maar is altijd tijdelijk als dit gebouwd is op uiterlijke, materiële genoegens. Alleen wat liefde is, dat geestelijk is, blijft voor eeuwig van waarde en vormt het geestelijk leven, omdat liefde geest IS.

Als Gods geest in mens heerser is geworden, is de mens ontgroeid aan het gericht van de materie en is het ego verdwenen. Hij is er dan vrij van geworden en heeft de ware geest van God) in zich gewekt, die tot dan als een kiem sluimerde en die ontwikkeld moest worden en ook is ontwikkeld door opoffering van de eigen kortzichtige, altijd op zichzelf gerichte eigenliefde.
Het was immers de eigenliefde die ooit geesten er toe bracht om zich van God, de heelheid, het opperst vrije leven af te zonderen (zondeval). Dat was geen wil van God en God had dat ook niet kunnen voorkomen, stoppen, omdat God niet dwingt, beperkt en bepaalt wat of iemand wil omdat de vrije wil nu eenmaal voorwaarde is om vrij te worden. Wat zou het nut zijn als de mens een robot zou zijn en slaafs zou volgen wat iemand zou dwingen? God kan ons alleen meegeven: ‘heb lief zonder eigenbelangen, wees zoals Ik ben, probeer op Mij te lijken, dien je medemens daardoor opdat je zelf geluk, gezondheid zult vinden en vrij wordt als je klaar bent met dat proces’.
Is dit proces voleind, dan is als het goed is de liefde in die mens de baas. Dat is de wedergeboorte. Hij wil het kwaad niet meer en richt zich volledig naar wat God in hem wil. Nu kan de gelouterde ziel zich volledig verbinden met Gods geestvonk en uitgroeien en één worden met de Schepper en neemt deel aan het Goddelijk leven en diens werkingskrachten die nooit ophouden te bestaan omdat God als Enige bron dus ook de perfecte bron is die geen andere bron naast zich kan hebben, dus de Enige is waar alle leven, kracht, intelligentie uit voort kan komen. Er is dan geen lichamelijk bestaan meer nodig en ook niet mogelijk omdat immers alle stof (materie) is vergeestelijkt door het afleggen van eigenliefde. Waar er nog aspecten van eigenliefde zijn, is er nog geen vrije geest en is er dus nog lijden in bepaalde beperking die echter ook in de geestelijke wereld na de lichamelijke dood achter zich gelaten kan worden. Hiervoor is het echter toch weer nodig dat deze ziel de weg van Liefde zoals Jezus dit heeft voorgedaan, alsnog gaat willen. Al wat nog in de ziel aan liefdeloosheid en gebrek was, zal dan verdwijnen door de zelfwerkzaamheid in liefde, waarvoor die ziel hulp ontvangt als hij dit wil en vráágt!

9  Verdere ontwikkeling
Leven hierna biedt nog scholing voor de onrijpe ziel via een toch nog pijnlijke weg. In die onrijpe ziel is immers nog veel materie en hang ernaar en is de liefde voor de Enige Waarheid God die liefde is, nog te klein. Er is dus nog veel eigenliefde. Er wordt dan nog veel niet gewild, gekend en gedaan aan goeds en wat waar is. De ziel bevindt zich dan in de hel. Hel is een illusie te bestaan in de eigen gewilde en veroorzaakte beperkte wereld van grotere of kleinere eigenliefde en verlangens die afhouden van volmaakt geluk en God. Zolang een ziel die materie verafgoodt, ziet als doel en zaligmakend en niet wil loslaten, zal die ziel dus beperkt zijn en lijden.
De geestelijke wereld die dan leeft in die ziel lijkt dan voor die ziel dan werkelijkheid, een wezenlijke wereld. Deze ziel beseft niet dat het niet gaat om een uiterlijke wereld maar om een veronderstelling die leeft in de ziel zelf! Hemel en hel zijn bewustzijn-toestanden in de ziel zelf!
Er is voleinding mogelijk voor wie dit wil en er naar leeft. Pas dan is ook immers de liefde voor God groot genoeg om wat die mens zelf tot dan zag als goed, op te geven. De mens wil dan automatisch wat de liefde wil. Meer niet. Pas dan kan logischerwijze volledige eenheid met God feit zijn. De mens bevindt zich dan in de hemel, waarin hij eindeloos kan doorgroeien als zijn liefde voor Jezus groter is geworden dan de aantrekkingskracht van materie en eigenliefde. In hel en hemel zijn verschillende stadia van ontwikkeling. Het leven gaat door. Er is eeuwige groei mogelijk voor wie dit wil. Dat is liefde, dat de ziel krijgt wat zij wil en veroorzaakte. Daarom is het zaak om op aarde al te werken hieraan, opdat het in het hiernamaals makkelijker gaat om aardse zaken en lichamelijke verlangens los te laten. Om in de hoogste hemel te kunnen zijn is het noodzakelijk om op aarde al God te erkennen, Zijn leer eigen te maken en Jezus na te leven, wat dus inhoudt je ego te verloochenen, wat voorwaarde is om vrij te worden.

Er is geen eeuwige verdoemenis, geen ‘eeuwig branden in de hel’!
Eerst na het sterven is er een soort droomleven. Hierin zijn de lessen en een schouwen waarin pijn of verrukking al naar gelang liefde was en is. De ziel gaat inzien wat zij veroorzaakte, gaat beseffen waarom was wat was en zal haar verlangens, doelen, overtuiging, geloof willen gaan bijstellen, nu zij inziet dat de sfeer waarin zij nu leeft geen geluk maar alleen mogelijk donkerte, eenzaamheid en kwelling van onbevredigende leegte brengt. Waar de ziel dit wil - als is dit soms na lange tijd pas - gaat de ziel op zoek, vraagt zij hulp en ontvangt zij ook hulp van verder ontwikkelde geesten, zielen (engelen). Het is uiteindelijk noodzakelijk om God, Jezus te erkennen omdat Deze immers de hoogste liefde is en belichaamt en ieder mens tot op de draad kent en dus het beste weet wat nodig is. Omdat alleen in God alles mogelijk is, zal de ziel pas alles kunnen begrijpen, weten, scheppen als er een liefhebben van God is en een willen leven volgens Zijn wil.

Hemel en hel zijn bewustzijnsstadia: Stadia van opperste liefde of opperst ego, eigenliefde.
Sterk stoffelijk gerichte zielen reïncarneren op andere planeten of soms ook op aarde ter scholing. In het onbeperkte universum zijn onvoorstelbaar vele plaatsen en mogelijkheden om iedere ziel verder te helpen ontwikkelen. Mensen zie perse denken te moeten reïncarneren of een bepaalde taak op aarde hebben, of van wie de liefde nog zeer aards is, kunnen soms reïncarneren, wat dus geen must voor ieder is, maar alleen in noodzaak in bepaald geval.

10  doel van voleinding
Rijpe zielen beleven steeds meer gelukkig makende en nieuwe werkelijkheden. Dit door steeds diepere erkenning van God, steeds grotere liefde tot Hem en steeds intensievere medewerking aan openbaring van alle zijn en leven door eigen inzet, talenten, voorkeur, bevattingsvermogen, zoals dat die ziel past en dit voor haar ooit is bedoeld. Al met al, de ziel blijft voortbestaan, de schepping, het scheppen houdt nooit op, het universum dijt uit door al die scheppingen totdat alles vergeestelijkt is, dus alles is ontdaan van liefdeloosheid. Doel is dat alle materie weer wordt omgevormd in geest in de mens, maar ook in het gehele universum dat het lichaam is van satan en zijn handlangers. Immers uit hun bewustzijn is de materie ontstaan. Deze materie dient de vervolmaking van de mens.
Er zal nadat de materie is opgelost eeuwig een geestelijke schepping blijven bestaan met al wat er maar ooit, hoe, wanneer ook gewild, gedacht, gedaan is en zal worden. Mensen leren en ontwikkelen totdat er de liefde is ontwikkeld die God is en wil. Als dit feit is, is er ook geen materieel bestaan meer mogelijk, al zal dit afhangen van in hoeverre het kwaad mindert. Mensen werken mee uit vrije wil in dit proces van vrij worden. Ze hebben zelf dit leven op aarde gewild en wisten dat ze waarschijnlijk God zouden vergeten, bepaalde moeilijkheden zouden moeten aangaan of bepaalde karaktertrekken zouden moeten omvormen tot werkelijke liefde.
Ze vergeestelijken zelf door toe te nemen aan liefde en helpen mee hun omgeving te vergeestelijken, waardoor eens er geen bodem meer zal zijn voor het kwaad en dat geen bestaansrecht meer vindt omdat mensen er niet meer voor kiezen en het kwaad in ogenschijnlijke leuke, goede, gelukbrengende dingen herkennen.
Dat kwaad beseft dan uiteindelijk ook dat God schepper is en dat niets - ook dat kwaad niet - zonder God kan bestaan. Het kwaad moet dus de hoogmoed, denken het zelf te kunnen doen zonder God (liefde) en de egoïstische gedachte er voor zijn eigenbelangen te zijn, opgeven. Dan is er vanzelf geen reden meer voor materie en lijden wat daarmee samenhangt, want materie IS er juist om te ervaren dat materie maar tijdelijk, zeer gebrekkig en plaatselijk is en nooit kan bestaan in een geestelijke wereld waar volmaakte liefde heerst omdat dit is gewild. Waar puur geest is, is geen materie tegelijkertijd!

11  Synthese tussen de Helende Leer van de bijbel en ontwikkelingsgedachte van de wetenschap.                                                                                                                                                                                 De wetenschap zal gaan begrijpen door deze genoemde punten te onderzoeken, te aanvaarden en mee te nemen in onderzoek en beleid, dat God wel degelijk bestaat, zal antwoorden krijgen op prangende dilemma’s en problemen. Er zal dan een overwegend vredevolle welvarende maatschappij ontstaan, waarin ieder leeft met God als referentiekader (het Koninkrijk van Jezus’ wederkomst, waarin de mens weer leeft met en vanuit de goddelijke adviezen, maar dan ontdaan van onwetendheid, verkeerd besef of hoogmoedige, egoïstische interpretatie en komen eerlijke, goede wetten, regels, moraal, zeden en gelijkheid voor ieder vanzelf daaruit voort.
Dit leidt dus tot overeenstemmend, aan géén confessie gebonden Christendom waarbij ieder mens vrij, gelijk is en waardoor een edele geestes- en levensgemeenschap kan bestaan middels elkaar te dienen in onbaatzuchtigheid en waarachtigheid. Ieder mens is een schakel in dit mega grote verlossingsplan waaraan geen mens kan ontsnappen. De makkelijkste weg is ego en hoogmoed loslaten opdat vanzelf liefde sterker wordt. De bekende smalle, rechte weg die leidt naar het Koninkrijk Gods).
Ieder mens is elkaar gegeven tot steun, groei, kunnen uiten, zijn wat God in hem begonnen was en.. eindigt (alles ligt in Zijn hand). Confirmeren aan Gods wil (niet mijn wil maar Uw wil geschiede) is de weg naar hoogst mogelijke vrijheid voor wie dit wil.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Veel gebruikte Bijbelse uitdrukkingen uitgelegd, deel 5

In deel 4 besproken: ga uit over de wereld, verkondig Mijn naam en doop in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige geest – dopen – vagevuur – dag des oordeels – voorportaal van de hel – loutering – Gods vuur is een verterend vuur – fantasie- en droomleven in leven na de dood – de jongste dag, dag van het oordeel, hemel en aarde zullen door vuur vergaan – er zullen een nieuwe hemel en nieuwe aarde gevormd worden.

In dit deel de uitleg: Waarom schreef men de bijbel zo beknopt en werden veel gegevens niet vermeld en werd veel kennis nog niet gegeven aan de mens en moest dit wachten tot medio 1800 en nu:

In de eerste tijd was schrijven luxe en amper mogelijk. Men spaarde inkt. Men schreef alleen het allerbelangrijkste op en noemde alleen de hoogstnodige hoofdzaken om tijd, werk en het kostbare papier te sparen. Wat we lezen is daarom ook zeer beknopt en in beelden en begrippen weergegeven. Dat spaart woorden en geeft toch de essentie weer voor wie dit wil, kan begrijpen.
We zijn echter door de tijd heen veel aan inzicht en kennis verloren. We kunnen ook veel niet meer bevatten met een tegenwoordig brein dat in het keurslijf van snel en materialistisch denken is beland waarbij tijd geld is, taalgebruik uitgehold is, zelfs woorden worden weggelaten, belangrijke begrippen werden vervangen door een simpeler woord, waarmee echter de essentie niet werd weergegeven, al leek het woord zo treffend te kunnen vervangen. Woorden bestaan uit letters. Letters zijn weergaven van een bepaalde gééstelijke inhoud. Dat bedenkt men zich niet meer of weet dat niet eens meer! Heel vaak zul je uit een tekst de sfeer en context moeten raden. Al met al heeft dit ervoor gezorgd dat we veel van de info uit lang vervlogen tijden niet meer goed kunnen begrijpen, tenzij de geest in het verstand nog goed is ontwikkeld en men het geestelijke in de woorden dus nog kan bevatten.
Vroeger schreef men immers in eerste plaats om het waardevolle geestelijk gedachtengoed, de normen en waarden te behouden en door te geven. Men schreef daarom ook de gebeurtenis vanuit een geheel ander perspectief. Alles diende gééstelijk te worden bezien, wilde men leren van dat wat had plaatsgevonden en werd opgeschreven. Sinds men het verstandelijk beredeneren hoger ging achten dan het innerlijk denken en men vindt dat je niet moet moraliseren, we wars zijn van ‘een of andere God die voor ons bepaalt wat we wel of niet moeten, mogen doen’, heeft de bedoeling het geestelijke via verslaggeving door te geven, plaats gemaakt voor zákelijke, klinische weergave. En… iets dat geestelijk wordt bedoeld, wordt in geen enkel wetenschappelijk onderzoek of verhandeling meegenomen of toegelaten. We leren en weten dus nog maar een deel van de werkelijkheid! Geest in het dagelijks taalgebruik van nu is daarom zo goed als verdwenen. Vraag een modern mens om een tekst van rond 1800 te ‘vertalen’ en men heeft al moeite om de betekenis van erin gebruikte woorden te begrijpen. Laat staan dat men het inhoudelijke kan bevatten. Dat wat men wetenschappelijk gezien niet kan plaatsen in een hokje, wordt daarmee maar voor het gemak, om problemen te voorkomen of om te verzwijgen dat de wetenschap er geen raad mee weet, afgedaan als onzinnig, ouderwets, onwaar, niet belangrijk.

In de oude tijd waren exacte tijd en plaats ook niet altijd van belang omdat die al eerder gemeld waren. Men verhaalde spaarzaam. Wie las werd geacht de rode draad te kennen of zuiver door te geven omdat het immers meer om het geestelijke en minder om het geschiedkundige ging. Het gewone volk las niet. Het waren de wijzen die lazen en de inhoud op juiste wijze in beleid en lessen konden doorvoeren.
Door ‘en’ voor de tekst, werd duidelijk of losstaande zinnen bij elkaar hoorden of niet. Deze verbindingswoorden werden dan meestal niet met letters weergegeven maar met algemeen bekende symbolen, vóór de bij elkaar behorende zinnen. Zinsbouw en taalkundigheden van nu, bedacht door ‘moderne breinen’ die dan wel taal gestudeerd hebben, maar daarmee nog lang niet altijd geestelijk kunnen zien en begrijpen, doden heel vaak de geest in de letter. Modernisering maakt dan mogelijk makkelijker en sneller leesbaar, maar maakt de geestelijke inhoud niet makkelijker vindbaar.

Veel zaken en begrippen waren zo vanzelfsprekend, dat ze niet nader werden benoemd maar gewoon werden vermeld. Wat voor ons onmogelijk of vreemd lijkt, was voor de mensen in ‘de oude tijd’ nog heel gewoon. Zo was het normaal dat mensen engelen konden zien. Ze begrepen nog dat er natuurwezens om hen heen zijn die allerlei taken hebben in de natuur en die invloed op het leven van planten, dieren, maar ook mensen hebben. Zij hadden nog respect voor deze wezens en hun krachten en wisten dat zij door God en Zijn natuur te respecteren, deze wezens niet tegen zich konden krijgen. Zij wisten juist dat deze natuurwezens en de gehele uitgebreide geestelijke wereld met mensen meewerkt ten goede, als je je maar dienstbaar opstelde en hun hulp toelaat. Zij wisten nog van de samenhangen tussen uiterlijke gang van zaken en die van de geest. Ze respecteerden dat en vroegen inzicht in deze dingen, of nodige hulp aan God, als zij ergens tegenaan liepen. Mensen hadden in het algemeen nog meer gezag over de natuur, hun nabije omgeving en ook dieren en planten. Men wist nog dát groeide en leefde in zijn nabije omgeving wat hijzelf aantrok, liefhad en dus wilde. Men wist dus dat je je bewust diende te zijn van wat je eigenlijk wilde, wilde je omgeving jou ten dienste staan en zich niet tegen je keren. Verbanden tussen eigen gedrag en denken en wat er gebeurde, waren nog bekend. Kortom, men stond dichter bij de waarheid, al kwam deze door menselijke bemoeienis en uitleg al snel verder weg te staan van het dagelijks leven, maar ook van de wijze waarop geloof in God werd beleefd. Men brengt in deze tijd de vele ongelukken, ziekten, misstanden, verwarring – ook dat van het weer – niet meer in verband met eigen gedrag en het af gegroeid zijn van het leven zoals dit door God was en nog steeds is bedoeld!

Omdat men als mensen van nu helaas niet meer de impact kent van ons eigen denken, gedrag en wensen op onze (nabije)omgeving en we het geestelijke in de dingen niet meer kunnen zien of niet accepteren, ‘doen we maar wat’ en vragen ons vol boosheid en teleurstelling ondertussen af waarom het zo slecht gaat in de wereld. Omdat het geestelijke amper meer aandeel heeft in het dagelijks leven van zoveel mensen, is de wisselwerking tussen geest en gebeurtenis in het klein, privé en in het groot, wereldlijk gezien onbekend en denken we niet aan de gevolgen die onze materialistische egoïstische keuzen veroorzaken. We zijn nu zelfs beledigd als we iemand horen zeggen dat wij het in wezen zélf zijn die onze eigen ellende veroorzaken. We manipuleren de natuur, planten en dieren en zelfs mensen en begrijpen niet welke rampzalige gevolgen dit heeft voor al die diverse geesten en natuurzielen en onszelf. Er is een levendige geestelijke wereld die in ons in alles helpt en beschermt, maar ook tegenwerkt, ziek maakt of ongelukken veroorzaakt, als wij deze natuurlijke orde denken te kunnen manipuleren, weghalen, doden, of negeren. Van deze geestelijke interactie werd in de oude tijd in de geschiedschrijving en vertellingen verhaald. Immers, het was van levensbelang om de wisselwerking tussen geest en mens te kennen.
De gewone man kon niet lezen. Veel te duur en… er moest gewerkt worden. Hij moest zijn kennis halen van overlevering en van wat de leiders te kennen gaven. Deze leiders hadden al snel door dat met dom houden, het volk rustig en volgzaam bleef. Ze konden dreigen met hel en verdoemenis en het volk naar hun hand zetten. Het was immers afhankelijk van hun voeding, helpende hand, bescherming enzovoort. Zo werd het volk voor de leeuwen gegooid om de rijken te dienen.
God werd in de oude tijd nog als een vanzelfsprekendheid geëerd en gevreesd. Vrezen had niet de betekenis van angstig zijn voor God die zou straffen, maar als een automatisch gehoorzamen omdat God nu eenmaal bovenaan stond en gezien werd als Schepper en Leidsman van al wat is. Bij Hem moest je wezen, wilde je voorspoed beleven en vond je kracht te aanvaarden wat zwaar was en onrecht leek. Met de tijd dat de mens meer eigenmachtig werd en hij zijn eigen regie verkoos boven de leiding van God (dit proces is verhaald in het eerste Bijbelboek, Genesis en bekend als de verdrijving van Adam en Eva uit het Paradijs), kwam ook door rationeel denken God verder weg te staan van de mens, waardoor Deze als het ware buiten de mens werd geplaatst in plaats van oorsprong in ieder mens aanwezig.

Men verloor met het onzuiver worden van de waarheid en liefde, contact met God in het hart en moest het meer en meer hebben van godsdienstige leiders die dan wél met God in contact zouden staan (of ook stonden). Ook hier slopen allerlei eigenbelangen binnen en priesters begonnen voor geld, status en angst op represailles door hun opdrachtgevers gewenste zaken te doen en te melden als afkomstig van God. Zo werd de priesterstand hoogmoedig en verheven boven de gewone mens en werd de priester of hun leider meer in plaats van God aanbeden en gevolgd. Gevolg waren allerlei misstanden gevolgd uit telkens weer andere uitleg, al naar gelang het iemand uitkwam, waardoor allerlei genootschappen en kerken ontstonden die zelfs oorlog voerden om het juiste geloof, in plaats van het dienen van elkaar en het leven naar Gods woord. Het verstand en het materialisme nam een steeds groter aandeel in het leven van de mens en het contact met God en Zijn geestelijke wereld en kennis daarover namen snel af. Uiteindelijk bleven bijgeloof en wetenschappelijke bevindingen en ménselijke uitleg van Gods woord als richtlijn over, terwijl de ziel van de mens begon te verhongeren door steeds meer gebrek aan wezenlijk licht. Zodoende kon de mens ook steeds minder begrijpen van het geestelijke in taal en gebeurtenissen. Er volgde een soort Babylonische spraakverwarring, die in onze tijd samenkomt in cybertaal waarin alle geestelijke betekenis is verdwenen. Daarom nóg meer verwarring. Want hoe kun je uit ‘de snelle taal’ de werkelijke bedoeling die iemand ermee heeft, kennen? Er zijn mega aantal problemen te noemen die veroorzaakt worden door het veelvuldig mobiel- en computertaal gebruik. En de hoofden van nu kunnen al niet eens meer een wat langere tekst lezen. Het duurt te lang… Laat staan dat ze een moeilijkere tekst kunnen verklaren… en dan nog het geestelijke eruit kunnen begrijpen.
Nu zijn we aanbeland is een dergelijk ‘verlichte tijd’ dat niemand door de bomen het bos meer ziet, God wordt buitengesloten, waarheid leugen en leugen waarheid is geworden. Mensen denken zalig te worden door totale verstandelijkheid waarin er geen ruimte meer is voor liefde, unieke echtheid, en vrijheid, maar men – zoals het kwaad is – alles naar de hand wil zetten en vrijheid, welzijn opofferen voor schijngemak, schijnwelvaart, schijnbehoeften waarin God, laat staan de liefde en vergeving van Jezus niet meer past of… niet meer nodig wordt geacht, omdat ‘er toch geen leven na de dood bestaat’ en we zelf over alles kunnen en mogen beslissen en beschikken.

Wonderen waren eerder nog regelmatige verschijnselen. Nu komen via shows en TV programma’s allerlei zogenaamde wonderen de huiskamer en onze ziel binnen. Onze verdichte materie consumerende geest slikt allerlei zaken die prachtig lijken, maar waarvan we de werkelijke (geestelijke) afkomst en toedracht niet meer beseffen. We zijn zwak en willoos geworden terwijl we denken verlicht en slim te zijn. In ons instant leven kunnen we ze niet eens meer onderscheiden van echte wonderen en lopen ermee weg, verafgoden ze en kunnen er niet meer buiten. Goocheltrucs, maar ook allerlei pillen, therapieën en allerlei ‘bewijzen’, uitvindingen en goeroes moeten ons helpen terwijl we gevoelloos, moe en onvrij als slaaf de massa denken te moeten nalopen omdat we niet beter weten omdat God in ons bijna dood is en we deze Krachtbron aanzien voor ouderwets, dom en overbodig in onze ‘ontwikkelde’ wereld.…
Het verstand kon eerder veel nog niet verklaren, omdat zoveel nog onbekend was en ook zoveel nog niet ontwikkeld was, dus nog niet bestond in het leven. Dat hoefde toen ook nog helemaal niet. De mens had genoeg aan het natuurlijke… Het innerlijk weten en begrijpen van toedracht, gang van zaken werd nog algemeen aanvaard als de wil van God als logisch gevolg van een oorzaak, die dikwijls in de mens zelf gelegen was. Men wist nog wel dat er een verband was tussen wat over de mens persoonlijk of over de mensheid algemeen kwam, en zijn er op vooraf gegane gedachten en daden. In de Bijbel is er een enorme veelheid aan verhalen die vertellen van menselijke fouten – dus wensen en gedragingen die ingaan tegen de Liefde die God voor de mensen wil – te vinden. De mens respecteerde God als Schepper, leider, Vader, liefdevolle Gids die de mens het leven door hielp. Men wist nog – al vervaagde dit al weer snel door foutieve uitleg maar ook als gevolg van het toenemen van hoogmoed, materialisme en egoïsme – dat je zonder Gods adviezen je eigen glazen ingooide. Al met al nam men toen nog de Bijbel maar ook andere verdwenen, niet gewaardeerde geschriften als leidraad en troost. Het was een uitzondering dat iemand niet geloofde in Gods wezen en leiding. Men respecteerde de orde der natuur zoals deze waar dan ook op de aarde of in het universum was. Men had ontzag voor die gang van zaken en wist dat er niet mee te spotten viel door deze naar je hand te zetten. Toen het verstand meer en meer werd opgewaardeerd en dit ook meer werd ontwikkeld, en ook iedereen zijn eigen meningen begon op te schrijven en boeken bereikbaar werden voor het gewone volk, verdween geleidelijk het inzicht in al die geestelijke zaken en begon men meningen van mensen hoger te achten dan Gods wil. Daarmee kwam ook God op de achtergrond en al helemaal Zijn wijze en liefdevolle adviezen die gegeven waren in de 10 geboden. De mens begon meer en meer te denken dat hij met zijn verstand en ontwikkelde techniek God niet meer nodig had en wuifde de wijsheid naar de achtergrond omdat de eigen wijsheid meer waardevol werd geacht.

Inzicht in samenhangen en hoe nauw alles op elkaar ingesteld is, hoe het een met het andere samenhangt, hoe alles zijn geestelijke oorzaak heeft, verdween. De mens is nu zo verstandelijk geworden en bekijkt het leven zo materieel, dat het geestelijke in wat leeft en wat er gebeurt, bijna niet meer herkend kán worden. Men denkt door redeneren en verstandelijke ontwikkeling, maar ook door channelen (het contact zoeken met de geestelijke wereld) inzicht te krijgen in geestelijke zaken, maar de doorsnee mens beseft zich niet meer dat dat helemaal niet mogelijk is, dan alleen door het doen van liefde, omdat liefde willen en doen iets geestelijks is, maar wat nooit en te nimmer door het kille of materiële letterlijke verstand te beredeneren en te begrijpen valt. Men beseft niet meer dat het rond uitgevaarlijk is je uit onzuivere motieven of gebrek aan liefde en kennis van Gods woord in verbinding te stellen met de geestelijke wereld. Vreemd eigenlijk dat we Gods woord passeren maar wel de geestelijke wereld opzoeken. God is geest, de Bon, de Baas ervan en Deze en zijn liefdevolle adviezen aanvaarden we niet. We zijn te eigenmachtig geworden alles te kunnen doen wat we maar willen. Het goede hieraan is soms dat we hieraan zien hoeveel gebrek we lijden en diep van binnen hunkeren naar meer geest in ons bestaan. Dat we ons op een hellend vlak begeven door onze eigen weg te gaan echter zonder belangeloze Liefde zoals Jezus dit ons leerde, beseffen we ons niet en kunnen we door foutief begrip of ook eigenwijsheid niet meer opbrengen.
Je kunt studeren wat je wilt, maar inzicht in het geestelijke zul je alleen leren door liefhebben zonder eigenbelangen.
Te beseffen dat de mens zijn ziel is verduisterd – dus het haar ontbreekt aan licht – en hoe dit gekomen is en dat dit nooit Gods bedoeling is geweest maar gevolg is van keuzes die ménsen maken, is belangrijk omdat anders geestelijke zaken nog verder worden weggeredeneerd of verwrongen worden gebezigd.
Ook is de uiterlijke historische betekenis van wat in de Bijbel beschreven is, in onze tijd nauwelijks te begrijpen, waar dit voor de mens van destijds gewoon was zoals het was. Laat staan dat de innerlijke geestelijke betekenis van de tekst in de Bijbel die als enig boek Gods wijsheid verhaalt, duidelijk en begrijpelijk is.
Dit geldt vooral voor het oude testament, waarin in plaats van verklarende zinnen alleen maar daarmee overeenstemmende beelden voorkomen en er van een beschrijving, van welke bijbehorende omstandigheid dan ook, geen sprake kan zijn omdat kennis ook niet altijd aanwezig was, maar men dingen gewoon dulde en voor waar aannam, gewoon omdat men ze zag en meemaakte. Waar nu alles wordt uitgekauwd en moet worden bewezen wil het als wáár gezien worden, was er vroeger nog de welwillendheid en besef van kleinheid om iets gewoon aan te nemen als goed, al dit vrucht afwierp.
Nogmaals, in de tijd dat iets werd opgetekend waren bepaalde omstandigheden of gebruiken of begrippen zo overbekend, dat deze niet werden opgeschreven of werden uitgelegd.
Ons taalgebruik is ondertussen zo vervlakt dat we veel woorden niet meer goed kunnen begrijpen. Zeker het inhoudelijk geestelijke is dan moeilijk. Sommige woorden bestaan niet eens meer en kent een kind van deze tijd al helemaal niet meer. Leert een kind nog wat ‘deemoed, hoogmoed, toornig, mededogen, lankmoedig enzovoort, betekent?
Soms is voor een woord een groot aantal zinnen of een metafoor als beeld nodig om één woord of een context goed te begrijpen. In deze tijd van snel willen en moeten, kunnen we geen bombastische omslachtige taal gebruiken. Zodra een tekst langer is, lezen we deze al niet eens meer! Onze kennis lijkt zo breed, maar in wezen zijn we enorm beperkt geworden in begrip en inzicht.

We zijn veel ‘voelhoorns’ intuïtie, geestelijk denken, kwijt. We moeten het nodige uit zo weinig mogelijk woorden en contacten zien te begrijpen. Zo worden we geacht de omslachtige wet te kennen, terwijl geen burger de ins en outs kan kennen van de vele uitzonderingen op de vele regels.
Toch worden we berecht als we de wet overtreden. De meeste dagelijkse wetten begrijpen we heel goed, maar er zijn wetten die zo ingewikkeld zijn dat zelfs rechters en advocaten er bijna niet meer uitkomen of ook weer de belangen van enkelen dienen… We hebben het over waar en goed maar blijven steken in een woud van menselijke meningen over wat wel of niet waar of goed is.
Toch zegt God dat de schrijfwijze van destijds in de Bijbel behouden blijft omdat voor iemand die geestelijk in staat is het inhoudelijke te begrijpen, dat evengoed mogelijk is, al is taal ‘ouderwets’ of lastig te lezen. Het innerlijk oog (hart vol liefde) doet zien en begrijpen. Het is immers de rijpheid van de ziel die de Liefde die God is, wil dienen, dat inzicht geeft. Wie niet investeert in het begrijpen van dat innerlijke, zal ook nooit de diepe waarheid in iets dat geschreven staat, herkennen. Hij zou het ook niet goed kunnen toepassen… Wie van harte dat innerlijke wil begrijpen omdat hij wil leren God lief te hebben boven alles, zal vanzelf dat geestelijke gaan begrijpen, al heeft hij er een handje hulp van menselijke begeleiding in de vorm van gesprek, geschriften, boeken en uitleg voor nodig.
Vervlakking van taal doet snel de geestelijke diepte weghalen en onbereikbaar worden voor mensen die niet meer die diepte kunnen ‘zien’ door onwetendheid of materieel worden van de ziel, verstandelijke kijk op de tekst, dogma’s of institutionele overtuigingen, wetten of leer.
God heeft gezegd dat de essentie van Gods boodschap echter altijd alle menselijke fouten, aanpassingen, verdraaiingen zal overleven. Het dwingt de mens juist tot willen zoeken naar betekenis als een tekst soms onlogisch lijkt. De liefde in het hart zal een en ander duidelijk maken. Maar… het moet een mens dan wel welgemeend zijn, zich te willen verdiepen. Inzicht moet groeien.
Dat lukt pas met het hart op de goede plaats.
Dat kan pas als een mens zijn heelwording (verlossing van wat hem vasthoudt, beperkt en doet lijden), wil bereiken en dus als doel van zijn leven ziet. De mens zal moeten beseffen dat er niets anders is dan dat het de liefde is die die heelwording bewerkstelligt. Immers, lijden en beperking zijn er juist omdat er tekort aan wezenlijke – dus onbaatzuchtige liefde – is.
Ook al is taal aangepast, verwijderd of verdraaid, een mens die hiervoor de gave en taak heeft te teksten en bedoelingen juist vertalen of uitleggen, kan dit! Immers, God werkt door de eigenschappen, maat van liefde die al rijp moet zijn van die mens. Deze mens is een werktuig van God om Zijn woord onder de mensen te brengen en duidelijkheid, troost te verschaffen.
In de Bijbel vinden we aankondigingen van toekomstige Openbaringen. Hieronder moeten we verstaan, al die Openbaringen:
– via het hart van bereidwillige mensen die ervoor rijp zijn dit woord te ontvangen;
– via het werk dat werd gedicteerd door Jezus aan Jacob Lorber: Het Grote Johannes Evangelie, bestaand uit lijvige boeken waarin Gods woord dat in de Bijbel staat van haver tot gort wordt uitgelegd en het dagelijks leven van Jezus op aarde bijna van dag tot dag wordt beschreven. Het Johannes Evangelie is een aanvulling op de Bijbel. Geen vervanging, maar een uitleg passend voor onze tijd.

Er zijn veel meer schrijvers die geïnspireerd zijn door Gods woord, maar het Lorberwerk is wel het meest belangrijke, omvangrijke, zeker ook voor onze tijd.
‘Het Grote Johannes Evangelie’ (de Nieuwe Openbaringen, NO) bestaat uit 11 delen en veel andere boeken daarnaast. Alles wat de mens in onze tijd kan bevatten en moet weten om uit de torenhoge problematiek en richtingloosheid te kunnen ontsnappen op weg naar ‘een nieuw Koninkrijk van vrede op aarde’ is erin vermeld en uitgelegd. De mens van nu is dermate onderlegd, dat hij dit alles wetenschappelijk gezien niet meer kan weerleggen en afdoen als onwaar. De wetenschap kan kennis nemen van het vermelde en er onderzoek naar doen als zij dat wil en het beschrevene als uitgangspunt bij onderzoek nemen, zodat zij eindelijk antwoorden krijgt op prangende dilemma’s en levensvragen. Zij zal dan zien dat talloze bevestigingen vooruit gezien en beschreven zijn. De opsomming hiervan is te vinden op de website www.Nieuwe Openbaring.nl. Ieder mens heeft uit dit werk voldoende antwoorden op welke vraag dan ook om er zijn leefstijl en doel op aan te passen, wil hij een zo goed mogelijk leven hebben en meewerken aan welvaart voor alle mensen en de hele wereld en ontsnappen aan de verleiding van al wat kwaad, dus liefdeloosheid is.
Omdat het in onze tijd duidelijk is dat we vastlopen in tal van onoverzichtelijke problemen en we vanuit veel richtingen horen dat ‘de wederkomst van Christus nabij is’, we twijfelen of dit waar is, en we struikelen over andere belangrijke levensvragen en dilemma’s maar we hopen op vrede, gelijkheid en welvaart voor ieder en snakken naar antwoorden, som ik hierna op waar hierover is geschreven in de NO.
Helaas wordt de ‘Wederkomst van Jezus’ heel dikwijls letterlijk opgevat. Dit dient echter als bewust worden van Gods woord in je eigen hart en daarnaar leven, gezien te worden. Eigenlijk is het hele NO werk uitleg van het plan dat God met de wereld heeft. Ook de ‘wederkomst van Christus’ is van groot belang in het gehele bewustwordingsproces. Immers, zonder Gods woord in je eigen hart willen horen en ernaar leven, zullen we niet verder komen. Het is juist dít waar het om gaat, willen we een betere wereld te scheppen.

In grote lijn hieronder enkele onderwerpen dit te vinden zijn in:
Deel 1
Voorwoord, blz. 8
Hoofdstuk 113, vers 5 over het opschrijven van Johannes
91: over 2000 jaar komt het evangelie van Lorber
133: vermelding dat het evangelie van Johannes en Matheus van nu een uittreksel is van een veel uitgebreider evangelie destijds.
241 verwijzing naar Jakob Lorbers werk.
Deel 2
15 vers 11: duidelijke voor ieder te begrijpen uitleg van de Heer: Profeten spraken in beeldspraak die niet ieder die de schrift niet (goed) kende, kon verstaan.
25,2 over hoe de Jeugd van Jezus is opgetekend door Jacobus, zoon van Jozef uit diens eerdere huwelijk.
215 vers 14 wordt er over de ouderdom van de aarde, de Pre Adamieten, de uitleg van Mozes en de toekomst verteld.
Deel 3
15 vers 6 vinden we de vermelding dat er nog veel meer komt over de geestelijke wereld en is er de verwijzing naar het Grote Johannes Evangelie.
Deel 4
112 voorspellingen van de huidige Openbaringen
204: directe en indirecte openbaringen
Deel 8
70 verwijzing naar het 6e en 7e boek van Mozes.
Deel 9 over Lorber en openbaringen.
Deel 11
77
In het boek ‘Predikingen van de Heer
21, blz. 135, lezen we:
‘Zo zal het u vaak overkomen, zodra u een vermeende aanhanger van uw als waar en enig geloofde leer tot de daad wilt aansporen, hij zich van u zal verwijderen en misschien zelfs in plaats van een vriend uw grootste tegenstander zal worden. Zie, dat is het gevolg wanneer de mensen nog niet rijp zijn om Mijn leer te begrijpen! Daarom, wacht totdat de hongerigen zelf tot u komen’.
In dezelfde boek lezen we op blz. 167: ’De oorzaak waarom sedert verscheidene jaren Mijn directe mededelingen rijkelijker vloeien dan in vroegere tijden en dat Ik u zo veel hemelsbrood geef als sinds Mijn wandel op aarde nog nooit is gebeurd, is deze, dat juist nu het tijdstip nadert waarop de wereld haar hoogtepunt in dwaling en in het afwijken van Mijn scheppingsdoel zal bereiken’.
Pag. 288: ‘sommigen zullen over geweldig licht van de Nieuwe Openbaringen door Lorber vertoornd zijn omdat het hun lange tijd in duisternis gehouden bouwwerk verlicht…
…. Deze Openbaringen zullen zonder verdraaiingen worden verspreid ondanks ‘de vossen schade ruiken’.

De kerken die als zuurdesem in de maatschappij dienen te werken, geven zelf openlijk toe de grenzen niet meer te kennen en een algemene twijfel die grenst aan ontkenning van de goddelijkheid van Jezus, sluipt als een dodelijk gif binnen in de gelederen. Men is het spoor bijster en menig lezer van de Nieuwe Openbaringen, bezield door een missionaire geest loopt over van verlangen deze werken bekend te maken aan opgejaagde zoekers en de gekwelde kerkelijke leiders. Teleurstelling is vaak het gevolg omdat men stuit op een uur van onbegrip.

In de Bijbel lezen we bij Johannes 16:12-13: ‘Nog veel heb ik u te zeggen, maar gij kunt het nu nog niet dragen; doch wanneer Hij komt – de Geest der Waarheid – zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid. Hij zal uit het Mijne nemen en het u verkondigen’. Johannes 14:6, en Mattheus 24.

In een volgende aflevering zal ik nader ingaan op feiten en kennis die via Jakob Lorber al in 1847 gegeven zijn, maar waarvan de wetenschap op dat moment nog totaal onwetend was.
Voor wie nieuwsgierig is, bezoek eens de website Nieuwe Openbaringen.nl

Gera Hoogendoorn-Verhoef.

Wie, wat is de verloren zoon die thuiskomt?

In het kort even het verhaal dat te lezen is in de Bijbel (Lucas 15: 12-32):
Een vader had 2 zonen. De jongste wilde alvast een deel van zijn vermogen om te kunnen genieten van het leven. De vader kwam zijn wens tegemoet en verdeelde het bezit onder zijn zoons. De jongste ging op reis naar een ver land. Hier joeg hij alles er door heen in een goddeloos, dus liefdeloos zinnelijk leven. Hij was uiteindelijk slaaf geworden van al zijn domme en lichamelijke wensen, had alles al gehad en beleefd en moest uiteindelijk om in leven te blijven bij de varkens het voer eten. Hij kwam in al dat afzien tot inzicht dat hij beter naar huis kon gaan. Alles was er beter dan dit leven. Wat had hij gedaan.. Toen hij terugkeerde zag hij zijn vader die hem met open armen tegemoet kwam. Dat had hij nooit verwacht! De zoon toonde berouw en vond dat hij het niet waard was zijn zoon te heten. De vader droeg zijn knechten op dat zij de beste kleiding, het mooiste kalf moeten brengen. Hij wilde een feestmaal omdat zijn verloren zoon was teruggekeerd. De oudste zoon vond dat oneerlijk. Hij zei: ‘al die jaren heb ik hard gewerkt, u trouw gediend, keurig geleefd en u heeft nooit voor mij een geitenbokje geslacht om met mijn vrienden feest te vieren’. De vader zei: ‘Ach, jongen, je bent altijd al bij mij geweest en al het mijne was, is van jou, nog steeds. Laten we vrolijk zijn, want hij was verloren en toch gevonden’.

In dit verhaal, deze gelijkenis is het natuurlijk duidelijk wie de verloren zoon was. De zoon die makkelijk over het leven dacht, zijn eigen zin wilde doen, genoeg had van al dat werk en die regelmaat, wat van de wereld wilde zien en ontrouw was aan zijn vader die voor hem zorgde en ondankbaar door zijn erfenis er doorheen te jagen.
Ieder mens is de verloren zoon. We gaan allemaal weg bij De Vader, het ouderlijk huis. We zijn geboren uit het licht dat God is, we zouden het goed hebben en er zou ons niets ontbreken, als we maar in ons ouderlijk huis zouden blijven of anders gezegd, als we maar zouden doen wat de liefhebbende Vader in ons, met ons bedoelt. We zouden dan nog ‘thuis in de liefde zijn’ als we er eerder niet voor gekozen hadden onze eigen weg buiten God te gaan en te kiezen voor welke vormen van liefdeloosheid, ongeloof ook. We vonden het vrije leven IN God niet goed genoeg en waren van mening dat er iets beters zou zijn. We wilden onze eigen heerser zijn en wilden niet afhankelijk zijn van een Vader ‘boven’ ons, de Liefde die onze wegwijzer zou zijn.

De erfenis is ons voorland, ons doel, het doel dat de Vader (God) met ons heeft: een beloning dat wij kunnen voortzetten wat de Vader in ons begonnen is. Hij houdt van ons, voedt ons op, geeft ons te eten en wil maar één ding: dat we doen zoals een wijze liefdevolle vader wil voor zijn kind dat hij door en door kent en liefheeft voor altijd. Als het kind eigenwijs is, zijn eigen weg kiest die haaks staat op wat de wijze liefdevolle vader weet dat goed is en meent daarmee gelukkiger te kunnen zijn, verspilt hij daarmee de beloning van de vader, zijn erfenis. Hij vergooide deze echter. Toch wist de wijze vader dat zijn kind wel zou terugkomen. Hij kent de zwakten en de hebbelijk- en onhebbelijkheden van zijn kind. Hij ontvangt hem met open armen, zodra de zoon spijt heeft, deze voortaan beter zijn best wil doen, zijn fouten inziet en nu ook begrijpt dat zijn vader eigenlijk helemaal niet dom en hard is en dat het leven dat hij had, een prima leven was. De zoon beseft dat hij houdt van zijn vader en hem nodig heeft. De vader weet wat zijn zoon heeft meegemaakt, weet hoeveel moeite het de zoon heeft gekost om terug te komen met hangende pootjes en viert feest, zo blij hij is! De oudste zoon is jaloers. Hij vindt het oneerlijk en ergerlijk dat hij die zijn best heeft gedaan, als het ware minder beloond werd. Maar de vader zei: ’jij hebt het altijd goed gehad, en het was jouw keus om hier bij mij te zijn en te werken voor je kost. Je had geen enkel gebrek, dan dat je nieuwsgierig en ontevreden was. Dat je werkte, was geen verdienste. Het is gewoon zoals het hoort en je liep er minder risico door, was in alles verzorgd, terwijl je broer met grootste gemak helemaal verloren had kunnen gaan voor de erfenis. Dat was veel erger geweest. Nu zijn we allemaal weer bij elkaar. Je hoort blij te zijn met mijn beslissing en liefde voor beiden’.

Dat thuiskomen is een terugkomen in Gods liefde, die we eerder versmaadden of negeerden. Door schade en schande en veel lijden en pijn zien we in dat we het leven niet kunnen leven zónder God die het leven is en geeft, de erfenis verdeelt en ons lief heeft, waardoor hij onze fouten niet aanrekent, zodra we wijzer geworden zijn en Hem vragen om vergeving en een nieuwe start. We moeten met vallen en opstaan leren dat we niet zonder belangeloze liefde kunnen en dat alleen met liefde willen en doen, er iets groeit wat waardevol is. Wat een mens ook heeft gedaan, hoe erg ook, wordt vergeven, als we spijt hebben en ons leven beteren. Dat beteren houdt in voortaan lief willen hebben en onze eigen wil en zinnen opzij zetten om de liefde en wijsheid van de vader (God) te volgen en te doen. Onze beloning is dan het ‘wonen in de hoogste hemel’, oftewel ‘het zijn’ in de hoogste liefde die God is en die ons alles geeft wat we nodig hebben en bij ons past, zodat we opperst gelukkig zijn en ‘aan het werk gaan’ zoals dat bij onze talenten, voorkeuren, wensen, karakter nu dan ontdaan van welk gebrek en liefdeloosheid ook, past.

De verloren zoon is ook de gehele schepping. Dit ligt iets ingewikkelder. De hele materiële schepping is opgebouwd uit in wezen licht, , komt uit God voort. Dat licht is in wezen bewustzijn, intelligentie dat God in een lichaam ‘bouwde’, om middels dat lichaam te ervaren wat het is om onvrij te zijn en beperkt. Dat bewustzijn, dat leven, die intelligentie weet alleen niet meer dat het licht uit God is en wíl dat ook niet weten, omdat ze niet kiest voor dat licht, maar denkt gelukkig te kunnen worden met behulp van schijnlicht. Als deze staat van zijn voortduurt verliest het bewustzijn het weten dat het nog steeds een onderdeel van God is, zonder God niet leven kan en denkt het gelukkig te zijn met het leven dat het beleeft, zonder zich te bedenken dat er veel meer is en dat het leven veel beter kan en zal zijn mét God, dus met liefde. Er ontstaat wrok, boosheid, angst, verdeeldheid, hunkering, want er wordt ondertussen zoveel gemist.
Het bewustzijn leeft dus in een soort schijn, en geeft het gevoel dat dat schijnleven zijn lot, zijn straf is en wil dat tijdelijke leven vol moeiten en lijden uit de weg. Maar bewustzijn dat niet gelooft in God die hem hiervoor richtlijnen heeft gegeven, moet het van zichzelf en soortgelijk verdwaald bewustzijn hebben. Daarom leidt de lamme de blinde, want beiden weten zij niet beter en gaan geloven dat ze het zelf moeten doen en ook kunnen. Omdat ze onvoldoende liefde hebben en ook niet willen, willen en handelen ze vanuit tekort aan liefde en wijsheid. Ze leven immers ‘; buiten God ‘die ze niet willen of niet kennen. Ze geloven dus in hun eigen wijsheid, wat hen echter verloren doet zijn. Ze lijden dus steeds meer gebrek met en in dat schijnlicht. Dat schijnlicht is dus hun eigen foute overtuiging te kunnen leven zonder God. Dat is ego, hoogmoed, eigenliefde, waar alle gebreken die er waar ook maar zijn, uit volgen..
Het echte licht is echter nog steeds in al wat is aanwezig, alleen vaak verstopt, verdrongen, niet gewild, genegeerd, verdraaid, verkwanseld. Het is de bedoeling dat al dat licht ooit weer vrij gemaakt wordt en ‘verheerlijkt’ wordt, oftewel vrij gemaakt, gezuiverd van alles wat geen liefde is. Dat is mogelijk door meer licht op te nemen en het harde, lichtloze, de schijnwereld, het schijnleven, dus het onechte niet meer te willen, en los te laten, af te stoten en je er niet meer mee verbinden. In de gehele natuurlijke orde wáár ook in de schepping, zijn er niets anders dan ontelbare, ondenkbare levensvormen, in allerlei fasen van polariteit en vormen (lichamen) waarin je maar al te duidelijk leven (licht, liefde) herkent (mensen, dieren, planten) maar ook niet goed herkent (planeten, aarden, modder) maar ook helemaal niet kunt zien (alle voorwerpen en harde rots, diamant enzovoort). Al deze organismen en voorwerpen - onvoorstelbaar immens groot of onzichtbaar, onmeetbaar klein - hebben een functie, eigenschappen die er alleen maar zijn om een bepaald nut om elkaar ermee van dienst te zijn in onbaatzuchtigheid, maar zijn in wezen altijd nog afkomstig uit het licht van God!
Het doel is dat al dat bewustzijn verlost wordt van de schijn, dus het ego, de eigenliefde en weer vrij komt te leven in God als vrij licht van zijn licht waarin alle kracht, kennis en leven is en blijft! Het doel is dus dat bewustzijn dat onderweg is, weer ontdekt waar het onderdeel van is, zich beseft dat het alleen maar kan groeien, zich kan vervolmaken door dat wat het eerder niet wilde, en niet kende toch aan te nemen voor wat er is, zijn schijnwereld wil loslaten als niet zaligmakend, maar juist beperkt makend en zijn plaats leert kennen en het doet met wat bij het eigene past, waardoor het gaat toenemen aan liefde voor al wat is, daardoor weer toeneemt aan kracht en kennis, en steeds meer vrij wordt van druk en niet meer gevangen is van de orde van de natuur, maar voor altijd wil leven in een geestelijke bestaan in God, waar alle mogelijkheden, alle vrijheid zijn om er voor altijd en eeuwig grenzeloos vrij te bestaan zonder enige druk en onvrijheid.
De mens als hoogst ontwikkelde wezen in wie Gods licht nog steeds aanwezig is ( zij het in het super klein en dikwijls verstopt onder lagen ego (eigenbelangen) ongeloof, onwil en eigenzinnigheid), heeft als doel om uit vrije wil – die hij als enig wezen gekregen heeft – op God te gaan gelijken. De ‘beloning’ is het na dit aardse leven afleggen van al wat onecht, onwaar, liefdeloos was, waarbij dan de échte mens als een écht kind van de liefhebbende Vader kan leven in de sporen van de Vader die niets anders wil en te bieden heeft dan zijn nooit stoppende liefde die alle ruimte wil en biedt aan zijn kind dat wil leven bij Hem omdat dat kind hem doodgewoon liefheeft en dat laat blijken door de wil van de Liefde te willen en dit ook te doen. Er is dan geen enkele afhankelijkheid meer van de wereld, het klatergoud, de tijdelijke materie die eerder hard trok, verleidde en alles leek te hebben wat nodig leek voor geluk. Nee, het kind is door dikwijls een zwaar leven vaak via het leven op diverse aarden, planeten door schade en schande door onvoorstelbaar lange tijden heen, uiteindelijk wijs en mild geworden en ziet in dat geen enkel materieel leven zonder God vrij en gelukkig kan maken. In de mens keert een megaverzameling van bewustzijn dat onnoemlijk lange tijd onderweg is om vrij en volmaakt te worden, terug.
De schepping draagt de mens. De gehele schepping is gevormd uit van God afgedwaald, onvrij, zwaar geworden bewustzijn (licht). De hele materie is gemaakt om er de mensen die er sinds onvoorstelbaar lange tijden was, te voeden, te vormen, te dragen op weg naar hun vrijheid toe. Als alle mensen in God zijn teruggekeerd, is er geen noodzaak meer voor welke materie ook en keert ook die materie terug in haar oorspronkelijke staat van volstrekte vrijheid. Er zal dus ooit, ooit geen materiële schepping meer bestaan, maar een puur geestelijke, waarin alles en ieder vrij is, er oneindig nieuwe werelden geschapen worden, waar alleen dan sprake is van een puur geestelijk leven zonder dood, verval, lijden, gebrek en pijn.
Dit kan pas, als ieder mens puur liefde geworden is zoals God is. Zolang er echter nog de basis voor het kwaad is, kan dit niet gebeuren.

De basis voor dit kwaad is Lucifer, Satan, de Wereldvorst, de gevallen engel, het kwaad zelf, oftewel de gedachte, de wil buiten God, buiten liefde te kunnen leven vanuit EIGENLIEFDE (ego). Waar nog enige eigenliefde is, is er onvoldoende dienstbare liefde voor de naaste, voor het andere maar alleen voor zichzelf en wat dat zelf wil zonder zich af te vragen of dit nu gaat om werkelijke dus onbaatzuchtige liefde zoals God bedoelt. Waar nog enige eigenbelang is, is er liefde tekort, is er een schijnwereld, beperking van allerlei soort en mate en blijft materie bestaan omdat alleen via die materie, via het gevangen, beperkt zijn in die materie, nu eenmaal ervaren kan worden dat er iets wordt gemist! Zolang Satan dus nog niet terug wil keren in God en Hem wil liefhebben, sleept hij via allerlei verleidingen mensen mee om mee te werken aan welke liefdeloosheid, klein of groot, ook. Immers, mensen hebben de vrijheid voor goed of kwaad te kiezen. Omdat een mens is gevormd uit bewustzijn dat de liefde niet koos, neigt hij er ook naar! Een mens kan alleen los komen van verleiding dat verkeerde liefdeloze te willen en te doen door ondervinding. Negatieve gevolgen en allerlei lijden doen hem uiteindelijk leren dat hij er beter maar niet meer aan mee moet doen. Vervolgens moet hij dit ook écht gaan willen en zich hard maken om betere keuzes te gaan maken. Hij zal uiteindelijk een echt vaste wil en veel liefde voor het echte, voor God en zijn medemens moeten ontwikkelen zodat hij zijn zwakten overwint. Hij zal steeds beter inzien waar dat kwaad, dat goede in zit, zodat hij niet meer meedoet met het kwaad en ertoe verleid wordt. Zolang mensen zich laten verleiden en God niet zoeken, niet willen liefhebben en hun eigen wil of die van het kwaad wél, blijft dat kwaad bestaan. Zou een mens standvastig zijn en zich niet voor het karretje van het kwaad laten spannen, dan zou er vrede, gezondheid, welvaart zijn en een paradijs op aarde. Een mens heeft de vrije wil, want een mens is in principe gemaakt naar hoe God is. De mens kan nóóit gedwongen worden door God die liefde is en dus nooit dwingt en niet eens dwingen kán. Het is het kwáád dat dwingt, liegt en bedriegt in allerlei toonaarden en schijnwaarheden ( schijngeluk, schijnwaarden, schijnleven)en zich voordoet als ‘een engel des lichts’, terwijl hij het niet is. Hij geeft te denken dat het kwaad sterker maakt, machtiger, status geeft en gelukkig maakt, als je maar de sterkste, machtigste bent. Dat dit een leugen is en nooit zo werkt, ziet het kwaad zelf ook wel, maar omdat het kwaad de liefde niet wil en dus niet kent, is hij machteloos, omdat alleen immers iets voor eeuwig geschapen, gemaakt kan worden uit wezenlijke liefde. Zonder liefde voor iets, komt er niets van. Zelfs een misdadiger moet liefde hebben voor zijn misdaad om hem te kunnen doen…. Dat deze liefde verkeerd gericht is en kwaad in stand houdt en ongeluk geeft, zal de misdader vanzelf ooit gaan ontdekken.
Pas als Satan ziet dat geen mens meer kiest voor zijn valse beweringen, egoïsme, hoogmoed, partijdigheid, strijd, leugen: kortom alles wat liefdeloos is, zal satan terugkeren in het Vadershuis, omdat hij dan niet meer gesteund, gevoed, sterk gemaakt wordt. Pas dan zal satan moeten bekennen dat hij niets is en altijd nog pas kan leven bij gratie Gods. Mensen die kiezen voor eigenbelangen, kiezen voor het kwaad, VERSTERKEN dit. Dáárom is het dat het kwaad ‘zichzelf in stand houdt’ en nooit ophoudt!
Dáárom is het dat God de mensheid heeft meegegeven alleen Hem te dienen door echtheid, liefde, waarheid, de naaste en de natuur vanuit deze liefde en waarheid. Er is dan vanzelf welvaart, gezondheid en vrede! We hebben geen enkel excuus te zeggen het niet te begrijpen, het niet te hebben geweten! We hoeven ‘alleen maar’ onze eigen wil om te polen naar die zoals de Liefde dat wil. Hoe dit moet, is al bekend zolang de mensheid leeft. Als alle mensen hiernaar doen, heeft het kwaad, satan als ooit bedoelde ‘lichtdrager’ geen enkel werkveld meer en zal ook hij zijn licht weer kunnen laten zien. De materie lost dan op, want er is dan geen noodzaak maar voor het opvoeden, dragen, onderwijzen van de mens. Hij heeft zijn leerschool dan immers gehad. De leerschool kan dan afgebroken.
Als dit feit is, wordt dus ook satan uit wie alle materie is ontstaan verlost. Hij zal dan als vergeestelijkt wezen in God bestaan, maar dan niet in kwaad, omdat dat dan niet meer bestaat omdat hij dan heeft ingezien dat hij alleen maar ontzettend heeft geleden door de gedachte dat hij niet geliefd was. Satan is dus ook net als in het verhaal een verloren zoon, die door vallen en opstaan moet inzien dat zijn immense hoogmoed en slechtheid, maar ook ongeloof aan de liefde die God is, geen enkele zin heeft. Er zal altijd wel iets overblijven van satans eigen wil, dus liefdeloosheid. Dit zal dan blijven bestaan als meest harde brokken stof ergens zwevend in de oneindige oneindigheid, te samen met de geesten, zielen van al die mensen die ook perse geen enkele wil hebben tot liefde, God perse niet willen erkennen als hun bron en doel omdat ze liefde haten, zichzelf als god zien, zich niet van plan zijn om zich over te geven aan de wil van hun Vader, en al hun kansen gehad hebben om tot inkeer te komen.
Het gehele leven is een geboren worden en een sterven of te wel in het lichaam komen en het weer loslaten, werken met en loslaten van materie allemaal met het doel om vrij te worden van de schijnwaarden die die materie, lichamelijkheid, eigen wil - het leven zonder liefde zoals God is - leken te hebben.

We zijn onderweg en bouwen mee aan dat vrij worden door onszelf, onze naaste, maar ook de natuur waarin we leven, te zien als allemaal bewustzijn - licht uit God - onderweg met vallen en opstaan, waarbij alles, ieder elkaar dient door de eigen aard, talenten en karakter, leuk of niet leuk. Juist al die individuele eigenheid is er uiteindelijk om de ander te helpen via mooie of lastige ervaringen.
We dienen elkaar juist door onze eigenheid. Als we allemaal het zelfde wilden, konden, wisten en deden, dan zouden we niet leren maar doodgaan van verveling en nog erger: stilstaan in ontwikkeling, dus nooit kunnen thuiskomen! De wens van de Liefde - onze Vader - is om deze reis om thuis te komen met zoveel mogelijk liefde te doen omdat dit die ervaringen makkelijker te dragen maakt en zoveel onnodig leed en buffelen voorkomt. Het is dan de Liefde die ons nog steeds niet als verloren beschouwt maar thuishaalt in zijn sfeer waar ieder welkom is als hij dat wil, ongeacht de weg die hij ooit, lang of kort, recht of krom is gegaan!
Gera Hoogendoorn-Verhoef

Veel gebruikte Bijbelse uitdrukkingen uitgelegd, deel 4

In deel 3 besproken: Je wapenuitrusting - De strijd - Het harnas - Het twee snijdend zwaard - Helm - ‘Op de jongste dag zullen zij die in hun graven zijn, opstaan’- De jongste dag - De zielen die in hun graven zijn, zijn ‘dood’ - doden - de meeste eer geven - graf - dood van de ziel - in haar zelf gegraven graf - ‘hel’ - De ziel staat op uit haar graf door toe te nemen aan liefde - ‘Opstaan uit het graf’ - Wonen - De slaap der doden slapen - Slapen - Je rechterhand afhakken - Oog uitrukken.

Betekenis van:
Ga uit over de wereld, verkondig Mijn naam en doop hen in de naam van de Vader de Zoon en de Heilige geest. Met ‘de wereld’ wordt bedoeld, al die mensen die God, de Liefde die Hij is en bedoelt, niet kennen en of niet willen, maar vast zitten in het materiële, het lichamelijke, het tijdelijke, het liefdeloze. Juist deze mensen zouden dan kennis moeten maken met wat liefde is en moeten weten dat er méér is dan alleen maar de materie, bezit, status, gemak en al wat hoort bij het leven waarbij de materie onlosmakelijk verbonden is met de doelen die mensen zich stellen. God wil dat ieder mens een keus heeft. Die heeft de mens pas als hij weet dat God, Liefde bestaat, Deze de onveranderlijke natuurlijke orde bepaalt die wij niet naar onze hand kunnen zetten zonder voor de natuur en mens nadelige gevolgen. God heeft aan de mensheid Zijn leef adviezen (wetten) gegeven, die ieder mens dient te kennen. Zonder deze dringende liefdevolle wijze adviezen, maakt de mens er het zijne van, wat helaas altijd lijd tot extra lijden omdat de mens nu eenmaal niet zo wijs en goed is dat hij het meest goede wil en kiest. Om een welvarende maatschappij, leefomgeving te scheppen, dient de mens steeds meer deel te moeten willen gaan uitmaken van Gods orde, willen ziekte, ongeluk, gebrek van welke soort ook, stoppen. Omdat mensen op weg zijn zich weer te beseffen dat zij God in zich dienen te realiseren en in hun leven zoveel mogelijk leven naar Gods orde die liefde is en dáármee lijden stopt, zegt God ‘ Zijn naam te verkondigen’. Met andere woorden, vertellen aan de wereld dat materie een middel is tot een gééstelijk doel, maar nooit het doel zelf en dat de materie slechts dient om God te realiseren! Gods ‘naam’ noemen, verkondigen is hetzelfde als aan de mens voorleven, onderwijzen en vertellen hoe God het leven bedoeld heeft. Zijn woord verkondingen is als het goed is God léven, dus leven zoals dit past bij onbaatzuchtige dus belangeloze liefde die altijd wijs en goed is en het goede tot gevolg heeft.
Pas als een mens weet wie, wat, waar God is, kan hij het juiste kiezen en heeft hij ook een keus. Ieder mens wil vanzelfsprekend liefde hebben en doen, maar zolang hem echter het ware, goede, leven brengende niet wordt voorgeleefd, verteld en onderwezen, kan de mens blijven vasthouden aan en geloven in wat hij zélf heeft ervaren, zélf ziet als goed en waar, waarmee beperking en lijden in stand worden gehouden of zelfs vergroot.

Hen dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest betekent dat deze mensen – als ze dat willen – moeten leren wie:
Dopen is als het ware iemand onderdompelen in de waarheid en liefde die God is, opdat deze waarheid en liefde gezien, gewild en gedaan zullen worden. Dopen is dus eigenlijk iemand onderwijzen en vóórleven hoe God zou willen dat een mens leeft. Je draagt bij de doop je kind op aan God. Je zegt ermee dat je je overgeeft aan wat God in je wil en zoekt daarom ook in alles wat Hij met je leven wil. Dat ga je dan ook zelf willen en volgen, zo goed en kwaad als dat gaat. Ondertussen weet je je echter beschermd en geborgd in Gods liefde. Je vraagt erom en vertrouwt erop dat het altijd weer God is die in je spreekt of via mensen of gebeurtenissen je iets laat weten. Al met al geef je de leiding over aan God die Liefde is en probeert ook zo te doen, al is het zeer gebrekkig en met vallen en opstaan.
De Vader is: de Bron van alle leven die in de mens het leven is, het geweten vormt, hem waarschuwt, adviseert, troost en maant tot goeddoen zonder eigenbelang. De Vader is het eeuwigdurende overal aanwezige onbegrensde, perfecte Leven waaruit alles voortkomt. God als liefhebbende wijze Vader spreekt ieder het meest tot verbeelding. Zaak is dan wel dat je een goed beeld moet hebben van een wijze liefdevolle vader die er altijd voor je is, je steunt, leidt, maar ook waarschuwt en laat zien als iets niet goed is of je óók de gevolgen dan maar laat dragen van je eigen foute keuzes of gedrag. Dat geluk hebben velen niet meer. Het is voor veel mensen dan ook lastig om het beeld van God als Vader goed te begrijpen. In het beeld van de goede Vader is te zien hoe God te vertrouwen en te volgen is, wil je het goed hebben en zoveel mogelijk ellende en moeite voorkomen. De vader brengt je – heus niet zonder kleerscheuren – hoe dan ook naar de volwassenheid. Met name dan de volwassenheid van je ziel die inziet, begrijpt, leert dulden, vertrouwen, zelfwerkzaam te zijn, mild, niet veroordelend, respectvol, eerlijk; kortom alles wat hoort bij de ziel zoals God die mens heeft bedoeld al naar hoe dit bij die mens past. In dat beeld van de Vader zien we ook dat je God wel zal moeten volgen, wil Gods orde zich niet tegen je keren. Waar je de Vader liefhebt, zul je Zijn orde die nu eenmaal is zoals deze is ook beter begrijpen en kunnen verdragen, waardoor je geen onnodige narigheid en ziekte over jezelf of je medemens afroept en niet meedoet aan ‘wereldse’ zaken die je ziel niet dienen maar eerder gevangen houden in donkerte.
De Zoon: de liefde in praktijk gebracht, wat voorbeeld is voor ieder mens die wil weten hoe je vrij kunt worden van de materie en haar leugens, schijn, tijdelijkheid in al haar schoonheid, maar ook gebreken. Deze Zoon is Jezus Christus - de belichaming van Gods woord - als mens op aarde. Zoals Jezus dus Gods woord verkondigde en deed, dienen wij ook Gods woord van liefde in praktijk te brengen. We volgen dan Jezus.
Zoals een zoon het kind is van zijn vader, is het DOEN van wat God wil, de ZOON, een ‘gevolg’ van een bepaalde intentie. In dit geval vanuit je hart willen leven zoals God dit voor je bedoelt. Doe je net als Jezus, dan kom je thuis in God die steeds sterker het ware, echte, eeuwige leven in jezelf en je leven manifesteert. Al is je leven dan niet perse volmaakt of juist heel moeilijk, je hebt de juiste inborst dit leven te aanvaarden en te leven zoals God dit van je vraagt. Hij voorziet je van alles wat je nodig hebt, al betekent dat niet altijd dat je een leven zonder zorgen zou hebben! Je bent een echt kind van God. Ook al is een kind dwars of de weg kwijt, hij is en blijft een kind, zoon van God. Jezus is ‘Zoon’ van God, omdat Hij de ‘uiting’ is van hoe God het leven, de mens ( de zoon) bedoelt.
De Heilige Geest: de vaste wil om het goede en ware dat de Vader en de Zoon (wijsheid en liefde) in je willen, te doen. De ziel van de mens die hiervoor kiest en zich ‘laat dopen’ wordt dus onderwezen in wie, wat waar, God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn en hoe dit alles werkt en doorwerkt. Kortom, de mens leert dan wat het verlossingsplan van God inhoudt. Deze mens wordt dan meer en meer verbonden met De Vader middels het goed doen (zoals Jezus voordeed) en krijgt steeds meer de juiste ingevingen en kracht (de juiste geest, geestkracht, bevlogenheid, vindingrijkheid, moed, inzichten uit God) om het goede dat hij wil, te doen, zelfs al ondervindt hij hierdoor veel narigheid of zou hij er zelfs om vervolgd worden. Hij is dan een ‘goede trouwe zoon’. Als de mens echt van harte iets ziet als goed en dat ook wil, zal hij ervoor gáán en weten dat na dit aardse leven alle narigheid, dood en lijden voorbij zijn, maar de ziel thuis komt in zichzelf bij God, de hoogste hemel. Een mens verlost zichzelf in eerste instantie dus door zich de liefde die God bedoelt te willen, eigen te maken en zonder voorwaarden te doen!
Wat de mens niet kan opbrengen is via Jezus’ lijden en dood ‘vereffend’. Hierdoor kan ieder mens die dit aanvaardt en gelooft, maar altijd nog niet perfect is, toch bij de Vader komen ook al is hem veel ondanks goede wil, niet gelukt. Daarom zegt Jezus: ‘niemand komt tot de Vader dan door Mij’.
Een mens zonder Jezus Christus als voorbeeld is snel de weg kwijt en raakt verward te midden van allerlei bewerkingen, soorten uitleg of beleid waarvan geen mens meer kan herkennen of het waar of leugen is, leidt tot licht of duisternis. Alleen het HART dat het wezenlijk belangeloze ware en goede wil en opziet naar Jezus en Hem probeert na te volgen kan de hoogste staat van bewustzijn (zijn in de hoogste hemel) bereiken. Zonder Jezus gaat dit niet lukken, al kan een goed mens in een prettig natuurlijk goed geestelijk leven terechtkomen.

Dopen hoeft niet perse in een kerk of door een dominee te gebeuren. Dopen doe je dus door het woord van God te onderzoeken, tot je te nemen, eigen te maken en… te dóen! Je dompelt jezelf dus als het ware onder in Gods woord. Gods woord is het helende, heilige schoonmakende water. Je laat je ermee omgeven en schoonwassen, zoals een wasbeurt in water je ook schoonwast. Het geestelijke schoonwassen met water is dat je je ziel reinigt van vuil (= liefdeloosheid) door Gods woord (= het heilige, helende water). Het is dus niet zo dat je kunt denken je kostje gekocht te hebben omdat je gedoopt bent. Nee, je zult Gods woord (het evangelie) serieus moeten eigen maken. Daar moet je natuurlijk wel iets voor doen. Dan nog ben je er niet. Je moet ‘volharden in geloof’ en dus doorzetten en het goede wat je op je hart lag, te blijven doen, ongeacht wat de wereld (de mensen die God, de Liefde niet kennen of willen en je uitlachen of benadelen) ervan vindt!
‘Alleen wie gedoopt is, hoort bij de Heer’: De letterlijke materiële doop heeft hier niets mee te maken. Wel de bereidheid om Gods woord beter te leren kennen, eigen te maken en ook te doen. Wie dit in zijn hart - van harte dus en dus écht - wil en dit dus bovenaan zet in zijn leven, kan rekenen op kracht en ingevingen, kortom alles wat nodig is om het leven te leven. Hij is immers in zijn hart – omdat hij dit zo wil – verbonden met God die hem dan ‘bereiken kan’ omdat deze mens hiervoor kiest! Daarom hoort hij door zijn keus en leefwijze bij de Heer. Een mens die God niet kiest, zal ook niet bij Hem en Zijn liefde willen horen. Dan is het ook niet anders dan eerlijk dat iemand krijgt wat hij wil. God valt niemand lastig met dwingen en dreigen. Liefde kent deze eigenschappen niet, waardoor zelfs Gód geen enkel mens kan dwingen of dreigen. Deze eigenschappen zijn van het kwaad, dat niet in God is. Als een mens de liefde die God is wil gebruiken, groeit de liefde - het leven in de mens - en ontvouwt zich een hemel (platvorm, woonplaats) van heldere inzichten in de ziel die daardoor meer en meer bewust wordt van allerlei verbanden, betekenissen, kansen, leermomenten enzovoort. Een dergelijk mens zal gesterkt en getroost zijn in de wetenschap dat niets voor niets is en alles uiteindelijk leidt dat maar één doel en dat is vrij worden in God, het ooit verblijven in de hoogste hemel, wat ‘horen bij de Heer’ is.
VagevuurDag des oordeels. In de Rooms-Katholieke kerk sprak, spreekt men van het vagevuur waar mensen gelouterd worden van hun zonden. Deze sfeer is te zien als een ‘voorportaal van de hel’. Eind middeleeuwen waren mensen banger voor het vagevuur dan voor de dood zelf. Hoe lang een ziel in dit vagevuur (vägen is reinigen, zuiveren. ‘veghenvier (12e eeuw) is het ‘reinigingsvuur’) zou moeten blijven, ligt aan de ernst van de zonden. Wanneer een ziel erg vasthoudend is en haar overtuigingen, ego, hoogmoed, wensen niet wil loslaten, kan de loutering enorm lang duren. Voorportaal van de hel is een toestand van de ziel waarin zij zich al bewust wordt van dingen die niet goed zijn. De ziel is er echter nog niet rijp voor om deze niet goede dingen los te laten. Ze 'kan dus nog alle kanten op'.
In 1 Korintiërs 3:10 -15 zegt Paulus dat op de dag des oordeels door vuur zal blijken wat iemands werk als christen waard is. Dat klopt. Met de ‘dag des oordeels’ moet begrepen worden dat de ziel zichzelf oordeelt op een bepaald moment (dag) door een nieuw (jongste) inzicht. De ziel is altijd nog een kind van God en weet best waar het om gaat (geweten). Het licht in haar geeft haar tekortkomingen aan. Is dat licht er amper meer en is het in de ziel door ongeloof, liefdeloosheid dusdanig verdonkerd, dan zal ze middels hulp, voorstellingen en situaties die haar gegeven worden inzien dat wat zij wilde of wil liefdeloos is en dus onjuist en dus onwaar.
De ziel oordeelt dan zichzelf middels nieuwe kennis, ervaringen, inzichten. Het is de waarheid in God die haar dan (als zij er aan toe is, rijp voor is) laat zien dat ze wel of niet voldoet aan wat bij God hoort. Het enige echte leven na dit aardse leven is een droomwereld en dus onecht (maar lijkt levensecht) voor de ziel die tekort aan liefde heeft. Als de ziel liefde zoals God bedoelt, heeft eigengemaakt, dan stopt de droomwereld (illusie) en begint pas het werkelijke leven waarin alles wat er is echter is dan onze ervaringen op aarde tijdens ons aardse leven.

Zodra de ziel het onechte (liefdeloze, onware) niet meer wil en die onechtheid in te leren lessen heeft afgelegd (dus het oude liefdeloze niet meer gelooft, niet meer wil, niet meer doet) begint haar licht in zichzelf toe te nemen. Zij gaat dan inzien wat wél waar en goed is en begint dit te willen. Zij wordt zich dan dus bewust van het leven in zich dat van God is en alles duidelijk en mogelijk maakt. Dit is het moment van groei en toenemen van wezenlijk leven waarin alles echt is zoals de waarheid is. Het onechte (de schijn, de droomwereld) verdwijnt dan. De donkerte en al wat bij onwaarheid hoort, houdt dan op te bestaan. Je zegt dan 'dat iemand uit de hel komt'. De ziel is zich dan bewust geworden van het leven, de liefde die zij is in Jezus Christus die God is. De Liefde is dan haar uiterlijke wereld. Eigenlijk vormt je eigen binnenwereld je (onbeperkte) buitenwereld later.
De wereld van de ziel wordt gaandeweg het inzicht uit liefde groeit, lichter. De ziel ziet dan ook werkelijk haar wereld veranderen (verbeteren). De dag des oordeels is dus het moment van inzicht in hoe het er qua onbaatzuchtige liefde voor staat.
Feitelijk is het de liefde in de ziel die haar oordeelt. (Daarom zegt de Bijbel dat God oordeelt. God in de ziel is immers de liefde. De maat van liefde in de ziel bepaalt dus of wat de ziel ervaart voor die ziel hel - vagevuur - of hemel is. Wil de ziel verbetering en zij vraagt om hulp, komt deze en kan zij zich gaandeweg ontwikkelen naar God hemelen (opperste staat van welzijn, vrijheid, gelukzaligheid en kennis). Zij wil immers dan het goede, wat dan ook komt. Dat kan niet anders, want God is overal en altijd aanwezig. Je moet het willen om met Hem in verbinding te staan of te komen. Eigenlijk ben je altijd al verbonden, maar wil je dat niet, waardoor je het niet opmerkt. Pas als je bewust die verbondenheid wil, zul je die verbondenheid met God en diens uitwerking in je leven, opmerken.

Johannes Calvijn stelt dat Paulus met het vuur niets anders bedoelt dan het onderzoek van de Heilige Geest. Het is de Geest der Waarheid in God die laat zien wat goed of niet goed is in de ziel). In het Bijbelboek Openbaring 21:27, schrijft Johannes: ‘Nooit zal er (de hemel) ingaan, iets wat onrein is.’ Dat vuur is een verterend vuur. Klopt. De waarheid brengt aan licht wat onwaar en kwaad dus liefdeloos is. Waar waarheid is, hoeft geen kwaad, leugen te zijn. Daarom heerst vuur over alles wat liefdeloos is. Het vuur der waarheid verteert liefdeloosheid. Vuur loutert. Waarheid brengt kwaad aan het licht. Daarom verteert vuur, leugen.
In het boekje ‘Over de drempel van de dood van Jakob Lorber is te lezen over het lichamelijke sterven van verschillende karakters en hoe zij verder ontwikkelen en voortleven in de wereld aan gene zijde. De gestorven mens maakt vóór de volle geestelijke wedergeboorte - als deze nog niet is bereikt - een verder rijpingsproces door. De ziel komt in eerste instantie in een andere wereld die overeenkomt met de innerlijke toestand van die ziel op dat moment. Ze wordt dus niet ineens ‘heilig’ wat veel mensen denken! De ziel is na de lichamelijke dood aangewezen op haar eigen gedachten, gevoelens, begeerten, neigingen, kennis en voorstellingen. Kortom, ze moet het hebben van wat zij uit haar eerdere aardse leven heeft meegebracht. Ze oogst dus wat ze eerder zelf heeft gewild, geloofd en gedaan aan liefde of liefdeloosheid. In dit (geestelijk) leven zal zij gaan inzien wat liefde werkelijk is of moet zijn en zal zij dus gaan inzien dat alles wat liefdeloos is, in wezen krachteloos en dit waarvan ze nog steeds vindt dat het goed of leuk is, onbereikbaar is. Ze zal gaan ervaren dat verkeerde neigingen en dus ‘verkeerd’ gerichte verlangens een soort droom-, nep wereld scheppen die echter voor die ziel zo echt als maar kan, lijkt. Is de ziel dom (zonder echte kennis en liefde) dan weet die ziel niet beter dan dat haar wereld ‘echt is’, al lijdt ze eronder omdat die wereld steeds verandert, vervaagt, oplost zodra ze weer iets anders wil of bedenkt. Niets is bestendig omdat dat wat die ziel in haar liefdeloosheid onecht is en in wezen niet bestaat. Ze zal dus moeten leren wat liefde is, wil ze een fijne of zelfs onvoorstelbaar prachtige vrije wereld gaan ervaren. Haar wereld die ze ervaart na de dood is onecht omdat het liefdeloos is omdat de ziel datgene wat ze geloofde en wilde en nastreefde door haar werd gezien als goed. Alleen waar echte liefde is, verdwijnt het nepleven, het tijdelijke, de illusie en dus het lijden.
Omdat bijna geen ziel geheel zuiver in de liefde is, zal dat na het aardse leven gaan gebeuren. Ze wordt geholpen door geestelijke helpers die geroepen zijn om haar te helpen. Dat helpen is niet ‘nieuw’, maar een voortzetting van hun vroegere hulp aan die mens die toen nog op aarde leefde.

De overgegane zielen beschikken niet meer over stoffelijke zintuigen. Het lichaam is er immers niet meer. De toestand van die ziel kan ogenschijnlijk als een ‘rusten en slapen’ worden gezien. Het gedachten-, gevoels- en zinnelijk leven komt volledig overeen met het fantasieleven van onze dromen. Zoals onze ziel tijdens onze aardse, nachtelijke dromen met haar fantasie de meest uiteenlopende innerlijke en vaak levendige droombelevingen en -beelden schept, kan en doet zij dat ook als de ziel bevrijd is van haar lichamelijk voertuig.
Dit fantasie- en droomleven wordt in het leven na de lichamelijke dood niet aan de willekeur van de ziel overgelaten, maar wordt door de leidende geesten en engelen wijs beïnvloed en tot een actief innerlijk leven gevormd. Hierdoor gaat de ziel van de ene ervaring naar de andere, zoals dat ook op aarde het geval was. De ziel wordt zodoende steeds meer tot hogere inzichten geleid.
Ook op aarde kunnen mensen soms heldere dromen ervaren, die door hun beschermgeesten worden bewerkstelligd.
Zoals we als mensen op aarde onze zelfgenoegzaamheid en egoïsme moeten overwinnen, is dit in het leven hierna ook het geval. De liefde tot God en wezenlijke naastenliefde dient altijd nog tot gebod en grondslag van het leven gemaakt te worden, wil je leven, licht met al wat daar oneindig toe behoort - maar tot nu toe voor de onvolmaakte ziel niet te ervaren viel - ervaren. De ziel die dit wil of gaat inzien, zal groeien. De ziel die dit niet wil, zal blijven waar zij is en ‘afzakken’ naar een hellesfeer waar geen liefde is en zich in een schijnwereld bevinden waar zij uit haar eigen maat van ‘liefde’ en kennis haar wereld en ook de gebeurtenissen schept. Een ziel die overtuigd is dat zij nog leeft zoals op aarde en nog niet gestorven is, zal allerlei voorvallen die zij bijvoorbeeld gewend was, heeft ervaren of wil, in het leven roepen. Het is haar eigen wil, het zijn haar eigen gedachten die haar wereld scheppen! Ze denkt dan dat wat zij gelooft dus ook werkelijk waar is, totdat zij er genoeg van heeft, niet meer zo wil lijden en op zoek gaat naar een betere wereld.

Een mens wordt nooit door God gestraft. De gebrekkige wereld die een ziel zich schept, kan zij zien als straf, maar die ziel straft zichzelf door het niet willen toenemen aan belangeloze liefde. Zolang zij blijft kiezen voor eigenbelang en onwaarheden daaruit en blijft vasthouden aan haar eigen lichamelijke belangen en dommigheden, zal ze al die beperkingen blijven ervaren. Omdat het onvolkomen maar voor haar wezenlijke ervaringen zijn, zullen deze haar doen lijden. Dat lijden stopt dus waar de ziel tot andere, betere, liefdevollere inzichten komt.
Deze loutering waarbij prachtige innerlijke maar ook schrikwekkende ervaringen worden opgedaan, duurt totdat de ziel door dit geestelijk ‘vagevuur’ gelouterd is en uit haar droomleven ontwaakt om naar de lichte zuivere sferen over te gaan. Gods waarheid is het vuur, dat loutert. Pas in de lichte, zuiverdere sferen kan Gods waarheid en liefde worden ervaren. Immers, Gods licht kan pas worden ervaren als de ziel de overeenkomstige liefde heeft eigengemaakt. Het werkelijke liefdevolle leven met oneindige mogelijkheden - waar, wanneer ook in plaats of tijd - is er pas voor wie dat wil en volgens Gods liefde en waarheid wil leven en hier ook stappen in zet.

Een ziel die gelouterd is en dus ontdaan is van alles wat ook maar liefdeloos te noemen is, kan zich in de ‘hoogste hemelen bij God’ bevinden. Iedere ziel die dit wil, groeit hiernaar toe. Dat de ziel dan dus God zal moeten liefhebben zal duidelijk zijn.
Ieder mens wordt dus eens gezuiverd door ‘het vuur van God’. Dat vuur is dus de hoogste waarheid die het leven in God is. Je kunt niet om die waarheid (vuur dat de leugen, illusie aan het licht brengt) heen. Echter, een ziel moet er aan toe zijn om dit in te zien. Dat moment dat een ziel ziet en wil dat het beter moet gaan met haar, is de jongste dag, dag van het oordeel.
Als de ziel bij haar zelfgenoegzaamheid blijft, krijgt zij wat zij wil en ervaart ze dus haar eigen liefdeloze binnenwereld als in een levendige droom waarin ze min of meer of onnoemlijk kan lijden.
Hel is de staat van de ziel die nog gelooft in niet liefde en de liefde niet wil. Hel is geen letterlijke plaats maar een staat van bewustzijn waarin de ziel verkeert door haar eigen liefdeloze keuzes.
Dat kán niet anders, omdat God liefde is. Waar de ziel geen deel wil uitmaken van God, ervaart ze dus niet-God, dus niet-liefde. Dat is het oordeel dat ze over zichzelf velt.
Als je niet naar een feestje wil, moet je niet teleurgesteld zijn dat je geen deel uitmaak van het feestje! God wil iedereen bij Hem. Maar wie werkelijk niet wil, hoeft niet. Het is aan ieder mens daar te zijn of te komen waar hij wil..

Hemel en aarde zullen door vuur vergaan: de menselijke hemel vormt zich uit zijn beperkte gedachten en meningen over wat waarheid brengend en gelukkig makend is. De aarde is geestelijk gezien onze vruchtbaarheid om leven te scheppen. De aarde is het vermogen van ieder menselijk hart om lief te hebben, maar dat houdt niet in dat dat vermogen ook benut wordt! Daarom is het ‘dat de aarde woest en ledig is’. De talenten, het vermogen om goed te doen, wordt niet benut. Daardoor groeit, ontwikkelt er niets en blijft alles kaal en leeg en overwoekeren met de tijd de onkruiden en de wilde dieren de aarde, het hart. Anders gezegd: hartstochten, verkeerde neigingen, liefdeloze gedachten en daden bepalen hoe de aarde wordt. Voor het goede komt steeds minder ruimte, dat ook verstikt wordt door al dat onkruid, de stekels en de distels (onwijze veronderstellingen door geleerden). De letterlijke aarde is dan vervuild door letterlijk gif afkomstig van allerlei giffen en verkeerde menselijke daden en natuur belastende uitvindingen en technologieën.
Geestelijk gezien is de hemel in de mens het leven naar Gods woord, wat we niet doen als we God in ons leven niet kennen of niet willen.
Zolang mensen Gods liefde en wijsheid niet nodig denken te hebben en we zelf onze waarheid maken en een eigen standaard van wat liefde is, hanteren, zullen we deze oude hemel en aarde vervuilen met onze eigenbelangen, hoogmoed, gebrek aan inzicht en kennis. We verzwakken en bevuilen en vergiftigen onszelf - en ons hart, de aarde - daarmee maar ook onze medemens en leefomgeving. Gods woord en het doen van wat liefde zoals God wil is, is het vuur. Dat vuur vernietigt de oude aarde en de oude hemel. Daarom zullen de oude aarde en oude hemel voorbijgaan en er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde gevormd worden. We willen dan niet meer het eerdere foute, maar willen voortaan het betere, goede. Ons hart, ons oude denkwijze, onze oude leefstijl onze oude instelling van talloze eigenbelangen worden dus omgevormd tot een nieuw hart, een nieuwe aarde die meer vruchtbaar is en eindelijk weer eens goede opbrengst zal gaan geven.
Onze letterlijke wereld, aarde vergaat niet! Er komt geen letterlijke nieuwe hemel en nieuwe aarde. Nee, ons hart (oude wereld) weten we weer te bemesten met vruchtbare waarheid uit een juist begrip van wat werkelijke liefde is, wat zich vormt uit de nieuwe hemel. Die nieuwe hemel wordt gevormd uit Nieuwe Openbaringen die Gods woord verkondigen en uitleggen via mensen van goede wil zoals de Bijbel vertelt. Deze hemel is bezig zich te vormen. We zullen daartoe in ons gemoed de hemel – waarheid waar God is – moeten toelaten. Ons inzicht wordt dan vanzelf verruimd omdat we dan pas onderscheid leren tussen wat goed en niet goed is. Dat zullen we pas gaan zoeken en willen als we door schade en schande hebben geleerd waartoe ons hoogmoedig denken en willen heeft geleid: namelijk allerlei misstanden, ziekte, verderf, oorlog en dood. Er volgt vanzelf een nieuwe hemel uit een nieuwe aarde en een nieuwe aarde uit een nieuwe hemel door de enige waarheid die de leugen vernietigt. Die enige waarheid is de liefde die al die ellende doet stoppen. Denk na, zo simpel is het! Vuur brandt alles wat onrechtmatig is en afgedaan heeft, weg. Pas uit de as, uit de bouwstenen van de oude schepping, kan er een nieuwe schepping herrijzen. Pas door inzicht in wat wezenlijk liefde is zoals God dit had bedoeld, bedoelt en zal bedoelen, ontstaat er een nieuwe aarde: een hart dat het goede wil en het verkeerde niet meer wil. Hel houdt daarmee op te bestaan en de hemel opent zich. De hemel is een ongekend vermogen om al wat waartoe de mens in liefde in staat is, te scheppen en te beleven. Hij leeft dan met God waarbij alles mogelijk is.

(te lezen over al deze begrippen in het boek ‘Antwoord op Vele Vragen’ en ‘Sleutels tot Openbaringen’ van ondergetekende).
Gera Hoogendoorn-Verhoef

Wat is bidden, hoe doe je dat en bestaat er een juiste gebed?

Veel mensen hebben problemen met bidden: hoe moet dat, wat moet ik zeggen, moet dat op een bepaalde wijze, tijd of plaats’ enzovoort… Er is eigenlijk niet heel veel over te zeggen, dan dat je zegt en vraagt wat diep in je hart aan de orde is. Je zult daarvoor wel even rustig moeten zijn om te voelen, weten wat je nodig hebt, waar je mee zit, wat je wilt weten, waar je een oplossing voor nodig hebt. Rustig zitten is al een heel ding in deze tijd. De dagen zijn gevuld met verplichtingen, school, werk, kinderen, sport, leuke dingen, afspraken, vrijwilligerswerk, reistijd, cursussen, ziek zijn en… moe zijn van dat alles en willen relaxen, of gewoon een boek lezen, film kijken of wat ook. Maar of je bij dit alles toe komt aan een gesprek met jezelf dat in wezen een gesprek met God is, is de vraag. Er is zoveel… dat ons opeist en bezighoudt.

In de bijbel schrijft Mattheus (6:6-13) ‘ga tot uw binnenkamer’. Die binnenkamer is het meest echte in jezelf. Het is het wezen van waaruit je iets hoopt, wilt zeggen of vragen. Er staat geschreven dat je ‘de deur moet sluiten’. Dat betekent niet dat je de echte deur van je kamer perse dicht moet doen, maar dat je je op jezelf concentreert en niet met andere dingen bezig bent. Je sluit je dus af van ‘de andere kamer’ waar de wereld doorgaat (en soms lijkt door te draaien). Het advies is dus dat je alle dagelijkse beslommeringen eerst even moet loslaten. Voordat je dat kunt, zul je eerst juist gedacht moeten hebben aan wat je zorgen, plannen en het werk wat er gedaan moet worden eigenlijk zijn. Pas dan kun je de deur achter je dichttrekken. De deur dien je ook dicht te doen zodat de buitenwereld je niet stoort.

Bid in het verborgene’, staat er. Dat betekent niet dat je je moet terugtrekken van het leven en afgezonderd moet zijn. Wél betekent het dat je zonder ophef bidt en dat anderen zouden moeten zien dat je bidt! Bepaalde vrome mensen vinden het belangrijk dat anderen zien dat ze bidden. Voor God is dat geheel onbelangrijk. Hij wil niet dat je om enige uiterlijke vorm laat zien dat je bidt. Niemand kent je diepe harte roerselen. God wel. Bij God is alles veilig. Hij veroordeelt je niet. Hij weet al lang wat je wilt, gaat vragen en wat je nodig hebt.

‘Waarom zou je dan nog moeten bidden’, kun je zeggen. Het is goed als je bewust iets vraagt en bewust onderzoekt wat er leeft en waar je inzicht of hulp bij nodig hebt. Je bent bij bidden als het goed is bewust van je tekorten. Daar gaat het om: te beseffen dat je iets niet in de hand hebt, je klein voelt, hulp, raad, kracht nodig hebt. Je zult dat moeten erkennen. Doe je dat niet, dan zul je ook nooit om hulp vragen..

God weet alles al van je. Dat is logisch als je je bedenkt dat God in al wat is, aanwezig is, dus overal is. Alles is van en uit Hem. Daarom is het dat Zijn geest tot in alle vezels leeft en doordringt. Ook jou. In jou is het God die alles in jou weet. Al wil je het niet of besef je je dit niet, het is in feite Gods gedachte in jou die jou doet denken, hunkeren, afvragen, willen of hopen. Het is je eigen geweten dat Gods stem is. In contact komen met je geweten en ernaar luisteren, is in feite in contact zijn met Gods geest en ernaar luisteren. Je geweten liegt niet en brengt je niet op een dwaalspoor, maar laat je je diepste waarheid kennen. Je hebt zelf de vrije keus om ernaar te luisteren of niet. God volgen is je geweten volgen. Wil je niets meer met liefde te maken hebben, dan treedt je geweten op de achtergrond. Immers, als jij ervoor kiest je eigen zin te doen - wat iets anders is dan luisteren naar je geweten - dan weerstreef je de waarheid, dus God. God trekt zich dan terug. Waar een mens werkelijk kiest om zonder geweten te leven, leeft hij zonder God en is hij zijn eigen heer en meester, dus van God los. Niet omdat Gód hem laat vallen, maar omdat deze mens dit zelf zo kiest! Alles draait om wat hij in zijn soms dierlijke lichamelijkheid wil en denkt met zijn verstand dat niet gevoed is met het geweten, dat wat hij wil goed en juist is. Deze mens heeft dan geen geweten meer dat hem bijstuurt en rechthoudt.  Deze mens moet het leven zien te leven op zichzelf en raakt logischerwijze verstrikt in al wat er is, want deze mens gaat vroeg of laat ontdekken dat hij het leven niet in de hand heeft en raakt zicht op wat waar en echt goed is, kwijt!

Veel mensen zien een kerk als de plaats waar God woont. Dat is ooit wel zo geweest dat God zich manifesteerde in de tabernakel, de eerste tempel. God liet als een getuigenis van Zijn aanwezigheid te midden van Zijn volk een nooit dovende vlam branden. Toen men van God af begon te leven en ook vanwege de schijnheiligheid van de priesters, hield de vlam op te branden. God trok zich terug uit het heiligdom. Er was immers geen draagvlak meer voor Zijn aanwezigheid. De priesters lieten toen een nafa vlam branden om de indruk te wekken bij het volk dat zij nog in de gunst van God stonden. God woont niet perse in een (bepaalde) kerk. Zijn woonplaats is in het hart van ieder mens, alhoewel Gods meest wezenlijke centrum - de onweerlegbaar eeuwig durende onbegrensde zuivere liefde en wijsheid - zich niet op één bepaalde plek ophoudt, door geen mens benaderd kan worden, maar geestelijk gezien daar is, waar geen enkel deeltje materie en kwaadheid is maar zuivere liefde. Al zouden alle mensen zo zuiver als maar mogelijk zijn, dan nog zouden alle mensen bij elkaar die ooit geleefd hebben, leven en zullen leven nooit Gods centrum kunnen begrijpen, zien en ervaren. Wel kan een mens van wie de liefde is gaan lijken op die van God, iets ervaren van dat grote geluk dat God voor de mens bedoelt. Een mens is altijd nog een druppel in de oceaan, maar kan nooit de oceaan zijn! Alle druppels samen vormen de oceaan, maar geen druppel kan de oceaan ervaren en overzien. Dáár waar de onbaatzuchtige liefde als doel wordt gesteld en wordt geleefd, wordt iets van Gods wezen ervaren. Dáár is God dan voor die mens en die mens bevindt zich dan eigenlijk al in de hemel bij God, al leeft hij op aarde. Een mens die buiten de liefde leeft, ervaart hel, of hij nu op aarde leeft of in de geestelijke wereld. Gods woonplaats is daar waar er de belangeloze liefde is. Er zijn veel mensen die denken dat je toch echt op een bepaalde plaats moet komen of zijn om God te ontmoeten. Maar hoe zouden we allemaal in een kerk passen en welke dan? Hoe zouden we Jezus kunnen ontmoeten als we allemaal naar 'de berg des Heren' moeten komen? Wat te denken van die mensen die niets met kerken hebben? Nee, je ontmoet God in het wezen van liefhebben, zoals Jezus dat heeft onderwezen en voorgeleefd. Ieder gelovend naarliefde hunkerend hart is de kerk waar Gods boodschap is en kan worden gehoord. Naar de kerk gaan is luisteren naar je diepste hart, waar God de 'Voorganger, dominee of priester' is.

Bidden zonder liefde, zonder geloof en zonder hoop heeft geen enkele zin. Zo heeft het ook geen zin om perse in een kerk te bidden. Thuis, op de fiets, ergens in de natuur, in de gevangenis, in een ziekenhuis, op de operatietafel, bij een graf of in je stoel bij de kachel, in een druk café overspoeld door eenzaamheid; overal kun je bidden. Het is jouw intentie die de juiste ‘plaats’ vormt voor jouw gebed. De juiste plaats is dus een juiste gesteldheid van jouw ziel, je wil, je geest. Daar waar je met andere mensen samenkomt en je je verbonden weet in God, is er de kerk. Die kerk - gemeenschap - is de verblijfplaats van Gods woord, als dit woord in liefde en geloof wordt ontvangen en … gedáán. Daar waar Gods woord wordt gehoord, onderwezen, gewild en gedaan, is God aanwezig. Dat kan dus op iedere plek zo zijn…

Maar hoe moet je bidden en is dat moeten een plicht? Nee, bidden is geen plicht maar een dringend advies, omdat je zonder bidden maar doorjakkert en niet luistert naar je diepste zorgen, hunkeringen, vragen en angsten. In het Groot Johannes Evangelie van Jakob Lorber deel 10 hoofdstuk 32 staat hetzelfde te lezen als hiervoor Toevoeging is dat bidden absoluut geen ceremonie moet zijn. De ‘plek’ waar jij tot jezelf komt, is je geheime liefdeskamertje. Daar waar jij iets te vragen, te zeggen, te horen hebt. Wat dat is, gaat niemand iets aan. Het is iets tussen jou en God, dus heel veilig en privé. Dát wordt dus bedoeld het ‘in het verborgene’.

Bidden doe je zonder eigenbelang. Dat houdt niet in dat je niet mag bidden voor jezelf, maar dat je niet voor je eigenbelangen moet bidden. Immers, als mens loop je over van eigenbelangen omdat je van harte wil dat het je goed gaat, maar bang en onzeker bent en niet altijd - zelfs heel vaak - niet weet wat goed voor je is en wat je nodig hebt. Dat wat je nodig hebt ga je juist vragen in je gebed. Je vraagt advies, moed, kracht, inzicht, een oplossing, een teken, juist om te ontdekken wat goed voor je is of… goed voor de ander, voor wie je bidt.

En als je dan weet wat goed is voor je, ontdek je vaak al dat je midden in een proces zit, dat dat nodige brengt, al begrijp je niet waarom dat goed voor je zou zijn en wil je het helemaal niet. Daarom heb je ook overgave nodig en de wil om Gods wil te aanvaarden. Je dient erop te vertrouwen dat God altijd weet - nog voordat jij het je bedenkt of er achter komt - wat het juiste voor jou of de ander is.

In deel 8, hoofdstuk 92 kun je lezen dat het niet gaat om welke woorden en hoogdravende of geijkte zinnen je gebruikt. Nee, het gaat om wat je met je diepste wanhoop, hoop, liefde, onzekerheid vraagt. Het gaat om de pijlers van het gebed. Die pijlers zijn je vertrouwen, je geloof en je goede wil en je besef dat jij het allemaal niet kunt.

Voor een gebed heb je geen ritueel, ceremonie nodig.  Je hoeft geen offer te brengen, tenzij je je stille moment als een offer ziet… Woorden vanuit je hart zijn van belang, omdat alles wat het hart in geloof, hoop, wanhoop zoekt, het enig ware is en in feite is wat God wil. Je zult moeten inzien dat jouw diepste zo zijn door God is gewild en Hij er op jouw vraag alles aan doet om dat met jou en door jou te realiseren!

Wat jij wilt op een bepaald moment is niet altijd het juiste. Je kunt niet vragen om een nieuwe fiets, want die fiets hoeft helemaal niet nieuw te zijn, al wil jij wel een nieuwe om een vast voor jou goede reden. Het gaat erom ‘dingen’ te vragen, waardoor je meer écht wordt die je bedoeld bent te zijn. Het gaat om ‘dingen’, gebeurtenissen, lessen, mensen op je pad, lastig, leuk, lief of helemaal niet, waardoor je toeneemt aan liefde. Het gaat erom dat je leert tot in je tenen te voelen wat God van je vraagt, waarmee Hij je waarschuwt, troost, versterkt of vermaant. Vermanen is een lastig woord in deze tijd. We willen niet dat iemand vermaant of moraliseert. Maar hoe leren we dan en hoe groeien we als we niet zouden leren? Juist liefdevol op de vingers getikt worden, doet ons kunnen realiseren wat er ánders, béter kan.

Tijdens gebed probeer je Gods stem te horen. Het lijkt er vaak op dat God spreekt met jouw stem. Je kunt dan denken dat jezelf aan het woord bent. Dat is vaak zo, omdat je zelf ook al wel wist wat het antwoord of advies zou zijn! Toch herken je ook of de stem, het gevoel de woorden echt van God zijn, of afkomstig zijn van een minder fraaie laag in jezelf! In wezen is God het meest diepe, diepe ik in jouzelf. Het is het jeZELF dat tot je spreekt, maar wat je doorgaans geen ruimte geeft, negeert of verafschuwt omdat het je niet uitkomt, je er bang voor bent, het niet lijkt te kloppen omdat je het anders bent gewend of anders hebt geleerd. Engelen zorgen voor ingevingen die je mag zien als afkomstig van God als jij om inzicht en raad aan God vroeg. Hij zorgt ervoor – ook als jijzelf nog niet rijp bent voor een regelrecht advies of troost van Jezus – dat de voor jou juiste engel op je pad komt die jou het voor jou juiste laat zien of horen.

God kent geen enkel dogma, hokje, grens en maakt alles mogelijk, breekt juist taboes en gewoonten open door allerhoogste eerlijkheid, waardering en liefde voor jou. Hij wil niet anders dan dat je toeneemt aan liefde, omdat je zelf liefde bent en die oervonk die nu nog als kiem in jezelf wacht op ontwikkeling aanspreekt, gebruikt en sterk maakt. Die oervonk is God! Het is Zijn geest die in jou leeft, jou doet leven en erop wacht totdat jij deze geest vrij maakt door de liefde voor de waarheid zonder grens. Het is deze liefde die jou heeft gemaakt, je door en door kent en al dat goede - leven brengende activerende - op jou pad wil brengen omdat dat het goede voor jou is om er gelukkig, gezond, welvarend en sterker door te zijn. Hij wil dat jij door en met jouw eigen talenten die je van God hebt gekregen anderen dienstbaar bent. Dat kan alleen maar als jij echt bent wie je bent en daar aan werkt.

God wil dat jij bent zoals hij is. Zijn naam is: Ik was, Ik ben, Ik zal zijn. Hij wil dat jij als vonkje uit Hem er voor jeZelf, deAnder en God bent, dus dat je op God gaat lijken, dus zoveel mogelijk liefde zonder grens wordt. Gebed is een goede weg in dit proces omdat je zonder stil zijn en zonder vragen nooit zult toekomen aan contact met je meest wezenlijke, diepe kern, je eigen Ik. Je eigen ik is dus Gods Ik. Je hoeft alleen maar te willen wat God wil. Dát vraag je in wezen. Want, wat het beste is voor jou of een ander, weet jij in feite nooit. En al zou je het weten, dan zou je het hoogstwaarschijnlijk niet willen of geloven, omdat je bang bent en allerlei vooroordelen hebt en dus grenzen trekt of gewoon geen zin hebt in verandering omdat die verandering jou moeite zal kosten. Je zou die waarheid ook niet aan de ander willen zeggen omdat je bang bent voor commentaar en je minder geliefd zou zijn. Je zou zeggen dat iets dat je weet vanbinnen toch niet goed is, er niet van komt, niet mogelijk is, en denken dat je het verkeerd hebt opgevat. Je bent een kei in het bedenken van allerlei uitvluchten…

Je zult bereid moeten zijn om te groeien. En je zult al wel moeten willen inzien dat je hulp, inzicht, advies, eerlijkheid nodig hebt om een goed of beter mens te zijn. En al vind je jezelf al een prima prachtig mens, dan hapert er wat. Want… je bent niet perfect. Er valt altijd iets te leren. En al heb je goede stappen gemaakt betreffende een punt, dient zich wel een andere punt aan waar aan valt te werken. Je kunt altijd inzoomen op, en finetunen en bescheiden blijven. Je kunt immers niets zonder God… Al zou je perfect zijn - wat je dus niet bent - dan nog kun je voor anderen, voor de wereld, voor Gods geestelijke wereld bidden.

Je zult dus moeten erkennen dat je hulp nodig hebt en in wezen NIETS bent zonder God. Zonder Hem zou je ter plekke oplossen en… bestond je ziel niet eens! Zonder God kan je lichaam niet leven. Zonder alles om je heen, dat ook door Gods liefde is samengevoegd, zou je niets hebben aan je leven. Je herkent immer jezelf pas doordat je een omgeving hebt. Je groeit immers pas door talloze dingen te ervaren die steeds weer veranderen. Je zult dus deemoedig moeten zijn. Ook al een lastig woord wat niet meer op school geleerd wordt. Deemoedig zijn betekent inzien dat je zelf niets bent, kunt en afhankelijk bent en blijft wie - wat je ook wil, gelooft, bent of wordt - van de hoogste liefde als bron van al wat is.

Soms gaat het je in een periode prima af en heb je niets te wensen. In zo’n periode vergeet je makkelijk te bidden. Je hebt immers geen vragen, geen nood en ach, wensen zijn er altijd wel, maar die komen wel. Je denkt vaak eigenmachtig te zijn en gelooft dat de wereld je wel alles geeft wat je wilt. Alles is immers maakbaar, hoor, zie je om je heen… Misschien heb je er zelf nog nooit over na gedacht waar jij eigenlijk met welk doel vandaan gekomen bent en wat je doel is? Doordat je bidt, besef je dat je klein en afhankelijk bent en gebrek hebt of… kunt krijgen. Je zult moeten aanhouden je vragen te stellen, je stiltes op te zoeken en te blijven geloven en hopen op het goede dat gáát komen! Volharden, volhouden is het parool.

Vaak is een bepaald ritme prettig. Allerlei gewoonten slijten erin. Slechte gewoonten, maar ook goede! Voor het slapen gaan de dag doorlopen en overzien wat er goed was, moeilijk en wat er beter kon, maar ook waar je hulp of verlichting hebt ondervonden is zo’n goede gewoonte. Evenals bidden voordat je gaat slapen en danken voor de dag die toch weer goed is gegaan, waar er problemen zijn opgelost, je een leuk gesprek of een ontmoeting had, je een lief onverwachts telefoontje kreeg van een oude vriend die je nooit meer zag, maar nu sorry zegt voor iets van toen..

Bidden voordat je opstaat en een zegen vragen voor je werk, je kinderen, de juf, je lastige baas, je moeilijke gesprek, je haperende oude auto, de drukke reis, je angst voor de dag.. maken je bewust van waarmee je bezig bent en waar je assistentie bij nodig hebt en geven je troost in het gevoel dat ergens geweten wordt wat je doormaakt, wat je zorgen zijn… Als je midden in de nacht wakker ligt, vraag dan om een goede nachtrust of morgen weer fit op, ondanks wat nachtbraken. Je zult naderhand ontdekken dat het eigenlijk helemaal niet zo erg is als je eens slecht slaapt en er best je dag mee doorkomt.  Misschien ga je wel beseffen dat veel dingen veel minder erg en lastig zijn als je er vanuit gaat dat iets in Gods hand ligt en Hij er heus wel voor zorgt dat je op tijd rust. Je gelooft vaker wat mensen zeggen en bent eerder geneigd daarom maar naar slaapmiddelen te grijpen, terwijl gebed in vertrouwen je beste slaapmiddel is. En… als slaap je niet, dan doet het je goed om een en ander in de nacht te overdenken of door te werken, wat je meer rust geeft, al sliep je minder uren…

Je kan veel over jezelf en het leven leren en groeien door regelmatige gesprekken met God.. Voor je het weet is iets voor jou normaal of zelfs prettig en tot steun geworden en mis je die momenten waarin je heel veel inzicht opdoet van waarom, waartoe iets in jezelf, de ander of de buitenwereld is.

Het enig juiste gebed is een gebed dat met heel je hart is uitgesproken of ook is gedacht. Je kunt stil in jezelf bidden maar ook hardop. Als je iets hardop zegt, hoor je jezelf beter. Je bent je dan doorgaans meer bewust van wat je zegt. Je zult beter nadenken over wat je eigenlijk wilt. Woorden omdat het moet, omdat iemand dat vraagt, kunnen goed zijn, maar alleen als je hart erbij is.

Uiteindelijk is het enig wezenlijk juist gebed, doen wat God van je vraagt, jou adviseert en jij dus opvolgt wat je hoort, weet in en van jeZELF, dat God is en wat Zijn wil is! Het DOEN, daar gaat het tenslotte allemaal om. Wat heb je eraan als je bidt en smeekt maar niet van plan bent om er iets mee te doen? Wat heb jij of een ander eraan als je de hele dag en nacht zou bidden en niet gestoord wenst te worden? Wat heeft die ander of jij eraan als je door al je vragen, gepieker, proberen oplossingen of wegen te vinden, die weg niet gáát, die oplossing niet aanneemt, of dat piekeren niet stopt? Bidden is vragen, hopen, zoeken, te rade gaan, maar ondertussen doen wat je goed en waar lijkt. Wat niet goed is, zal je blijken, want God geeft je dat wel aan in een volgend gebed of in een gevoel goed of niet, kort na je handelen. Je geweten is de stem van God.

Er is een gebed, waar alles wat een mens nodig heeft, in verpakt zit. Dat noem je een heilig gebed. Een helend gebed. Een héél gebed dus. Dat is het ‘Onze Vader’. God zegt: ‘bid dat en weet dat je zult ontvangen wat je vraagt’. Dit gebed leren en met je hart bidden, doet in de geestelijke wereld van alles bewegen en dus scheppen. Ook de voor jou onmogelijk lijkende dingen, maar ook wat jij in je onwetendheid of onwil vraagt. Let dus op wát en hóé je vraagt. Het gaat immers om je diepste intentie… Maar weet dat God allang weet wat je wilt en nodig hebt, al komt dat op een andere manier en op een later moment dan jij wilt!

Mensen die hard en liefdeloos zijn, of ook totaal ongelovig, zijn ook kinderen van God. Ook zij zijn op aarde om te leren en om anderen te onderwijzen door hun zo-zijn en voorbestemd om lief te hebben zoals God is. We beseffen ons dit niet, maar we leren allemaal van en door elkaar. Hoe zouden we kunnen toenemen aan liefde als ieder hetzelfde was en er maar één maat en wijze van liefde zou zijn? Nee, de uitingen van liefde zijn heel divers. Alleen… er is maar één ‘soort‘ liefde die wezenlijk het goede brengt en lijden stopt. Dát is de onbaatzuchtige dienende liefde die ieder die op aarde leeft, juist moet leren om zo min mogelijk te lijden. We hebben volgers en leraren nodig. We hebben liefdeloze, zelfs slechte mensen nodig om onze lessen te leren. God wil al die liefdeloosheid niet, maar het is Zijn orde dat de liefde wil dat ieder gaat lijken op God, door juist te leren hoe het niet moet en anders kan! We moeten juist door ondervinding van moeilijke, gemene, kwade mensen en omstandigheden leren wat liefdeloosheid en onwaarheid is. Omdat ieder mens een vrije wil heeft, kiest ieder weer een andere weg, wil ieder weer iets anders hebben, zoekt ieder weer een andere bezigheid, vermaak of doel, ziet ieder mens weer iets anders als belangrijk en leuk. Juist door die enorme diversiteit zijn er zoveel problemen te scheppen omdat geen mens perfect is en dus ook niet overzien kan wat wezenlijk het goede is. En al zag hij in wat dat is, dan nog heeft hij er hoogstwaarschijnlijk onvoldoende kracht voor om vol te houden, zeker te midden van een schreeuwende, hunkerende wereld die God niet kent, niet in zijn leven duldt, vindt dat hij het wel beter weet, zijn eigen keuzen en overtuigingen en doelen stelt en meent gelukkiger te kunnen worden met en door de materie, de wetenschap en alles wat er maar door de wereld belangrijk gevonden wordt. Tegelijkertijd geeft de mens wel de schuld aan God en probeert hij de natuurlijke orde te manipuleren alsof hij God is!  Maar… denk na. Hoe zou een mens kunnen groeien en toenemen aan liefde als er geen liefdeloosheid zou zijn? Immers, door juist die liefdeloosheid, hardheid en leugen of dwang leren we juist dat liefde zo bijzonder is, heelt en onmisbaar is. Wat we nog niet hebben ontdekt, kan elke dag echter weer gebeuren. En die hoop en wens op een betere wereld, doet ons klein zijn, vragen en volhouden omdat iets in ons zegt dat die wereld er komt! Bidden is dus bewust in het leven staan en zoveel mogelijk goed doen en beseffen dat we daarbij God toch echt niet kunnen missen. Hij leeft in ieder mens en wil gekend en gebruikt worden!

De volgende keer leg ik de betekenis van dat bijzondere gebed ‘het Onze Vader’ uit.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

 

Pasen 2024

Wat is het werkelijke licht van Pasen?

In vorige artikelen (april 2022 en maart 2023) noemde ik al de oorspronkelijke reden van het vieren van het Pesach: de bevrijding van het Hebreeuwse volk uit Egypte waar zij als slaven leefden. De bevrijding uit Egypte staat symbool voor het vrij worden van je eigen wil die je meestal wel gevangen houdt in een staat van gebrek ervaren. ‘In Egypte gevangen zijn’ betekent dus slaaf zijn van je ego en materie.
In het kort eerst het Paasgebeuren:

Jezus Christus is mens geworden God. Gods kern heeft Zich met een menselijk lichaam omhuld om zodoende te leven onder de mensen om tot voorbeeld te zijn van wat bedoeld is met eerlijk en oprecht niet stoppend, Gods beloofde en woord in de praktijk te brengen. Het doel is om niet de eigen menselijke wil van het verstand, het lichaam, de buitenwereld en materie van ons vraagt, te doen, maar dat wat de onbaatzuchtige liefde van en door ons wil. Bedoeling is dus om al wat onrechtmatig, onecht en dus liefdeloos is, af te leggen en om het echte, ware goddelijke van onze ziel te zoeken, te kennen en te vervolmaken tot zoveel mogelijk waarheid en licht. Steun hierbij is de geest van God die ons begeleid en in ons woont.
Dat proces van vervolmaken is alleen mogelijk door het doen van de wil van De Vader, dus lief te hebben zonder voorwaarden. Jezus heeft ervoor gekozen om de wil van de Vader die in Hem was, in praktijk gebracht. Hij luisterde dus naar de Geest van God in Hem, en niet naar wat Hij als mens met zijn eigen wil wilde. Hij liet Zich als God die notabene het hoogste is, totaal vernederen, martelen en doden alsof Hij totaal geen macht had en niets te vertellen had. Hij stond hierdoor echter juist boven satan die nooit verwacht had dat Jezus zover zou gaan om Zijn lichamelijk leven te verliezen. Deze daad van Jezus was en is er echter de reden voor geweest dat satan een enorm stuk vrijheid werd ontnomen en de mens die Jezus navolgt werd ‘losgekocht’ om blijvend slaaf te zijn van satan. Immers, voortaan zou geen mens door Jezus’ offer meer slaaf hoeven te zijn van het kwaad omdat hij door Jezus de weg die vrijmaakt van kwaad, heeft leren kennen. De mens zou voortaan ‘alleen maar’ uit vrije wil hoeven te kiezen voor Jezus, Zijn leven als voorbeeld te nemen, Zijn offerdood te aanvaarden, om zodoende los te komen van ego en verleiding om kwaad te doen. Daarmee is die mens dan verlost van het slaaf zijn van al wat liefdeloos en onecht is en begint hij pas te léven! Voor ieder mens die dit wil, is Jezus dus Verlosser. Dat betekent niet alleen maar geloven dat dit zo is, maar logischerwijze dit geloof ook leven. Immers, zonder dat je geloof in de praktijk brengt, verandert er niets en blijf je dood van binnen. Alleen het DOEN van wat werkelijk Gods wil is - voor zover jou dit lukt en gegeven is - vormt je wezen om in puur licht, liefde. Voor ieder mens die dit wil, is er dus ‘verlossing van den boze’.
Jezus heeft vanuit Zijn eigen volstrekt vrije wil gekozen om de wil van de onvoorwaardelijke Liefde (dat is Zijn Vader, Zijn wezen) te doen. Daarmee ontnam Hij satan megamacht en invloed waardoor satan ook nooit maar dan ook nooit meer zal kunnen winnen. Al zou satan kunnen winnen, dan zou geen mens iets kunnen ervaren van God en het eeuwige leven waar geen enkele dood, stilstand, verval, lijden, onwetendheid, pijn of welk gebrek ook, meer is. Wie dus Jezus’ offer aanneemt en zelf probeert te leven naar de liefde die God bedoelt, ‘heeft de opstanding uit de dood naar het leven’ al in zich. Immers, waar een mens Liefde wil en doet voor zover hij dit kan, is er voor hem geen donkerte en dood in zijn ziel, want dat wil hij niet! Deze mens is dan ‘opgestaan ut de dood’, want hij lééft met en door en voor liefde, al lukt dit heus niet voorbeeldig of LIJKT dit niet te lukken.
Jezus vormde de stof waar Zijn lichaam uit bestond en die gevormd was uit satans meest harde ego, om tot puur licht dat eeuwig straalt. Dit is het verheerlijkt geestelijk lichaam waarmee Jezus Zich aan allerlei mensen heeft laten zien en nog laat zien waar dit de bedoeling is. Ieder eerder stoffelijke cel werd dus omgevormd tot puur licht. Al wat maar een beetje liefdeloos en gericht in de materie was, werd dus ontdaan daarvan. Wat ‘overbleef’ is de eeuwige zuivere liefde. Uit die liefde die een geestelijk licht is dat overal doorwerkt en straalt en het leven zelf is, bestaat een verheerlijkt lichaam. Een lichaam kan alleen verheerlijkt als alle stof ontbonden is door de wil niet meer te kiezen voor de materie, het ego, maar voor de eeuwige liefde. Deze eeuwige liefde is de basis, bron van alle mensen en al wat is waar dan ook in de schepping ooit of toekomstig. Deze liefde is God en heeft ALLES, alle intelligentie en ideeën in zich. Zonder God zou er niets maar dan ook niets bestaan.
Met dat omvormen van puur satanisch bewustzijn in Jezus’ lichaam dat Jezus’ ziel moest dienen in Zijn missie, werd dus satan enorm veel bewustzijn onttrokken. Daarom kan hij ook nooit méér worden dan God, Die trouwens ook zijn bron is! Dit te moeten erkennen maakte satan dus eigenlijk kleiner, alhoewel hij nog steeds vrij is om mensenzielen voor zijn duistere leugenachtige, liefdeloze praktijken te winnen. Alleen, sinds Jezus Christus heeft ieder mens de juiste tools om de weg naar God terug te vinden en wel door het willen aannemen van Jezus’ leer en Zijn praktijkvoorbeeld te volgen. Dat betekent dus dat ieder mens zijn ego dient te kruisigen. Doet hij dit, dan vormt hij zijn eigen bewustzijn om tot licht in God, waarmee hij eeuwig leven zal en geen prooi zal kunnen zijn van satan, het kwaad, omdat deze mens dat dan herkent en er niet aan mee wil doen en bereid is steeds een echter, beter mens te worden om Jezus’ wil. De mens zal dus meer en meer moeten willen lijken op God en gelijk moeten willen zijn aan Zijn wezen. Daarom zegt God: ‘Ik ben de Ene en Almachtige. Volg Mij en je zult zalig worden.’
Zou Jezus Christus dit offer niet gebracht hebben en de opstanding van Zijn geesteslichaam niet gebeurd zijn, dan zou de aarde allang uit haar voegen gebarsten zijn door alle vreselijke kwaad dat nog veel meer had geweest dan nu. Geen mens zou dan het eeuwige vrije leven bereikt kunnen hebben, omdat de mens geen enkel bewijs, getuigenis en weg tot eeuwig leven na de dood gehad zou hebben gehad en dus ook geen richting, hoop op bevrijding van alle ellende. Wat nog mooier is te weten, is dat satan dus nooit kan winnen van God, omdat bij de afspraak die er was tussen God en satan bedongen is, dat satan verliezen zou als Jezus Zijn offer als enige Godheid zou hebben gebracht.
Het gaat er dus om dat de mens door wat we vieren met Pasen vrijgekocht is van satan en een vrij mens kan worden als hij dit wil in Jezus’ naam. Dit te weten en zich te richten naar Gods 10 geboden die Jezus heeft uitgelegd en heeft voorgeleefd, doet de mens ‘opstaan uit zijn graf van liefdeloosheid’, waaruit een mens nooit zelfstandig zou kunnen opstaan. Hij zou de weg immers niet kénnen en ook niet kúnnen gaan omdat zijn liefde nu eenmaal veel te wensen over laat en hij te zwak is om uit eigen kracht het kwaad te weerstaan. Jezus komt ons dus tegemoet omdat Hij weet waar wij zwak zijn, van ons houdt omdat wij kinderen zijn van Zijn leven, vonken zijn van Zijn licht, liefde van Zijn liefde. Jezus wil niets anders dan dat Hij helemaal compleet is. Dat houdt in dat Hij niet eerder rust totdat ieder mens is ‘thuisgekomen, teruggekeerd’ in de hoogst mogelijke liefde en vrijheid die God is. Ook satan moet een keer verlost en thuiskomen in Gods eeuwigheid, want ook satan is een vonk van God, zij het een zeer hoogmoedige, eigenzinnige, egoïstische, liefdeloze geest die talloze geesten voor zich laat werken op grond van valse beloften, vals uitleg, verleidingen, dreigementen of wat ook. Wie Jezus bovenaan zet, wordt vrij en zal eeuwig leven, of anders gezegd: ‘opstaan uit de dood’ en zich bewust worden van al wat was, is en zal zijn.

Uitleg van symboliek in het Paasverhaal:

Het heilig avondmaal: Jezus vroeg zijn discipelen om met Hem het laatste avondmaal te vieren. Avondmaal vieren houdt in dat je het woord van de liefde leert kennen, het belang ervan inziet, dit wilt doen en bevestigt door die liefde zoveel mogelijk te doen. Het drinken van de beker betekent dat je het bloed van Jezus – dus het leven dat Hij voor je vergoot - aanvaardt. Je erkent hiermee dat je door Jezus offer vrij bent gekomen van wat het kwaad wil. Je doet immers dat niet meer expres en bewust en doet je best om dankbaar je leven te leven bij het weten dat je later bij Jezus komt en nu kracht krijgt om je eigen leven zo goed en kwaad als het gaat gestalte te geven.
Je neemt het brood – Jezus woord en lichaam – als voeding. Je voedt je met de leer van God, het evangelie en wordt erdoor gesterkt omdat het je kracht, richting (voeding) geeft in het doolhof van het leven waarin niets lijkt wat het is, waarheid leugen wordt en leugen waarheid lijkt. Als je het ‘brood en de wijn neemt’, heb je dus optimale geestkracht (wijn) en kennis (brood) om er het leven mee door te komen op weg naar vrijheid op aarde al een beetje, maar ooit volledig. Later na het aardse leven zie je wie je ten volle bent en ‘woon’ (leef) je in God waar geen dood meer is. Daarom zegt Jezus ook: ‘hou dit heilig avondmaal ter Mijn gedachtenis’. Dat betekent niet dat je werkelijk brood of wijn tot je moet nemen in een kerkelijk ritueel alsof je dat iets zou helpen. Het is het geloof in Gods woord en Jezus die God is en de goede intentie die je helpt en dus sterkt om dat woord van waarheid en liefde in de praktijk te brengen. Heilig is helend. Voeding door God gekregen in de vorm van Zijn woord in de Bijbel die vertelt van Gods altijd voortdurende liefde, troost, Zijn beloften, Zijn eindeloze zorg om jou en al wat je nodig hebt te weten, zal je heel maken (helen). Je ziel zal geheiligd (heel, gezond) worden als je het brood en wijn als avondmaal nuttigt. Je zorgt er immers voor dat het zwakke, zieke, liefdeloze, onechte in je verandert in het gezonde, sterke, liefdevolle echte. De maaltijd in de avond staat voor het nemen van brood en wijn die je sterken juist op de lastige momenten van je leven, de avond. Natuurlijk is dat het makkelijkste met mensen om je heen die je hierin helpen en ook weer sterken.

Gevangenneming van Jezus: de meest echte liefde wordt schuldig bevonden aan allerlei misdaden, maar het kwaad gaat vrijuit omdat mensen uit allerlei eigenbelangen de hand boven het hoofd houden. Het volk kiest uit angst voor straf van God, waarmee de Farizeeërs het volk mee om de oren sloegen, voor wat deze zogenaamde Gods kenners wilden. Zij wilden Jezus dood omdat ze woest waren op Hem. Hij deed immers de wonderen die zij niet konden, terwijl zij beweerden ‘verlengstuk en plaatsvervanger‘ van God te zijn. Maar juist zij zouden dan werkelijk respect hebben moeten afdwingen door hun liefdevolle leefwijze. Zij waren het echter die om allerlei eigenbelangen (macht, geld, wellust) het volk in bedwang hielden met de dreiging dat God zou straffen. Ze zagen eigenlijk wel dat Jezus geliefd was en de beloofde Messias was, of twijfelden op zijn minst, maar ze kozen voor al hun eigenbelangen en maakten het volk tot slaaf van angst en onwetendheid. Zij verordonneerden mensen juist tot groot lijden, grote onvrijheid en armoede naar lichaam en geest door hen onmenselijke straffen op te leggen ‘in de naam van God’. Het zou goed zijn voor hun ziel..., riepen zij. Ze leefden juist een leven dat contra was aan wat Jezus leerde en liet zien. Zo kwamen veel mensen van God af te staan, waardoor zij in al hun menselijkheid prooi werden van onwetendheid en ook weer eigenbelangen en.. vooral angst voor God in plaats van liefde voor God. De liefde werd dus in feite belachelijk gemaakt en bespot en.. gedood.

Bespotting: Jezus werd bespot en uitgedaagd om zijn macht te laten zien. Dat deed Hij echter niet. Jezus wist: de liefde getuigt van zichzelf. Ze heeft geen toeters en bellen, verweer nodig. Jezus had Zich kunnen redden in een oogwenk. Sterker nog, Jezus had ook niet op aarde kunnen zijn om Zijn offer te brengen. Maar dit alles moest zo gebeuren opdat de mens de weg die leidt naar een geestelijk voortbestaan met een vergeestelijkt lichaam, zou kunnen vinden
Zoals liefde in onze tijd belachelijk wordt gemaakt en men alleen macht en ontwikkeling van techniek zien als redding, wordt ook de liefde, het stille, eenvoudige belachelijk gemaakt en bijna onmogelijk gemaakt om er te zijn. Daardoor worden we ziek en ongelukkig. We zien immers waarden en normen met voeten getreden en verstikken bijna in een steeds hardere, onnatuurlijke wereld die zegt het beste met de mens heeft voor te hebben, terwijl we zien dat het gaat om macht en hebzucht van maar een bepaalde groep. We bespotten ook zelf het eenvoudige, mooie, zachte, liefdevolle, tere, want we denken te kunnen overleven door hardheid en ‘zorgen voor jezelf’. We overleven door onszelf staande te houden, maar beseffen niet meer hoe het is om in eenvoud zonder moeten en stress, te leven. We denken zelfs dat al dat lijden en al die overvloed en weelde nodig zijn om een beetje gelukkig te zijn. Dat geluk iets innerlijks is, is echter lastig te bedenken als je zelf ook amper hebt meegekregen wat werkelijke liefde eigenlijk is, je erg teleurgesteld bent, zwak bent, speelbal bent van wat de maatschappij van je vraagt en de wetenschap beweert, en je niet meer weet en niet meer gelóóft dat God in jezelf nog steeds verwezenlijkt kan worden, als je dit maar wil en leeft volgens de liefdevolle wijze adviezen die je leven zoveel echter en eenvoudiger maken. Spotten met de geduldige pretentieloze liefde is een onnatuurlijk leven leiden vol eigenbelangen die we dan trouwens normaal en goed en geluk en vrijheid brengend noemen.

Verkopen, verloochenen: Zoals Petrus uit angst maar ontkende bij Jezus te horen, ontkennen wij ook uit allerlei angst en gemakzucht om voor de liefde en waarheid te willen strijden. We zijn bang dat de mensen die tegen ons zijn ons weten te vinden en heulen dan maar met de vijand, die ons wil controleren, onvrij maakt en slaaf doet zijn van al wat liefde juist verzwakt. We verkopen onze ziel en zaligheid voor aards tijdelijk gewin. Zoals Judas Jezus uitleverde om geld, gooien wij ook dat wat ons werkelijke rijkdom geeft, weg.

Handen wassen in onschuld: Pilatus keek weg van wat hij zag. Hij zag een in en in goed mens, maar durfde niet tegen Herodes op die hem zijn ambt zou kunnen afpakken als hij anders handelde dan Herodes wilde. Herodes was bang dat Jezus een aards koning wilde worden en wilde daarom Jezus gevangen hebben. Toch zag hij wel wat in Jezus. Maar hij was zwak en koos eieren voor zijn geld en liet het volk maar kiezen. Hij dacht dat het volk er voor zou kiezen om Jezus vrij te laten, maar ze kozen voor Barrabas, de moordenaar. Hierin zie je dat de wereldse mens niet verder dan zijn neus lang is, kijkt en gewoon maar uit kortzichtigheid maar vooral achternalopen en angst voor eigen hachje doet wat het makkelijkste is in de hectiek van wat ‘iedereen vindt’. Wegkijken doen we makkelijk als we voor een keus staan die ons - aards gezien - mogelijk niet goed bekomen zal. We zijn vaak bang voor de waarheid en gaan maar mee met wat men voorschotelt als goed en waar, zoals we ook mensen die zorg nodig hebben in de kou laten staan om een bepaalde groep mensen die angst zaait op valse grond van aannamen en eigenbelangen en ons dingen opdringt te doen en te laten. We laten ons allemaal te makkelijk voor het karretje van de heersende moraal spannen, weer uit gemakzucht of angst om plaats te bepalen, zoals ook Petrus, Pilatus en Herodes. Toch vraagt werkelijke liefde, dat we ervoor vechten en ons ware gezicht laten zien en ons uitspreken voor wat waar en goed is, ongeacht gevolg! We moeten durven het leven te verliezen om het juist te winnen…

Kruisigen: we hangen de liefde aan het kruis, zoals we zelf tegen beter weten in belangrijke dingen verkwanselen, uit angst om aanzien, goede baan, geld of status te verliezen. We begrijpen niet dat we als we de liefde in ons kruisigen, we meer dood dan levend zijn en ons hart begraven onder verstandelijk redeneren en regels die ons worden opgelegd als doekjes voor het bloeden. We lijken dan levendig door het nastreven van allerlei leuke dingen en materialisme, maar zijn in wezen zo dood als een pier als er geen liefde voor de waarheid en de mensen om ons heen meer basis is. Als dat uiterlijke ons dan ontvalt, slaat de schrik ons om het hart. We zien dan dat we leeg zijn en er niets is dat ons overeind houdt.. Als onze ziel dan zo goed als dood is, is er de depressie en hopeloosheid, waardoor we lichtvoetig omgaan met het leven van onze medemens en dat van onszelf en we zelfs maar dood willen.

Toen Jezus stierf werd het donker en beefde de aarde: Als je de liefde doodt en deze in jezelf écht meer dood dan levend is, wordt het donker, want we zijn dan speelbal van wat alleen de aarde, de materie te bieden heeft. Een aardbeving schudt ons gemoed door elkaar.
De waarheid doet de waarde van onze schijnschatten (zogenaamde gelukbrengers) inzien. Onze wereld wordt door elkaar geschud. We weten niet meer goed wat waar of niet waar is. We zijn de weg kwijt en voelen de bodem onder onze voeten verdwijnen. Met de liefde is immers ook de richtlijn die liefde biedt en die bodem hoort te zijn in ons leven, weg. Als de liefde verdwenen is, zien we pas in in welke problemen en donkerte we ons hebben begeven en slaat dat inzicht alle grond onder ons weg. Maar… dan is er de Liefde van God die ons overeind helpt. We moeten dan wel in ons beven en wankelen, God toelaten..

Het lichaam van Jezus werd in het graf gelegd: Ook wij leggen het lichaam van Jezus - het woord van God dat in de Bijbel beschreven is - maar ook Jezus’ leven als voorbeeld, in het graf. Anders gezegd: we doen er niets mee. De liefde gaat dus dood, nadat deze (in ons) al zolang leed door onze onwil, ongeloof en eigenwijsheid. We denken die liefde niet nodig te hebben en investeren er niet meer in. De wereld geeft ons wat we willen en we denken er gelukkig door te zijn.

Met een witte steen ervoor: De witte steen voor het graf staat voor de hardheid van het verstandelijk denken dat ons hart omhult. Ons hart is ons babybed maar ook het graf. We ‘liggen erin’ om ons te laten omringen door liefde en te leven vanuit liefde. Dat ‘bed’ (schuilplaats, basis) waar wij ‘wonen’ wordt echter een graf als we ons afstoten van liefde of als ons liefde wordt ontnomen. Zo onthielden we ook Jezus onze liefde voor Hem, want we vonden, vinden Hem ‘niet de moeite waard’ en beschuldigen Hem van verraad omdat Hij ons niet helpen zou, zoals ook het volk en Pilatus Jezus beschuldigden van verraad, terwijl Jezus de goedheid Zelve is. Ons hart is graf geworden als we de liefde die als levenskiem ons hart aanzet tot kloppen, doden door hem niet te voeden door deze liefde niet te gebruiken. Met de tijd kan de liefde er niet meer in en niet meer uit. Het wordt dan donker in het hart, want door de steen die we er zelf voor rollen, kan het licht er niet in, maar ook niet uit. Die steen moet met behulp van een engel weggerold worden. Met andere woorden, het licht kan er weer in als we ons laten helpen en niet uit eigen kracht alleen het kwaad proberen te weerstaan maar ons door God laten helpen. Dat laten helpen begint met het toelaten van werkelijke liefde en loslaten van eigenliefde. Dat is immers de steen! De buitenwereld is vaak sterker dan ons geloof in liefde en de kracht ervan. Die ‘steen’ belemmert het licht.

Tuin: Maria en Maria van Magdala vinden het graf leeg. Zij staan voor onvoorwaardelijk en kinderlijk eenvoudig geloof, dat geen last heeft van een ‘dikke witte steen’ die voor het graf (hart) is gerold. Sterker nog, zij omgeven hun hart niet met een steen. Ze hebben gewoon simpelweg lief, al begrijpen ze de helft niet van wat er gebeurt. Zij zitten niet vast in denken en haarkloverij over wat waar of niet waar is. Zij leven vanuit hun hárt dat waarheid doet herkennen. Zij zijn niet voor niets de eersten die zien dat Jezus’ lichaam verdwenen is. Zij hebben zich niet laten weerhouden lief te hebben en kauwen niet op letters zoals zoveel schriftgeleerden (waaronder theologen die kissebissen over wat wel of niet waar is en ook weer in menselijk denken en bewijzen willen hebben, gevangen zitten). De ‘Maria’s’ zijn in de tuin van het leven, en leven ongecompliceerd en eenvoudig van hart en kunnen juist daarom de waarheid van de kleine en grote dingen eerder zien dan menig gestudeerd mens die moeilijk bij zijn geloof kan vanwege al die zogenaamde wetenschappelijke kaders en bewijsvoering.
Engelen: Waar de mens de liefde in het graf gelegd heeft, is er méér nodig dan alleen eigen verdienste en eigen kracht. Het beroep doen op de geestelijke wereld via God, maakt dat er een opening komt in het opgesloten zitten in je kille verharde binnenste. Dat binnenste - het hart - wil leven, maar komt er op eigen kracht amper meer bij, omdat het verstand alle prille geloof en hoop kan wegpraten en kan afdoen als dom, onmogelijk, niet bestaand enzovoort. De mens die de moeite neemt op zoek te gaan, zal vinden. Hij krijgt hulp van de geestelijke wereld (engelen en ingevingen) die de steen van ongeloof weghalen.
De mens die dan de moeite neemt om in het graf te gaan (in zijn eigen hart te kijken) ziet dat het leven eruit is, maar ziet ook dat de dood er niet meer is! Hij gaat dan verder op zoek, want de engelen - de stem in het hart - zegt: ‘Wie je zoekt, is hier niet meer’. Zoek Hem bij de levenden’. Bij het graf - in onze hoogste nood, donkerte, geestelijke dood - zijn engelen. Zij attenderen ons erop de Liefde niet te zoeken waar deze niet is. Zij zeggen: 'zoek die liefde in jezelf, in de medemens, in God die er voor je is'.
Liefde is ook niet waar dood en inactiviteit of vooringenomenheid en aannamen zijn. Liefde is in actie, beweeglijkheid, willen groeien, ontwikkelen, kortom in….leven! Daarom moet je ook niet naar levenden in een graf zoeken! Hier spreekt de hoop uit alsnog tot leven te komen als… je de liefde maar niet zoekt in niets doen en ongelovig blijven! Je zult om werkelijk rust te vinden - ook al is je leven een puinhoop en lijkt alles dood en liefdeloos - bij jezelf te rade moeten gaan om in te zien dat jou liefde en kijk op wat waardevol en echt is, zeer gebrekkig is. Je goede wil hiertoe zal je de juiste inzichten en kracht (hulp uit Gods engelen) geven.

Jezus’ verheerlijkt lichaam: De vrouwen zien iemand van wie ze denken dat het de tuinman is, tot ze de wonden zien, maar ook Jezus’ vertrouwde stem en liefde horen en voelen. Ze begrijpen nu dat er een leven na de dood is omdat ze Jezus in levende lijve zien. Ze begrijpen nu pas wat Jezus bedoelde met ‘Ik zal nadat de tempel is afgebroken, deze opbouwen en na drie dagen opstaan uit het graf’. Waar geest, ziel en lichaam (3 aspecten van mens zijn) zijn ‘wederopgebouwd’, door deze omgevormd te hebben tot zuivere liefde, dus geest, is er geen sprankje materie meer, maar pure geest. Dat is het verheerlijkt lichaam dat er voor ieder die werkt aan zichzelf middels Gods woord dat hem brengt tot het liefde ZIJN, wacht. In Jezus’ voorbeeld zien we dat dit mogelijk is.

Afdaling in hel: Jezus is in die drie dagen - geestelijk gezien - verschenen in de hel, waar iedere ziel tot dan wachtte op bevrijding (verlossing) van onwetendheid. Het offer dat door Jezus gebracht was, zorgde ervoor dat de ‘banden van de hel los gemaakt’ werden, waardoor de wachtende zielen die eerder geloofden aan het moeten doen van wat de wet voorschreef en Gods liefde nog niet konden begrijpen, inzagen dat het niet meer ging om de wet, maar om de liefde van Jezus. Ze begrepen het grote wonder en offer dat God als Jezus voor ieder mens had gebracht en konden dan nu uit liefde voor God tot Gods hemel (nabijheid) doorgroeien, wat niet mogelijk geweest zou zijn zolang ze ontzag voor Gods macht, wet hadden en niet de liefde als wet! Geen enkel ritueel, voorschrift of verdienste kan een mens bevrijden van moeten of kwaad doen. Het is alleen de liefde tot God, zichzelf en medemens die de mens verlost uit het graf, of te wel de hel waar geen liefde is, maar alleen de wet van moeten heerst. Jezus zie: ‘zie, Ik maak alles nieuw’. Dat is hier gebeurd. Voortaan is het de liefde die alles heel maakt en geen enkele onechtheid, moeten, dwang, controle. Wie dat zegt is slaaf van de hel en brengt liefdeloosheid omdat hij dit denkt te zijn en daarom ook is!

Het voorhang, het gordijn in de tempel schuurde op het moment dat Jezus stierf. Hij haalde de scheiding (gordijn) tussen wet en liefde weg. Immers, Jezus’ offer dat Hij uit liefde voor alle mensen bracht, liet zien dat niet de wét, angst voor God, de weg tot eeuwig vrij leven is, maar alleen de liefde die alle ego doet oplossen, de weg is tot volmaakt leven.
Verlossing van liefdeloosheid en alle soorten moeten, is alleen mogelijk als iemand niet meer gelooft in en vasthoudt aan wet, plicht en rituelen, maar uit liefde zich wil houden aan liefde die de enige wet is. Liefde heft dus iedere andere wet op en maakt deze ook overbodig.
Als je dan nu ziet dat er steeds meer wetten komen, weet je waar de wind vandaan waait en dient liefde sterker dan ooit gemaakt te worden. Dat is de oproep van Pasen. De mens kan en hoeft niet alles zelf te doen, want dat kan geen mens. Maar Jezus maakte de weg vrij. Je eigen verdienste is doen wat voor jou persoonlijk mogelijk is, maar dan wel vanuit het bovenaan zetten op je lijstje: de onvoorwaardelijke liefde waarvan je wilt dat deze in jou sterk wordt.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Veel gebruikte Bijbelse uitdrukkingen uitgelegd, deel 3

In het vorige deel kwamen in het kort aan de orde de betekenis van:

Zoekt en gij zult vinden, bidt en u zal gegeven worden, klopt en u zal opengedaan worden - Van Gods aangezicht verwijderd zijn - Wie zijn leven liefheeft zal het verliezen, maar wie het schuwt zal het behouden (Johannes 12: 25) –  In het licht der waarheid – Wees volkomen zoals de Vader in de Hemel volkomen is - De hemel – Gij zult de vijand doden.

Betekenis van:

Je wapenuitrusting: Dit staat voor de geestelijke, dus innerlijke ‘uitrusting’ om ‘de strijd’ aan te gaan. De strijd bestaat eruit je ego te overwinnen opdat je weer heel wordt – ontdaan wordt van liefdeloosheid in welke vorm, mate dan ook -  en bij God in volmaaktheid terugkomt. Deze uitrusting bestaat uit verschillende onderdelen die je sterk maken. Een harnas, zwaard, een helm vormen je wapenuitrusting en beschermen je lichaam. Geestelijk gezien beschermen deze je innerlijke houding, je denken en je doen. Een goede uitrusting is het halve werk.

Het harnas is dat wat jou ‘overeind houdt’ en zorgt voor bescherming van je hart, ruggengraat. Immers, zonder hart, geen leven. Een doorboorde rug geeft een verlamming en je kunt niets meer doen. Geloof en alles wat daarbij hoort vormt je harnas. Je hele wezen wordt er door beschermd. Je kunt immers pas goed, gezond, sterk zijn als je weet wat je wilt, als je hart op de juiste plaats zit (blijft) en niet ‘doorboord’ wordt, waardoor alle leven wegvloeit. Bloed is de drager van de ziel. Een zielloos krijger is natuurlijk niet veel waard. Hij weet niet waar hij voor vecht en kan ook de moed niet opbrengen om krijger te zijn. Hij is te zwak… Een krijger moet zich overeind houden. Dat lukt alleen met innerlijke overtuiging, die je ‘optuigt’, overeind houdt, sterk maakt.

Het twee snijdend zwaard. Een zwaard klieft iets doormidden. Een zwaard staat voor de waarheid waar je mee vecht en dat duidelijkheid geeft of beslist. Zoals een soldaat moet geloven in zijn vaderland dat hij verdedigt of de goede zaak waar hij voor strijdt, moet het zwaard de waarheid vertolken waar vanuit de soldaat vecht. De soldaat maakt met zijn zwaard onderscheid tussen goed en kwaad, links en rechts en kan dat alleen maar als hij weet wat waar en goed is. Hij zal er de kracht door vinden om vanuit die waarheid te strijden. Een zwaard geeft richting en beslist, zoals ook de waarheid van waaruit een mens in het leven staat, bepaalt of hij uit liefde of niet liefde leeft. De engel in het paradijs versperde Adam en Eva met het zwaard de toegang naar het Paradijs. Dit moet zo begrepen worden, dat de waarheid van God die de engel vertegenwoordigt, door Adam en Eva op dat moment niet werd gekozen. Logischerwijze kunnen zij dan ook niet ‘bij die waarheid zijn’, omdat ze dat zelf niet willen. Ze kozen voor de slang en niet voor Gód! Het is dus niet zo dat Gód de toegang ontzegde, maar dat de mens zélf zich de toegang tot God moeilijk maakt omdat hij dacht dat het wel anders kon, namelijk doen wat de slang (het kwaad in de mens die ook een mening, een wil heeft) te volgen!

Helm. Een helm beschermt het hoofd. De zintuigen en het denken. Denken met je verstand is natuurlijk heel belangrijk, maar dat denken moet gevoed worden door het hart dat gezond en sterk is. Is het hartsdenken in orde en helder, dan is het denken ook ordelijk en helder. De soldaat met het hart op de goede plaats kan op een juiste wijze blijven denken. Hij is beschermd door de helm. De helm ophebben kan ook betekenen dat iemand heel goed, extra verbinding heeft met God, dus met hoger denken waardoor zijn denken een vlucht kan nemen, waardoor hij oplossingen ziet die hij anders gemist zou hebben. Een wapenuitrusting zonder een van deze 3 beschermmiddelen is zwak. De juiste uitrusting is vertrouwen, geloof en vaste wil de liefde te doen, ongeacht eigenbelangen. Is deze uitrusting er, dan is er optimale bescherming, want de ziel en God zijn dan met elkaar verbonden, waardoor het optimale wordt gewild, gezien, aangetrokken en gedaan en het kwaad niet wordt gewild, wordt herkend, afgestoten en niet wordt aangetrokken..

‘Op de jongste dag zullen zij die in hun graven zijn, opstaan’:

De jongste dag is het moment dat de ziel inziet waarom het ging, gaat, wie zij is, was en wil zijn. Dat moment is het ‘jongst’ als de ziel los komt van haar lichaam bij de dood van haar lichaam. De schellen vallen haar dan van de ogen en zij gaat zien in het licht dat zij zelf heeft eigengemaakt, wat er goed was maar ook niet zo. Ze ziet dus wat wáár (waardevol was) en ónwaar (ballast, gebrek, onwaar). Ze wordt dan geholpen om verder te groeien en kan dan al naar gelang ze het goede wil of niet, snel of langzaam door ontwikkelen tot alsnog wie ze bedoeld is te zijn. Het gaat telkens weer om het inzien wat pas lukt als de ziel dat WIL en er voldoende LIEFDE in de ziel is, dat licht, kennis, waarheid verschaft óm te kunnen inzien. Alleen liefde is de groei. Een jongste dag is altijd het eerste nieuwe van iets.

De zielen die in hun graven zijn, zijn ‘dood’. Ze zijn slachtoffer geworden van het niet geloven in, het niet doen van liefde zoals dit de bedoeling was met hun leven. Het niet gebruiken van liefde is doden! Er is dus onwetendheid die altijd gebaseerd is op onwil het goede te doen. Immers, IEDERE ziel heeft kansen te over gehad in allerlei vormen en situaties waarin die mens op aarde was en wat hij op zijn pad kreeg, om te veranderen naar het zijn van een beter mens. Ieder mens heeft ook gehoord van God, van een geestelijk leven na dit leven en had kunnen weten, geloven dat het aardse leven een middel was tot het doel de ware liefde in zichzelf te ontdekken en te benutten ten dienste van zichzelf en zijn medemens (dat is God bovenaan zetten (de meeste eer geven) door dik en dun). De ziel die dit niet wilde, was teleurgesteld, onjuist opgevoed, gemakzuchtig, eigenmachtig enzovoort. Zij kreeg echter toch allerlei op haar pad om deze minder fraaie omstandigheden of eigenschappen om te polen of te benutten tot een betere zielsgesteldheid en vastere wil. Geen ziel kan dus zeggen dat zij ‘het niet wist’, of ‘geen kansen had gehad’. De ziel graaft dus haar eigen graf. Dat graf is dan een zijn in grote donkerte en ‘gevangenschap’. De ziel haar binnenwereld bestaat immers uit donkerte, en grootste onvrijheid als zij zichzelf had beperkt in haar mate van liefdeloosheid. Ze ervaart haar prachtige binnenwereld niet, omdat zij is gaan geloven in de onwaarheid die zij zou zijn, wat haar verteld of aangedaan was, en kon dat niet overstijgen en bleef dus vast in de overtuiging dat zij een mislukking, nutteloos, onwaardig of ‘fout’ was. Ze kon dan God ook geen eer geven. Ze geloofde dan ook dus niet in Jezus die had gezegd dat IEDER mens zijn waarde heeft, en ieder mens de taak, het doel heeft de liefde in zichzelf te ontwikkelen en te gebruiken. De ziel die niets meer van haar mooie binnenwereld ervaart, ervaart een grootst mogelijke levenloosheid, status quo, en ziet al haar eigenschappen en daden en wensen als een groot ‘spookhuis’, wat voor die ziel echter niet te veranderen is. Alles wat ze wil en liefdeloos is, ontglipt haar. Er rest haar niets dan smachten naar iets beters dat niet komt, zolang ze blijft vasthouden aan haar liefdeloze overtuigingen en neigingen. Dit in meest mogelijke liefdeloosheid, egoïsme en hoogmoed, is de dood van de ziel in haar zelf gegraven graf.

De ziel is geestelijk, dus niet echt ‘dood te krijgen’. Wel kan zij dus ‘hel’ in allerlei vormen en mate ervaren wat het geval is als zij voor het liefdeloze heeft gekozen en blijft kiezen. Het niet willen ervaren en doen van liefde, doet ‘in de hel zijn’ waar de ziel inactief (dood) is wat betreft het zien en ervaren van het leven met al wat daarin is, het licht, de hemel.

De prachtige wereld die door het doen van het ware en goede in de ziel wordt ontwikkeld, blijft bestaan en vormt de wereld van de ziel waarin zij leeft. Dit licht, deze innerlijke wereld ontvouwt zich uit het licht (inzicht en goede wil) in de ziel. Deze lichtwereld wordt dus helderder, ruimer doordat de ziel toeneemt aan liefde. De ziel wordt steeds sterker en wijzer door dat goede te willen en de wil zo sterk te maken dat de ziel niet meer wordt verleid, aangetrokken door de materie, door het liefdeloze dat haar eerder aantrok of deel van haar ziel uitmaakte in welke vorm dan ook.

De ziel staat op uit haar graf door toe te nemen aan liefde, waaruit alle beweging (actie) voortkomt. Licht uit God IS het leven, IS beweging en dus groei.

Er is dus nog steeds groei, alleen vanuit de innerlijke gesteldheid van de ziel. De ziel verlaat haar graf door dit te willen en zich hard te maken om het goede te doen en het verkeerde af te leggen. Dat is nog steeds mogelijk, maar lastig als de mens op aarde al erg gemakzuchtig, eigenwijs, hoogmoedig, egoïstisch was en van God niets wilde weten. Goede mensen kunnen makkelijker doorgroeien naar een betere sfeer omdat zij van nature al het goede wilden en deden. Zij dienen in het hiernamaals ‘alleen nog maar’ God te gaan erkennen willen zij in de hoogste sfeer komen te leven, in de nabijheid van God, waar er geen enkel gebrek, geen enkel licht niet is en dus ALLES bewust is.

‘Opstaan uit het graf’ is dus wakker (bewust) worden, inzien wat er in de ziel nog totaal onbewust was. De ziel die vindt, denkt dat ze alles al heeft wat ze verlangt en zoals dat op aarde ook al was of er op lijkt, zal nooit zo gauw wakker worden, want ze wil niet gestoord worden in haar leventje waar het voor haar doen en idee prima vertoeven is. Toch zal ook deze ziel gaan merken dat wat ze wil geen stand houdt en zal ze gaan lijden doordat ze niet krijgt wat ze wil, al leek dat aanvankelijk wel. Ze zal dus moeten gaan zoeken en krijgt hulp als ze dit vraagt. Echter, het is wel zo dat een ziel zich met gelijkgerichte zielen in een bepaalde sfeer bevindt. Het zal logisch zijn dat er dan weinig hulp uit die sfeer kan komen, want ieder heeft het zelfde niveau van liefde en wil het vergelijkbare, al kan het zijn dat mensen om verschillende verlangens bij elkaar ‘wonen’.

Wonen is verblijf houden. Een ziel houdt dus verblijf waar zij overeenkomstig haar interesses, verlangens, wensen, maar ook verslavingen wil zijn. Ze kan niet in een sfeer ‘wonen’(zich ophouden)) waar zij er geen licht voor heeft. Immers, alles wat goed en waar is, is onuitputtelijk bereikbaar ALS de ziel die hoogste mate van onbaatzuchtige liefde die God is, heeft eigengemaakt. Vóórdat dit bereikt is, is de ‘hoogste hemel’ dus onbereikbaar. Er zijn echter talloze sferen waarin zielen zich kunnen ophouden; prettig, lijkend op een doorsnee natuurlijk leven zoals dat op aarde was, gezapig, druk, rustig, eentonig, meer of minder liefdeloos of met de hoogste diversiteit en mogelijkheden of hels als liefde geheel ontbreekt. Toch is er voor iedere ziel groei mogelijk tenzij de ziel dit niet wil. Alles staat en valt met de eigen wil. Dat is op aarde al zo, maar zeker ook in de geestelijke wereld, waar er niets anders is dan de eigen vrije wil. Waar Gods liefde niet wordt gewild en de ziel wil haar eigen weg wil (blijven) doen, is dat haar goed recht, maar zal zij nooit de eeuwige onvoorstelbaar prachtige werelden kunnen ontdekken of eigen maken die in haar liggen te wachten. Immers, alleen in de Liefde die God bedoelt is alle licht, zijn alle mogelijkheden is er oneindige ontwikkeling en groei en vrijheid. De ziel die dit licht niet wil graaft dus haar eigen graf.

In de sferen in de geestelijke wereld is er een scheiding, terwijl dit op aarde niet zo is. Hier lopen geluk, ongeluk, gezondheid, ziekte, waarheid, leugen door elkaar en dienen we juist uit al die momenten en tegenstellingen het goede te kiezen juist door die negatieve dingen te ervaren. We leren dus het liefdeloze niet te willen door juist alle tegenstellingen van liefde en liefdeloze, van goed en kwaad in allerlei soorten en maten. In de geestelijke wereld wordt dus de ziel zich bewust van wat ze ooit was omdat ze dat ZELF zo gekozen heeft! Ook dat is liefde dat de ziel zelf ervaart wat zij ooit wilde. Groei ligt dus nogmaals in het willen veranderen, inzien waarom en waartoe. Dat is leven: eindeloos ontwikkelen. Omdat God, het Leven eindeloze groei IS, zal een ziel dus eens moeten willen LEVEN UIT LIEFDE om onbeperkt te kunnen groeien om dan pas de TOTALE waarheid te kunnen (gaan) bevatten en ervaren, wat dus NOOIT zonder belangeloze liefde mogelijk is en ook niet zal, kan zijn! Zolang een ziel haar SCHIJN waarheid ervaart - die zij echter als waarheid, soms zelfs als hoogste ‘hemel’ ervaart - heeft ze dus liefde tekort en zal ze ongelukkig zijn naar mate die liefde haar ontbreekt. Zodra een ziel ánders wil - dus wil gaan groeien - neemt het leven, licht toe en komt er hulp die de ziel op weg helpt. De ziel die die hulp aanneemt en laat zien dat zij de verandering écht wil, zal dus groeien en winnen aan bewustzijn.

Tijdens het leven zijn er natuurlijk ook talloze ‘nieuwe beginnen vanuit inzicht’, maar met deze Bijbeltekst wordt met name bedoeld dat de ziel dus een nieuw bewuster leven ingaat bij het moment na de lichamelijke dood, dat zij inziet en ook de verandering WIL!

De slaap der doden slapen.

Je kunt als mens je kop in het zand steken en voor jezelf vinden dat je iets niet hoeft, niet wil, niet kan, niets waard bent enzovoort. Je ontwikkelt je zodoende niet, want je hebt al een mening over jezelf die lastig valt bij te stellen als je door je eigen houding ook inderdaad niet verandert en je omstandigheden dus ook niet verbeteren. ‘Dood’ in de Bijbel betekent altijd afleggen van materie of geen licht, liefde hebben en puur onwillig of onwetend zijn van wat liefde is. De ziel die dood is, is zich niet bewust van wie zij is, is te zwak of te liefdeloos waardoor zij ook nooit iets zal ondernemen.

Zij leeft dan niet. Ze is zich niet bewust van wie zij in wezen is. Ze kent het leven niet.

God kan zich dan niet (meer) met een dergelijke ziel verbinden omdat de ziel geen contact heeft met de waarheid die zij is en die haar normaliter dagelijks wordt ingegeven via adviezen, troost, hulp en mooie gedachten. Een dergelijke ziel zal dan ook verzuchten dat God toch echt niet om haar geeft. Begrijpelijk, maar God kan een ziel die niet in liefde gelooft en niets meer wil en er zich zelf niet meer voor wil inzetten, helpen. Inactiviteit is een aspect van dood. Inactiviteit is een aspect van het kwaad, dat niet God is! Waar niet-liefde is, kan God ook niet zijn, zoals er ook niet tegelijkertijd dood of leven kan zijn op dezelfde ‘plek’. Je kan maar één ding tegelijk kiezen. Een levendige ziel  zal ook een actieve ziel zijn. Al wil en doet ze niet altijd het goede, ze kan wel sneller groeien door juist de foute acties die ze soms wil en doet. Ze drinkt het leven… Maar een ziel die gemakzuchtig, lui,  inactief is om liefde te doen, zal veel moeizamer groeien. Ze maakt dan ogenschijnlijk minder brokken (zo kan dat dus lijken) maar maakt het zichzelf en anderen vaak heel moeilijk omdat ze de liefde niet of maar mondjesmaat wil en doet. Ze gelooft er immers niet in. Ook in het leven na dit leven wordt het er niet beter op voor deze zielen, omdat immers in de hoogste zelfwerkzaamheid juist het leven ligt!!!

Ook hulp van alle kanten kan gegeven worden, maar een dergelijke ziel zal liever blijven slapen en dus blijven doormodderen. Een mens zijn ziel is ‘dood’ als ze geen liefde meer heeft voor het leven, voor zichzelf, voor zijn medemens. Er is dan een status quo, waardoor deze ziel zelf niet de deur open doet naar het licht. Dat licht is trouwens verduisterd door haar liefdeloze gedachten en overtuigingen en daden daaruit, waardoor zo’n ziel ook het licht niet eens kan herkennen. Ze gelooft ook niet dat dat licht bestaat! Ze zag het licht in wat zij goed noemde. Maar ze is er nu achter gekomen dat de ‘naakte waarheid’ anders is dan ze dacht. Ze is dan – juist omdat ze niet geloofde in liefde (al wilde ze het soms wel…) – niet bij machte die liefde te vinden. Ze noemt rust prima en actie zinloos. Ze heeft geen inzicht in wat waar en goed is. Immers, ze heeft geen liefde genoeg om het ware te herkennen en er voor te gaan! De ziel laat dan maar gebeuren wat er gebeurt, aanvaardt van alles, al is het maar ‘niets’ omdat ze nergens meer in gelooft, zelf ook liefdeloos wordt en inactief wat betreft plannen maken, ondernemen, naar zich toe trekken van wat ze hoopt of graag zou willen. Ze wil of hoopt ook niets meer. Daarbij heeft ze er vaak door al haar overtuigingen en verkeerd gerichte wil of zeer zwakke wil allerlei excuses klaar om maar te blijven zoals ze is. ‘Ik ben voor het ongeluk geboren, ik ben een pechvogel, ik had geen kansen, jij wel, de buitenwereld heeft mij kapot gemaakt, er is geen hulp, God houdt niet van mij, Hij straft mij, ik moet dealen met dit karma, het is mijn lot enzovoort’.

Vaak heeft ze ook de grootste onzin voor waar aangezien en is ze misleid, teleurgesteld door het aardse leven in plaats van dat negatieve los te laten, op zoek te gaan en te gaan of te blijven geloven in de kracht van eeuwigdurende liefde die nog altijd voor haar bereikbaar is…. zodra ze maar begint te willen… en ze het écht meent! Omdat de ziel een geestelijk ‘iets’ is, blijft zij eeuwig bestaan. Het is dus niet zo dat een ziel eeuwig niets ervarend slaapt, wat men nogal eens denkt.

Slapen is eigenlijk niets anders dan onbewust zijn, onwetend zijn van de kracht van liefde die God is en in al wat is doorwerkt en dát schept wat mensen vanuit hun liefde (of eigenliefde) scheppen. Slapen is ook je van de domme houden uit gemakzucht, hoogmoed of eigenwijs zijn. Soms dut de ziel in omdat zij zo beschadigd is dat ze niets te maken wil hebben met hoop en geloof, uit angst nog meer teleurgesteld te worden. Ze is dan onvermogend geworden en benut haar talenten, eigenschappen niet meer. Ze verslaapt haar leven.

Je rechterhand afhakken.  De hand staat voor handelen, doen. Als je rechterhand iets doet, dan moet je die hand ‘afhakken’. Afhakken betekent met je linkerhand niet de aanleiding vormen om je rechterhand iets te laten doen. Links staat voor je geweten, je emotie, je denken, je willen. Wat je geweten dus weet, moet je doen Je wil het goede, als je je geweten, je hart, de waarheid, de liefde volgt. Geen mens ontbreekt zijn geweten. Alleen wanneer een mens zo puur slecht geworden is, is hij gewetenloos en is hij niet meer stuurbaar, totdat hij zelf in een bepaalde situatie komt dat hij weer in contact komt met zijn geweten, al is het maar voor eventjes. Wat tegen het geweten ingaat is nooit goed en moet je ‘afhakken’. Een eind maken dus aan wat je rechterhand zou willen doen. Uitvoering van iets dat niet goed is, is natuurlijk altijd slecht, want het doen zorgt voor de meest mogelijke ellende als de aard van dat doen liefdeloos was.  Je rechterhand voert altijd iets dat je linkerhand wilde, geloofde, uit. De mens bestaat uit een wil, geweten, hart en een lichaam dat uitvoert wat dat hart wil. Een mens kan soms iets impulsief doen, maar toch is er altijd ergens een kiem geweest die de aanzet was tot dat doen. Daarom moet een mens heel goed weten wat hij wil, voordat hij iets doet! Als je geen controle over jezelf of wat je wilt, hebt, zul je je rechterhand moeten afhakken, zodat je datgene niet kan uitvoeren! Dwang is een laatste mogelijkheid dat mensen die een niet controleerbare of liefdeloze wil hebben, het slechte uit te voeren. Daarom staat er ook in de Bijbel dat mensen soms tegen zichzelf en anderen beschermd moeten worden als hun wil verkeerd is en dit tot schade leidt. Dat is de betekenis ook van het moeten afhakken van de rechterhand. In werkelijkheid is het door God nooit bedoeld een rechterhand af te hakken of een oog uit te rukken.

Oog uitrukken. Iemand die iets ziet waardoor hij verleid wordt om datgene te doen, waarvan hij weet dat dat niet goed is, moet het oog worden uitgerukt. Eigenlijk hetzelfde als het voorgaande. Wat je ziel ziet en verleidelijk is voor die mens, moet hij uit de weg gaan. Het oog uitrukken betekent: niet mee in aanraking komen, niet zien, zodat je er niet verlekkerd door wordt. We weten allemaal dat een sigaret zien roken, iets lekkers zien eten, de neiging kan oproepen ook dat zelf ook ‘toch maar te doen’, als je er een zwak voor hebt. Het oog is de spiegel van de ziel. Wat de ziel werkelijk wil, ziet zij. Zo kan een zwak, verslaafd mens in alles het goede zien, als dat hem goed uitkomt. Als je je oog uitrukt, kun je niet meer kijken en wordt je niet meer in verleiding gebracht. Het gaat hier dus meer om de verleiding, terwijl bij het de hand afhakken gaat om je geweten, je wil die je moet onderzoeken. Het is dus nooit de bedoeling geweest dat iemand de ogen werden uitgestoken als straf voor zijn misdaad!

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Satans invloed en plan, NU en de Waterdrager

Het plan van satan heeft als doel dat de mens zijn ziel wordt vernietigd. De mens is in wezen samengesteld uit zijn bewustzijn, al is satans bewustzijn ook uit God!
Alleen, hij wilde en wil nog steeds niet Gód erkennen als Schepper en koos en kiest nog steeds voor de liefdeloosheid die heer en meester zou zijn. Satan heerst vanuit en middels de materie die uit hem is voortgekomen. Waarom dit zo is, heb ik elders al beschreven. Hier ga ik er verder niet op in. Waar het op neerkomt is dat als satan terug zou keren, de materie ophoudt te bestaan en al wat uit zijn verstokte liefdeloosheid was en is, niet eens meer kán bestaan, omdat er dan geen beperking meer is! Materie is altijd tijdelijk en beperkt, gedeeltelijk en plaatselijk. Dat houdt dan in dat het eeuwige, volledige volmaakte, hele en overal aanwezige voor al het bewustzijn dat in welke hoedanigheid dan ook in de materie ‘gevangen’ is, niet kan worden ervaren. Dát niet kunnen ervaren van de volmaakte liefde, het hele, volmaakte eeuwige lieven is het lijden en is het kwaad wat er waar ook in het oneindige universum sinds tijden was en is.
Pas als satans bewustzijn de materie niet meer ziet als doel en heel makend, en weer inziet dat het God is waarin heelheid en geluk te vinden is en hij dus bereid is zijn eigenzinnigheid, egoïsme, materialisme, macht op te geven, kan hij ‘thuiskomen’ in de volstrekte vrijheid en een leven in en met God, waarin ALLES maar dan ook ALLES wat goed en liefde is en dus goed, te genieten, te weten en te doen valt. Het doel van alle leven is dus niet een materiële maar een gééstelijke schepping. Al duurt de materiële schepping al triljoenen maar triljoenen jaren, ze is en blijft tijdelijk, terwijl de gééstelijke schepping oneindig is en de eeuwigheid blijft bestaan en wel zonder beperking terwijl de materiële altijd vol beperking – het kwaad – zal zijn!

De enige weg uit beperking is dat het beperkte bewustzijn dat zelf die weg koos, gaat ontdekken dat zijn gekozen weg altijd leidt tot verval, lijden en dood en dus niet heel maakt. Satans ziel is verstrooid in alle materie maar ook in alle mensenzielen die hebben geleefd, leven en zullen leven. Dit blijft gebeuren totdat satan zich overgeeft uit vrije wil aan God die hij dan als Bron, Meester, Gids erkent! Hij zal dus moeten willen gaan liefhebben! Dit is de enige weg die De Volmaakte dus Onbegrensde Liefde die God is, hééft, om al wat UIT HEM is voort gekomen en lijdt in (zelfgekozen) beperking uit eigenwaan, terug te voeren in volstrekte vrijheid. Men zegt makkelijk: ‘Waarom is er het kwaad en lijden, waarom doet God er niets aan enzovoort’, maar dat het kwaad er is, ligt niet aan God, maar aan de keus van een vrije geest genaamd Lucifer die dacht het ánders te kunnen doen. Satan is dus door zijn eigen hoogmoed en egoïsme verleid te menen via liefdeloosheid alles te kunnen beïnvloeden en beheersen en méér te zijn dan zijn Bron, God, de volmaakte Liefde. Maar omdat God eeuwige volmaakte liefde is, wil Hij – kan Hij niet anders – dan oneindig de tijd hebben om ook dit ‘verloren kind’ van Hem terug te krijgen. En… dwingen kan zelfs God niet. Hij zou daarmee de vrije wil teniet doen of schaden en zélf kwaad zijn. En… God is zoals Hij is en kan niet anders zijn dan Hij is. Hij zou dan oneerlijk zijn of veinzen, wat weer eigenschappen zijn van het kwaad, wat juist omgevormd moet worden tot volstrekt zuiver licht. Na onvoorstelbaar lange tijd zal er echter ooit de meest hardnekkige trots overblijven in de vorm van de meest harde materie  als rest van het rijk dat satan ooit had en was.

Omdat de mens uit satans bewustzijn is samengesteld, heerst ook in de mens die gedachte dat hij via eigenbelangen op zichzelf staat, alles uit zichzelf kan doen en willen wat hij zich bedenkt. Hij prijst zichzelf de hemel in door te denken dat hij alles kan doen en laten wat hij met zijn verstand of lichaam wil. Hij is daarmee slaaf van de materie en al wat tijdelijk en uiterlijk is. Daarom hemelt hij ook zijn verstand en lichamelijkheid zo op en ziet dat als enig zaligmakend doel en wil niets anders dan genieten. Deze ene kern in de mens is dus het satanische, liefdeloze. Deze kern in de mens kan uitgroeien tot het meest onmogelijke kwaad als hij zich laat voeden door dat kwaad en God niet wil en dus het licht, de liefde niet eert (wil, doet).
De andere levenskiem in ieder mens, is echter de Godsvonk. Dat is het innerlijk weten dat het leven uit Gód is en niet uit het kwaad. In dit innerlijk weten kan God invloeien waar de mens wil leven en dit ook doet volgens wat God is en wil. De mens is dus werkelijk via liefde doen en zich willen verbinden met God, ook verbonden met God en op geen enkele andere wijze!
De mens heeft dus ‘twee uitersten’ in zich]. Hij kan een duivel worden, maar ook een engel.
Hij kan wetend zijn van wat hij zelf niet kon weten of anderen niet begrijpen, maar ook totaal onwetend zijn en alleen maar feiten kennen en dat zien als goed en waar wat hem past.

Omdat God pure vrijheid is, heeft ook ieder mens de totaal vrije wil om tot een keus te komen wat zijn levensdoel is en hoe hij in het leven wil staan. Hij is immers uit God, dus hetzelfde licht met dezelfde eigenschappen. De mens heeft als doel zoveel mogelijk op God te gaan gelijken. Hij dient dus God in zich te realiseren (dat is Godsrealisatie). Dat kan natuurlijk alleen maar door het afrekenen met iedere vorm van liefdeloosheid, egoïsme, kortom al wat niet God is!
Het Bijbelse evangelie – met als basis de 10 geboden – helpt de mens richting te geven en helpt hem de juiste keuzes te maken. God kan echter nooit en te nimmer over de vrije wil heen gaan. Dáárom is het dat er welke vorm van lijden dan ook in de wereld bestaat! Ieder mens vindt en wil immers weer wat anders!

Immers, ieder mens gebruikt zijn vrije wil anders.
De ene mens kent God en erkent Deze en wil zich naar Hem en zijn liefdevolle heelmakende alle rottigheid stoppende adviezen, voegen waarbij hij zijn eigen wil ondergeschikt maakt aan die van wat de liefde die God is, wil in hem.
De andere mens verzet zich hier tegen, wil God niet erkennen, wil die adviezen verdraaien tot goedpraten en gedogen van wat hij zelf ziet en wil als goed en maakt er een rommel van,
verdraait liefde tot niet-liefde en omgekeerd en werkt mee aan het in stand houden van al die liefdeloosheid door zelf zijn wil, talenten, kennis, mogelijkheden te benutten om zijn eigen liefdeloze wil te doen. Je kunt een goed mens zijn en van nature goed doen, maar toch zul je om geheel héél te worden en ALLE licht tot je beschikking te krijgen dat niet doen, zonder God! En dit nu vinden veel mensen totaal liefdeloos. Maar, leg mij uit: hoe kun je rijmen dat een mens die beperkt is op zichzelf – dus zonder referentiekader – in het woud van het leven het juiste doet terwijl in hem 2 polariteiten (satan-God, liefdeloosheid-liefde) vechten om gelijk? Ieder mens zal een referentiekader nodig hebben als houvast, uitgangspunt, basis, vertrekpunt. Heeft hij dat niet, wie, wat is het dan wat zijn houvast wordt?

Het leven in al zijn hoedanigheden biedt kansen om een betere keus te maken. Dat is mogelijk door het goede te willen nastreven. Immers, hierdoor wil je vanzelf het kwade niet, werk je er niet of zo min mogelijk aan mee, waardoor je dus satan, het kwaad macht en ruimte ontneemt. Zodoende lost dus pas alle kwaad en beperking op, door je te blijven richten op het goede zonder ophouden, door vallen en opstaan. Dat kan pas met een vaste eigen vrije wil en een solide basis, bouwgrond waarop de ziel staat.
Daar om is er dus de oproep:
– om God de meeste eer te geven, of te wel alles te doen voor de onbaatzuchtige liefde;
– trouw te blijven aan Hem ongeacht je omstandigheden (dus door te zetten in het volste vertrouwen op God of anders gezegd: trouw te blijven aan het goede doel, het door jou gestelde doel God te blijven dienen, te doen wat de onbaatzuchtige liefde wil);
– je eigen wil ondergeschikt te maken aan wat de liefde, de waarheid die God is in je wil;
– jezelf niet meer en beter te achter dan de ander, maar je medemens dienstbaar te zijn door hem te behandelen zoals jij ook behandeld wil worden.
– niet te oordelen, omdat je met dat veroordelen meedoet aan het verdelen van de waarheid. Immers, alles – ook satan het kwaad – is in wezen uit God en moet eens tot het inzicht komen dat de afsplitsing van God, of anders gezegd het anders willen dan God wil, alleen leidt tot alle beperking en welke ellende dan ook! Aanvaarding en de ander vergeven leiden tot stoppen van welk kwaad dan ook!
– het is niet God die lijden veroorzaakt, maar dit toelaat ALS dit enigerlei wijze kan leiden tot het beter gebruiken van de vrije wil! We veroorzaken onze eigen narigheid door onwil, onwetendheid, hoogmoed en te denken dat ons verstand, ons lijf, de materie en welke liefdeloosheid ons geluk brengen. We vormen en veroorzaken dus kwaad door liefdeloos te zijn. Daarom is er de verantwoordelijkheid voor ieder mens ZELF te werken aan een meer liefdevol hart, waarin God onze adviseur is en ons geweten vormt. Dat liefdevolle hart verlicht het verstand en onze wil, waardoor we niet alles maar slikken en willen en vervormen. We komen dan weer uit bij de enige waarheid die God is, al is die waarheid in ieder mens door ieders uniek zijn in talenten en geaardheid en wat hij hieruit wil, anders.

Diversiteit biedt juist groei. Het andere benutten en aanvaarden biedt mogelijkheden tot groei. Het leven IS groeien. God IS bewegen, ontwikkelen.
Uniformiteit doodt alle leven. Alles gelijkvormig maken (communisme, heersen, controle) leidt ALTIJD tot strijd, armoede, ongelijkheid enzovoort.
Het is juist het pluriforme dat levenskansen voor iedereen biedt. Hierbij is vrij zijn en vrij laten de basis. Maar… om een juiste vrije wil te hebben is God nodig, of te wel de allesvermogende, volhoudende, dienende liefde. Deze voegt immers samen, biedt samenwerken, samenleven een kans, omdat grenzen worden overschreden niet door dwang, angst, hopeloosheid, maar door liefde, vrijheid en vertrouwen op het nieuwe, betere.
Waar dood uiteen doet vallen, voegt leven samen.
Waar kwaad versplintert, verdeelt, tegen elkaar opzet, werkt léven verbindend.
Waar kwaad wil heersen, gebieden, controleren, alles uniform wil maken, brengt liefde, leven sámen en samenwerken.
Daarom is er pas nieuw leven mogelijk uit polariteit van twee uitersten waaruit pas door het samengaan, het nieuwe kan ontstaan.

Satans macht is er zolang we toestaan dat veelzijdige – je eigen unieke zo-zijn – kapot en ondergeschikt te houden of te maken aan een algemeen heersende overtuiging, visie, of beleid dat mensen en dingen onvrij en éénzijdig houdt of maakt, of wil degraderen tot een verdierlijking van de mens.

Satans plan is het om de mens te denken te geven dat:
– God niet bestaat,
– het dom en goedgelovig is te denken dat oplossingen in liefde liggen;
– dat liefde ligt in aanpassen, alles goed vinden, alles mogen en kunnen genieten;
– de materie vrij maakt en gelukkig;
– het verstand meer aandacht verdient dan het hart;
– de mens kan heersen over leven en dood en grenzen hierin kan verleggen;
– het leven er is om zoveel mogelijk in ‘vrijheid’ te kunnen genieten van allerlei vormen van seksualiteit, macht, bezit, genieten;
– dat je ‘verkeerd of een foutje bent’ en je door ‘anders dan je écht bent te worden’ gelukkiger zal zijn. De maakbaarheid is dan leidend..
– het leven op aarde kan worden ‘over gedaan’ als het nu niet lukt of vooral niet leuk is;
– er geen leven na de dood bestaat en hemel en hel (sferen van liefde en liefdeloosheid die in de ziel zelf worden verwerkelijkt door de wil tot liefde of liefdeloosheid) verzinsels zijn;
– waardoor we logischerwijze makkelijker gaan leven vanuit ‘we leven maar eens, wat maakt het uit, ik besta toch straks niet meer, na mij de zondvloed, ieder leeft voor zich’, wat de basis is voor nog meer liefdeloosheid en dus egoïsme.
– het kwaad meer macht, ruimte heeft dan God, het kwaad oplossingen biedt door het recht van de sterkste, brutaalste, machtigste.
– leugens, verdraaien van waarheid, doen alsof, zelfs Bijbelse teksten zo uitleggen dat het grootste liefdeloosheid, onzin lijkt waardoor ieder zich er vanaf keert, in het leven roepen of bezigen, waardoor je door de bomen het bos niet meer kunt zien en verdwaalt in een woud van tegenstrijdigheden waarin de waarheid bijna niet meer te vinden is en… God, liefde al helemaal niet, omdat alles onder dekmantel van ZOGENAAMDE liefde, waarheid, bewijzen het onware, liefdeloze goed lijkt!
– alles wat te maken heeft met geloof, dienstbaarheid, zachtheid, warmte, liefde belachelijk gemaakt. Immers, we moeten sneller, beter, meer, hárder, onpersoonlijker worden om onze doelen te halen. Mensen die zwak of misleid zijn, roepen zelfs zaken in de wereld die hierom vragen en de noodzaak bevestigen van al deze liefdeloze uitvindingen die ons moeten redden en grotere vrijheid beloven!
– Elkaar minder zien, spreken, helpen, kennen en samenwerken valt niet op in een systeem waarin alles tot de puntjes toe geregeld lijkt te zijn, alles perfect, sluitbaar onontkoombaar geregeld is, maar niemand meer thuis geeft, niemand meer verantwoording draagt, alles wordt afgeschoven, er geen uitzondering op de regel kan zijn.

God is de orde van de liefde die onveranderlijk is. De natuurlijke gang van zaken waar ook in het heelal, in de schepping, is Gods orde, de wet, wetmatigheid die we denken te kunnen bespelen, manipuleren, maar die niet te veranderen is, maar wel ons kan vernietigen als wij deze orde naar onze (hoogmoedige, egoïstische kortzichtige hand) denken te kunnen zetten.
Niemand kan buiten de orde die God is, maar we kunnen via Jezus Christus aanspraak doen op het afwijken van de orde die God is.. Daarom is het ook zo dat de liefde meer is dan de wet!!

We kunnen zeggen dat die orde fout is en dat wij die moeten manipuleren. Maar dit maakt dat deze door de mens zelf in het leven geroepen wanorde – die echter als bétere orde dan die van God door de uitvinders wordt verkondigd- zich tegen ons keert. Dat is nu aan het gebeuren…
We kunnen alleen trouw blijven aan Góds orde en ons ernaar voegen zoals dat alle tijdperken al is gegaan, ons is geadviseerd en de mensheid dus bekend is.
Jezus is de belichaming van de LIEFDE in Gods orde die Hij kon overstijgen met… onbaatzuchtige, dienende liefde uit God! Dat is het doen wat ‘de vader in Hem wil’.
Als wij dat ook zouden doen, dan maken we het onmogelijke mogelijk. Dat bedoelt Jezus met de woorden die Hij zei: ’als je doet wat de wil van de Vader is, kun je nog meer dan Ik heb gedaan. Alles zal zich omvormen zoals jij dat wil in de naam van de Vader en Mij’.

Pas op deze wijze vormen we namelijk bestaansrecht van het kwaad óm, waardoor er minder ruimte blijft voor satans plan de zielen van zoveel mogelijk mensen om te vormen en te ontdoen van het licht dat God die zielen meegaf, door dit licht te verduisteren, te besmeuren,
belachelijk en dus krachteloos te maken waardoor die zielen het goede niet meer kennen, niet willen en het goede ook niet eens meer kunnen doen omdat ze zonder licht en liefde zijn!
Daarom is het van grootst belang je ZELF te kennen en ECHT te zijn omdat immers hierdoor jouw licht de wereld in kan stralen. Pas als je werkelijk bent zoals God je heeft bedoeld, ben je helemaal goed bezig en doe je altijd iets goeds, wat wie er ook van vindt. Laat je je werkelijkheid niet zien, dan mis je dus een kans en God ook en wint satan erbij, omdat je immers niet doet wat Gods plan met en dóór jou is!

De enige weg om te voorkomen van onnoemlijk leed en onvrijheid is dus niet mee te werken aan welke vorm van onvrijheid en liefdeloosheid of onechtheid ook. Stoppen van kwaad begint bij onszelf, door echt te zijn zoals de liefde die God is, in ons wil zonder ja maar…
Het ligt in het weer zoeken van God, liefde zonder ja maar in ons zelf. Doen zoals wij door die hoogste liefde nog steeds bedoeld zijn te zijn. Dat betekent dat we onze eigen unieke zo-zijn in de strijd moeten gooien omdat ons meest unieke diepste wezen goddelijk is, dus precies goed! Ontdoen we – omdat wij dit met vaste wil willen – onszelf van onze onhebbelijkheden en zwakten, dan wordt het licht dat God in ons is weer helderder, waardoor ons verstand en ons lichaam makkelijker zullen zien en doen wat ons hart dan ziet als goed uit God.
Hiermee – en op geen enkele andere wijze – kan het kwaad in kleinste of ook grootste vorm worden gestopt en ontnemen we dus satan macht die overigens duurt tot zolang wij deze macht géven!

Het nieuwetijdsdenken erkent de belangrijkheid van Jezus en Zijn Goddelijkheid, niet. Erkent Zijn bestaan soms niet eens en dicht Jezus Christus allerlei menselijke zwakten en onhebbelijkheden toe, om Hem maar in diskrediet te brengen, zodat Hij niet als voorbeeld wordt gezocht. Dat gaat lang niet altijd bewust! Vele goede mensen menen uit goedheid en warsheid van dogma’s, Jezus niet nodig te hebben. Via het nieuwetijdsdenken ligt hier echter een kiem van groot kwaad door satan hierin gebracht. Dat klinkt erg oubollig. De mens die het spirituele zoekt, wil niet vaak horen van demonen en duivels die bestonden, nog steeds bestaan en nog steeds werkzaam zijn, juist sterker dan ooit, om het nu ontwakende deel van de mensheid te weerhouden van het versterken van de liefde. In deze tijd is er een versterkt vrijlaten van satans invloed om de mens uit te nodigen voor plaatsbepaling, voor of tegen het ego. Voor satan is de tijd die hij heeft gekregen om mensen voor zich te winnen, bijna vol. In zijn laatste pogingen zal hij nog meer doortrapt en listig te werk gaan, zodat de niet werkelijk gemotiveerde mens niet kán herkennen dat hij met satan, met onwaarheid en leugen te doen heeft.

Via de onbaatzuchtige liefde zal de waarheid gezocht en gevonden moeten worden. Daarom is ook Jezus Christus de weg naar God, heelheid, omdat Hij immers die liefde is en leefde als voorbeeld voor ieder mens. De mens die Jezus negeert, komt moeizaam tot God omdat de hoogste, opofferende liefde nu eenmaal pas met behulp van Jezus’ vergeving, liefde en leer geleerd kan worden mét de verlossing middels Jezus’ dood waarmee satan een mega-, megadeel bewustzijn werd ontnomen waardoor hij nooit zal kunnen winnen! Satan rest alleen maar veel geschreeuw en weinig wol te laten zien. Hij is als het ware aan het stuiptrekken omdat hij niet kan uitstaan dat hij weet dat hij nooit meer zal kunnen winnen. Hij verandert, ontwricht middels wetenschap, verstand, internet, digitalisering, grotere dwangmaatregelen en leugens, het in het leven roepen van een systeem dat goed lijkt maar in wezen zo verdorven is als het maar kan, alle waarden, normen en ontneemt mensen alle uitzicht en hoop. Hij kan zijn plan alleen maar doorvoeren als het merendeel van de mensen dit niet doorheeft of zelfs al die wijzigingen in wat de eeuwigheid al normaal en natuurlijk was toejuicht.

Jezus die die belangeloze liefde voorleefde, wordt daarom ook gemeden en belachelijk gemaakt. Immers, die belangeloze liefde zorgt ervoor dat mensen overeind blijven en een weg zoeken om alsnog vrede, gezondheid en welvaart te bereiken in het volste vertrouwen dat zij geholpen worden door hemelse machten onder gezag van Jezus.
Daarom zal satan er alle moeite voor doen om Jezus en Zijn offer belachelijk te maken.
Via juist een ’nieuwe, verlichte meer vrijheid brengende’ door mensen bedachte leer en denken die lijkt op promotie van échte liefde, lijkt op wat er echt toe doet, maar in wezen verkapte eigenliefde is omdat het gaat om ‘jezelf’, wordt de mens weggetrokken van de onvoorwaardelijke liefde. De hoogste onbaatzuchtige liefde die God wil en is, wordt immers niet meer nagestreefd omdat ‘God toch niet bestaat, niet nodig is’ en ‘er wel iets zal zijn, maar dat dat ‘iets’ niet God hoeft te zijn en je het wel een andere naam mag geven’…

Veel mensen die uit kerken zijn weggegaan, omdat zij het daar niet meer konden vinden, vinden veel steun en vrijheid – die hen eerder soms ontbrak – in de spirituele wereld waar God echter vergeten is omdat Hij verkeerd begrepen is en men ook gewoon God niet ‘boven (in) zichzelf erkennen wil, nét als satan dat ook doet. Zij weten niet meer onderscheid te maken tussen wat van God is of niet, omdat zij Hem – geloof in de dienende liefde – op grond van onvrede, zelfs onrecht of indoctrinatie hebben losgelaten. Zij storten zich ook op vele facetten van dat nieuwe denken waarin hokjesgeest er niet meer mag – en ook niet moet zijn – wat volgens die ‘nieuwe leer ‘moet leiden naar het hoger bewustzijn, de geestelijke rust, bevrijding, oplossing van problemen waar zij naar op zoek waren. Ook veel predikanten laten Jezus los en twijfelen aan de waarheid van de Bijbel. Je hoeft zelfs niet meer in God te geloven om theoloog (let eens op het woord in dit geval!) te zijn. De kerken gaan mee met het ‘nieuwe denken’ in de hoop leden te winnen of te behouden en zich aan te passen aan veranderende dwingende moraal. Concessies doen aan wezenlijke pijlers van het evangelie om te kunnen fuseren of om respect te verwerven, hoort daar dikwijls bij. Ook vanuit Rome wordt het kerkelijk beleid binnen de Rooms-Katholieke kerk gestuurd. De ‘Club van Rome’, het Vaticaan is onderdeel van ‘het Plan’ dat als doel lijkt te hebben alle geloof aan God en steun in godsdienst te ondermijnen, wat de gewone burger doorgaans niet weet of niet wil weten maar ook heel veel leden van die kerk ook niet doorhebben. Maar we zien dat veel waarheid aan het licht komt in deze tijd, waarin ook veel mensen vechten voor betere kwaliteit van leven voor ieder.

Het Vaticaan is verbonden met mensen die macht willen, de lakens uitdelen en het geloof zoals zij dit willen zien – bij de mensen levend houdt, al is het maar om een bepaald klimaat te scheppen waarin de mens volgzaam is of ook dom gehouden wordt betreffende de wezenlijke betekenis van wie, wat waar God is en wat Hem dienen werkelijk betekent!

Het kerkelijk instituut (let wel, instituut) staat voor satans wezen dat God vervormt en evangelie gebruikt voor zijn eigen liefdeloze doel de mens onvrij, afhankelijk, onmondig, slaafs en bang te maken of te houden.
En dit kerkelijk instituut gaan nu verdwijnen.

In deze tijd van Aquarius draagt de waterdrager het water aan waarvan de dorstende mens kan drinken. De kruik kan gevuld worden in deze tijd van dat leven brengende water.
Besef dat het met ingang van 2000 – dus nu – de tijd is dat dat levende water dus rijkelijk vloeit.
Waar er eerder het tijdperk van de Vissen was, is er nu de Waterdrager.
In het Vissentijdperk waren het dogma, de hokjes, verplichtingen, het geloof als instituut. Kijk naar de geschiedenis en je ontkomt er niet aan dit te herkennen. Het was de tijd dat de vissen zoveel mogelijk konden groeien en gevangen konden worden. De vis staat voor de ziel van de mens die uit het water dat het geloofswoord van God is, gevangen kan worden, zeker gesteld kan worden. Wie eenmaal God leerde kennen, werd erdoor gevormd en behield zijn ziel. Immers, hij ging dan leven volgens Gods liefde, waardoor hij kon toenemen aan licht. Hij werd dan een volwassen vis, die gevangen (geoogst) kon gaan.. De bedoeling was dat allerlei soorten vis uit al die kerken, visies, meningen (tezamen allerlei troebel en helder water of te wel onzuivere leer en zuivere leer door elkaar) het enig heldere water zouden gaan zoeken en herkennen.
In het Aquariustijdperk zijn het niet meer de dogma’s, regels, het verstand, de universiteiten, het gezag die gaan vertellen hoe je moet leven, maar is het de kruik (je eigen hart) gevuld met het ECHTE leven brengende water (Gods onversneden woord), dat je aangereikt wordt middels de LIEFDE die Jezus (als waterdrager) heeft aangedragen. Als je hiervan – van die liefde drinkt – dan heb je geen dorst meer en kom je vrij van dogma’s en hokjesgeest!
Je hebt dan natuurlijk wel het meest zuivere heldere water nodig, want anders vergiftig je jezelf. Je kunt een tijd leven op vervuild water, maar je lichaam zal er veel narigheid door ondervinden en je ziel vergaat het op den duur natuurlijk ook niet best, want ook zij raakt besmeurd met de slechte kwaliteit, waar ze echter helaas bij gebrek aan beter maar genoegen mee neemt.

Zo is er in deze tijd een opleving of ook toespitsing van allerlei PERSOONLIJK leed dat zich manifesteert. Of het nu gaat om klimaathysterie, oorlogen of dreiging ervan, dwingende maatregelen om de wereld van energie of voedsel te blijven voorzien, beweringen dat er teveel mensen zijn, de vele ziekten, diepteboringen, lichamen invriezen om later weer levend te worden, depressiviteit, stuurloosheid, grenzeloosheid, verval van moraal, grootste onzekerheid, genderproblematiek, ingrijpen in de grens van leven en dood, verafgoding van wetenschap, grotere kloof tussen rijk en arm, digitalisering dus vergroting van anonimiteit, het degraderen van de mens tot nummer, gebruik van Kunstmatige Intelligente, verschralen van medische zorg, verarming van naastenhulp, dreigende rampen, vergroting van individualisme wat men goed noemt, maar wat in wezen echter egoïsme is, manipulatie van erfelijke materiaal, waardoor verzwakking en vervorming van lichamen ontstaat enzovoort.
Allemaal leugens van het kwaad dat jou bang, machteloos en vooral levenloos wil maken, zodat je ziel zich hierdoor inlijft bij.. het kwaad en afwijkt van het licht dat God is!

Daarom zegt God: ‘wie kiest voor de satan, de materie, de eigenliefde, wordt er slaaf van en is voor altijd onvrij. Hem wordt alle licht ontnomen. Hij zal wandelen in het duister en gedood worden totdat hij Mij in zijn leven toelaat en Mij zijn wil laat zijn’. Dit is geen dreigement of voorkeur, want ieder mens heeft zijn vrije wil en kan het zijne kiezen! Voor ieder zijn er precies de goede en voldoende kansen!
Dit gedood worden moet verstaan worden als een verduistering van alle liefde in de ziel, die daarmee God kwijtraakt en overgeleverd is aan het kwaad dat dan natuurlijk alle mogelijkheden in zich heeft om die ziel verder van God, het léven af te bewegen. Dat doden is dus onbereikbaar worden voor het leven, de waarheid in God. De ziel is dus dood als hij ervoor KIEST om uit liefdeloosheid, zonder God zijn leven te leven, dat echter altijd onvrede, pijn en strijd voortbrengt met als voorland een eeuwige duisternis omdat alle leven hem immers ontbreekt, omdat deze ziel dit zelf zo heeft gewild!

Waar een ziel ook maar een sprankje goede wil heeft, zal dit sprankje uitgroeien tot een vaste wil (alsnog) lief te hebben en doorgroeien naar het licht, waardoor hel (op aarde en in de geest) voor hem ophoudt te bestaan. Immers, God is eindeloze liefde waardoor God voor altijd ruimte en ontwikkeling belooft voor wie dit enigszins wil! Alleen, ga niet als mens bepalen wanneer en hoe deze ontwikkeling op weg naar vrij worden het beste voor jou past. Bedenk dat je zelf schepper bent van je eigen lot en dat God geeft wat jij wil! Weet dus heel goed wat je wil en… doe dat, ongeacht wat iemand, de maatschappij er ook van vindt. Als jij weet dat het God in jou is die dat wil, is het goed en dien je er onvoorwaardelijk voor te gaan. Het koninkrijk van vrede krijg je pas door het met geweld naar jezelf toe te trekken. Je zult er immers je onechtheid, ongeloof, liefdeloosheid, egoïsme voor moeten afleggen. Dat is zwaar… maar lukt je dat, dan ben je voor altijd en eeuwig vrij! Het zal je lukken als je hart dit wil en je er ook naar leeft!

We maken satans orde tot orde van de dag door een tegennatuurlijke leefstijl te promoten en ook mogelijk te maken en de natuurlijke orde die God is kapot te maken door onze hebzucht, vervuiling en egoïstische vaak domme plannen. Dat doen we al sinds eeuwen en met name vanaf de ontwikkeling van de wetenschap en industrie, die ons vooruitgang en welvaart beloofden. We wijken echter helaas door al dat moois in vooruitzicht eerder áf van het heldere levenswater. We hebben ondertussen zo’n dorst door het drinken van al dat vervuilde water in de vorm van liefdeloosheid door automatisering, hebzucht, luxe, grotere ontevredenheid en noten op onze zang, waardoor we veraf zijn komen te staan van het ervaren en het leiden van een natuurlijk leven. We merken niet eens meer op dat we slaaf zijn van een onnatuurlijk liefdeloos systeem juist omdat we er slaaf van geworden zijn. We blijven ons maar vullen met surrogaten, waardoor we met ons ondertussen vervuilde en dus verzwakte hart en brein het levenswater niet meer zo goed willen en kunnen verdragen! De surrogaten hebben we liever…, want we kennen het ECHTE niet meer!

Toch blijft dit de tijd van de waterdrager of we willen of niet. Ook dat is de orde van God. En waarom dan wel? Omdat ook het kwaad dat in de vorm van satan als megageest tot wasdom moet komen. Want zonder dat, keert het kwaad zich nooit om tot God, zijn bron die hij moet gaan erkennen. Al is er maar één mens gewonnen voor de Liefde die God is en dit lééft, heeft satan daar, in deze mens geen macht en invloed en moet satan bakzeil halen! De mensheid, ieder mens persoonlijk zal zich daarom vragen moeten stellen en tot de conclusie moeten komen wat of hij wil. Hij zal moeten inzien dat we vastlopen zonder God, dat we Deze toch nodig hebben en dat we deze weer moeten zoeken en… wel in onszelf en onze medemens via onbaatzuchtige liefde en waarheid. Dat betekent dus afrekenen met zogenaamde liefde, zogenaamde structuur en orde, zogenaamde waarheid, zogenaamde redding, zogenaamd geluk, zogenaamde gezondheid, zogenaamde vrede of welvaart. Immers, dit zijn de door satan voorgehouden vette worsten die meent via deze onwaarheid sterk te kunnen blijven.
De wezenlijke oplossingen liggen maar in één ding: dat is het water dat altijd nog rijkelijk over Gods akker vloeit en ieder mens wordt aangedragen via mooie omstandigheden, mensen, situatie, gebeurtenissen of ook lastige, zwaar te verteren problemen en ontwikkelingen al naar gelang we dit zelf hebben opgeroepen, helaas vaak onbewust, zelf hebben aangetrokken, hebben veroorzaakt, soms al sinds generaties terug.

We moeten door het benoemen, zoeken, léven van Jezus naam, satan, het kwaad de macht ontnemen. Het is de enige weg. Want… doen we goed, zonder eigenbelang dan stopt alle kwaad vanzelf. Jezus heeft al een grootste deel gedaan met zijn voorbeeldstelling (verlossingswerk). Dat zullen we moeten geloven en aanvaarden. We zullen moeten begrijpen dat alleen God bij machte is onszelf om te vormen als wij dit willen en Jezus’ werk aannemen. Daarom kunnen we niet zonder Jezus.

Weet je dat werkelijk het noemen van Jezus Christus zijn naam satan daadwerkelijk helse pijn bezorgt?
Weet je wel dat hoe meer je hulp vraagt aan God in Jezus’ naam, satan geen enkele invloed heeft?
Weet je wel dat hoe meer jij je vol vertrouwen en moed vasthoudt aan Jezus die heeft gezegd dat je alles wat je de Vader (God) in Zijn naam vraagt, gegeven wordt en nog veel meer erbij?
Weet je wel dat je beschermd bent omdat ‘Hij je heeft gezien’ en ‘weet nog voor jij dit weet wat je nodig hebt’?
Weet jij dat God alvermogend is en alle grenzen in Jezus’ naam kunnen worden opgeheven en dus alles mogelijk is voor wie dit diep, diep in zijn hart wil en er ook naar leeft ongeacht wat hij eerder deed of was?
Wat heb je dan te vrezen voor al wat er nu aan verwarring heerst?
Er kómt een nieuwe wereld waarin het de liefde die onbaatzuchtig en dienend is, die de wet gaat uitmaken. Dat kan natuurlijk alleen als je erin gelooft en deze WIL.

De Waterdrager is immers alwetend, overal, altijd aanwezig en blijft altijd het water uitgieten in de vorm van alles wat we op ons pad nodig hebben.
Wil dit dan, gelóóf dit dan en leef ernaar. Dan zal wat jij in Gods naam wil, er zijn en verliest satans plan aan kracht!
Je hebt dan niets te verliezen.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Kerstsymboliek geestelijk gezien

KERST 2023

Het is alweer Kerstfeest. Mensen maken het weer gezellig in huis. Kerstboom, winterboom, of decemberboom; we zoeken gezelligheid en vooral licht en warmte.
Wat betekenen de symbolen eigenlijk die horen bij een (traditionele) kerstviering?
We gaan de begrippen eens langs:

BOOM:
Een teken van vruchtbaarheid die niet voorbij gaat. Teken van nieuw leven en sterk leven. Immers, de dennenboom is en blijft groen, ook in de winter. De groene naalden laten zien dat de liefde die vruchtbaar is, altijd, ook in hartje winter (afwezigheid van liefde) overleeft.
Echte liefde houdt nooit op en blijft altijd trouw, zoals de naalden aan de boom blijven.
De boom is ook je eigen persoon, je levensboom. Dit leven moet je optuigen en versieren met goede deugden. Juist als het winter is. Moeilijk dus in de winter, omdat je ziel juist dan in het donker is, het koud heeft, moe is, de weg kwijt is, je lichaam pijn doet of je gewoon niet goed weet welke richting je moet opgaan om het lichter te laten worden.
De Dennenboom is geen heidens begrip. Het is juist heel mooi, dat toen men de ene God nog niet kende, juist midden in de winter besefte dat het licht juist dan gezocht en ook des te harder gebruikt en gewaardeerd moet worden. Dat men later in plaats van het Kerstfeest dat door Heidenen (heidenen zijn niet minderwaardig, maar kennen God niet!) werd gevierd, het christelijke kerstfeest plaatste was zo vreemd niet. Óók een lichtfeest, alleen van een hogere orde. Immers, de mens hoefde zelf niet meer alleen te zorgen voor licht met pijn en moeite, maar hij wist nu door de geboorte van Jezus dat Hij voor alle licht der wereld zou zorgen en je nieuwe kansen zou geven in vergeving van al je fouten, mitsen en maren. De mens zou voortaan alleen dat grote geschenk van de geboorte van Jezus moeten willen aanvaarden, en zijn liefde moeten laten groeien om op Jezus te gaan lijken. Kerstfeest gaat om het erven van de ‘levensboom’, de liefde die we allemaal zoeken.

NIEUWE KERST FEESTKLEDING
De nieuwe voornemens voor het Nieuwe Jaar en de goede daden die je tot een mooi mens maken, zijn je nieuwe kerstkleding. Je met zorg uitgezochte kleding is een eerbetoon aan het licht dat jouw ook zal gaan sieren. Je ziet er mooi uit met de nieuwe plannen in het teken van naastenliefde, goede wil en een zachtmoedig oprecht leven. Je goede daden, je goede hart zijn de versierselen van je ziel.
In de geestelijke wereld na dit leven vormen je goede hart en de goede daden de kleding die mooier is naarmate je een goed, liefdevol op God vertrouwend mens was. In de geestelijke wereld kun je allerlei zielen zien in de meest lelijke vormen en kleding. Het gaat dan om een ziel die nog heel veel eigen wil heeft, die tégen wat waar en goed is, ingaat. Als een dergelijke ziel groeit, dan wordt de kleding steeds stralender en onvoorstelbaar mooi. Voor de wijze liefdevolle ziel is te herkennen aan de ziel en hoe zij eruit ziet, wie zij werkelijk is. Voor de ziel die nog veel moet leren, lijken de zielen die er prachtig of opvallend uitziet, wijs en goed, maar zij zien de ware aard niet, omdat hun liefde om dat te kunnen zien, nog veel tekort is. Op aarde is het ook zo dat je veel beter kunt herkennen wie, wat van God is of wat, wie ook niet. Het is van grote waarde als mensen het ware in de dingen en de mensen of ook geesten kan herkennen. Alleen liefde willen en doen zorgt voor beter inzicht en hogere kennis. Rituelen, studies, inwijdingen zorgen nooit voor een juist onderscheidingsvermogen of betrouwbare kennis. Ze stellen surrogaat feestkleding voor die tijdelijk verfraaien, maar waaronder je je eigen persoon verschuilt. In deze tijd gaat het er bij veel mensen om om mooi en geslaagd te zijn, strak in het pak, geen ongerechtigheid aan het lichaam te kennen en anders verbouw je het wel. Alles is mogelijk en heb je er voorover. Maar… hoe is het met de ziel zonder al die uiterlijke schijn gesteld? Ook zo mooi of heel onzeker rond wie zij is en wat zij werkelijk wil?

VERSIERSELEN VAN DE BOOM:
De versierselen van de boom staan voor de deugden van onze ziel. Ze maken ons een mooier mens. Als we vrede in ons hart hebben, zenden we het ook uit. Zo straalt ons licht ook verder. We maken er alles mooier mee. Er zijn veel deugden die ons versieren en ons huis gezelliger maken: liefde, wijsheid, vaste wil om Gods wil te doen, naastenliefde, doorzettingsvermogen, geduld en barmhartigheid. Dit zijn de 7 kleuren van het licht. Dat licht zit in het natuurlijke licht dat ons via sterren en zonnen wordt aangereikt op aarde. Dat licht zit ook in ons. Ieder mens heeft alle 7 kleuren (soorten geest) in zich, maar voor ieder in weer andere unieke combinaties. We zijn in wezen uit al dat licht opgebouwd. We moeten onze kleuren (eigenschappen, talenten) gebruiken. Zonder dat licht kan niets en niemand leven. Zo kunnen we ook niet leven zonder het licht van de liefde. Liefde bevat allerlei ‘kleur’ als allerlei aspecten van wie we zijn en kunnen zijn. We hebben God nodig, want Zijn licht maakte ons, leeft in ons, doet weten en kunnen wat we nodig hebben.
Zonder licht, liefde, klaar gaan we dood en is ook alles doods. Een boom zonder kerst versiering en zonder licht stelt niets voor. We hebben licht nodig: een goede wil, een goed hart.

KAARSJES:
Kaarsjes zijn de lichtjes die warm en blij maken in de donkere nacht. Ze laten je de weg zien in het donker zodat het warmer wordt rondom je en ook in je. Juist als er geen zonlicht meer is en warmte nihil, hebben we licht, support, richting, warmte nodig. In onszelf en van elkaar. Als dat er niet is, dan weten we tenminste dat Gods licht er is waaruit we kunnen tanken. Dat geeft dan mogelijk nog een klein sprankje hoop, dus ook licht.

KLOK
De klok maakt ons wakker. De gebeurtenis van de geboorte van het Kind in Bethlehem is voor ons allemaal van belang. We moeten immers allemaal uit onze nacht op aarde komen, het licht tegemoet. Dat is de wil van de liefde. Ze roept ons, zoals klokken ons roepen om ergens naartoe te komen, stil te zijn of om op te letten wat iemand te zeggen heeft. Het kind heeft veel te zeggen. Het zegt: ‘kom, geloof dat Ik je leven béter kan maken. Heb lief en heb steeds meer lief en veroordeel niet en doe Mij na en durf offers te brengen. Niet ten koste van jezelf, maar gewoon omdat je weet dat als jij doet en draagt wat zwakkere mensen niet kunnen, het leven voor ieder beter wordt. Jouw leven wordt beter als je meer liefhebt. Ook dat van anderen. Ik haal alle pijn weg. Deze gaat vanzelf weg, als je iets voor een andere gaat doen en je eigen narigheid wil gaan vergeten. Ik breng een groot offer door een lichaam op aarde aan te nemen en door een hel te gaan. Ik ben God, en men kruisigt Mij alsof ik de grootste misdadiger bent. Jouw leven mag dan ook soms op een hel lijken, maar jouw hel zal verdwijnen als je met liefde leeft, al heb je het moeilijk. Ik ben het licht. Wordt ook een licht’! De klok roept ons dus naar de Bron. Daar is het leven brengende water, of te wel de liefde waarin we ondergedompeld moeten worden.

Betreffende het Kerstverhaal:

BETHLEHEM
Bethlehem betekend ‘broodhuis’. Daar waar de ware voeding, warmte, voorzienigheid is. Een veilig thuis met liefde en waarheid, goed voorbeeld dat leidraad is voor het kind dat in dat huis woont. Bethlehem betekent: ‘huis bij God’. Anders gezegd: plek waar veiligheid is om op te groeien. Plek waar waarheid en liefde is. Dát is zijn met God. Bethlehem is de stad waar God in een mensenlichaam van een kind geboren wordt en veilig kan opgroeien. Dat is een metafoor voor de wezenlijke onbaatzuchtige liefde (God die de enige waarheid is) die geboren moet in het lichaam (dat ook een huis is voor de ziel). Daarom zegt de bijbel dat we naar Bethlehem moeten om het Kind te ontmoeten. Anders gezegd: we moeten in ons eigen hart de Liefde zoeken en oppakken, ontmoeten en sterk maken. Ouders zijn het voorbeeld voor het kind. Ze zijn te zien als metaforen voor de wijsheid uit God en de Liefde uit God die het kind doen sterk worden om later met behulp van de wijsheid en liefde in het eigen de weg te vinden in het leven naar Zichzelf en de waarheid, die God is. God is dus wegwijzer, veilige plaats. Gods voorbeeld is ons dagelijks brood, voeding voor ons soms kille, donkere, onzekere hart. Brood, voeding is in Bethlehem – ons eigen hart waar we naartoe kunnen gaan – te vinden.

STER
Sterren in de nacht geven licht waardoor we in de nacht toch vooruit kunnen komen. Zonder sterrenlicht zijn we verloren, want we weten dan niet welke richting we uitmoeten. We stoten ons dan hard, verdwalen en bezorgen ons veel pijn. Sterrenlicht is metafoor voor de Waarheid uit God die licht geeft in het donker. Donker is onwetendheid, maar ook onwil. Dat veroorzaakt onze nacht met somberheid, stuurloosheid en soms uitzichtloosheid. We zijn dan overgeleverd aan het kwaad, de leugen die geen licht geeft of hoogstens schijnlicht. Leugen lijkt soms waar. Luxe lijkt vaak het enig goede en waardevolle, maar luxe en leugen verstikken uiteindelijk en doen verdwalen..
De waarheid heb je nodig om te ontdekken wat leugen is. Waarheid geeft inzicht. Daarom heb je ook licht nodig, vaak als je pas diep zit of lang lijdt… Licht in de nacht wijst de weg zoals de ster van Bethlehem de weg weest naar het ware woord, licht dat geboren werd. We moeten er voor in raken, voor open staan. Ons licht kán ook pas vaak in de nacht geboren worden. Als er al licht is, hoeft er immers niets geboren. Het is al licht genoeg. Juist wanneer er donkerte is, kan ook pas licht geboren worden. Je ziet het dan ook pas!
Alles wat waar en goed is, is licht. Onze nacht is ook onze onwetendheid en liefdeloosheid naar elkaar toe. Waar er een ster is, is er een wegwijzer naar de opening toe. Deze opening is in de grot (ons donkere liefdeloze, twijfelende hart) te vinden. Juist in de donkerte kan het licht pas iets doen..
Daarom wordt ook Jezus in een grot van weinig betekenis geboren. De liefde is alleen daar waar deze er kán zijn. Wie vindt dat hij alles al heeft en alles al weet (dus veel schijnlicht heeft) zal nooit vinden dat zijn hart een grot is, waar nodig licht opgestoken met worden. Hij is verblind door al zijn scherpe, schreeuwde neplicht, dat uitgaat als je het licht uit doet…
Hoog in de boom zet je een grote ster. Daarmee zeg je: het meest belangrijke in mijn leven is dat ik de Ster (licht, waarheid in de nacht (onwetendheid, ellende) volg en mij erdoor laat verwarmen.

KINDJE
Het kind dat geboren wordt in de grot bij Bethlehem is God in een mensenlichaam. De geest die dit lichaam vormde is God. Het lichaam werd opgebouwd uit dat van Maria. Dat was mogelijk omdat in haar haar bouwstenen zó gezuiverd waren en vooral ook via overerving zuiver gebleven waren, dat Jezus zijn lichaam ervan gebouwd kon. Daarbij bood de ziel van Maria die zo zuiver was dat zij leek op hoe God dit bedoelt voor een mens, verder de juiste voorwaarden voor een opvoeding die er toe zou leiden dat Jezus zijn taak waarmee Hij op de aarde kwam, zou kunnen gaan doen.
Zonder lichaam zou God niet zichtbaar op aarde kunnen komen en zou God nooit Zélf dus een voorbeeld als mens kunnen stellen. Mensen waren ondertussen zover weg gegroeid van God, omdat ze Hem als ‘onbereikbaar, hoog verheven te ver weg voor de zondige mens’, buiten zichzelf waren gaan zien! Het kind vormt een wegwijzer naar opperst geluk, oftewel de hemel die in de mens zelf ligt te wachten op ontwikkeling. Dat opperst geluk is een leven in liefde, zodat allerlei strijd, verdeeldheid, oneerlijkheid, ongelijkheid zouden ophouden te bestaan. Zoals een ster aan de hemel staat in het donker is ook het kindje een lichtpunt in onze nacht van allerlei pijn, verdriet en zorg. Door het kind te aanbidden (bovenaan je to do list te zetten, geef je hoogste eer) zeggen we eigenlijk dat we willen doen wat de prille liefde (het kindje dat volwassen en sterk moet worden), van ons vraagt, en ons laat zien. Een kindje gaat groeien. Zo dient ook onze liefde te groeien naar een volwassen onbaatzuchtige dienende liefde. Alleen zulke liefde is waarborg voor welvaart en vrede.
Het kindje vraagt geen enkel offer (ritueel). Alleen maar eerlijkheid, ongekunsteldheid, gelijkheid, warmte voor elkaar, zoals een baby alleen maar de liefde en zorg als voeding nodig heeft en meer niet.

GROT
De grot waar Jezus werd geboren was een grote grot rond Bethlehem die dienst deed als schuilstal voor het vee van de herders. De grot staat symbool voor ons koude hart, waar het soms zelfs vriest (alle warmte erin weg is en we kou lijden). Het kind wordt in een grot geboren zoals de liefde ook pas daar kan gaan komen waar het eerder donker en koud was. Waar liefde niet wordt gewild of niet wordt gewaardeerd, heeft liefde ook geen enkel effect. Je moet het willen.. Je wilt het vaak pas, als je beseft hoeveel kou je lijdt… Maria en Jozef hadden zo hun menselijke gebreken en overtuigingen, maar waren eenvoudige en wijze mensen zoals God dat graag ziet. Ze richtten hun hele leven naar wat God van hen vroeg. Hun hart was goed en eerlijk. Daar gaat het om. Zij namen genoegen met de grot en overnachtten daar om hun veiligheid, wetende dat In de grot (hun eigen hart) altijd Gods stem zal zijn die hen richting geeft en warmte door te weten dat er Iemand is die er voor je is. Niet om hun comfort. Praktisch en feitelijk omdat ze in overtreding waren en niet gezien wilden worden in de stad door de vele soldaten. Er was heus wel plaats voor hen, maar niet bij de ménsen. Ze waren immers niet getrouwd en kregen tóch een kind. Daar stond in die tijd de doodstraf door steniging op. Ook waren de zoons van Jozef deserteurs. Zij waren niet ingeschreven en ontdoken militaire dienst. Ook daar stond doodstraf op. Het gezin had zich niet kunnen vertonen in de stad, waar het wemelde van soldaten.

OS/STIER
Dieren huizen, schuilen in de stal. Ze koesteren zich, zoals onze ondeugden, zwakke punten en hartstochten in de hoeken van ons hart zich schuil houden om maar niet ontdekt te worden. Zou dat wel het geval zijn, zouden we de stal immers moeten uitruimen en schoonmaken. De mens hoort te heersen over de dieren, zoals mensen de baas moeten zijn over hun kwalijke trekken, wensen en zwakten. De dieren moeten niet de mens de baas zijn. Dieren die gecultiveerd zijn door liefde, zijn juist hulp in de stal. Ze zijn tam en dienen de mens met hun bemesten, beweiden, vlees, huid, leder, vacht, melk en verder naar hun aard. Ze verwarmen het kindje – de prille liefde in de mensziel – het hart dat groeien moet en warmte nodig heeft. Als je ingezien hebt wat er in jezelf niet liefdevol en waar is, moet je dat aanpakken. Het ervaren hebben van de moeite, strijd en last die hartstochten, foute gedragingen of overtuigingen veroorzaakten, is metafoor voor de tam gemaakte wilde dieren (de os, de stier). Deze dieren zijn bij het kindje in de grot. Jezus wil ze graag om zich heen. Ze hebben zich immers gebeterd door liefde te willen, aan te nemen en zich er door te laten verwarmen. Op hun beurt geven ze uit eer voor het kindje de warmte die dat kindje – de pril ontwaakte, gekozen liefde – ook weer verwarmt. De dieren houden de familie dus warm in de vrieskou. Het is het gelijkmoedige gemoed (os) dat in zijn onschuld grote dingen (Jezus’ geboorte) meteen kan herkennen als waar en waardevol. Het verstand wil altijd de meest slimste zijn, maar is dat vaak juist niet. Het is het hárt vol liefde en deemoed (de ezel), dat kan begrijpen wat het wonder van het kerstfeest eigenlijk is: de eigen wil en liefdeloosheid afleggen en liefde in het hart (grot) toelaten en koesteren omdat dit voor ieder dit dat wil gewoon is.

EZEL
De ezel droeg Maria naar de grot. Later zou een veulen van deze ezel Jezus op Palmpasen Jeruzalem indragen.
De ezel staat voor deemoed. Een deemoedig mens erkent dat hij het niet alleen kan en uit zichzelf niets kan en weet. Hij weet dat zijn liefde tekort is en weet dat hij hulp nodig heeft. Hij weet dat er ‘iets’ is dat hem de voeding, het licht, sturing geeft die hij nodig heeft. Alleen de deemoedige mens vraagt om hulp omdat hij erkent dat hij die hulp nodig heeft. Daarom zal een mens klein moeten zijn om hulp en leiding te vragen en toe te laten. Pas dan zal hij groot kunnen zijn omdat hij de juiste kennis en kracht heeft om het leven te leven, als hij dit met zuiverste liefde wil leven. Wil een mens die opperste liefde niet als doel hebben, dan zal deze mens het moeten hebben van zijn eigen maat van liefde en kennis. Als dat verkeerd gericht is, of veel te weinig is, dan zal deze mens zich veel builen en pijn bezorgen. Hij maakt dan immers op verkeerde grond en vanuit onzuivere intentie zijn keuzes. Wat hem dan overkomt wijt deze mens ook nog eens aan de ander, waardoor ook strijd, oordeel, veroordeling en strijd en ‘ik ben meer dan jij‘ volgen, waardoor alle ziekte, verval en dood de wereld in komen. De mens in zijn eigen oorzaak omdat hij de betere wil zijn, maar het niet kan zijn als hij niet erkent dat hij God nodig heeft die de enige waarheid en leiding in zijn eigen hart is en wil zijn, maar niet KAN zijn als de mens dat niet wil. Het is de minderwaardige ezel die staat voor de zwakke, arme, zieke mens die de liefde pas toelaat ((Jezus draagt) als die liefde geboren wil worden. Pas dan kan hij alle problemen overwinnen. Immers, de liefde is dan bij hem, omdat hij een klein hartje heeft dat niet de eerste, beste, mooiste wil zijn, maar zijn last wil dragen. Last is liefhebben, omdat de meerderheid van de mensen die belangeloze liefde belachelijk maakt, kleineert en niet in de buurt willen hebben. Zij gaan voor glitter, goud, luxe, aanzien en denken door egoïsme en hoogmoed méér te zijn en méér te bereiken. Ze vinden de eerlijke, echte, natuurlijke dienstbare mens maar een ezel…

HERDERS
Herders waren het uitschot van die tijd. Ze waren verstoten om hun misdaden en werden door ieder geminacht en gemeden. Daarom leefden ze op het veld, weg van de steden.
Toch waren zij de eersten die voelden dat de ster iets heel belangrijks voor hen betekende. Zij hadden ook de ruimte letterlijk en figuurlijk om het licht te herkennen. Ze werden niet bezig gehouden met streven naar luxe en zorgen voor hun welzijn. Ze leefden onder simpele vaak minder dan basale omstandigheden en waren gehard naar lichaam, waardoor hun ziel juist meer ontvankelijk was voor wat wérkelijk waardevol, van belang was. Ze hadden alle tijd om te midden van de natuur na te denken en in zichzelf te kijken. Zodoende werden ze gevoelig en rijpte hun intuïtie. Veel wereldse mensen hebben daar helemaal geen gelegenheid voor en ook geen aandacht. Ze worden afgeleid door al die wereldse doelen en verleidingen die hen afhouden van … het meest echte ik in henzelf. De herders volgden eigenlijk automatisch de ster en kwamen zo tot het kind in de grot. Een mens die niet veel te verliezen heeft, staat meer open voor warmte en echte waarheid en kan deze sneller herkennen en ook érkennen omdat het verstand, het ego hem niet zo in de weg staan. Door hun zware moeilijke leven waren zij de eersten in plaats van de laatsten. Zo wil de liefde ook niets anders dan die mensen die van goede wil zijn, tegemoet komen en de last verlichten.

KRIBBE
De kribbe was een voertrog voor de dieren. Een bak waar je dus uit eet. Zo is het kindje ‘ter voeding, als spijs’ neergelegd in de voerbak. Je kunt het kindje zien als voeding voor je hart, zoals licht, warmte, waarheid je goed doen en je doen worden tot een sterk, oprecht mens, zoals God ieder heeft bedoeld. Ieder kan van het ware Woord – het kindje – ‘eten’. Het woord is de kennis en kracht der onbaatzuchtige dienende liefde die alles goed en sterk maakt. Daarom verdwijnt honger lichamelijk en geestelijk gezien pas door eten van goede kwaliteit brood. Dat brood is de liefde die Jezus is en geeft. Zijn leer is het woord dat ons zou moeten voeden. Doet dat het niet en je neemt genoegen met beschimmeld brood dat geen goed brood meer is, stel je je tevreden met onwaarheid dat schijnvoldoening geeft, maar je op den duur ziek maakt. Zo is ook het verdraaide of niet goed uitgelegde woord van God, ziekmakend omdat het op het verkeerde been zet, mensen doet lijden door de strijd en verdeeldheid, die God nooit heeft gewild. Het zijn de ménsen die het brood van slechte kwaliteit serveren en de tafel verkeerd dekken. Je eet dan wel mee en vindt het wel lekker, maar het voldoet niet en maakt uiteindelijk ziek, al kan dat lang duren. Als je uit de ruif wil mee eten, moet je wel goed weten uit wie zijn ruif je mee eet…

DOEKEN
‘Maria wikkelde het kindje in doeken en legde het in de kribbe’. De doeken zijn de overtuigingen vanuit het verstand die nog sterker zijn dan het innerlijk weten. Het verstand is een kei in het verhullen van wat waar en goed is. Zo kan menig hart in een graf veranderen als het in ‘doeken van verstandelijk beredeneren gewikkeld is. Het maakt het leven uiterst ingewikkeld en op den duur verkilt het hart. Er komt geen warmte meer binnen, maar er ook niet meer uit. Dat is metafoor voor de innerlijke, geestelijke dood, waaruit je moet opstaan. Het wordt dan tijd om ‘iets uit de doeken doen’ en ‘ontwikkelen’. Doeken houden de mens vast in zijn verkeerde neigingen, overtuigingen of geloof en leiden af van wat er had kunnen zijn, namelijk een makkelijker leven vanuit meer dienstbaarheid. Maria deed wat de engel haar vertelde. Maria is het symbool voor de kinderlijke onschuld in de mens die zegt: ’niet mijn wil maar de uwe zal geschiede’. Ze aanvaarde Gods wil dat zij zwanger zou zijn. Ze vroeg in kinderlijke onschuld niet verder, maar aanvaarde en ‘deed’. Maar echt volwassen was haar gedrag nog niet. Ze begreep de grote dingen nog niet echt, al probeerde ze de wil van God te volgen en kon ze deels het wonderlijk grote ervan te zien. Haar ‘doeken’ haar intentie verwarmde echter Jezus. Ze had in onschuld en deemoed de verstandsdoeken afgelegd. Ze deed gewoon wat God van haar vroeg, al begreep zij nog maar een beetje. De liefde kon bij Maria dus groeien en werd goed verzorgd.

MUZIEK:
Je maakt muziek als je blij bent of blij wilt worden. Denk maar eens aan het gezegde: ’dat klinkt als muziek in mijn oren’. De herders hoorden engelen zingen. Zingen is altijd al een manier geweest om gevoelens te uiten en er ook hoop door te krijgen. Zingen zorgt voor heel fijne trillingen die iets kunnen veranderen in je lichaam, ziel of zelfs om je heen. Daarom kan muziektherapie of gewoon zelf muziek maken, zingen of ernaar luisteren heel veel goeds voor je doen. Zo kan ook bepaalde muziek vanuit een chaotisch of verward brein je ook heel onrustig maken of zelfs negatief beïnvloeden.

Door de mens bedachte gewoonten, rituelen, symbolen:

FEESTELIJKE TAFEL, SAMEN ETEN
Als de mens feest viert, doet hij dit met zijn geliefden. Eten met elkaar is teken van samenzijn, delen, genieten. Je deelt van wat je hebt en zet je beste voedsel en spullen op tafel. Metafoor voor: wat jij hebt, heb je te bieden. Je deelt van je overvloed met wie je lief is en met wie je wilt zijn of met die mensen die je wilt steunen, voor wie je iets wilt betekenen. De tafelversiering staat voor het meest beste wat je hebt, laten zien. Dat moet niet ontaarden in ‘kijk mij nu, ik ben de beste en heb dit alles’, maar een gebruiken van je huisraad naar kwaliteit die jij blijkbaar ‘in huis hebt’.
Lekker eten: Voedsel is dat wat je in je moet opnemen om je lichaam te voeden. Het grove in die voeding voedt je grofste lichaam. Het minder grove, voedt je organen. Het meest ijle, zuivere, voedt je ziel. Uit je voeding haal je dus verschillende niveaus van voeding. Heb je geen goede, (natuurlijke zuivere) voeding, dan komt dus sowieso je ziel er bekaaid af. Er is in slechte voeding immers geen leven meer. Voeding die bestaat uit chemische bestanddelen en geen licht meer bevat kan dan wel ergens je lichaam ‘voeden’, maar voedt nooit je ziel, omdat je ziel alleen maar van geestelijk licht dat in gezonde voeding aanwezig is, kan gedijen. Sterker nog, als je je alleen maar voedt met onnatuurlijke, slechte voeding – al is deze lekker – dan verdonkert je ziel door de belasting van negatief bewustzijn waar die chemische voeding uit bestaat! Zonder zuivere voeding verdicht de ziel waardoor het vermogen tot opnemen van hogere bestanddelen uit de voeding, afneemt. Vindt dit langdurig plaats, dan verdonkert de ziel, heeft zij amper of geen inzicht in verbanden tussen geest en materie, wordt ze meer en meer depressief, agressief en kan zij niet meer het licht in de dingen (het wézen der dingen) zien. Ze maakt daardoor verkeerde inschattingen, neemt verkeerde keuzes en wil ook het verkeerde en trekt ook het verkeerde aan. Ze maakt immers minder onderscheid tussen wat goede en minder goede kwaliteit van voeding. Ze kán dat door gebrek aan licht immers niet (meer). Er wordt niet voor niets gezegd: ’je bent wat je eet’. Goede voeding is ook dat wat je in dankbaarheid en liefde nuttigt. Al heb je amper of iets slechts te eten, dan nog is dat geen probleem als je dat eten in dankbaarheid en werkzaamheid nuttigt of ervoor werkt. Tevredenheid is immers aspect van belangeloze liefde. Een zegen vragen voor je eten is geen dom gebruik en hoort ook geen automatisme te zijn, maar is bedoeld om even bewust dankbaar te zijn voor wat je hebt en de weg te openen voor talloze engelen die precies weten hoe, waar, wanneer je lichaam het beste gediend is met welk bestanddeel in die voeding. Als je je open stelt voor het goede, maar zelf niet weet wat het goede precies is, of je moet genoegen nemen met te weinig of slechte voeding of zelfs geen, kan de geestelijke wereld aanvullen wat nodig is. Een mens die dankbaar en tevreden is, heeft minder snel honger of last van slechte voeding. Een betere vertering is gevolg. Een vrijgevige gastheer die wil delen van wat hij heeft en je neemt zoals je bent is metafoor voor Jezus die je uitnodigt aan tafel om zijn woord te horen (het brood te delen) de waarheid ervan in te zien (de wijn tot je nemen) om er gezond door te worden. Gezond worden is helen (genezen) naar hart en ziel. Dát heeft vaak tot gevolg dat ziekte of misstanden uit je leven verdwijnen om beter te handelen zijn. Dit is de betekenis van de wens ’een goede bekomst, of wel moge het je bekomen’, na het eten.

AMANDELSPEIS
Spijs is een zoete kostbare voeding voor ons lichaam, zoals het woord van het Kind voeding is voor onze ziel die hunkert naar vrede (als je goed gegeten hebt, dan voel je je voldaan en vredig).Zoals onze honger gestild wordt, wanneer wij lekker gegeten hebben, zal ons lijden minder worden wanneer wij erop vertrouwen dat het kind Jezus ons door dik en dun blijft helpen. Zijn stem is immers altijd in onszelf aanwezig. We hoeven alleen ‘het woord dat we in ons horen (geweten) aan te nemen als goede voeding (zoete koek).
We moeten dan natuurlijk wel het brood (spijs) willen eten en er het goede mee doen! Zolang we tégen ons hart in leven, gaat het ons niet goed, al merken we dat niet altijd meteen. We zijn dan immers niet zoals God in ons wil. We lijden dan honger en gaan surrogaten zoeken.

KERSTCADEAUTJES
Heel vroeger gaf men nooit geschenken met Kerst. Eind 20ste eeuw is het voor veel mensen normaal geworden om elkaar met kerst cadeautjes te geven. Sieraden van goud en zilver, zelfs diamanten en grotere andere cadeaus zijn voor veel mensen belangrijk. Het echte geschenk was (is) de geboorte van God in Jezus op aarde en… de liefde in je eigen ziel. Dat je dat wilt en er blij mee bent, bezorgt jezelf al een groot cadeau. Als het goed is, zul je er een beter en blijer mens door worden die minder ellende veroorzaken zal en beter kan omgaan met tegenslag en pijn. Je weet dan immers, dat al die narigheid eens is afgelopen en je kan gaan leven bij God in een prachtig pijn-, moeitevrij geestelijk leven, waarin je alles zal hebben wat je wil en nodig heeft. Dát te weten is een groot cadeau. Daar kan geen duurste gouden sieraad tegenop.

Kerstfeest is een lichtfeest. Het herinnert ons dat de liefde in ons geboren moet worden. Onze kille grot (hart, levensomstandigheden) die ons kou doet lijden, moet wijken voor een tempel van licht waar we in onszelf de stem horen van vrede. Wanneer we dat gaan doen en gaan leven naar de wil van de liefde die ook in ons leeft, maar echt geboren wil worden, wordt zachtjesaan ons eigen kind in ons geboren. Dat kind is ons wezen dat altijd nog hunkert naar gezien worden, geliefde zijn en weten dat je goed bent zoals je wezenlijk bedoeld bent en dat gebruiken door dik en dun in het volste vertrouwen dat je ermee thuiskomt!

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Veel gebruikte Bijbelse uitdrukkingen uitgelegd. Deel 2

zie voor intro augustus

In het vorige deel kwamen in het kort aan de orde betekenissen van:
God straft – Wonen in het Vaderhuis – Wandelen met God – ter ere van God, de Vader – Wat ‘de mens vleugelen geeft’- kastijden – Aanbidden – niemand komt tot de Vader dan door de Zon – Zoon van God – Vlees geworden Woord – Afdalen ter helle – Ik zal alle tranen afwissen – Opstanding uit de dood – Heb vreze voor de Heer – God is almachtig, toornig en afgunstig – Ongenaakbaar, alomtegenwoordig – Het licht zal aan de ziel worden ontnomen. Duisternis zal zijn deel zijn – Mijn God, waarom hebt u mij verlaten – Oordeel niet opdat u niet geoordeeld worde – Doe niet wat je niet wil dat jou geschiedt – De vorst van de wereld – God alle eer geven – Geen twee heren dienen - Zijn bij God in de hoogste hemel – Ieder is kind van de ene zelfde Vader – De wereld laat zich eregeren door Beëlzebub, de leugenaar, grote verleider, de geweldenaar – De wereld zal in die dagen vergaan opdat er een nieuwe hemel en aarde gevormd zal worden onder heerschappij van Jezus Christus die dan koning zal zijn – De verloren zoon – De aarde – Oude dingen zullen voorbij gaan – Jongelingen zullen spreken in Mijn naam.

De volgende betekenissen:
Zoekt en gij zult vinden, bidt en u zal gegeven worden, klopt en u zal opengedaan worden: wees voortdurend met je hart bij Mij (Liefde). Niet voor de helft ook bij de wereld en haar verleidingen. Dan zul je spoedig vinden wat je zoekt en dus ook ontvangen waarom je vraagt. Want, als je eenmaal inziet waar het fout gaat in je gedachten, overtuigingen of wensen en bezigheden, zul je ze vaker niet dan wel doen, waardoor er meer aandacht en energie overblijft om aan te trekken wat je wel wilt. Overal is het goede om je heen, maar je moet er als het ware op in pluggen, zodat het in je omgeving en gedachten kan vloeien. Dáár wordt dan manifest wat God altijd al voor je had liggen. Poorten van het leven zullen dan voor je worden opengedaan. Eigenlijk is het dus dat je door je eigen goede (betere, zuiverdere) wil het goede pas aantrekt en niet meer openstaat voor het verkeerde, wat je zwak maakt, ongelukkig en uitgeput… Je wil dat eerdere immers niet meer.
Van Gods aangezicht verwijderd zijn: God kan jou hart niet meer bereiken, openbreken als je hem zelf op slot hebt gedaan door je eigen wil te volgen. Hij kan dat niet omdat Hij liefde is en dus geen enkele dwang kan uitoefenen. Dwang is immers geen eigenschap van liefde, dus kan God niet anders doen dan jou loslaten en overlaten aan wat jijzelf kiest.. Kies je ervoor om naar je eigen ideeën, drang en neigingen te luisteren, zul je uiteraard de diepe stem in je hart niet willen horen. Je wilt immers iets anders. Als dit een paar keer gebeurt of altijd, dan trekt God zich terug. Eigenlijk kan hij niet meer zijn met Zijn grenzeloze liefde en licht waarin al het goede is, omdat jouw liefde grenzen trekt! Je sluit dus zélf God buiten. Mensen geven doorgaans God de schuld dat Hij zich verwijdert van hen. Nee, Gods aangezicht is Zijn ‘jou aankijken. Jou zien als waardevol mens. Jou zíén’, wat JIJ niet meer ziet. God trekt zich nooit terug als straf of omdat jij niet meer de moeite waard bent voor Hem en niet zijn kind zou zijn. Nee, jij trekt jezelf terug van de stem van God in je hart die jou juist doet leven! Je sluit je geweten buiten en luistert liever naar de buitenwereld, naar wat je lijf wil en je verstand denkt. Je kan God meer en meer naderen door anders te leven dan je nu doet. Zolang jij anders leeft dan Hij in je wil, kan God je niet meer bereiken. Hij kan je dus niet meer het goede aanreiken.
Wie zijn leven liefheeft zal het verliezen, maar wie het schuwt zal het behouden (Johannes 12: 25): Je eigen eigenliefde afleggen zodat Gods leven, liefde jouw leven is, zal ervoor zorgen dat je lééft. Dat leven is dan behouden. Anders gezegd: de ware geest die jou doet leven en jou doet zijn zoals je werkelijk bent, zorgt voor een goed, zinvol, vruchtbaar leven. Je behoudt dat leven dus, want je voedt jezelf met de juiste geest. Dat doe je voor de eeuwigheid, want alles wat uit goede geest wordt gewild, gedaan, geeft jou licht in je ziel, waardoor jou wat tot dan onduidelijk was, duidelijk wordt. Waar je onwetend was, ga je inzien. Kortom, je realiseert dan de geest van God in je, wat je meeneemt de eeuwigheid in, omdat in het geestelijk bestaan nu eenmaal alles wat liefde is, alles mogelijk maakt en jou vol bewustzijn doet léven. Je behoudt dus het leven, want zonder liefde is er geen leven in de geestelijke wereld en ben je innerlijk dood en beleef je dus niets of alleen je eigen liefdeloosheid. Daarom verlies je het leven als je niet bereid bent om te werken aan liefhebben.
In het licht der waarheid: Waarheid is de enige zuivere liefde die God is. Alles wat Zijn belangeloze liefde is, is waar. In dat licht zal alles wat er is als goed gezien mogen worden. Zelfs nare dingen, omstandigheden, gebeurtenissen zijn goed, als ze iemand maar op de goede weg brengen van meer liefde willen gaan willen. Zijn er dingen, omstandigheden uit liefdeloosheid gewild en gedaan, dan zijn ze niet waar. Ze zijn er wel, maar ebben weg waar de liefde, de waarheid verschijnt. Daarom heelt liefde en waarheid alle wonden. Het levensdoel is voor ieder mens het geestelijke in hem bewust worden en opschonen, dus ontdoen van wat liefdeloosheid, onecht en dus niet waar is. Waarheid is waar-de-vol. Vol waarheid. Zoals Liefde de vlam is, is warmte een logisch gevolg van de vlam zoals wijsheid ook het gevolg is van liefde. Vlam en warmte horen onlosmakelijk bij elkaar. De vlam is de kiem van licht. Warmte is het gevolg. Je kan ook zeggen dat er eerst warmte moet zijn die zo hevig kan zijn dat er een vlam uit voortkomt. Hoe het ook zit, liefde en waarheid horen bij elkaar. De mens wordt pas wijs uit liefde. Zonder liefde zou kennis de ziel doden, omdat verstandelijke kennis het vermogen lief te hebben doet uitdoven. Een mens zonder liefde kan dus nooit wijs worden! Wijsheid op zich is geen waarheid. Echte wijsheid is kennis uit liefde. Zonder liefde is wijsheid moordend en maakt het liefde in het hart dood. We zien dit gebeuren in onze tijd waarin kil verstand liefde dood en wetten worden uitgevaardigd die liefdeloos zijn en het vrije leven doden omdat men ‘beweert’ dat zonder verstand (wetenschap) alles fout zal gaan. Dit is onwijs, al is het een waarheid als een koe dat het bestaat. Een troost is dat die zogenaamde verstandelijke wijsheid die geen wijsheid is, tijdelijk is, al lijkt zijn leidend te zijn en dwingt zij ieder tot slaaf te zijn. Zodra de mens echter echt wijs wordt - wat kan als hij zijn hart weer laat verlichten door Gods liefde en die van zijn medemens - zal het kwaad en de neiging ertoe vanzelf minder worden en zelfs bakzeil halen omdat die mens immers inziet dat die zogenaamde wijsheid heel dom en gevaarlijk is omdat het bezig is alle leven (liefde, vrijheid) te doden.
Wees volkomen zoals de Vader in de Hemel volkomen is: God zegt: ’Jouw liefde is besmeurd door eigenliefde. Dat is dus een gebrekkige, zelfzuchtige liefde. Zorg dat jouw liefde zoals die van Mij is of wordt, zegt God. Leef vanuit deze volheid. Maak al jouw liefde zuiver en dienstbaar zoals jouw wezen (dat is de Vader) in je is. Jouw wezen ben Ik. Wordt als Ik Ben. Wordt dus een echte IK BEN…. Alles wat jou daar vanaf houdt, is onecht en doet lijden. Wees dus volkomen, probeer als God te zijn. De hemel is de staat van zo veel mogelijk liefde willen, doen en ervaren. De oproep om volkomen te zijn is dus een herinnering aan worden zoals je ooit was en kunt zijn in de ogen van God die van je houdt, jou heeft gemaakt en die je voor altijd liefheeft en er voor je is. Hoe meer volkomen je wilt zijn, des te meer je vrede zult hebben met wie je bent en wie je niet bent. Je bent dan je eigen heer en meester in de naam van God. Dat mag je dan ook zo zeggen. Je weet dat je afhankelijk bent van God, maar ook schepper bent van je eigen lot. Hoe meer je zult leven zoals God dit in en voor en door je wil, des te minder obstakels je op je pad zult tegenkomen. Als ze er zijn, zul je ze benutten tot meer groei en nut voor je omgeving en er niet aan onderdoor gaan. Perfect is iets heel anders dan ‘volkomen’. Perfect is geen mens, maar volkomen betekent: zoveel als dat bij jou volgens Gód past. Dat is genoeg!
Gij zult de vijand doden: Geen tekst zo vaak verkeerd begrepen en toegepast. De vijand is alles wat jou verzwakt in wie jij in God behoort te zijn. God is de enige waarheid. Al wat een leugen is, is de vijand. Deze moet je doden, wat betekent onwerkzaam maken. Je doodt iets als je er geen waarde meer aan hecht en het geen bedreiging meer voor je vormt. Wat jou verzwakt of jouw innerlijke liefde doodt – die liefde is het enige dat het leven is in je – is een levensgevaar en zul je moeten doden, ontkrachten. Waar je een neiging hebt voor iets en je weet dat je er niet door kunt zijn wie je werkelijk van binnen volgens je hart hoort te zijn, is je vijand. Je zult moeten afrekenen met die vijand. Immers, zonder het leven, de ware geest van liefde en waarheid in je, mag nooit gedood, want dan hou je op te bestaan na dit aardse leven. Althans, je ervaart dan een hopeloos niets, omdat je de innerlijke wereld in jezelf liefdeloos hebt gelaten en niet geloofde in de liefde die je dus ook hebt laten verkommeren. Jou ontbreekt dus licht! Dat is zo, omdat alleen liefde het enige licht is wat het leven is, geeft en mogelijk maakt. Wil je die liefde niet, dan is dat licht in jouw ziel duister. Eigenlijk anders gezegd: je bent dan niet bewust van de liefde die je bent en die jou het leven geeft, waardoor je het niet gebruikt en minacht. Je hebt je liefde dus niet gekend, gebruikt, laten groeien. Je ziel verkeert dus in het duister, want ze heeft geen … licht (is waarheid).

Je veroorzaakt dan je eigen zeer gebrekkige toekomstig leven omdat je dat leven bagatelliseerde en eerder voorrang gaf aan tijdelijke, leuk, makkelijk lijkende zaken die echter alle liefde in je doen verkillen en op den duur doen uitdoven. Dat betekent de dood van je ziel. Je ziel vergroeit dan met de niet-liefde. De ziel wordt dan dus meer materieel in plaats van gééstelijk en vrij. Wanneer een ziel dermate vermaterialiseerd is, beleeft ze alleen haar eigen liefdeloze overtuigingen en wensen. Ze is dan slaaf van haar begeerten en lijdt daar onder … totdat ze toeneemt aan licht, wat alleen lukt als ze die overtuigingen en wensen loslaat. Dát kan alleen als ze de materie en eigenwaan, egoïsme afzweert. Dat kan weer alleen als ze God (de belangeloze liefde) méér liefheeft dan zichzelf, wat zij ziet als goed en waar en daarbij de materie en al haar eigenbelangen en verleidingen. De ziel moet dus volkomen los komen van alle materiële beperkingen, liefdeloosheid en belangen! De vijand is dus niet een ander volk, een anders denkende mens die bestreden moet worden in de naam van God nog wel zoals sommige mensen menen, maar hij is in jezelf als liefdeloosheid te vinden. Deze liefdeloosheid moet je niet goedvinden, toelaten of voeden door toe te geven aan liefdeloze overtuigingen en neigingen. Je moet die liefdeloosheid in jezelf doden. Wat over blijft is de echte liefde die jij bent en die Gods licht is. Deze liefde maakt ALLES bewust wat je tot dan door gebrek aan liefde niet wist, kende, kon, inzag en wilde. Liefde doet leven. Niets geeft je recht een ander te bestrijden of te doden. Wel mag je de vijand in jezelf doden en de ander attenderen en helpen in volstrekt respect, eerlijkheid en liefde op zijn liefdeloosheid. Wil hij daar niets mee, zullen wegen zich moeten scheiden, want anders ga jij kapot aan hem en hij mogelijk aan jou of staat hij je naar je leven omdat jij hem ‘belaagt’. Wat iemand niet wil, is zijn recht dat niet te hoeven ondergaan. Daarom krijgt een mens wat hij wil. Dat is liefde, dat hij krijgt wat hij dacht, wenste, wilde, meende… Daarom is het heel belangrijk om goed te weten of je wel het goede denkt, wenst, wil, meent. Het is weer God in je die hier richting en inzicht ingeeft …. als je dat maar wilt!

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Veel gebruikte Bijbelse uitdrukkingen uitgelegd. Deel 1

Dooddoeners aangenomen, gebruikt, geroepen, maar... wat betekenen ze eigenlijk?

Zo vaak worden bepaalde teksten, belangrijke zinnen, verzen uit de Bijbel aangehaald, geproclameerd, geroepen, gevierd, maar.. weten we eigenlijk wel wat ze echt inhouden? Op grond van verkeerd begrip en onwetendheid willen we soms niets meer weten van God omdat de teksten ons niets zeggen en ze ons tegenstaan of zelfs liefdeloos lijken. We weten vaak niet hoe iets echt bedoeld is en helaas nogal eens deels en ook foutief voorgelicht. We moeten echter wel zélf ook op zoek gaan naar het ware in iets, voordat je met het badwater ook het kind weggooit..
Ik begin gewoon maar ergens. De vet gedrukte tekst is het uit te leggen begrip:

God straft:
Allereerst God als Persoon straft niet, want God is volmaakte liefde en volmaakte wijsheid. Hoe kan Hij straffen als Hij volmaakte liefde is? Straf is immers iets dat niet leuk is en in verschillende opzichten pijn kan doen. Als je liefhebt, gun je dit niemand. Als je volmaakt wijs bent, zul je niet alles goedvinden, omdat dingen geheel fout kunnen gaan als ze onwijs zijn. Iets gaat fout als iets tegen de orde die Gods wijsheid is, ingaat. De orde die God is, is zo ingericht dat alles wat zich ’buiten’ die orde denkt te begeven, of denkt dit te kúnnen, zal ervaren dat hij buiten die orde – die perfecte liefde is - gebrek aan liefde heeft. Dat is de straf: ervaren van niet liefde. Deze niet liefde kan evenwel wijs zijn. Dat is zij, als zij als doel heeft om iemand terug te brengen in de orde die God is. Buiten God houdt het leven op en is het altijd nog beperkt en is het vaak sappelen. Dat laten ervaren kan als straf gezien worden, als dit niet prettig of zeer pijnlijk, zwaar en zelfs liefdeloos lijkt.
Leven dat zich ‘buiten God bevindt’, is onvolmaakt en zeer beperkt en lijdt dus… Niets is er dat God weerhoudt om alles uit de kast te halen wat een mens maar terug doet komen in de heelheid, zodat lijden in welke vorm dan ook, einde verhaal wordt. Juist omdat God eindeloos volmaakte liefde is - kán God niet anders zijn dan Zijn wezen is. Al wat er is in het altijd maar uitdijende universum is er om alle leven dat van Hem is uitgegaan terug te brengen in volstrekte vrijheid naar een volstrekte volmaaktheid van leven. Dat houdt dan in dat Gods orde iemand, iets vanzelf laat ervaren wat het is om niet in Gods orde te leven. Het Is immers het wezen van de liefde om al wat is terug te voeren naar volstrekte vrijheid en deze mogelijkheid geen mens voorbij te laten gaan. Het is de enige weg waardoor het leven zich kan vervolmaken. Immers liefde sterker maken en eigen maken is het enige dat weer volmaakt doet worden. Immers, we zijn uit liefde, weten en herkennen (en willen) dat niet meer, maar zijn op weg om dat weer te gaan ervaren, of je dit nu gelooft of niet.
Om het nog even lastiger te maken: Gods órde is die van de wijsheid. Deze orde kunnen we in ons aardse leven herkennen als de gang van de natuur en alles wat hoort bij alle natuurlijke aspecten en wetmatigheden waar wij mee te maken hebben. Ook geestelijke wetmatigheden horen hierbij, al kennen we deze nog maar amper of hebben we er de meest bijzondere en vage voorstelling en gedachten over. Jezus Christus is de belichaming van Gods orde. Dat is líefde in praktijk gebracht. Wijsheid blijkt uit liefde en liefde is wijs. Wijsheid en liefde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Waar liefde is, is wijsheid. Wijsheid komt uit liefde voort. Het is niet andersom, omdat niet wijsheid de bron is van het leven, maar liefde! Waar men dus wijsheid zoekt zonder liefde, blijft men beperkt en afgezonderd. Het is de liefde die alles in zich heeft en geeft om er heel door te worden en volstrekt vrij. Er zijn dus twee pijlers waarop we een beroep kunnen doen: op wijsheid (de wet, de orde in God en deze respecteren) of de liefde (zoals Jezus deed, goed doen, dienen in liefde en waarheid). Het meest afdoende is echter de liefde. Immers, de liefde verzacht wijsheid…. Anders om niet, want wijsheid verhardt als er geen liefde in die wijsheid is. Uiteraard is die ‘wijsheid’ dan ook geen wijsheid! Er ontbreekt immers liefde! Een voorbeeld: als je lang onder water blijft, verdrink je. Dat is logisch en geen straf. Het is een logisch gevolg van de orde die God is, dat een mens niet zonder zuurstof kan. God kan Zijn orde niet veranderen, want anders zou zijn orde blijkbaar niet volmaakt zijn! Er valt niets te veranderen. De mens en al wat leeft dient zich echter te voegen naar die orde die is zoals deze is, wil deze orde zich niet tegen hem keren. Straf is dus een logisch gevolg van het niet volgen van Gods orde. Liefde is het enige, alles heel makende. We dienen dus een beroep te doen op Gods liefde in Jezus naam. De liefde kan er voorzorgen dat de orde wordt overstegen, omdat liefde geen enkele beperking heeft en alles mogelijk maakt. Wonderen zijn de wereld nog niet uit. De mens moet die liefde dan wel als hoogste willen dienen en … dus ook in praktijk brengen. Al heeft een mens nog zo geleefd als een beest en hij heeft spijt, is in nood, kan hij een beroep doen op Gods liefde. De meest verschrikkelijke omstandigheden kunnen hierdoor wijzigen!
Jezus wordt ‘het vleesgeworden woord’ genoemd. Omdat God niet meer goed begrepen werd en men dacht dat God onbereikbaar, ver weg was, te verheven voor de mens en men een geheel verkeerd beeld van wie, wat, waar God was had ontwikkeld, besloot God om Zich kenbaar te maken middels de geboorte van Jezus Christus in wie Zijn geest was. God schiep Zich dus een lichaam en werd geboren als mens op aarde om de mensheid voor te leven wat God bedoelde (en nog steeds bedoelt) met Zijn woord (het Evangelie). Het woord van God krijgt dus gestalte, vlees, body, effect. Jezus wordt Gods zoon genoemd omdat in zekere zin de liefde doen de zoon (het gevolg is van God (die de Vader, de Bron is). De belichaming van de enige waarheid die iets zinnigs tot stand brengt.
God daalde af ter helle. Dat betekent: God ‘vernederde’ Zich om in het lichaam van een mens in de stof af te dalen om daar Zelf als perfecte Schepper onderdeel te zijn van de mensheid en de materie. De hel is de stof, omdat in de materie immers grootste onvrijheid heerst en mega gebreken zijn, waardoor alles beperkt is en niets in wezen is wat het lijkt… Alle bewustzijn, intelligentie uit God die ooit koos (of nog steeds kiest) voor de materie en het afgezonderd zijn van God en denkt te kunnen leven ‘buiten’ God is slaaf van de wetmatigheid van de materie. Die wetmatigheid kun je zien als straf. Echter, het is geen straf maar een logisch gevolg van het de weg kwijt zijn omdat er liefde te kort is voor God (de enige waarheid die volmaakte liefde is). Er is liefde tekort omdat dat bewustzijn, die geesten die God niet wilden dulden als bron en doel, hun eigen weg wilden gaan. Die eigen weg is de materiële schepping. Alles wat materieel is, is dus in zekere zin ‘gevangen’ in, ‘slaaf‘ van onvrijheid. Immers, onvrijheid is daar waar God (de volmaakte vrijheid) niet wordt gewild! De mens heeft een vrije keus en kan zich (weer) in Gods orde bewegen wat vrijheid, voorspoed en gezondheid brengt, of ‘buiten’ Gods orde, wat onvrijheid brengt. Maar… hoe het ook zit, overal waar materie is, in welke hoedanigheid, fase ook, is onvrijheid, beperking en dus lijden. Daarom noem je dat ‘hel’. Immers, hel is een afwezigheid van liefde en vrijheid. God wordt dan niet meegenomen als bron en doel in het leven, waardoor het lastig is om je onderdeel te voelen van die Bron waarin er overvloed heerst en alles vrede, gezondheid en welvaart. Niets hoort niet bij die Bron. Wat er denkt niet bij te horen, veroorzaakt dit afgescheiden zijn, verlaten zijn, zélf! Al wat is, komt voort uit de ene levensbron – God – die het leven zelf is. Buiten Hem is nets.
Het is een illusie te denken te kunnen leven buiten God. Het jezelf buiten Hem zetten is een waanbeeld. Het waanbeeld is echter ‘waar’ voor zover iemand niet beter weet en genoegen neemt met die gedeeltelijke waarheid die beperking en lijden brengt. Omdat een dergelijk iemand dit echter niet beseft, zal hij niet door hebben dat hij tekort heeft en lijdt. Hij vindt dat ‘gewoon bij het leven horen’. Hij ziet zijn pech, beperking en gezwoeg als speling van het lot en blijft vaak zitten waar hij zit, zelfgenoegzaam of doodmoe gevochten en teleurgesteld. Hij leeft het leven voorbij… En toch zal de liefde zijn leven verzachten en hem op zoek doen gaan. Hij heeft echter de vrije wil zich over te geven aan liefde ja of nee. Er bestaat in God geen enkele vorm van dwang en moeten.
Toen God ‘afdaalde in de hel‘, leed Hij door zich tijdelijk in de beperktheid te begeven, allemaal uit liefde voor de mens die God kwijt was en extra leed door allerlei dogma’s, verstandelijk beredeneren en egoïstische, kortzichtige, verstandelijke uitleg. Als Hoogste Wezen ervoer God dus het menselijk leven en ging de weg van hoogste opoffering en deemoed om de mens te laten zien dat je aantijgingen, strijd, miskenning, onvrijheid, leugen en zelfs dood of wat er ook maar verder is aan liefdeloosheid, kunt overwinnen door Zelf in de liefde te blijven en te blijven vertrouwen op de ware geest in je die nooit ophoudt te bestaan en geheel aan het licht komt als je stopt met het slaaf zijn van leugen, beperkingen, beschuldigingen, maar … JEZELF blijft (of wordt)!

De Zoon van God (Jezus Christus) is het leven geven aan het woord dat God is en sprak en wilde en doet. Daarom is ook Jezus de weg naar de Vader. Volg je immers Zijn liefde en onderwijs en dus voorbeeldstelling en breng je dit op jouw wijze zoals dat bij jouw mogelijk is en past in de praktijk, dan volg je de zoon tot de Vader. De bron wordt dus gevonden door de stroom water eruit te volgen tot de oorsprong. Zoon is dus in deze zin niet ‘geboren uit’, zoals dat bij mensen gaat dat een kind geboren wordt door een vader uit een moeder, maar een vleesgeworden woord. Dat woord is de wil van God. Zijn plan, Zijn idee, Zijn wil wordt waarheid (manifest) waar liefde die God bedoeld (is), wordt gedaan. Je kan die liefde pas doen, als je er liefde voor hebt. Zonder liefde voor de zoon, kom je dus nooit tot de Vader. Je kan braaf en trouw met heel je inzet de orde die God heeft gesteld, doen (dus leven volgens wijsheid en verstandelijk beschouwen, waaronder ook je houden aan alle uiterlijkheden als rituelen vallen). Maar… als je geen liefde voor deze ‘wijsheid’, orde hebt, dan redt je het niet en is je streven vruchteloos. Daarom ook weer: alleen liefde is hoger dan wijsheid. Zonder liefde voor iets, zul je iets niet volhouden. Voorbeeld: ja kan een moeras inlopen omdat je perse naar de overkant wil. Je kan ook aanvaarden dat het niet mogelijk is en teruggaan of iets anders verzinnen. Je dient dus je wil ondergeschikt te maken aan de orde van God.. Doe je dat niet, dan volgt een keer ziekte, ongeluk en dood. Ook dood van je ziel, waarin je totaal alleen maar je eigen wil wil doen is mogelijk. Dood van je lichaam voortijdig is niet oké, want je ziel had nog veel kunnen leren, zelfs op de laatste dag. Maar moedwillig of uit onwetendheid Gods orde met voeten treden, doet je ziel verduisteren. Alle inzicht, leven en uiteindelijk je laatste restje gezond verstand en goede wil gaat eruit. Een dergelijke ziel zal nooit de hemel (de liefde in God) kunnen ervaren. Zo’n ziel ervaart dan ‘de eeuwige dood’. Hij had immers meer liefde voor zijn eigen waarheid en orde die nooit echt en volmaakt waren zonder God, want anders had hij Gods wil gekend en gevolgd. Hij was dan beschermd geweest! Dit laatste willen we niet horen, omdat we beledigd zijn als we moeten erkennen dat ons leven ons voorspoed brengt als we God bovenaan zetten. Dat betekent niet altijd een leven zonder moeite. Wél een leven van lichter worden van de ziel waar het tenslotte om gaat. Immers, een lichtvolle ziel kan op aarde zeker lijden om verschillende redenen, maar leeft eeuwig in een liefdevolle sfeer na dit leven in ongekend prachtige waarheden verder!

De mens die dus afgescheiden is van Zijn Bron – de volmaakte liefde die het leven is en geeft – kan dus alleen door de liefde te doen (dat is Jezus, de Zoon volgen) weer in de volmaakte vrijheid en geluk terugkomen. Dat is het weer gaan wonen in het Vadershuis.
Wandelen met God, betekent een leven leven ter ere van God, de Vader. Zoals de vader het begin is van een menselijk bestaan (zonder zaadje bij eitje geen vruchtje), is ook de liefde eigen maken en sterk maken voorwaarde om heel te worden (dat heel worden is weer bij God wonen). Immers, juist het gebrek hebben aan liefde (dat is ook ‘verkeerd liefhebben’) IS juist wat afgezonderd en dus niet heel doet zijn! Beperkingen houden dan dus op, waardoor alle kennis en kracht die in ieder mens verscholen liggen aan het licht komen en die mens vleugelen geeft. Vleugels krijgen betekent zoveel als: vrij worden en je overal in en naartoe kunnen bewegen omdat je volstrekt vrij gekomen bent van de aantrekkingskracht die de materie en ook alle liefdeloosheid (tot dan) op je hebben; inzien dat je mét God pas vrij kunt zijn en geen slaaf meer wilt zijn van eigenbelangen van welke aard dan ook, omdat je nú bent gaan inzien dat al die eigenbelangen de afzondering in stand houden en dus onvrij maken, verdeeld, partijdig en beperkt en dus ziek maken of houden.

De mens zal gekastijd worden, betekent niet dat God wil dat de mens lijdt of geslagen wordt. Nee, de mens slaat zichzelf naar mate hij zich in eigenbelangen, materie begeeft en begraaft omdat hij niet meer zoekt naar een hoger, heiliger doel en dénkt dat materie hem alle gezondheid, geluk en vrijheid geeft. De mens straf zichzelf dus door verkeerde keuzes te maken. Die verkeerde keuzes zijn verkeerd als ze onvrij maken, liefdeloos zijn of liefdeloosheid brengen en ongelukkig of ziek maken.
Waar de verstandelijke, wetmatig denkende mens de orde van God ‘aanbidt’ (wil, doet met heel het hart) zal de liefdevolle, gevoelsmens begrijpen dat hij liever te doen heeft met Jezus. Immers, Hij met Zijn eindeloze liefde maakt alle fouten goed, doet alles steeds weer opnieuw beginnen omdat het oude, verkeerde dan niet meer wordt gewild en gedaan. Dat oude niet meer willen en doen, maakt dat iets vergeven kan worden. Immers, het heeft dan afgedaan. Goedmaken doe je iets door de oude fout niet meer te herhalen omdat je dit niet meer wilt!
Waar je liefde in de plaats zet van je foute leefstijl, verleden hoe erg dit ook was, is er dus een nieuw begin Daarom zegt God: ’zie, de liefde maakt alles nieuw. Bij Mij is er vergeving en is alles mogelijk’. Zijn eindeloze opoffering, geduld, mededogen maakt het makkelijker de strenge orde in God te gebruiken in dienstbaarheid, naastenliefde. Het is de liefde die de orde die God is doet overstijgen. Daarom is de liefde meer dan Wijsheid. De orde kan niet anders doen dat deze orde die God is, is. De liefde maakt vrij en maakt de orde ondergeschikt aan wat de liefde wil.
Door liefde is Jezus dus alvermogend en kan Hij de orde der natuur veranderen als dit ergens nodig is om iemand dichter bij de Liefde te brengen. Daarom zegt de Bijbel: ‘niemand komt tot de Vader, dan door de Zoon’. Door ‘God te vragen in de naam van Jezus Christus Mijn zoon, zal alles mogelijk zijn en nog veel meer dan Ik heb gedaan. Geloof dit, en u zult vrede en voorspoed kennen’. Zonder doen van de liefde (dus het in praktijk brengen van Gods woord, het dagelijks brood) is het volgen van Jezus, die deze liefde deed. Daarom zeg je ook dat Jezus deed wat de Vader wil. De bijbel, Gods woord kennen en uit je hoofd leren heeft geen enkele zin. Je zult moeten liefhebben. Dat is het ‘komen tot de Vader’ via de Zoon.

Ik zal alle tranen afwissen’, betekent: door de liefde stopt alle ellende. Ooit, wanneer een mens ervoor kiest om via de belangeloze liefde te leven - en dat ook doet - komt hij vanzelf in vrede in zijn hart terecht en gaat hij begrijpen waarom is wat is en zal hij geduld opbrengen en kracht ontwikkelen om zijn ding te doen, zoals God dit in hem wil. Hij krijgt dan kennis en kracht uit God, omdat hij zich ermee in verbinding stelt door de liefde te doen (dat is weer Jezus Christus volgen).

Opstanding uit de dood, is niets anders dan de kracht van liefde willen, toelaten en gebruiken tot wederzijds nut, zonder eigenbelangen. Want, alleen door liefde doen komt alle bewustzijn vrij, waardoor de mens ontsnapt aan de wetmatigheid van de orde van de natuur. Opstaan uit de dood is levend worden (bewustworden van en door de liefde) en gaan doen zoals deze liefde in je wil, vraagt van jou (leven in Christus).

Heb vreze voor de Heer betekent: heb ontzag voor de kracht van de belangeloze volmaakte liefde en stel dit in je leven als doel.

God is Almachtig, Hij is toornig en afgunstig, betekent: De volmaakte liefde is de enige omdat er geen andere levensbron is. Deze bron is almachtig en rust niet eerder voor Zijn wezen overal in vrije wil werkzaam is, omdat deze liefde het enige is dat alles goed doet verlopen en voorwaarde is voor een zo vrij mogelijk leven. God is toornig, betekent dat de gestrengheid (waarachtigheid, kracht, waarheid) van Zijn orde ondervonden wordt zolang iemand zich in die materiële orde bevindt en geen deel wil hebben aan de Liefde die basis is van die orde. Iemand herkent dan niet de bepaalde uitwerking en nut van die orde en noemt die gebeurtenis, die uitwerking dan fout, liefdeloos, goddeloos, onzinnig, nutteloos enz. De mens die dit vindt, zal die orde willen veranderen, manipuleren, naar zijn hand zetten, waardoor deze orde zich meer en meer tegen hem keert, omdat dit veranderen immers gewild wordt uit kortzichtigheid, ego, hoogmoed, liefdeloosheid en denken het beter te weten dan God. ‘God is ongenaakbaar’, betekent dat God is zoals Hij is, onveranderlijk Dezelfde. Wat je ook wil of gelooft, iets dat perfect is, is zoals het is en wordt nooit anders. Als iets perfect is, heeft het alles in zich en is het dus alomtegenwoordig, (dus overal en altijd) de ene Levensbron. Zolang de mens denkt te kunnen manipuleren, keert die orde van de natuur zich tegen hem. Daarom is er zoveel ziekte, ongeval en ellende. We voegen ons niet meer naar de orde van de natuur omdat we deze niet meer aanvaarden, niet meer goed genoeg vinden, waardoor we – zonder dat we de grondslag van die natuur kennen – toenemen aan verwarring, verduistering, onbegrip en allerhande ziekten. We denken zelf God te zijn en het beter te weten. Logisch dat de orde zich tegen ons lijkt te keren. Wij zijn het echter die zich tegen God keren, waardoor we zoveel problemen hebben of het nu gaat in ons privé leven of in het wereldlijk gebeuren.

De mens blijft in afzondering als een mens God niet erkent en dus niet meeneemt in zijn leven als uitgangspunt en doel. Dat doet hem zondig zijn. Immers, het is dan ‘jammer’, gemiste kans, zonde (!) dat iemand zo handelt en denkt, omdat hij zich daarmee zélf veroordeelt tot minder liefde en vrijheid. Zo’n mens lijdt dan omdat hij dit zélf zo wil! Dit heeft dan weer tot gevolg dat mensen teleurgesteld worden en in poging beterschap te krijgen, andere mensen voor hun karretje spannen of beschuldigen, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat van tekort aan liefde hebben, tekort aan liefde doen, waardoor er steeds minder inzicht in hoe en waarom ontstaat en het innerlijk gemoed van de mens steeds minder zicht krijgt op wat waar en goed is (‘het licht zal aan de ziel worden ontnomen. Duisternis zal zijn deel zijn’
). Een dergelijk mens groeit dan verder van God af in plaats van dat hij er zich meer en meer mee vereenzelvigt en wil doen wat de Vader wil. De mens die dus zichzelf lief heeft zonder dat hij zijn wezen kent – dus God niet kent en niet toelaat – zal dus veel minder makkelijk zijn innerlijke stem van liefde (de stem van de Vader) volgen (en ook niet wíllen, maar later niet meer kúnnen horen) waardoor hij meer en meer overgelaten wordt aan wat hij zélf wil en ziet als goed. Daarom neigt deze mens ook meer en meer naar wat de buitenwereld van hem vraagt, luistert hij meer naar zijn verstandelijke of lichamelijke argumenten en steunt hij meer in de materie die hem geluk, gezondheid moet brengen, maar dat nooit afdoende kan en dan altijd nog beperkt en tijdelijk!
God trekt zich dus terug als een mens zijn eigen wil kiest te doen in plaats die van God. De mens verzucht dan: ’mijn God, waar bent u, waarom heeft u mij verlaten’. God trekt zich niet terug en straft niet, maar de mens zet zich zelf dus buiten de waarheid die liefde is, waardoor hij zichzelf veroordeelt tot gebrek hebben en onwetendheid. Dat is wat de Bijbel bedoelt met: ‘oordeel niet opdat u niet geoordeeld worde’. God trekt zich niet terug omdat Hij zou straffen of niet van iemand houdt, maar omdat de mens het zélf veroorzaakt uit eigen vrije keus. Waar jij genoegen neemt met slechte wijn en je doet niet je best voor betere, drink je dus niet de meest goede wijn. Zo simpel is dat…
Straffen is het zich doen voelen van de orde van de natuur, de wetmatigheid van oorzaak en gevolg en ’doe niet wat je niet wil dat jou geschiedt’. We veroorzaken dus onze eigen pijn. De liefde die God is, wil dat niet, alhoewel de wijsheid in God soms zegt: juist omdat ik van je hou en jij Mijn kind bent, wil ik je doen voelen waar jij de fout in gaat. (Juist omdat ik je liefheb, zal Ik je kastijden). Kastijden is een slijpen, polijsten van je hart, zodat je een beter, geduldiger, liefdevoller, minder egoïstisch, minder wreed, agressief, harteloos, stijfkoppig, betweterig mens wordt…
Door nare lastige gebeurtenissen en omstandigheden kunnen mensen ondervinden wat het is om ‘buiten’ God te zijn en komen zij zichzelf tegen, kunnen zij hun denken, overtuigingen, leefstijl, visie herzien. Jezelf e.e.a. afvragen begint vaak pas als er problemen komen. Immers, dat roept op om zelfwerkzaam te worden in iets dat tot dan minder aan de orde was, bekend was, door jou werd veroordeeld en door jou niet werd gewild door je verkeerde wensen, neigingen en overtuigingen en harteloze gedragingen.

De vorst van de wereld is de kracht van de materie - waartoe ook het verstand en het lichaam hoort - die macht heeft over een mens zolang hij die materie eert en meer acht, dus meer aandacht geeft dan de liefde die God is. Een dergelijk mens zal dus alles om die materie, zijn lichaam en zijn verstand doen. Hij geeft dan meer eer aan dat wat hem afgezonderd houdt, terwijl hij meent er gelukkiger, sterker door te worden. In de Bijbel staat dat je ‘God alle eer moet geven’ en ‘geen twee heren kan dienen’. Dat klopt. Als je materie meer eer geeft of nét zoveel aandacht (eer) of nog meer geeft als aan de liefde, loop je vast, want dat gaat nooit samen. Dat is zo, omdat waar materie is, Gods perfectie ver te zoeken is. Immers, de volmaakte liefde is iets geestelijks wat nooit in haar perfectie in die materie kan zijn. Dat is natuurlijk ook logisch, omdat immers waar ook maar één atoom materie is, dat deeltje intelligentie (geest) dat die materie in wezen is, onvrij is, dus nooit volmaakte liefde kan zijn! Alleen waar géén atoom materie meer is, is er iets puur geestelijks. Alleen waar de volmaakte liefde die Gód is wordt gewild, is er voor de mensenziel dit bij Gód wil horen en ook zo leeft, het perfecte leven, vrijheid en is er geen enkele beperking of vorm van lijden of onwetendheid meer. Dat is het zijn in de hoogste hemel, bij God.

De Vorst van de wereld lijkt alle macht te hebben, Zijn wereld is niet die van God. God is en wil immers puur liefde en bevindt zich niet IN de materie. De wereld bestaat uit de mensheid die God niet kent, Hem (de belangeloze liefde, het leven zelf) niet toelaat, niet dient. Ze bedienen zich van eigenbelangen, liefdeloosheid, dwang, verstandelijk redeneren, machtswellust en geldzucht. ‘De wereld’ dient alleen zichzelf en gebruikt zijn medemens in plaats van dat hij deze dient. Deze wereld lijkt alle macht te hebben, omdat overal waar eigenbelangen zijn, er hard wordt geroepen, gevochten en verdedigd (ten koste van anders denkenden) om de eigen waarheden, die overigens altijd maar halve waarheden zijn, zolang ze niet getuigen van ‘iedereen is een kind van dezelfde, ene Vader'.
Deze wereld laat zich regeren door de Beëlzebub, de leugenaar, de geweldenaar, de grote verleider. Beëlzebub staat voor het kwaad dat de strijd aangaat met God en zielen wil winnen voor zijn rijk. Hij verleidt via materie, eigenbelangen en alles wat tegen Gods liefde ingaat de mens. Hij hoopt de mensenziel bij zijn ziel in te lijven, wat ook mogelijk is, als iemand in vrije wil op die verleiding ingaat. Deze mens kiest dan al bedoelt hij het goed toch voor het kwaad en niet voor God. Dat is logisch. Een dergelijk mens werkt dus mee aan het sterker worden van het kwaad dat zich meer en meer laat kennen. Achter deze verleider loopt helaas een grote massa mensen mee. Het zijn de onwetenden, de mensen die God niet willen aanvaarden, maar geloven in geld en goed en andere aardse belangen. Alles wat liefdeloos is, is gewelddadig, liegt, verleidt en wil regeren, heersen. De liefde wil dit alles niet… die laat vrij en dient. Het kwaad wil heersen, is trots, dwingt en maakt onvrij en ongelukkig. Echter… het kwaad is altijd nog bij gratie van God aanwezig. Mensen moeten immers juist door het kwaad leren om het niet te willen en het goede sterk te maken. Waar niemand meer kiest voor dat kwaad in de vorm van alle mogelijke liefdeloosheid, dooft de macht, aantrekking van het kwaad op de mens, vanzelf uit. Daarom zegt God ook: ’Volg alleen Mij en geeft Mij de hoogste eer en het zal u goed gaan’.

De Bijbel zegt dat ‘de wereld in die dagen vergaan zal, opdat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde gevormd zal worden onder heerschappij van Jezus Christus die dan koning zal zijn’.
Zoals er iemand de leider is van een land is er ook in iedere mens een leider. Het is maar wie die mens leidt. Is dat het ego, de eigenmachtige beperktheid óf de alleswetende, kunnende Liefde uit Gods geest die de ziel leidt. Deze laatste dient de Koning zijn te naar wie de onderdaan (de vrije mens) zich voegt en dat ook wil uit liefde voor de Koning.
De wereldse mens die zijn steun haalt uit techniek, materie, bezit, eigenbelangen enzovoort, zal vanzelf inzien dat zijn streven nutteloos is en liefdeloos. Hij zal ondervinden wat het is dat hij tegen de orde die de liefde is, vecht. Daarom vergaat hem de lust. ‘Hij zal verstrikt raken in leugenachtigheid, door de bomen het bos niet meer kunnen zien en hopeloos worden, waardoor zijn gemoed zal vernauwen en hij toenemen zal in benauwdheid en hij zal vervloeken dat hij leeft’. Dit is het gevolg van wie geen steun zoekt en dus ook niet vindt in het er voor elkaar zijn vanuit belangeloosheid. De wereldse mens lijkt alle macht te hebben, maar zal zich genoodzaakt zien om via allerlei ontberingen en lijden klein te worden. De macht van de wereldvorst zal afnemen omdat mensen vanzelf dat kwaad niet meer zullen volgen. De satan regeert zolang de mensen zijn leugens, gekonkel en gemanipuleer zien als oplossing en hem verafgoden. Daarom zegt de Bijbel: ‘wie Mij niet dient, dient de satan. Wie Mij niet eert, geeft de satan alle eer. Wie dat doet is verre van Mij en bevindt zich in de hel’. Satan is de grote geest van verleiding, hoogmoed die veel geesten meenam in zijn wil. Hij had een zelfstandig leven in God, maar koos ‘buiten’ de heelheid te leven onder Gods vlag. Hij verwijderde zich van God en wilde meer macht en gezag. Dit is de wortel van het kwaad dat denkt ‘buiten’ God te kunnen leven. Zijn geest leeft in iedere mensenziel, want de meeste mensenzielen zijn gevormd uit dat megagrote bewustzijn dat satan ondertussen in allerlei uitingsvormen in de materie is. Hij probeert zoveel mogelijk mensenzielen voor zich te winnen om zijn grote gebrek aan liefde te compenseren. Ieder die God niet zoekt, is automatisch snel slachtoffer van de illusie dat materie, geld, goed en verstand en lichamelijkheid; kortom de materie het zaligmakende ene doel is. Satan houdt zich echter niet staande, want hij mag in vrijheid dan al eeuwen proberen zich te bewijzen, de liefde die God is, is echter ook zijn basis, al is dit vreselijk voor hem om te erkennen. God wil ook hem als verloren zoon terug in Zijn heelheid, want ook satans bewustzijn is uit God. God laat hem nog even zijn gang, omdat ook satan een vrije wil heeft en tot inzicht moet komen dat hij fout bezig is en nooit méér kan worden dan God. De strijd die nu gaande is in de wereld is een laatste stuiptrekking om mensen op heel persóónlijke wijze over de hele aarde heen te verleiden en hun zielen gevangen te nemen voor zijn rijk van duisternis óf te kiezen voor de Liefde.

De wereldvorst is de macht van het kwaad, de liefdeloosheid die doet discrimineren, leugen waar doet lijken, waarheid tot leugen maakt, verdeelt, heerst, onderdrukt en goede moraal tot iets fouts bestempelt en verstandelijk ingestelde en hoogmoedige of zwakke mensen die niet bewust kiezen verder doet verkillen. Ze krijgen alle aanzien, gelegenheden, voorkeursbehandelingen dus alle eer, terwijl de gewone deemoedige, gelovige, dienende (godvruchtige mens) tot slaaf gemaakt wordt.
Gód doet zo niet! Hij blijft wie Hij is en is vrijheid, eerlijkheid, transparantie en veroordeelt niemand! Hij is daar waar jij wil dat hij is, als jij Zijn wil wil doen. Waar een mens wil wat de liefde wil, komt hij tot de Vader en begint hiermee het Nieuwe Koninkrijk van God op aarde gestalte te krijgen.
De aarde is het vermogen tot liefhebben in het menselijk hart. Die aarde moet vernieuwd. Er vestigt zich dan een nieuw rijk van liefde (een nieuwe aarde) en inzicht daaruit in het hart van die mens (een nieuwe hemel).
Oude dingen zullen voorbijgaan (al het onware, liefdeloze wijkt voor het nieuwe. Men wil vanzelf het kwaad niet meer) waardoor Mijn kind (de mens die mijn wil wil en ook doet) tot ongekende dingen in staat zal zijn en ‘jongelingen (mensen voor wie God nieuw is) zullen spreken in Mijn naam’.
De oude aarde zal dus vergaan. Ook de wereld. Niet de materiële wereld, aarde, maar de oude harten vol egoïsme zullen de grote minderheid worden. De nieuwe aarde zal gevormd worden uit de puinhopen van eigenbelangen en kortzichtigheid door wetenschappelijke bevindingen en beweringen. Gods rijk van liefde zal groeien dóór alle ellende die die verafgoding van de wetenschap, het verstand, de industriële revolutie, drang tot meer, beter nog beter en groter hebben gebracht. Een nieuw rijk van vrede waar Jezus Christus regeert (= de belangeloze liefde wordt gewild en gelééfd zoals Jezus eens bedoelde en nog bedoelt) kómt, als de mensheid afrekent met de vorst van de wereld.
Gera Hoogendoorn-Verhoef.

Ondervoeding – wat is voeding?

Ondervoeding-wat is de juiste voeding?

Om te weten of er sprake is van ondervoeding is het belangrijk om eerst helder te hebben wat voeding nu precies is!
In de reguliere gezondheid komt daar gelukkig meer aandacht voor, al denkt de regulier geschoolde arts, therapeut nog teveel in materie. Men denkt immers nog steeds teveel dat alles een kwestie is van stofjes, moleculen en hun verbindingen.
Dat is natuurlijk wel zo, maar in die atomen – bouwstenen waaruit alles ontwikkelt - en die dus ook aanwezig is in alle mogelijk voedingsmiddelen, is er iets als levenskracht (prana) die net zo goed voeding is. Sterker nog, op licht, water, lucht kunnen de meeste organismen prima gedijen. Waar echter geen water, licht, lucht is, gaat alles dood. Uit licht, lucht, water is alles, maar dan ook alles opgebouwd.
Deze energetische voeding is niet te meten en niet te zien. Soms wel, maar de meest fijne zuivere energie die geestelijk is, niet meer. Daarom denkt de wetenschap dat deze energie er niet is of verwaarloost ze haar betekenis! Bij verse natuurlijke producten is die levenskracht (levenslicht) nog aanwezig. In chemische, industrieel vervaardigde ‘voeding’ totaal niet. Ook niet als je voeding verkeerd verwerkt, bewerkt en omgevingsstoffen die jij als niet nuttig of gewenst ziet, eruit haalt.
Wat over blijft is dan ‘dood’ voedsel, alhoewel het heel lekker kan zijn en er vooral ook mooi uitziet. Het leven is eruit, waardoor het dan wel iets voor je lichaam kan doen, maar nooit levenskracht geeft! Daarom kun je ziek en moe worden, maar ook depressief, zorgelijk of somber als je vaak, langdurig ‘dode’ voeding neemt! Ben je ziek of aan het ouder worden, dan hobbel je dus snel vanuit het ene probleem in het andere! Dat hoort wel bij het leven, want eens is het klaar op aarde, maar je hoeft niet ‘voor je tijd’ en op moeilijkere wijze oud te worden voor gebrek aan licht en leven!!! Het leven is er om dat te beseffen en om te leren waar jij je licht, levenskracht tot nu toe vandaan haalt en waar je dit beter zou kunnen gáán halen voortaan om af te rekenen met oude gewoonten, overtuigingen, wensen die gezondheid, optimisme, daadkracht in de weg staan.
Als gewassen, kruiden, groenten, vlees, enz. worden gewonnen, haal je ze weg van hun levensbron (het dier, waar het vlees werd gevormd en de grond waar dat gewas stond en groeide). Het licht eruit verdwijnt dan gaandeweg voor het ene voedingsmiddel geleidelijk voor het andere heel snel (verleppen, verdorren, afsterven).
Dat licht, wat de bron leverde, is niets anders dan levensenergie van bepaalde intelligentie (karakter, soort, hoedanigheid) wat allerlei stoffen vormt (atomen, moleculen) en uit de omgeving haalt door deze aan te trekken. Een levensvorm trekt dus naar eigen overtuiging en drang het zijne aan, uit de omringende atmosfeer. Waar een organisme niet past, een mens zich ongelukkig voelt, is er dus iets wat niet in overeenstemming is met zijn aard, wezen en doel. Hij kan er dus niet zijn, doen, zoals dat voor hem past! Groei is niets anders dan bij elkaar halen van materiële stukjes van bepaald soort bewustzijn. De omgeving levert dat licht voor de bouw van die atomen, waardoor allerlei combinaties gevormd kunnen worden. Er zit dus een bepaalde intelligentie, overtuiging, hoedanigheid, intentie in ieder gewas, vlees of vloeistof. Licht, Lucht, Water bevatten alle, maar dan ook alle intelligentiedeeltjes (licht van allerlei soort die we kunnen zien en meten, of ook niet). Alles wat we maar ook kennen is opgebouwd uit licht, lucht, water. Licht is de eerste leven gevende (zo je wilt, Gods energie die het leven is en geeft), dat de levensvoorwaarde voor groei biedt. Zonder licht (Gods energie, gedachte, wil) is er dus geen leven. Ons zonlicht levert alles wat we nodig hebben. Ook sterrenlicht voegt het belangrijke toe, om er alles door te kunnen laten ontstaan op aarde.
Iets gedijt niet, of lastig of onder zware omstandigheden, of amper. Bij een ontbreken van het juiste, sterft een levensvorm of komt deze niet goed in ontwikkeling of… ontstaan er gebreken. Groeien kan alleen gebeuren onder invloed van zuiver licht, dat het leven in zich heeft! Het meest perfecte zuivere licht, kunnen we niet meten, maar is geestelijk en schept alles volgens een bepaald plan, afkomstig van de ene levensbron, de perfecte liefde die basis is van al wat is.

Doodgaan, afsterven, verouderen is een zich terugtrekken van licht, levenskracht of een ontbreken ervan.
Het licht in die levensvorm komt dan vrij, als het lichamelijke deel afsterft. De voedingsbestanddelen (mineralen, vitaminen, bouwstoffen, eiwitten, enz.) lossen dan op, want ze worden niet meer bij elkaar gehouden door de ziel van dat gewas, want die is dan niet meer in dat lichaam (of het nu om een steen, edelsteen, plant, algje, slakje, dieren of mensenlichaam gaat). Omdat de pure, zuivere levensenergie oneindig is en alles in zich heeft, kan deze nooit geheel verdwijnen, al zie of ervaar je die energie dat eigene van die plant, dat dier, die mens niet meer. Het lichaam lost eens op, maar de essentie het leven dat die plant, dat dier, die mens bij elkaar hield, verdwijnt uit die vorm. Deze energie blijft ergens bestaan en is onvergankelijk, al beseffen (of geloven) veel mensen dit niet goed genoeg.
Bij planten worden bestanddelen die vrijkomen bij het doodgaan (geplukt worden) opgenomen in hogere andere levensvormen. Ook bij dieren. Eten, drinken is niets anders dan een opnemen van licht van bepaalde soort. Daarom is het van gelang dat ieder organisme de juiste voeding krijgt!
De mensenziel blijft na het afleggen van het lichaam onveranderlijk dezelfde omdat deze alle levensenergie in zich heeft. Planten en dieren hebben alleen bepaalde aspecten, wat hen die plant of dat dier doet zijn. De vrijkomende bestanddelen van ziel en lichaam worden opgenomen om weer hogere vormen te maken. De mensenziel blijft echter zoals deze ooit was gevormd, alleen… wordt deze energie steeds meer en beter gezuiverd, zodat alle oneffenheden verdwijnen en het echte overblijft. Dat echte is dan Gods energie. daarom gaat iedere mensenziel ooit lijken op God. Dat gebeurt dus pas als de mensenziel de wil ontwikkelt om zoveel mogelijk op de zuivere liefde die in haar leeft, te gaan lijken. Dat proces om dit te doen is het leven op aarde.

Iedere mensenziel is opgebouwd uit niets anders dan bewustzijn, intelligentie, licht van zuiverste soort en precies zoals dat moet zijn volgens de liefde die God is. De kunst is dat de mensenziel zich ontwikkelt tot het wezen dat zij werkelijk is, al moet ze in het leven uitvinden wie, wat zij werkelijk is, door de oneffenheden (liefdeloosheid, gebreken) er zoveel mogelijk ‘af’ te halen. Wat overblijft is dus puur liefde – het meest echte dat rust geeft - als een mensenziel dat wil. Daarom is het van grootst belang om zuivere voeding en leefstijl te ontwikkelen om zo goed mogelijk te leren, wat het werkelijk goede is, zoals dat past bij jouw ziel en doel. Om dit weer goed te weten is opvoeding in wat wezenlijke dus belangeloze liefde – dus liefde, waarheid zonder grens – is, van onschatbaar belang. Het hele leven is dus groei in talloze diversiteit. Ieder organisme is op een andere wijze, met een andere taak, in een andere fase van bewustzijn onderweg om het onechte af te leggen, teneinde het echte ruimte te geven en te benutten met als doel heelheid, gezondheid, blijheid, kracht te ontwikkelen en… te delen tot nut van weer andere organismen. Alles heft elkaar nodig en is er met een bepaalde bedoeling. Niets is er toevallig, per ongeluk of onnodig! De juiste voeding is voor iedere soort weer anders, maar per soort in basis hetzelfde. Hoe ingewikkelder, hoogstaander een levensvorm is, des te meer individueel er specifieke stoffen nodig zijn. Hoe minder ontwikkeld, des te meer uniform voeding kan zijn. Een graansoort heeft ander bewustzijn in zich en trekt dat aan uit het licht, bodem en omgevingssfeer, dan een distel. Staat een soort niet op de juiste grond onder de juiste omstandigheden, dan komt zo’n plant niet tot ontwikkeling of… levert het minder kwaliteit van inhoudsstoffen. Als een ander organisme dan zo’n gewas eet, komt het al wat tekort en zijn er al gebreken aan het ontstaan en wordt het ziek of gaat het dood.
Wordt de omgeving belast met gif, of mensen die het verkeerde willen en doen omdat ze meer aan zichzelf denken dan dat ze de orde van de natuur respecteren, komen er dus allemaal gebreken in de gewassen, dieren, maar ook in je eigen lichaam, omdat je immers beperkt aan het denken en doen bent! Je bent dan immers anders dan de Liefde in je het bedoelt had en nog steeds bedoelt. Daarom geldt voor altijd het advies: heb lief, doe het goede in Mijn naam. Anders gezegd: doe overeenkomstig het bewustzijn, het wezen in jouzelf - dat liefde is -. Dan komt het goed, straal je het juiste uit, wil je het juiste en zal de omgeving ervan profiteren en lijdt ieder – en jij ook zelf - minder gebrek en kun je je gebrek beter aanvaarden en ervanuit leven.
Gebruik je die intelligentie in jezelf niet of verkeerd, dan zend je het verkeerde uit, wil en doe je het verkeerde en heeft je omgeving er last van. Je omgeving wordt bepaald door een bepaalde intelligentie. Waarop je ‘aangesloten’ bent, bepaalt dus in feite hóé, óf je ontwikkelt, wát je ontwikkelt en of je je eigenschappen, talenten gebruikt zoals dat bij jou past. Doe je niet zoals je werkelijk diep van binnen bent (dat is God in jou), ontstaan er dus allerhande problemen.
Als je de orde van de natuur niet begrijpt ga je dus roofbouw plegen en ontstaat er minder diversiteit en minder levensenergie. Je trekt deze immers niet meer aan, omdat je je eigen weg gaat, die minder liefdevol is en dus minder het goede doet ontwikkelen, omdat je jezelf niet gebruikt, niet kent, of niet naar waarde acht. Daarom zitten dingen tegen.
Dat hoort overigens bij het leven. Gezondheid, ziekte zijn niet af te dwingen, maar komen altijd voort uit een niet echt zijn zoals de levensenergie, het wezen (God in jou) dit is en dus wil.
Je aanpassen aan wat de hoogst mogelijke liefde in jou wil, doet het meest goede ontstaan. Omdat ieder een vrije wil heeft, zal er grote diversiteit zijn. Immers, de een vindt dit normaal en juist, en de ander iets heel anders! Niet oordelen en vrijlaten en ondertussen gewoon wél doen wat wél bij jou past, en dat liefdevol en niet dwingend doen, is liefhebben, wat energie doet stromen. Pas dan kan die energie ook worden opgenomen, uiteraard! Immers, wat je wilt, herkent als goed en juist, neem je vanzelf op. Immers… liefde heeft geen grens en staat ieder tot zijn beschikking. Daarom zul je ook sterker zijn als je in liefde leeft. Je wordt immers dan doorgaand gevoed uit de levensbron.

Waar je tegennatuurlijk leeft, heb je dus eerder gebreken, want je put dan uit een sfeer, gebied, kennisvlak, waar gebrek is. Alles wat niet liefde is, is dus ongezond en maakt ziek ( op den duur). Ziekten kunnen dus in generaties ontstaan en ook worden doorgegeven en later pas duidelijk of teveel worden. Die gebreken worden dus kwalen, ziekten of aanleg daartoe, waar je het mee te doen hebt, maar die ook weer helpen om dat wat niet past, achter je te laten, zodat je steeds eerlijker, liefdevoller, sterker en milder wordt. Ook al heb je het heel zwaar!
Natuurlijke voeding doet niet alles, maar kan zeker bijdragen tot voorkomen van veel ziekten. Lichtvolle voeding, dus vers, onbespoten, gezond en liefdevol dus met aandacht en dankbaarheid geteelde gewassen of verzorgde dieren, dragen dus bij aan licht in je lichaam, maar… ook in je ziel. Daarom zijn goed gevoede mensen doorsnee onbezorgder, blijer, flexibeler, kortom meer dienstbaar vanuit wie ze in liefde willen en proberen te zijn. Goede moraal, doorzettingsvermogen, geduld, juiste wil, ordelijkheid, maar ook dankbaarheid en kleinheid je grote rol en taak te beseffen, zijn altijd nog de pijlers van gezond klimaat of dit nu in je eigen lichaam, je omgeving, je straat, dorp of land is!

Magnetronvoeding, oude, verlepte, bewerkte voeding, maar ook genetisch gemanipuleerde voeding haalt het essentiële leven gevende weg, waardoor je zelf tekort komt als je vaak van deze voeding eet, drinkt.
Toevoegen van kruiden, natuurlijk geteelde gewassen of bestanddelen hiervan doet weer levensenergie toenemen als je dit tenminste doet vanuit goed begrip! Het gaat er altijd om dat je ziel toeneemt aan licht - dus levenskracht - door in liefde toe te nemen. Het lichaam kan dan heel wat hebben, want door je grote innerlijke lichtkracht (en je sterke goede wil) wordt veel gebrek of belasting van gif als het ware onschadelijk gemaakt. Het kwaad krijgt immers geen kans waar licht is! Waar echtheid is, is geen onechtheid. Waar liefde is, is geen net-liefde! Maar natuurlijk is er een keer een grens. Ziek worden we allemaal wel eens omdat we dingen moeten leren en onszelf kansen moeten geven ánders over leefstijl en wat we willen in het leven, na te denken en ook moeten gaan inzien wat er béter zouden kunnen en… dat ook doen. Zonder doen immers geen verandering, dus ook geen groei en ontwikkeling! We schaven ons dus herhaaldelijk bij om betere mensen te worden, zodat we er voor elkaar kunnen zijn en van elkaar kunnen leren in zoveel mogelijk dienstbaarheid, waardoor wee (weer) meer in harmonie met de natuur, onze omgeving kunnen gaan leven. Ego verdwijnt zodoende steeds meer, waardoor er steeds minder ruimte komt voor ‘het kwaad’, dat niets anders is dan gebrek aan leven, licht, waarheid, echtheid, dienstbaarheid en dus levensenergie.
Toevoegen van supplementen heeft dus wel degelijk zin, maar… kan het leven in dienstbaarheid vanuit de wil om lief te hebben, niet vervangen. Wel kan het helpen gebreken te verhelpen, te verminderen of te voorkomen. Het beste is echter van goede wil te zijn en ondertussen te blijven (of gaan) geloven in de kracht van… LICHT, LIEFDE.
Veel ondervoeding bestaat dus uit het niet weten van wat de essentie van leven is, verkeerde verdeling, verkeerd bejegenen van de natuur, alles willen manipuleren, alles naar jouw hand zetten, dus ‘dwingen’ van wat jij ziet als goed, waardoor onnatuurlijke zaken ontstaan, die nog meer tekorten brengen. Waar mensen werkelijk ‘Gods woord’ doen dat is het dringende advies (je eigen geweten): ‘heb lief en oordeel niet, wees echt zoals Ik ben en wees dus niet egoïstisch en oordeel de ander niet, want alles is nodig en is goed. Zorg jij nu maar dat jij wil liefhebben vanuit Mij en dat ook doet’, zullen wantoestanden verdwijnen en wordt ruimte voor het verkeerde, ziekmakende steeds minder.

Nu evenwel is er zoveel ziekte, en ellende en persoonlijke nood terwijl de wetenschap die pretendeert alles te weten en te kunnen, nooit al die ziekten en narigheden heeft kunnen voorkomen! Het is het ‘dagelijks brood’ dat we niet meer herkennen in het leven van zoveel mogelijk belangeloze liefde, dat we kwijt zijn. Zolang we de levenswetten naast ons neerleggen omdat we vertrouwen op alleen uiterlijke, mooie, lekkere, leuke, materiële stofjes en dingen en we de geestelijke kant – het licht, de liefde erin – niet benutten of er niet in geloven - zullen we onszelf tekort doen en zal er gebrek blijven.
De kosmos zit vol liefde en dus levensenergie. We hoeven alleen de bron te herkennen en daarop aangesloten willen zijn, zodat we eruit kunnen putten. Sterker nog, we kunnen niet eens bestaan, zouden niet in het leven gekomen zijn, als we niet eerst door deze bron waren ontstaan. We zijn liefde en opgebouwd uit levenslicht dat God is. We zijn dat alleen kwijtgeraakt en denken dat we het in het materiële moeten zoeken. We denken dat het verstand, wetenschap en de materie de oplossingen geven die we nodig hebben, maar vergeten nog steeds dat we zonder God niet eens kunnen leven en denken! Het gaat erom te beseffen dat we altijd bij gratie Gods bestaan, maar dat het de kunst is dit te erkennen, toe te laten en te gebruiken. Waar we dit optimaal doen, zullen we voor onszelf en voor de hele samenleving gezonder, echter en evenwichtiger zijn, omdat we het kwaad (liefdeloosheid, onechtheid, onvrijheid) immers minder ruimte geven!!

Ondervoeding, geestelijk gezien, is vaak een ontbreken van waarheid, licht, levenskracht omdat we het niet de essentie van het leven meekregen, we teleurgesteld zijn in liefde, we levenskracht niet kennen, niet willen, en zelf denken het beter te weten of genoegen nemen met wat verstandelijk ingestelde mensen, wetenschappers zeggen, beweren en willen. Zolang we slaaf zijn van wat anderen vinden, denken, maar niet het meest wezenlijke licht in onszelf kennen en gebruiken, zullen we meer lijden dan nodig is, maar dit ook veroorzaken. Immers door gebrek te hebben in je ziel of en lichaam, maken we het voor de ander ook moeilijk. Waar we meer en meer ontwikkelen in liefhebben zoals God (de liefde die in ons leeft) dit wil, zullen we dus een betere wereld maken en anderen helpen in hun proces.
Zolang de wetenschap nu roept en wij erachteraan hollen dat de natuur ziek is, wij dat zelf allemaal hebben verziekt, maar zij zeggen antwoord te hebben op het hoe en waarom, maar het geestelijk licht buitensluiten, zullen we nog meer gebreken gaan ervaren. Immers, beleid wordt dan gesteld op valse waarheden die lichtloos zijn, dus geen leven brengen maar nog meer gebreken, verval en dood.
Bewust worden dat we alleen een gezond klimaat en ruimte voor ieder kunnen scheppen vanuit dienstbaarheid en respect voor Gods orde, is van levensbelang. Het ‘dagelijks brood’ tot ons nemen is de juiste voeding voor ziel en lichaam. Immers, we zijn dan aangesloten op het net van liefde, waardoor we minder gebrek ervaren zullen. We hebben niet zoveel nodig. De essentie is eeuwig, rijkelijk voorhanden voor ieder die dat wil. Vanuit deze wetenschap leven, geeft hoop en is voorwaarde voor een gezonder leven voor jezelf én je medemens. We kunnen geloven in verval maar ook in leven! We zullen in het laatste geval nooit tekort hebben, al geven veel mensen en omstandigheden te denken, te geloven dat het niet beter wordt. De levensenergie in het heelal is de basis van alles en droogt nooit op. Het is oneindig.
Uit deze wetenschap leven doet alles weer opbloeien. Hoop hebben en houden en dit laten zien in positieve leefstijl middels liefhebben, ordent onze omgeving, ons lichaam en doet het liefdevolle groeien dichtbij en ver weg. Ook bij mensen die hierin niet geloven. Immers, ook van hen is liefde de bakermat, of ze dit willen weten of niet. en al willen ze die liefde niet en negeren ze die levenskracht, dan hebben ze zichzelf ermee. Goed voorbeeld doet goed volgen. Onze eigen levenskracht, zorgen voor eigen goede voeding, doet anderen honger krijgen en op zoek gaan.
Gera Hoogendoorn-Verhoef

Intocht in Jeruzalem, geldt ook voor deze tijd. Hoezo?

Hoe en op welke wijze dan ook, Pasen wordt overal ter wereld gevierd. Aanvankelijk gold het Paasfeest als herdenking aan het feit dat het Israëlitische volk dat in ballingschap leefde in Egypte werd bevrijd en op weg ging door de woestijn naar het beloofde land, het ‘land dat overvloeide van melk en honing’. 40 jaren trok het uitverkoren volk - dat allerlei ellende en ontberingen te verduren had - door onherbergzaam gebied. Het volk had zijn eigen regels niet meer echt voor ogen zoals ze bedoeld waren. Daarbij hadden ze jaren onder de Egyptenaren die wreed waren en aan wie ze moesten gehoorzamen, veel van hun regels en leefgewoonten overgenomen… Hun eigen geloof was een mager afgietsel geworden. De Farao als hoofd van de Egyptenaren, kende God nog gebod niet en had zo zijn eigen opvattingen over wat goed of slecht was. Al met al leidde de afgoderij en uitholling van het oorspronkelijke Hebreeuwse geloof tot een zwaar en onvrij bestaan. Onderwijl Egypte verlaten te hebben, kreeg het volk de 10 geboden van God die ervoor moesten zorgen dat er nu duidelijke regelgeving was waardoor een vreedzame samenleving zou ontstaan, waarbij ieder zijn plek zou hebben naar talent, verdienste en waarin ieder mens voedsel, land en goed eerlijk verdeeld en genoeg zou kunnen genieten. Het werd anders… Men begon van lieverlee de 10 geboden toch weer naar eigen inzicht in te vullen en het doel – het beloofde land te bereiken – uit het oog te verliezen. En zie nu waarin we beland zijn…. En toch, het beloofde land is er nog steeds. Alleen… hoe moeten we dit opvatten en waarom zijn we verdwaald. Hoort al deze ellende bij ons leven of is er nog steeds een ‘beloofd land’ mogelijk...?

Het Paasfeest voor andere volken was een voorbode van de lente na de koude barre winter, waar schijnbaar alle leven uit weg was. Een feest van zoet brood, kuikentjes, lentekleuren paars, geel, groen en wit. Een ode naar de aspecten van dat seizoen:
Paars: lijden van gebrek in de winter, te moeten dealen met strenge koude en afzien, vaak ook voedsel gebrek hebben, was ten einde. Paars is de kleur van lijden, doodgaan. De ziel die de weg gaat van ego, afgescheiden zijn van de Waarheid die liefde is, gaat ook dood. Geestelijk gezien betekent doodgaan gebrek aan licht hebben. Gebrek aan liefde, aan léven hebben. zo is de winter ook een periode van verval, afsterven. Alle leven verdwijnt… schijnbaar. Uiterlijk gezien is het leven brengende weg. Gééstelijk gezien is er echter volop leven, maar net aan de buitenkant, maar in het innerlijk, dat nooit kapot te krijgen is! Paars is daarom ook de kleur van hoop op … nieuw leven ná de winter, na de dood, na verval, na slaafsheid van je ego dat je gevangenhield in onwetendheid van wie je was en nog steeds kunt worden!
Geel: Symbool voor het sterker wordende zonlicht. Zonder dat zonlicht is er geen leven mogelijk. De warmte die hoort bij licht (licht en warmte gaan altijd samen) wekt het in de aarde sluimerende zaad en nodigt de planten op om bladeren te vormen en zet dieren aan tot eieren leggen of paren. allemaal voorwaarden voor nieuw leven. De aarde staat voor het vermogen van het hart lief te hebben. Deze liefde zal dan wel aangeraakt, erkend, en gevoed en gedééld moeten worden. Licht doet dat! Licht brengt alles in beweging en verbindt uitersten met elkaar, waardoor nieuw leven op hoger niveau ontstaat. Zonder licht (inzicht, warmte) blijft alles zoals het is en gaat uiteindelijk alles dood. Zonder liefde is het leven hel, volop ontberingen van allerlei aard en leidt niets tot iets constructiefs. Zonder liefde dus geen échte groei al is er schijnbare groei. Geen echtheid, geen heelheid, geen eenwording dus, maar verdeeldheid.
Groen: het uitlopende groen, de nieuwe blaadjes aan de bomen. Fotosynthese wordt weer meer mogelijk om meer zuurstof te leveren om het nieuwe leven in staat te stellen te leven en te ontwikkelen. Door licht is al het leven in staat licht op te nemen. Licht brengt leven, dus vruchtbaarheid. Het is de kleur van het hartchakra, het 4e chakra dat de onderste 3 fasen van ‘lagere’, persóónlijke liefde overstijgt door de wil te dienen en zich te richten op de medemens. De mens wordt zich hier bewust dat het gaat om de hógere liefde die in de 3 volgende chakra’s tot leven komt naar hoe Gód dit bedoeld heeft en nog steeds bedoelt. Immers, Liefde is de grondslag maar ook het doel van het leven. Het is het land van melk en honing waar we allemaal willen leven en wat ook mogelijk is. De gang door de chakra’s door de seizoenen, door de tijdperken heen, laat ons deze weg zien. We zijn nu aanbeland in eind fase 5: we komen tot inzicht, worden wakker en zoeken naarstig naar 6, de tijdperk dat ons evenwicht brengt en ons thuis doet komen in 7. We zijn bijna uit de woestijn, maar zoals alle energie op is aan het eind van een zware reis vol leugens, verleidingen, uitputting, slaafsheid is de koek op, is het sappelen in deze fase en lijken we alleen maar meer obstakels tegen te komen, kunnen we er niet meer zo goed tegen, omdat we ons doel niet eens meer kennen, worden we soms moedeloos en dreigen we bij de pakken neer te zitten. we geloven niet meer in een land van melk en honing dat God ons heeft beloofd…
Wit: de kleur van zuiverheid, heel worden, toekomst. Het doel van het leven is er echter nog steeds. Dat doel is of je het gelooft of niet, nog steeds héél worden. Helen. Gezond worden. Volmaakt worden. Dat betekent dat alle polariteit in welles-nietes, goed-niet goed, schuldig-onschuldig, leuk-niet leuk, bekend-onbekend, liefdeloosheid-liefde, dood-leven, geloof-ongeloof, geest-materie, enzovoort overstegen moet worden. Wit is de kleur van zuiverheid. Reinheid van hart dat we pas krijgen als we alle kleuren verenigen. Immers, wit licht is geen licht als er ook maar één kleur wordt buitengesloten en wordt veroordeeld of … niet wordt gewild. Eenheid bereiken we pas als we stil zijn van binnen en alles aanvaarden in de hoogst mogelijke echtheid die ons doet beseffen dat we allemaal kinderen zijn van één Vader. De ene kudde, de ene Herder maakt de ene religie die de heelheid voorstelt en mogelijk maakt.

Het beloofde land waar het ‘overvloeit van melk en honing’ staat voor de staat van de ziel die geen liefdeloosheid meer in zich heeft en niet meer tot doel heeft. Als je ‘woont’ in een dergelijk land (bent in die staat), dan is er geen liefdeloosheid, onrecht en strijd meer. Het doel is bereikt en iedere ziel (volk, mensheid, mens) houdt hier goed vredevol verblijf.
De woestijn waar het volk (ieder mens, de mensheid) doorheen trekt is het leven in de materie. Gewoon je leven zoals een mens dat leeft te midden van de materie die hem trekt, belaagt, verleidt, afleidt, gevangenhoudt, maar ook voedt, plezier doel en richting geeft. De ellende is dat - als je het doel uit ogen verliest - je snel niet meer weet wat eigenlijk je doel is en je blijft steken onderweg bij iets wat jou wél wat lijkt (vanuit je kortzichtigheid, je verleden, je ervaringen, je kennis bekeken) maar je niet geeft wat je werkelijk nodig hebt of eigenlijk eerder al bewust of onbewust zocht. Het verliezen of negeren van je gereedschap, houvast, tools (de 10 geboden) die je was en nog steeds is geboden om door de woestijn heen te komen, deden je verdwalen en denken dat wat je om je heen ziet het enige is. Je houdt je er dan aan vast, al is het vaak beter wat dan niets. Als dit zo een tijd doorgaat houd je vaak op met te geloven dat er iets veel beters, bestaat. Je gelooft dan niet meer in de goede boodschap dat aan het eind van de horizon, aan het eind van je reis er een prachtig land op je wacht waarin het goed leven is en alle ellende is opgehouden te bestaan.
Je neemt genoegen met het slaaf zijn van wat jou op dat moment als enige bekend is en de maatschappij, de wereld, de mensen, de heersende moraal, je zeggen dat waar en goed is. Je offert je eigen idealen op en gelooft er na een tijdje niet meer in dat je ZELF in jezelf dus de richtingwijzer nog steeds hebt die je als kompas kan gebruiken om uit die woestijn (gebrek aan léven) hebt.
In de woestijn is geen water. Zonder water ga je dood. Water staat voor het enig leven brengende. Het staat voor het woord van God, je innerlijke leiding die jou telkens weer vertelt wat je beter kan doen en jou het echte leven brengt en je in staat stelt door die energie slurpende woestijn te reizen. En het verwarrende is dat jouw weg anders kan zijn dan die van je buurman. Ieder mens is uniek, maar waar hij zijn unieke talenten, geaardheid, zo-zijn bagatelliseert of niet eens heeft leren kennen of heeft leren gebruiken, wordt hij eenheidsworst, waarin mensen elkaar niets meer te leren en te bieden hebben. Het is het unieke dat juist heel maakt. Immers, waar je ieder zijn persoonlijke unieke waarheid zou kennen, zou deze altijd een plek in de samenleving hebben omdat hij altijd benut kan worden. Een mens kan pas dienstbaar zijn door zijn hoogst eigen uniciteit. Leven in de woestijn is eigenlijk niets anders dan slaaf zijn van de gedachte dat je niets te bieden hebt en niet nodig bent, maar ondertussen zeer veel gebrek lijden. Gebrek hebben en gebrekkig zijn is slaaf zijn van de materie en haar afleidingen die je te denken geven dat dit zaligmakend (heelmakend), is, dus jouw gebrek aanvult, maar je in wezen leeg houdt, dus gebrek oplevert.

Bevrijding uit Egypte staat voor het afstand nemen van het walhalla dat het leven materieel gezien zou moeten of kunnen zijn. Het betekent afstand nemen van alle vormen van onwetendheid en liefdeloosheid. Bevrijding uit gebrek is natuurlijk alleen maar mogelijk als je gebrek aanvult. Dat aanvullen is op pad gaan naar het beloofde land in het volste vertrouwen dat het daar veel beter is. Je zult dan al je bezit (hang naar geld, goed, eer, status) moeten opgeven. Alle eigenliefde, ego, hoogmoed moet verleden tijd zijn, wil je openstaan voor het vernieuwende. Er zal vertrouwen moeten zijn om op pad te gaan. Je weet immers dat je naakt, kwetsbaar bent zonder je bezit, je uiterlijke steunelementen waarvan je tot dan dat ze deel uitmaakten van wie je bent..
Je komt erachter dat je anders, méér bent dan je gebrek, je slaafsheid aan de materie. Je hunkert naar écht kunnen zijn, wat nog steeds niet goed lukte omdat je geknecht werd. Je kwam niet uit de verf. Je had de liefde niet. Je zocht ondergeschikte, tijdelijke liefde die je aanzag voor waar en heelmakend, gelukbrengend... maar vaker stress en allerlei narigheid bracht. de Liefde in jezelf was al lang ter grave gedragen - dacht je -. En … je nam er genoegen mee. Je kende jezelf niet, want je was al opgehouden te luisteren naar je hartenwens, de stem van God in jezelf die je altijd weer aanzette tot geloven in méér, op pad gaan naar iets beters en géén genoegen nemen met klatergoud dat materie en verstandelijke beredenering je bracht.

Maar goed, in de lente bevrijdt zich al het leven weer uit de aarde. Die aarde staat voor onwetendheid die nog steeds weten kan brengen. Die aarde wordt nu in de lente voorzichtig verwarmd. En uit onwetendheid gaat alles – ook jij - weer vol goede moed op pad naar meer innerlijke wasdom. De neiging tot groei, ontwikkeling is niet te stoppen. Elk jaar na de winter (afzien in jezelf, een zwaar leven vol ontbering) bot het leven weer uit. Het leven – God in de mens – is niet te stoppen.
Bevrijding uit Egypte doet het Jeruzalem binnengaan. Jeruzalem staat voor de staat van de ziel die thuiskomt in zichZelf, dat God – perfecte liefde is. Jezus kwam op een ezel Jeruzalem binnen.
De Ezel staat voor het minste, het kleinste het onaanzienlijke, het geminachte, het miskende. Als de ziel daarop – in die staat – reist (het leven leeft) komt hij altijd aan in de stad waar het goed vertoeven is. Jeruzalem is ‘de stad van Vrede’. De ‘basis van Salem (vrede). Melchizedek heeft daar zijn basis. Melchizedek, de Hoge Priester Jezus, Bemiddelaar ‘woont daar’ waardoor hoogste vrede mogelijk wordt. Immers, waar de Regeerder liefheeft, leeft het volk in vrijheid, vrede en voorspoed..
Je moet dus in Jeruzalem zijn waar Melchizedek vorst is. Maar je komt er alleen binnen zoals Jezus deed op een ezel, dus deemoedig, je kleinheid beseffend dat je pas groot bent daardoor. Zonder deemoed blijf je immers slaaf van wat jou het beste lijkt. Met een deemoedig hart doe je niet je eigen zin, maar volg je de zin van je innerlijke heelmeester, Gods stem, je geweten dat je maant recht te blijven – of te worden - in liefhebben zoals Jezus deed.
Mensen stonden aan de weg om Jezus te verwelkomen. Ze hadden over de wonderbaarlijke genezingen gehoord en wilden Hem als Koning. Ze werden immers onderdrukt door de Romeinen en Koning Herodes. Ze waren na Egypte wéér – eigenlijk nog steeds - in slavernij en wilden dit ontvluchten. Ze dachten dat Jezus hen wel kwam verlossen. Ze dachten materieel en wilden niet hun eigen wil en idee over wat goed en leuk was opofferen. Ze zagen niet dat Jezus een gééstelijke weg wees, onderwees en… vóórleefde. Ze begrepen niets van die ezel. Welke koning komt nu met zo’n ‘laag bij de gronds beest’ Jeruzalem binnen?! Ze begrepen niet dat alles wat er gebeurde – en nog gebeurt en ooit zal gebeuren – altijd een gééstelijke oorsprong én betekenis had en zal hebben. Alles wat in de Bijbel beschreven is, is werkelijk gebeurd, gáát gebeuren en dient daarnaast vooral gééstelijk opgevat zodat voorkomen kan worden wat ongewenst, liefdeloos is. Daarom is het van grootst belang de Bijbelinhoud gééstelijk te kunnen bezien.

Ze (we) wilden er ook niet aan denken dat Jezus via symboliek wilde vertellen dat het alleen de deemoed van hart is waarop je alle eigenliefde - eigenbelangen dus - kunt afleggen. Immers, pas wanneer je jezelf ondergeschikt maakt aan dienstbaar zijn van je medemens, gaat de wereld vooruit. Nooit wanneer je je eigenbelangen voorop zet. En reken maar dat je eigenbelangen er zijn zolang je Gód, de hóógste onbaatzuchtige liefde terzijde zet!
De intocht in Jeruzalem symboliseert dus de stap die de deemoedige ziel zet, zoals Jezus deed en daarbij dus niet haar eigen beperkte wil vanuit beperkt inzicht en beperkte maat van liefde doet, maar die van Gód. Zó kom je in Jeruzalem, stad (staat) van vrede en op geen enkele andere wijze.
Jezus werd geen Koning. Dat was helemaal Zijn doel niet. Ook wilden veel mensen helemaal Jezus niet als Koning. Het waren de Farizeese Joden die Hem niet konden uitstaan. Hij met Zijn praatjes en wonderen… Ze waren jaloers en vonden dat Jezus een Godslasteraar was. Hij riep zichzelf immers uit als ‘zoon van God, de Verlosser'. Ze zagen Hem niet als de in de Bijbel aangekondigde Messias die ‘Koning zou worden over een nieuw rijk’ en konden dat ook niet herkennen terwijl ze er met hun neus bovenop stonden, omdat het hen aan kleinheid, deemoed, liefde ontbrak! Ze begrepen de tekst in de Bijbel niet gééstelijk, maar zagen het Joodse geloof met bijbehorende rituelen en de tempeldiensten, als een en al wet die gehouden moest worden op straffe van hel als je deze wetten niet onderhield. Ze hadden geen liefde tot God, maar eerder angst voor de wét en de tempelheersers die Gods naam die liefde is hadden moeten vieren in plaats van deze veraf van de mens te brengen en neer te zetten als een straffend eer en status eisend god. Men kon niet verder kijken dan de liefdeloze wet.

Ook de Romeinen wilden Jezus niet als koning. Herodes had er al in het begin bij de geboorte van Jezus alles aan gedaan om te voorkomen dat ‘dat Kind dat alles zou heel maken en het volk zou verlossen van het juk van slavernij’, zou blijven leven. Hij keek met argusogen de ontwikkeling aan. Nu was er zijn kans… Hij gaf opdracht Jezus gevangen te nemen wat makkelijk te doen zou zijn omdat Judas een van de leerlingen van Jezus – hem zou verraden.
Zo doen we nog steeds: Het kwaad – het satanische – wacht altijd de kans op om de mens die vrede wil en op weg is naar de stad Jeruzalem (staat van heelheid van de ziel) binnen te gaan, gevangen te nemen. Daartoe gebruikt het kwaad misleiding, leugen, bedrog en omkoping, controle en dwang. Je mag - als het wordt wat zij willen - de stad niet in zonder code, chip, punten van goed gedrag.
Het kwaad – de eigenliefde – is het tegenovergestelde van deemoed. Het kwaad wil het hoogste woord en beweert dingen waarvan ze geen verstand heeft en maakt van waarheid leugen en noemt leugen waar. Dat kwaad - de mens die eigenmachtig is en vol van eigenbelangen zit - is bang voor de liefde die inzicht, moed, power geeft om alles héél te maken en de waarheid aan het licht te brengen. Het nieuwe leven - ontwaken van de ziel die sliep - wil ze niet! Ze lacht de welwillende mens uit, bespuwt hem omdat hij nog gelooft in de kracht van liefde, zoals nu ook mensen die zich aan Gods liefdeswetten en waarheid willen houden benadeelt, uitlacht, benadeelt, buitensluit, vervolgt. Het kwaad wil de intocht in Jeruzalem onmogelijk maken en roept op om mee te gaan in een materiële nieuwe wereld van verstandelijke, kunstmatige intelligentie en controle die ons geluk moet brengen.

En tóch… het land van melk en honing ís er en nog steeds bereikbaar voor iedereen die dit wil! Het is bezig zich te ontwikkelen op de puinhopen van het verleden, eigendunk, eigenliefde, waarin geen plaats is voor het belang van de medemens en ieder mens slaaf is of slaaf gemaakt wordt van een steeds meer beperkend systeem waarin alle liefde wordt gedood. De materie houdt ons nog steeds gevangen. Nog steeds denken mensen dat deze woestijn een geweldige plek is juist als je God – de belangeloze Liefde - vergeet. Ze beseffen echter niet dat we juist dáárom zo verdwaald zijn en onszelf en onze medemens met zoveel ellende hebben opgezadeld. Het levende water is weg. Daarom is de woestijn ook een woestijn en moet je tevreden zijn met wat er ‘wel is aan karig voedsel’. Dat karige voedsel is nep voedsel dat je wel in leven houdt naar lichaam, maar je ziel in de kou zet. Wie geeft nog antwoorden op prangende vragen? Is er al veel belangrijks niet verzwegen, hebben we niet al zo lang ‘waarheden‘ gehoord die helemaal niet waar zijn? En wordt ons ook nu niet weer een vette worst met prachtige beloften voorgehouden om ons maar volgzaam te doen zijn? Worden we ook niet nu bang gemaakt en gedreigd met een kapotte aarde, vervuiling door boeren, tekort aan fossiele brandstoffen, beschuldigd van onwil en worden nu ook weer niet allerlei waarheden gepredikt die geen waarheden zijn en zogenaamde oplossingen geen oplossingen zijn maar ons verder zullen gevangenhouden, verstrikken, misleiden en het laatste restje vrijheid en liefde proberen te doden? Er is niet veel veranderd sinds de tijd dat Jezus op aarde leefde en de tempeldienaars uit op eigenbelangen de Echte Liefde aan het kruis hingen in een poging alle geloof in de Liefde te doden.. Zolang de mensheid zijn verlossing zoekt in instituten, overheden maar DE ENIGE ECHTE OVERHEID – die Liefde is - negeert, niet wil kennen of niet wil toelaten, zal het levende water verontreinigd en schaars zijn en… blijven.

We hoeven Jeruzalem niet te steunen. Deze materiële stad ligt half in puin verdeeld door egoïsme en hoogmoed en is als zoveel steden verscheurd door haat en oneerlijkheid. Geen mens hoeft daarheen te gaan om ‘Jezus te zien wederkomen op de Berg‘. Nee, de Olijfberg staat voor de top van de dienende, alles vergevende liefde die hoog boven het lage land (onwetendheid, egoïsme) uit tornt. Ieder die zich ‘op die berg begeeft’ zal Jezus zien. Anders gezegd: ’deze mens zal Jezus in zichzelf weten en vanuit hoe Hij wil dat die mens leeft, zijn leven leven. Deze mens volgt dan Jezus ná, waardoor déze mens met anderen die dit ook willen en doen, een nieuwe stad van vrede vormen. Ze komt eraan…, maar we moeten geen voorbeeld nemen aan de materiële stad waarin oorlog wordt gevoerd omdat twee kampen symbool voor mensen die liefde die God is herkennen en zij die dat niet doen… En… we hoeven elkaar geen schuld te geven. Zolang we God als enige bron van liefde zonder grens niet aan het werk laten, zal er verdeeldheid zijn en doen we eraan mee! Immers, uit onszelf weten we nooit goed wat nu werkelijke liefde is of niet. Het is juist dáárom dat we alle waarheid verdelen in stukken die ons bevallen of niet. We veroordelen onszelf omdat we veroordelen.. We steunen oorlog.. of niet. We steunen partijdigheid of niet. We hebben lief… of niet! God zegt: ‘er is geen tussenweg. Je kunt geen twee heren dienen. Het is óf Ik, of niet. Ik ben een na-ijverig God’. Dat betekent niet dat God jaloers is of zo. We dichten Hem weer ménselijke tekortkomingen toe.. Nee, het betekent dat God wil dat je Hem als HOOGSTE liefhebt en De Liefde dus ALLE eer - dus aandacht - geeft en niet dit aspect wél en dat níét. Waar wezenlijke liefde is, is er immers geen verdeeldheid en oordeel en dooft kwaad vanzelf uit omdat je er niet meer aan meedoet! En.. we kunnen ménselijke liefde en idee daarover pas overstijgen door het beloofde land dat overvloeit van melk en honing (voeding en vrede) voor ogen te houden als vaststaand, hoogste doel!
In Jeruzalem liggen niet voor niets de heiligdommen van Christenen, Joden en Moslims zo dicht bij elkaar. Maar we komen nooit over menselijke grenzen heen als we in polariteiten, egoïsme en wettisisme blijven steken. Het is alleen de onbaatzuchtige liefde die ieder als gelijke ziet, die voorwaarden biedt om Jeruzalem dat altijd al verscheurd is geweest, eindelijk tot die ENE hoofdstad te maken waarin vrede heersen zal. Jezus heeft het beloofd, dat dit gebeuren zal. Maar.. we zullen Hem dan moeten navolgen in het opofferen van de eigen kortzichtige liefdeloze egoïstische wil en de wil moeten doen van de Vader: Dat is dus doen wat de hóógste liefde van ons vraagt. Dat is de vader van iedere gedachte. Tenminste… zo zou het moeten zijn. Deze ‘vader’, bron ligt in ons te wachten om gebruikt te worden. Dat kan niet als we in de winter, kou van ons hart blijven zitten en van ons hart een graf maken waarin alle liefde uitdooft.
Pas wanneer we de wetten van de onbaatzuchtige liefde met ons meenemen, wordt onze ziel verlicht en kan ze in dát geestelijk licht van liefhebben, zien welke kant ze op moet om Jeruzalem binnen te komen, waar Jezus, Melchizedek de Hoge Priester, dus Leider is. Het is het volgen van Zijn voorbeeld waardoor we vrede zullen kennen. We zullen dan wel ons kruis moeten opnemen, want niets doen en toekijken maakt Jeruzalem niet tastbaar en reëel. We zullen op de ezel moeten willen gaan reizen door ons leven. Pas dan vormt zich een prachtig rijk van Vrede in jezelf én op aarde binnenkort: Je-ru-SALEM.

(Lees Predikingen van de Heer, Gottfried Mayerhover, hoofdstuk 18. Een citaat hieruit pag. 118:
‘… begraaf het niet, maar buit het uit, opdat het binnentreden in het grote geestelijke rijk, in het grote geestelijke Jeruzalem met zijn tempel - als woonplaats van uw Vader - u geoorloofd zal zijn en u niet, zoals de verstokte Farizeeën, naderhand als slaven van uw eigen hartstochten in alle grote ruimten van Mijn schepping met ronddwalen. U zult daar weliswaar alles kunnen vinden wat u eens genot en vreugde bracht, maar bij al deze vluchtige geneugten met u toch de grotere, veel belangrijkere vreugde, die van Mijn liefde, Mijn genade en Mijn woonplaats missen. Want weet: wanneer uw hart niet Mijn woonplaats is en u Mij niet overal waarheen u zich ook begeeft, in het hart draagt, dan ben Ik voor u nergens te vinden, zelfs niet in het grote geestelijke Jeruzalem, dat immers niets ander voorstelt dan het geestelijke liefdesprincipe dat alles heeft geschapen, onderhoudt en trapsgewijs voorwaarts naar hogere vreugden voert. Neem dit in acht! Bekijk met geestelijke ogen de gebeurtenissen en de tendenzen van uw tijd en u zult makkelijk begrijpen dat de tijd nabij is waarop Ik, de Heer, rijdend op een ezelin, Mijn intocht in de geestelijke wereld, in de zielen van de mensen wil houden. Zalig diegene die voorbereid is, want Mijn komst zal hem niet verrassen’).
Gera Hoogendoorn-Verhoef
(Voor wie wil: Genesis 14-28 - Psalm 110, 1-4 - Hebreeën 7,2)

Drugs, niet alleen van nu…

De algemene gedachte heerst dat er in de Bijbel weinig beschreven staat over drugs. Dat is niet zo. De gebruikte woorden laten echter niet voor ieder hun eigenlijke betekenis zien, waardoor je niet door hebt wat er wordt bedoeld. We gaan eens kijken:

Drugs zijn zo oud als de mensheid. Vroeger wilde men al in contact komen met de ‘goden’. Ook Adam en Eva kenden bijvoorbeeld de hallucinerende werking van bessen. Nadat ze hun eigen idee kozen te doen in plaats die van God, zochten ze compensatie. Waarom zouden ze die lekkere bessen niet mogen eten? Ook zij sloegen dus de goede raad in de wind. Dénken, ménen het goede te doen is echter geen zeker weten uit God… De wens om ‘in contact te komen met de ‘goden’ werd meer en meer gemeengoed toen mensen meer en meer Gods weten via hun levenskompas -  hun innerlijk weten vanuit hun hart - begonnen kwijt te raken. Hulp en raad werd meer en meer gezocht bij de wijzen in de groep. Toen deze gebruikt gingen worden door leiders om meer macht en aanzien te krijgen, begon de mens wegen te zoeken waarbij ze de opdrachtgever tevreden konden stellen door gunstige voorspellingen, gewenste oplossingen en aanbevelingen te doen. Men zocht door de tijd heen methoden om op kunstmatige wijze in contact te komen met ‘het hogere’, waarvan ieder nog wel wist dat dit er was. Alleen… wist men niet meer zo precies hoe die geestelijke wereld in elkaar zat en had men steeds meer informatie nodig uit die wereld. Daarbij begreep men niet meer goed dat Gods weten in de mens zelf te raadplegen was, als deze maar zou leven zoals dat bedoeld was (en nog steeds is). Dus, wat is het hogere precies, hoe weet je wat de meest zuivere informatie en goede krachten zijn en hoe kun je hiermee contact maken of ze gebruiken. En.. wat is eigenlijk het goede dat je voor ogen hebt. Steeds meer begonnen menselijke meningen de goddelijke adviezen en leefregels te verdringen.  De wijzen waarschuwden hiervoor, maar wens tot aanzien, macht en beloningen – allerlei soorten eigenbelangen - waren en wérden sterker in de mens, die meer en meer los kwam te staan van zijn enige echte Raadgever: de volmaakte liefde. Men begon ander houvast te zoeken en God kwam op de achtergrond, zeker ook omdat menselijke ideeën meer werden gewaardeerd en geloofd dan Gods eenvoudige leefregel: ‘Ik ben de enige echte waarheid. Zoek Mij, dóór Mij – de zuivere liefde – lief te hebben en jezelf en anderen zonder eigenbelang’. Afgoden ontstonden. Een andere naam voor ’goden’ was: ‘de boze machten van de hemelse gewesten’ zoals de Bijbel ze noemt (Efeze 6:12).

In 1 Cor. 8:5 wordt al duidelijk dat wij met boze geesten te doen hebben omdat zij nu eenmaal bestaan. Zoals er op aarde altijd al slechte en goede mensen zijn, is dit ook het geval in de geestelijke wereld. Door het eten van ‘aan afgoden gewijd offervlees’, maar ook door gebruik van verdovende middelen (bijvoorbeeld uit planten, paddenstoelen) kwamen priesters in contact met deze afgoden. Deze afgoden zijn demonen, kwaadwillende geesten die bij mensen kunnen binnenkomen als deze maar een verbinding zoeken door een bepaalde neiging.

Omdat drugs versterken vaak lichamelijke neigingen. Een neiging is een voorliefde hebben voor iets bepaalds. Drugs versterken de wens tot bevrediging van bepaalde neigingen. Een mens kan allerlei neigingen hebben. Dat betekent dus dat hij kan ‘neigen tot‘ het hebben van bepaalde kracht, kennis, energie, maar ook seks, geweld, agressie.

In de geestelijke wereld leven (wonen) allerlei soorten geesten en zielen van overledenen. Al naar gelang de neiging(en) van zo’n geest of overledene is, worden mensen op aarde die diezelfde neiging(en) hebben, aangetrokken door die ziel of geest die als het ware wil tanken bij die op aarde levende mens. Hij zet die mens aan door hem allerlei dingen te laten zien, beleven, op te zoeken of ook te doen. Dat kan natuurlijk niet, als die mens dit niet wil en ook geen neiging heeft. Een sterke ziel of een ziel die dus ongevoelig is voor die verleiding/neiging zal niet snel doen wat die gedachte, die geest hem doet willen. Een geest die die mens dus verzwakt heeft even het gevoel dat hij wordt bevredigd in zijn hunkering, maar komt er al weer snel achter dat dit maar tijdelijk was. Zo is het overigens ook bij die mens op aarde. Ook deze ziet al snel dat zijn bevrediging maar van korte duur w as. Het probleem is, dat een geest enorme macht kan uitoefenen op de zwakke mens en hem het gevoel geeft dat er iets ergs gaat gebeuren, of iets fout gaat, als hij zijn drang niet volgt. De mens op aarde zal dan vaker toegeven om maar een beter gevoel te hebben al is het maar even en even rust te hebben in zijn hoofd. Uiteindelijk  is het gevolg verslaving, wat niets anders is dan een geestelijke afhankelijkheid die lichamelijk geworden is. Demonen, goden zijn niets anders dan bepaalde geesten bepaalde neigingen of intentie.  Door tijdelijk onderdeel te worden van een mensenleven ervaren deze demonen ‘voldoening’ die dus maar heel tijdelijk en summier is, waardoor ze steeds sneller en vaker een contact willen. Dit is ook de reden van verslaving bij de mens op aarde. Een sterke mens die weet wat hij wil, zijn doel kent en ook trouw blijft zal nooit slachtoffer worden. Bij hem kunnen dit soort geesten niet ‘binnenkomen’, als er geen bepaalde neiging in hem is. Daarom is het ook dat de Bijbel dringend adviseert om te werken aan je verkeerde neigingen omdat je anders de ‘verzoekingen’ niet makkelijk kan weerstaan en maar al te makkelijk op slinkse wijze ‘verleid’ wordt tot het voldoen aan je drang en het inwilligen van de ‘verzoeken’ van de geest die je belaagt. Uiteraard kan een mens zelf ook behept zijn met bepaalde neigingen die zwakker of sterker zijn. Maar het zich openstellen voor het geestelijke is een snelle en zekere weg om nóg meer onder de verleiding komen te staan.  Men begrijpt - sinds het geloof in en vooral ook de kennis van de geestelijke wereld bijna verloren is en erg gemixt is met allerlei bijgeloof  - niet meer dat de geestelijke wereld zich wel degelijk veel meer met de mens ophoudt dan men weet en denkt.

(meer over de geestelijke wereld zie het boek: Gods geestelijke wereld - Gera Hoogendoorn. Komt uit w.s. 2023).

Drugs maken van de mens een soort medium. De stoffen vormen als het ware antennes om verboden zenders op te vangen. Waarom is het verboden om contact met de geestelijke wereld te hebben? Omdat de mens die dit doet niet weet hoe gevaarlijk dit is omdat uiteindelijk de ziel geheel ‘verkocht wordt aan de duivel’, zoals men dit noemt. De ziel van de mens op aarde denkt dat hij info of kracht krijgt van een liefdevolle of wijze geest. Contact zoeken met de geestelijke wereld doe je niet als je jezelf vertrouwt, begrijpt waarom God deze wijze raad heeft gegeven of gewoon God liefdevolle wijze raad aanvaard en opvolgt. Je doet dan niet je eigen zin, maar doet dan wat God wil. Je stelt dan het belang van de hoogste wijsheid voorop, wat de mens zou moeten doen, wil hij zo min mogelijk risico in van alles en nog wat lopen.

Een mens die eigenmachtig dit contact zoekt, is onbeschermd omdat hij niet gelooft in God als ‘baas’ van de geestelijke wereld. Alleen de hoogste liefde geeft bescherming. Wanneer je deze hoogste liefde dus niet serieus neemt, loop je risico. Ook God kan geen mens beschermen als deze uit vrije wil goede raad in de wind slaat en zijn eigen zin voorop zet. God geeft dus advies, maar verbiedt niet. Waar Hij iets aanraadt, is het altijd een dwingend advies in de betekenis van ‘je zou moeten, of je zou niet moeten’. Een liefdevolle krachtige aanbeveling dus. Waar de mens deze raad niet opvolgt, is het aan hem zélf het gevolg over zich heen af te roepen.

Een mens kan alleen die geest van dat niveau aantrekken die overeenkomt met dat niveau liefde  van hemzelf. Een zeer wijze, liefdevolle geest (engel) kan nooit op commando komen wanneer een mens een of een bepaalde engel aanroept, omdat de mens zijn kracht niet tot die sfeer reikt. Wél kan de mens vragen om geestelijke hulp. Deze wordt dan gestuurd – in welke vorm of op welke tijd dan ook . Deze past altijd bij het begrip, doel, bevattingsvermogen en intentie van die mens.

Een rijp mens zal altijd God, Jezus Christus zelf vragen om hulp. Hij weet immers dat hij risico loopt en ook de geest stoort in zijn geestelijk leven in de geestelijke wereld. Het is God – de volmaakte liefde die de engel op pad stuurt met een bepaalde taak. Deze kan het onmogelijk bewerkstellen, maar ook stukje bij beetje een mens op andere gedachten brengen. Een mens kan nooit overzien waar, welke engel er voor hem op dát moment, díe plek, in díe omstandigheden moet zijn. Een mens die zelf via rituelen, drugs, oefeningen, spellen, kaarten contact zoekt, trekt een nog zeer materiële dus onrijpe geest aan die inderdaad kan doen alsof hij alles weet, het juiste zegt en aanbeveelt, wonderen doen, maar ook oplossingen aandragen. In het gunstigste geval is die geest zelf dus erg misleid en denkt hij dat hij goed bezig is via zijn ‘hulp’ aan die aardse open mens. Vaker nog is zo’n geest echter zelf zeer noodlijdend en zoekt hij een ingang om er zelf beter van te worden, wat hij doet door die mens die naar hem ‘vraagt’ te bewegen tot verkeerde (liefdeloze) gedachten en daden. Hij probeert via allerlei ingangen  vat te krijgen op de zoekende persoon.

Daarom is het ook dat mensen vaak van de regen in de drup komen, veelal naast hun schoenen gaan lopen door de kennis of kracht die zij lijken te hebben of tijdelijk ook hebben. Deze kracht of kennis is echter dan niet tot heil van iemand, maar tot ongeluk, al kan het een tijd duren voor dit blijkt. Dan nog kun of wil je vaak verbanden niet zien en denk je ondertussen dat iets dat er gebeurt voor jou het goede is. Je ziet dan niet in dat dat ‘nieuwe’ gaat leiden tot veel meer verval, verwarring, chaos en teleurstellingen, zelfs dwangen, ongewenst en zelfs ongeoorloofd gedrag. De nieuwsgierige persoon krijgt steeds minder te zeggen en doet steeds meer dat wat de geest die hij heeft aangetrokken, wil of beweert. Hij wordt dan meer en meer willoos zodat de eigen wil ook afneemt. Hij vergooit dan dus zijn eigen identiteit waardoor de entiteit (geest) meer en meer de identiteit van die persoon bepaalt op bepaalde tijden of zelfs doorlopend. De persoon neemt dus als het ware bepaalde geest of geesten over. De meest bijzondere of liefdeloze zaken kunnen worden opgedrongen op een heel subtiele wijze, waarvan je niet doorhebt hoe vernietigend dit kan uitwerken voor jou zelf persoonlijk of voor je familie, omgeving, toekomst enzovoort. (lees over deze materie ook ‘Help er zit een spook in mijn hoofd’).

In Brazilië roken ‘dokters’ marahuijana om met ‘de Grote Geest’ te kunnen spreken. Deze moet hen dan de wijsheid geven om te kunnen genezen of leiden. Heel vroeger gebruikten de Azteekse priesters de zgn. ‘goddelijke paddenstoel’ Teonanactl. Zij kwamen hierdoor in verbinding met hun ‘god’ (steun, raadgever) die hun opdrachten of kennis kon geven (1 Cor.10:14-22). LSD ontstond door het chemisch namaken van de stof psilocybine uit die paddenstoel. Bijzonder te bedenken dat het vlees van de godheid – ‘het duivelse avondmaalsbrood’ -  in moderne labs wordt gemaakt. Ieder weet van de mensen (kinder) offers, de bloedige wrede rituelen die blijkbaar nodig waren om hun goden te pleasen. Ook de martelingen onder de drugs gebruikende volkeren zijn de geschiedenis niet voor niets ingegaan. We weten allemaal van satanisten die om hun god maar te pleasen, bij de groep te mogen horen, voorspoed te mogen beleven, als beloning de meest bizarre, wrede martelingen uitvoeren.

Deze gebruiken zijn te zien als de tegenhanger van het ‘Heilig Avondmaal’, waarbij het de bedoeling is dat de mens de wijn (geest der liefde) en het brood (het woord van God) tot zich neemt, waardoor hij gevoed wordt en verbonden is met God omdat deze mens dat wil!! Het gaat dus hier om de zelfwerkzaamheid liefde te willen doen, zonder noodzaak van ritueel, moeten, dwang, religie of hokjes. Daarbij is het dan de eigen bewuste wil om in je hart de stem van God te vinden die deze mens vanzelf, doorlopend, zonder dat het geld kost, kan ‘horen’. Dit is de meest betrouwbare bescherming, advies- en kennisbron die de mens kan raadplegen.

Het kwaad – in de vorm van Gods geesten die NIET bij Gods liefde willen horen –  beïnvloedt de wereld en doet dit via het misleiden van de mens, wat lukt door het voorspiegelen van geluk, vrede en vrijheid door het verdraaien van de waarheid, het verspreiden van angst en leugen en vooral ook… gebrek aan kennis van het ware en … vals geloof dat je als mens nooit het goede doet, er geen redding is als je dit leven niet geniet, niet meewerkt aan het systeem.

Het satanische dat opleeft in deze tijd wil de mens klein, krachteloos en willoos hebben en houden. Dat lukt aardig onder invloed van veel onwaarheden, technisch vernuft dat gezondheid en geluk lijkt te waarborgen, beloften dat het alleen beter wordt als we niet meer discrimineren, vervuilen en toenemen aan verstandelijke kennis. Men stelt dat ons DNA niet goed genoeg is, we moeten meer Kunstmatige Intelligentie inzetten om de problemen die er wereldwijd zijn, op te lossen. God is weggehoond uit de wereld. We kunnen alles zelf en.. alles mag.  Ons meest diepe innerlijke Zelf hebben we verkwanseld, omdat ons de opbrengst van de materie en ons verstand ons meer waard leken. Wat dat betreft is er dus niet veel verbeterd in de wereld. Sterker nog, we zijn ondanks alle materiële ontwikkelingen en gewoonten af gegroeid van ons meest echte zelf, waardoor we dus onecht geworden zijn en onze waarde als geestelijk mens niet meer kennen en niet meer gebruiken.

Men zegt er evenwel niet bij dat we door al deze dingen, het unieke krachtige ondermijnen en meer en meer slaaf worden van egoïsme, materialisme en elkaar daardoor juist onvrij maken en discrimineren. Partijdigheid, agressie, egocentrisme, verwarring groeien juist daar waar je wezenlijk liefde voor je eigen diepe wezen niet meer kent, wat hetzelfde is als God niet meer kennen en niet meer willen, niet meer toelaten in je dagelijks leven.

Sinds de new age die nu zo’n 70 jaar over de aardbol macht kreeg is er eigenlijk naast het Christendom een nieuwe vorm van heidendom (onwetendheid) ontstaan, dat de Bijbel het ‘Nieuwe Babylon’ noemt. Men ziet dit niet zo, omdat men de lijn die de Bijbel ons laat zien, niet kan volgen en herkennen als je die Bijbel niet kent… of de gééstelijke betekenis van teksten niet goed begrijpt. Men wil ook vaak op grond van zich verheven voelen boven God die ze niet ‘boven’ zich dulden, ‘eindelijk afrekenen’ met het ‘oude domme starre Christendom met alle dogma’s dat zoveel onrecht heeft gebracht. Dat er veel onrecht is begaan in de naam van het Christendom is zeker waar, maar dat kunnen we van alle andere religies of levensbeschouwingen evenzo zeggen. Als je echter zegt het hoogste – de zuivere liefde – alle eer te willen geven, door Jezus’ leven zo goed mogelijk na te volgen, maar je tart alle menselijkheid, veroordeelt, dwingt, dreigt met hel en verdoemenis, ondermijnt, discrimineert, door de naaste maar ook jezelf niet op waarde te schatten en te respecteren en je bent niet wie je bedoeld bent te zijn volgens God die je zegt te willen dienen, klopt er iets niet en breng je ontzettend veel leed, juist ook omdat je mensen door jouw eigen leefstijl van God afhoudt!

Er zijn genoeg verhalen waarbij bijvoorbeeld zelfs predikanten onder invloed van drugs ‘waarheden’ doorkregen in de vorm van visioenen. Soldaten werden en worden rustig gehouden of juist meer agressief gemaakt om meer mensen makkelijker te kunnen doden, door het toedienen van drugs. Geweten wordt immers gesust, waardoor grenzen makkelijker vervagen en moed om liefdeloos te zijn sterker wordt. De priesters in het oude Babylon kenden ook al ‘middelen’ die zij gebruikten tijdens hun ‘mysteriën’. Zij communiceerden met de godheid via hypnose en drugs. Niets nieuws dus eigenlijk. Ook het Oude Testament beschrijft het verhaal van Elia en de Baälpriesters (1 kon. 18:26).

Afgoden zijn ook overdreven neigingen. We zien dit niet zo, maar ook overdreven sportbeoefening, een mooi lijf willen hebben, altijd jong blijven, lekker willen eten, prachtige kleding, bekendheid willen hebben, de show stelen, meer en meer kennis willen hebben enzovoort, zijn ook afgoden. Ze houden je immers van goed (God) doen, af. Veel tijd, moeite en geld worden opgeslokt door dingen die schijnbaar geluk geven, maar altijd maar tijdelijk geluk geven en anderen benadelen doordat wij met onszelf bezig zijn..

De droomstad van de toekomst (de stad van de spelende mens) is allang verwezenlijkt. De mens van nu heeft het drukker dan ooit met genieten. We denken dat ‘het leven kort, tijdelijk en eenmalig is’ waardoor je dus volop moet genieten en alles gedaan en beleefd moet hebben om gelukkig te zijn. De meeste kinderen worden niet meer opgevoed met de kennis dat ons leven een gééstelijk doel heeft, namelijk door middel van de materie onze ziel op te schonen tot meer liefhebben en begrijpen dat er na dit leven een geestelijk leven is, waarin je zult zien wie je was en geworden bent door jouw wijze van in het leven staan op aarde.

Openbaring, het laatste boek van de Bijbel heeft het over een Nieuw Babylon, de grote hoer-stad. Deze ‘stad’ (gemeenschap van mensen) ‘handelt in zielen van de mensen’ (Openbaring 18:13). ‘Toverij zal er zijn waarmee alle volken zullen worden verleid’. Toverij omvat alle dingen, technieken, uitvindingen die destijds voor de eenvoudige mens niet te begrijpen waren, maar wel iets goeds zouden teweegbrengen. Wat een mens niet begrijpt, verklaart hij al snel voor niet waar, niet bestaand, onmogelijk of … een wonder, of… tovenarij.

Verdovende middelen, maar ook geneesmiddelen (in het Engels ‘drugs’) hebben de betekenis van ‘Pharmakela’. We weten welke industrie hiermee van doen heeft: de Pharmacy, die de macht heeft  alles gezond te kunnen ‘toveren’ wat we maar wensen, door chemische stoffen toe te dienen. Het bijzondere is echter hierbij dat er zoveel bijwerkingen zijn die schade brengen aan de ziel, náást die aan het lichaam, al kan het middel natuurlijk ook iets moois teweegbrengen, wat doorgaans natuurlijk ook de bedoeling van een medicijn is. Veel hallucinaties, psychiatrische ziekten zijn echter het gevolg van drugs en… medicijnen. Teveel aan gestapelde gifstoffen afkomstig uit jarenlange medicatie, maakt ook een vertroebelt brein of  verduisterd gemoed.  Heel vaak wordt een medicijn gegeven om de goede uitwerking op een vervelend symptoom. Echter de bijwerkingen worden voor lief genomen. De samenhang die er tussen geest, lichaam en materiële stof is, wordt echter dikwijls niet gekend, niet herkend en… gevolgen van geestelijk onwel bevinden worden vaak maar voor lief genomen. ‘het is niet anders’, zegt de arts, bijsluiter of jij zelf. Er volgt dan om die bijwerkingen en gevoelens te onderdrukken ook weer een pilletje..  In deze zin functioneert een medicijn – hoe wenselijk ook – toch ook als een drug die verdooft en onderdrukt.

De kruidenkenner werd nogal eens gezien als ‘tovenaar’. Voor verstandelijk denkende mensen die zich niet willen inlaten met het geestelijke, lijkt het ook soms ‘toveren’ als iemand beter wordt door het gebruik van een kruid, terwijl de medische wetenschap de werkzame stof niet kent, of het geestelijk principe dat evenzogoed werkt in een kruid of bepaalde therapie, niet aanvaardt. Voor velen is kruidengeneeskunde abracadabra als je niet op de hoogte bent van het nut of de schadelijkheid van de inhoudsstoffen. In vroeger tijden werd kruidengeneeskunde verward met ‘tovenarij’. Zeker in de tijd dat de kerk alles waar men geen grip op had verwees naar het rijk der duivelen. Ook Homeopathie wordt om die reden door bepaalde kerkgenootschappen (nog steeds) als duivels gezien. Het feit dat een oplossing ‘geschud en gemengd moet worden om geest vrij te maken’, is voor de onwetende iets dat te maken heeft met alchemie en occulte zaken dus met ‘geesten’. Dat bewustzijn, intelligentie van bijvoorbeeld een plant door schudding uit de stof wordt losgehaald, waardoor het op de ziel of ook het lichaam kan inwerken en dat dit juist een zeer edele geneeskunst is, die weinig kost, ontzettend veel goeds kan doen en geheel natúúrlijk werkt, willen ook velen in deze tijd nog niet begrijpen, waarin alles bewezen moet zijn wil het werken of gebruikt mogen worden.

Kruidengeneeskunde is zeer actueel nu men meer en meer wél op de hoogte raakt van de werking van stoffen. De natuurlijke apotheek kan veel beter benut. Alleen.. op natuurlijke middelen is geen patent aan te vragen. Er valt niet voldoende aan te verdienen… Geestelijk bewustzijn in bepaalde planten of mineralen kan onontbeerlijk zijn om tekorten aan te vullen. Daar dit bewustzijn niet te meten is, kan het voor de ongelovige wel hocus pocus lijken als iemand wel degelijk herstelt.

Het Griekse woord voor ‘tovenaars’ is ook ‘Pharmkos of afgodendienaars’ (Openbaring 21:8, 22: 15). De ‘boze machten’ die men aantrekt door drugs of het zoeken van contact met hen door allerlei rituelen, oefeningen of bepaalde meditatievormen komen makkelijk bij mensen binnen. Vooral bij mensen die overigens goed bedoeld sneller willen groeien, teleurgesteld zijn, geen houvast hebben kunnen vinden en God zijn kwijtgeraakt en zwak zijn om de materie, het leven het hoofd te bieden, weinig zelfrespect hebben of zichzelf afhankelijk opstellen, niet zichzelf (meer) durven te zijn en andere mensen of systemen méér geloven dan de waarheid in hen zelf – als ze deze al hebben leren kennen – zijn slachtoffer van geesten die hen lastigvallen.

Onze ‘verlichte’ hedendaagse tijd weet niet meer het fijne van het geestelijke. Wie wordt er nog mee opgevoed en waar zijn de kerken die voorlichten over deze materie?  Men scheert engelen, verdwaalde zielen, demonen, spoken, duivels, engelen, zielen, overledenen, gidsen, natuurzielen, gnomen, trollen enzovoort over één kam. Men hoort de klok luiden, maar men weet niet meer waar de klepel hangt.. Engelen kunnen wijsheidsgeesten zijn, maar ook geesten van overleden, rijpe - dus geheelde – mensen. Engelen die alle ego hebben afgelegd en dus alle liefde in God hebben eigengemaakt, zijn ooit eerder mens op aarde geweest. zij zijn de hoogste engelen die de liefdesengelen zijn en pas werkelijk het meest goede in God kunnen kennen, willen en uitvoeren (in opdracht van God). Demonen zijn geesten. Duivels zijn neigingen in talloze vormen. Satan is de ‘opperbaas’ die het leger gelijkgestemde geesten en overledenen aanvoert en aast op de zielen van mensen (op aarde) die door hem en zijn aanhangers worden verleidt de liefde – God – los te laten, via het kwaad en egoïsme waarvan ze zeggen dat het juist kracht en macht geeft, heel te worden. Zij doen dan geloven: ‘dat alles goed is, alles mag, je vooral  voor jezelf moet zorgen, je achterover mag leunen, omdat je al eerder zoveel had gegeven, de ander zijn eigen pad heeft’, waardoor je een vrijbrief heeft minder te presteren in belangeloze liefde. Deze satanische denkwijze stimuleert dus juist egoïsme, al is dit verpakt in ‘liefde’ voor de ander… Dat dat heel worden alleen maar mogelijk is door juist liefde op te nemen wil satan helemaal niet, want hij wil er niets van weten. Daarom valt hij ook makkelijk zachte, gevoelige, liefdevolle mensen aan die echter niet zo sterk in hun schoenen staan. Vaak ook beschadigde mensen die door veel liefdeloosheid het geloof in en vertrouwen op de Liefde die God is, zijn kwijtgeraakt of nooit hebben leren kennen.

Op alleen gééstelijke wijze zijn deze demonen weg te sturen en kan een mens de vele verleidingen (duivels) in talloze vormen en uitingen van het leven weerstaan. Daarom geeft God talloze adviezen, zodat de mens zoveel mogelijk zonder al te veel kleerscheuren het leven doorkomt. Toch is in onze moderne tijd juist heel veel afgoderij en toverij, al klinken deze woorden ontzettend ouderwets en denkt men doorgaans dat dit iets was van sprookjes en ‘vroeger’. Het kwaad bestaat echter zolang de mens niet het liefdevolle kiest en daarmee het kwade sterk houdt of sterker maakt. De mens houdt zelf het lijden in stand door de wil van de niet-liefde te doen!

In de Bijbel is in het boek Efeze 6: 10-20 te lezen dat negatieve geesten weg te sturen zijn:

-via gebed;

-in vast geloof dat dit mogelijk is in de naam van Jezus Christus;

-als iemand een vast voornemen heeft het goede te doen en dit ook doet;

Men – ook kerken en veel geestelijk verzorgers – zijn helaas niet meer in staat dit te doen al was het maar omdat ook zij menen dat ‘geesten en duivels bezweren’ iets van vroeger tijden is, of te maken heeft met bijgeloof of voorbehouden is aan zeer, zeer speciale mensen met speciale gaven. Dat laatste is wel zo. Niet ieder heeft de taak geestelijk genezer te zijn en heeft dan ook nog niet altijd de wil daartoe. Maar in deze tijd zijn er maar al te veel ‘genezers’ die menen deze taak wél te hebben. Ze hebben zichzelf geroepen, vaak om er beter door te worden of op grond van een te zwak geloof en niet voldoende kennis van hoe Gods wereld in elkaar zit en werkt, maar het allemaal heus niet meteen maar slecht bedoelen, maar juist het goede zo graag willen. mMaar… iemand die God niet toelaat als hoogste doel kán de kennis niet hebben om goed te onderscheiden óf, wanneer, hoe iemand geholpen moet worden. Ook wordt er veel verdiend aan zogenaamde spiritualiteit…

Kennis omtrent de geestelijke wereld, het kunnen onderscheiden van goede en kwade geesten, of het herkennen van wanneer er sprake is van bezetenheid of gewone psychiatrische ziekten, het vast geloven in God die liefde is, enorm veel geduld en ook doorbezettingsvermogen, zijn ontzettend belangrijk om geestelijke nood te verlichten en leegte op te vullen zodat drugs (of andere verslavingen) in welke zin dan ook niet meer worden gezocht.

Ieder mens kan - als deze een geestelijke weg wil en dit vást gelooft - genezen worden van geestelijke problematiek. De mens dient zichzelf te respecteren, op waarde te schatten, zijn talenten te benutten tot nut en dienstbaarheid van de medemens en daardoor van die van zichzelf. Immers, als een mens zijn diepste zo zijn in de strijd gooit en God als leiding in het eigen hart erkent en volgt, zal de mens een enorme onuitputtelijke krachtbron in zichzelf ontdekken en aanboren, waardoor hij geen enkele behoefte meer zal hebben aan welke drug dan ook. Deze mens zal vanzelf gaan inzien dat Jezus Christus de weg is die voor hem als voorbeeld dient. Hij weet dan dat Jezus voor hem doet wat hij zelf niet kan doen. Hij zal zich geliefd, aanvaard, vergeven en niet meer veroordeeld voelen. Als een mens zich hieraan vasthoudt in liefde, overgave en ondertussen zoveel mogelijk zichzelf uitdrukt zoals de Liefde dit in hem wil - al is dit met vallen en opstaan - ligt er een wereld voor hem open en zijn drugs verleden tijd. Helaas is deze aanpak voor velen onbereikbaar geworden omdat bijna geen systeem meer werkt uit God en niemand in onze hectische dure tijd deze weg meer aanbiedt of opzet.

Ondertussen is het duidelijk dat sinds de flowerpower tijd waarin ook de interesse naar het boeddhisme enorm groeide onder invloed van goeroes, de Beatles, Stones enzovoort die hun ontspanning en kennis zochten bij het boeddhisme en de leer van Maitreya. Natuurlijk geloofden de jongeren van die tijd graag de religie over de grenzen als reactie op het dogmatische Christendom. Bij de buren lijkt het gras altijd groener… Ze gooiden echter met het badwater ook dikwijls het kind weg. Dat kind was het onderscheidend vermogen om waarheid van onwaarheid te kunnen herkennen, wat alleen lukt als je brede voldoende, volledige kennis hebt. De visie dat God een oordelende, straffende God was die ver weg was, onbereikbaar en die je moest plezieren door kerkgang, eer en rituelen, ‘afkopen van zonden’, wilde men niet meer. De leer zoals de kerk (in het algemeen!) bracht, leek immers alleen maar onrecht, verdeeldheid en oorlog te brengen. Men begreep wel dat het om liefde moest gaan, wat echter ver zoek was in de materiële wereld van steeds meer ontwikkeling, verstandelijke kennis, overvloed en scheefstand en… macht om het volk onwetend en dus afhankelijk te maken en te houden...

Echter met het loslaten van het evangelie dat verlossing bracht door het DOEN van liefde zoals Jezus dat had geleerd, kwam er een zelfbedachte religie die predikte dat ‘alles’ liefde was en ‘alles’ goed was. Grenzen werden overboord gegooid. Voortaan was de mens grenzeloos en begon te experimenteren op allerlei gebieden. Techniek, ruimtevaart, chemische oorlogvoering, plannen om een nieuwe wereld te scheppen, honger naar meer verstandelijke kennis en dus opleiding, maar vooral ook contact zoeken met de geestelijke wereld door meditatietechnieken rezen op uit de puinhopen die het moeten met haar dogma’s, hadden achtergelaten. Men riep om vrede en vergeten van grenzen.. Men zocht vrijheid die men kwijtgeraakt was.

Als echter houvast wegvalt, zoek je een eigen houvast. Dat werden ‘bandeloos leven’ en drugs, surrogaten voor wat we zochten maar niet meer konden beleven. De mens kon de ‘vrijheid’ die gekomen leek te zijn, niet aan. Hij leek zijn doel te gaan vinden in meer en meer vertier in een poging gebrek aan vrijheid en vrede te vergeten. De tijd van ‘seks, drugs, rock en roll’ die bevrediging leek te brengen, brak aan. Generatiekloof was groter dan ooit. Het gezin was niet meer de hoeksteen voor de samenleving. Werken was niet meer de dag invulling, en voldoening gevend, maar wél genieten van andere dingen. Meer en meer luxe werd gezocht en gevonden. Men noemde goed slecht en slecht goed en men werd slaaf van het systeem waardoor het eigene vaak geen ruimte meer kreeg. Men was zich niet bewust dat deze vaak grenzeloosheid van experimenteren, het vooral moeten mogen en het andere niet meer veroordelen, maar goed vinden, niets te maken had met vrede, maar juist onvrede bracht. Immers, waar de mens zijn eigen regels gaat stellen, zijn de ‘regels’ die horen bij echte liefde verdwenen en ook niet meer duidelijk. Veel pijn en geweten moest verdoofd, om de grenzen die er innerlijk ingegeven waren, te kunnen laten vervagen. Verstrikt in veel onzekerheid groeide de roep om warmte die men vond bij de prachtige, kleurrijke warm lijkende oosterse religies. Gelóóf doofde uit. Nog maar net het oude achter zich gelaten, nu in voor ándere bepalingen en rituelen. Zeker weten onder heel andere rituelen, moetens van vreemde roots en onbekend gedachtengoed kwamen ervoor in de plaats. Toch kruipt bloed waar het niet gaan kan en zocht men houvast, kennis uit breinen van anderen. Goeroes zochten hun kans om wijsheid te delen. Talloze sekten ontstonden. Contact met de geestelijke wereld werd naarstig gezocht. Allerlei methoden om dit te kunnen werden verkend, gepredikt en in talloze workshops, seminars hadden een ‘geloof erbij’ - ogenschijnlijke ruimte  - gegeven.

Hoe het ook zit, onder invloed van psychedelische middelen onderwees de leider van menige commune of spirituele groep vele leerlingen die op hun beurt ook weer meenden de wijsheid te hebben mogen ontvangen. Spirituele centrums om bewust te worden en vooral te groeien in wijsheid door middel van ‘certificaten’ die je ‘rijpheid’ moesten bewijzen, nodige ‘inwijdingen’ die je zouden klaarstomen voor ‘spiritueel leraar’, schoten als paddenstoelen uit de grond. En … natuurlijk niet zomaar, gratis. en.. je moet dan wel ’uitverkoren, aangewezen, rijp’ ervoor zijn.. Allemaal waar, alleen op verkeerd uitgangspunt dat het mensen of geesten moeten zijn die dit bepalen voor jou!

Waar de mens van oorsprong af bedoeld was om de waarheid in zijn eigen hart te vinden, te volgen en te doen, verkocht menig mens zijn ziel aan de duivel - zonder dat hij dit zich bewust was - door te denken dat hij wijs zou worden als hij raad zou ontvangen door rituelen en oefeningen uit de geestelijke wereld. Ook drugs hielpen hierbij omdat drugs de verbinding met de geestelijke wereld meer mogelijk maken. Als een mens in nood, egoïsme, trots en uit hoogmoed denken meer te weten, of zoals velen graag zeggen ‘verder op het spirituele pad te zijn ‘ dan een medemens, trekt hij nooit de waarheid aan, maar schijnwaarheden. Waarom is dit zo? Omdat een mens alleen geestelijk gezien kan groeien door het doen van wezenlijke liefde zoals God dit in zijn eigen hart laat weten. Deze weg is weinig spectaculair, geeft weinig eer, levert weinig aanzien op en… er is geen cent aan te verdienen. Je hebt er geen enkel diploma of geen enkele rijkdom voor nodig. Alleen … je zelf, kunnen incasseren, doorzetten en er veel voor over hebben!

Het werkelijke gelóóf dat het kwaad – de liefdeloosheid – minder vat op je heeft als je je houdt aan de aspecten van liefhebben zoals God dat bedoeld had en nog heeft, doofde uit. Immers, het was lastig om grenzen te trekken in een wereld waarin de materie met haar verleidingen nog nooit zo sterk en veel aanwezig was als in deze tijd. Jongeren groeien op met schijnwaarden en schijnwaarheden die waar leken of lijken, maar het dus niet waren en nooit zullen zijn. Drugs, vrije seks, veel geld, vrede nastreven, ondertussen uit luiheid of willen genieten geen werk hebben omdat je de hele dag moet bijkomen van feesten, drugs en een wild, vrij leven, of ook talloze meditaties die rust moeten brengen, maken dikwijls zwakke zielen die gehersenspoeld zijn met schijnbare waarden die onbevredigende normen voortbrengen. Vrede, innerlijke rust, groei, gelijkheid voor iedereen wordt dan wel nagestreefd, maar kan niet bereikt zonder inzet en dienstbaarheid. Je kunt dagen mediteren, dure cursussen doen om verlicht te worden, of oeverloos genieten of sporten, maar daarbij die tijd die je er aan opmaakt niet nog eens benutten om er werkelijk goed door te doen. De wereld wordt er niet beter door.

De mens werd en wordt een vette worst voorgehouden dat innerlijke rust en vrede bereikt konden worden door drugs goed te vinden. Men begon na veel schade en schande wel in te zien dat drugs zeer negatieve gevolgen hadden voor de individu, maar ook voor de maatschappij.

Als we nu kijken anno 2023 moeten we helaas constateren dat er alleen nog maar meer drugs en drugsgebruik bijkomt. Hulpverlening zit vol verslaafde mensen die geheel de weg kwijt zijn en op verkeerde geestelijke gronden die ze ‘doorkregen of nog doorkrijgen’, hun leven proberen te leven. Ze zijn dikwijls de unieke persoon die ze in potentie zijn, kwijtgeraakt. Velen zoeken uit gebrek van structuur andere afgoden, wat te zien is aan de computer-, mobieltjes-, film-, game-, muziekverslaving. Prachtige ontwikkelingen die echter dikwijls verkeerd worden benut. Ze zijn verkeerd als een mens verslaafd raakt en gaat denken volgens de films, muziek, beelden die zijn netvlies binnenvallen steeds maar weer en waarbij zin om te ondernemen vergaat en men voor hij het weet verslaafd is aan een donkere wereld van zinloosheid. In deze wereld is God niet aanwezig omdat HIJ NIET WORDT GEZOCHT.

Liefde wil immers delen, gedeeld worden. Liefde brengt licht, warmte, plezier dat bevrediging geeft. Men beseft niet hoe groot de omvang is van alles wat te maken heeft met drugs, verdoving, plannen onder invloed, kostbare tijd laten liggen, handel, macht enzovoort. Liefde doen, zou de drug moeten zijn..

 

Kerst 2022

Een overdenking...

Mensen verwachten honger, oorlog, armoede, schaarste, anarchie, controlemaatschappij, nog meer verval van waarden en normen, aardbevingen, inval van buitenaardsen, of wat ook verder.
Velen verzetten zich, proberen er iets aan te doen, lezen zich suf om bij te blijven rond zoveel snelle ontwikkelingen, blijven maar filmpjes kijken, maar weten niet wat ze er tegen kunnen doen. Mensen hopen dat anderen wakker worden. Maar nog meer mensen werken mee aan al deze vreselijke dingen, zonder dat ze zich dat bewust zijn. Oók de mensen die zien wat er gebeurt! Wat kun je doen?
Mensen voelen zich hopeloos, tekort gedaan, niet gehoord, moe gestreden, overbelast, bang, in een hoek gedreven door aangedaan leed, gediscrimineerd om allerlei wezenlijke redenen maar vaak ook om nutteloze zaken, gekrenkte trots, beledigd ego, niet kunnen vergeven, gelijk willen hebben, gelijk willen halen, wraak willen nemen.
Je kunt denken dat kunstmatige intelligentie, de digitale munt, een basisinkomen, boeren laten uitsterven, fossiele brandstof verbieden, nog minder zorgpersoneel, van Nederland een hoofdstad maken, kinderen gebruiken als laboratoriumratten, euthanasie stimuleren, doorgaan met vaccineren zonder dat er bewijzen zijn dat ze helpen maar wel zien - en er niet meer omheen kunnen - dat er enorme oversterfte en toename van onverklaarbare ziekten zijn, de oplossing geven.
Je kunt contact hebben met welke geesten, meesters, engelen, aliëns, natuurwezens, aardgeesten, moeder aarde of zelfs demonen, avatars, heilige wachters, goden of wat ook, maar niets van deze kunnen de problemen oplossen en leed voorkomen.

Je kunt overal robots gaan inzetten vanwege mensen tekort, alles maar naar de hand zetten door voeding genetisch te manipuleren, vlees verbieden, het volk lab voedsel willen laten eten.
Er is maar één iets dat kan helpen: Pak het Kerstkind op. Heb dus lief zonder eigenbelang!
In de hiervoor genoemde zaken die oplossingen zouden moeten geven, is namelijk altijd eigenbelang de beweegreden, bewust of onbewust. Feit is, dat eigenbelang altijd anderen benadeelt en dus zorgt voor onvrede en ongelijkheid.
Doe als Jezus deed. Hij werd geboren om een voorbeeld te stellen. Hij is God in praktijk. Liefde zonder grens. Zonder scrupules. Zonder ja maar. Hij heeft lief zonder hokjes en zonder grens. Hij strijdt niet met het zwaard, maar met eerlijkheid. Hij verzwijgt of verdraait de waarheid niet. Hij noemt lastige zaken bij de naam en vraagt zelfwerkzaamheid. Hij houdt van iedereen en veroordeelt niemand. Hij gaat niet voor geld en goed, maar kijkt naar je hárt. Hij helpt niet uit eigenbelang. Hij heeft lief zonder grens, dus zonder enige vorm van eigenbelang. Hij helpt niet alleen de mensen die hem bevallen. Hij is er voor iedereen, maar dringt Zich niet op. Hij helpt omdat Hij liefde is en maant tot het afblijven van wat liefde kapot maakt. Hij heeft geen studie nodig, maar wéét omdat hij God is. Hij liegt niet, maar dóét de waarheid. Hij blaast niet hoog van de toren, maar is eenvoudig. Hij verandert niet Zijn wetten en adviezen. Ze gelden nog steeds en hoeven niet veranderd. Ze kúnnen niet veranderd, want ze zijn de waarheid en oplossing voor alle onrecht en leed. Ze bewijzen zichzelf, wat je ziet als je ze DOET. Immers, waar liefdeswetten gelden, is er geen ruimte voor kwaad en dooft dit vanzelf uit!
Het Kind werd geboren om ons eraan te herinneren dat we Lichtkinderen zijn. Kinderen van het Licht. Kinderen van de Liefde die God is. Jezus kwam op aarde om vóór te doen hoe je kunt leven zonder ellende: doen zoals je hart is en je hierin oefenen. Je bent gekomen om je te oefenen in liefhebben. Een zoektocht van vallen en opstaan wat het leven is en… bréngt. Zoek, wíl die liefde. Want deze geeft in je eigen hart alle inzicht, oplossingen, goede ideeën, moed, kennis en zoekt nooit eigenbelang. Je hebt er geen toeters en bellen voor nodig. Alleen je eigen goede insteek, wil en.. handelen. Het gaat om je intentie. Je wil vanuit je diepste echte hart.

Liefde voor het Kerstkind zorgt voor vrede in je hart en om je heen. Dat Kerstkind staat ook symbool voor de prille ‘babyliefde‘ die geboren wordt in je eigen hart. Je zult die ‘baby’ moeten oppakken. Koesteren. Verzorgen. Laten opgroeien in het volste vertrouwen, anders wordt het immers niet volwassen. Doe je dit, dan doe je vanzelf niet meer mee aan het kwaad en herken je ook waar dit kwaad zit. Hoe welbespraakt iemand ook is, hoe beweringen, of bewijzen soms ook zijn, hoe ingenieus plannen, apparatuur, uitvindingen ook zijn, je zult er de eigenbelangen en de leegte in herkennen. Als ze vrijlaten, ruimte geven, meehelpen aan eenheid, waarheid zijn, transparant en verbinden, warmte verspreiden en dienstbaar zijn, zijn ze goed.
Dwingen ze, maken ze onvrij, controleren, eisen, kleineren, verdelen, negeren ze, geven ze druk, maken ze ziek, maken ze je onecht, lijk je erdoor te stikken, dan zijn ze geen liefde. Herken het goede en herken het kwade. Leg je ego af. Dien eens in plaats van mensen tot slaaf te maken of zelf slaaf te zijn van een liefdeloos systeem en werk er niet aan mee. Heb vrede in je hart in plaats van onvrede. Wees tevreden in plaats van ontevreden te zijn. Kijk naar wat je écht nodig hebt.
Denk eens niet vanuit het verstand dat alles berekent maar vanuit wat je eigen hart vol liefde weet, wil en… zou kunnen doen. Laat je hartsweten je denken beïnvloeden. Laat je hart basis zijn van je denken. Daarmee voorkom je veel ellende.

Geen priester, demon, engel, natuurwezen, professor, elite heeft macht zónder God.
God is de hoogste liefde en levensbron. Passeer je deze, dan ben je onbeschermd en in voor de meest bijzondere info, adviezen, wetten, regels die geen effect hebben, die God niet wil en vrede in de weg staan. Liefde eist niets, maar wil maar één ding: dat je er bent voor de ander zonder eigenbelang. Liefde wil dat je gewoon DOET zonder ‘ja maar’ wat liefde is. Daar is dan geen angst, onkunde, onwetendheid. Immers, iets gedacht, gewild en gedaan in liefde maakt alles makkelijker en beter en voorkómt juist leed. Anders zou het immers geen liefde zijn… en was er eigenbelang!
Kijk hoeveel eigenbelang er is getuige wat er gaande is in de wereld. Kijk eens hoeveel onwetendheid er is, hoeveel onmacht, hoeveel liefdeloosheid, ongebruikte kennis en ruimte. Kijk eens naar hoe dat in je eigen leven zit. We gebruiken maar een paar procent van al onze mogelijkheden. Ons DNA is onuitputtelijk en kan veel meer benut. Men denkt zo slim te zijn te weten hoe ons genoom in elkaar steekt, maar men heeft nog zóveel niet ontdekt omdat men de basisregel ‘eer de Volkomen Liefde en werk, denk daarvanuit’, passeert en er niet eens in gelooft. Men denkt zelf het leven uitgevonden te hebben en beseft niet dat we nog steeds de sleutel tot leven niet hebben uitgevonden en ontzettend klein zijn. Men beseft niet dat de Orde in de natuur geen toevallige chaos of wetmatigheid is die door de mens veranderd kan, maar een Perfect Plan dat het Leven is dat zich tegen de mens keert als de mens dat Plan niet respecteert. Men beseft niet dat MET de Uitvinder – de Bron van het Leven – juist ook zoveel meer zouden weten, kunnen en in harmonie, vrijheid en gelijkheid zouden kunnen leven!

Alleen het hart (op de goede plaats) kan hogere inzichten geven aan het verstand, waardoor er een halt geroepen wordt bij het uitdenken van de meest zinloze, levensbedreigende, doodmakende, strijd gevende, verdeeldheid zaaiende, ziekmakende plannen, ontdekkingen en uitvoer daarvan… Alleen wijsheid uit liefde - uit het HART dus - voorkomt zinloze, liefdeloze, destructieve, donkere acties!
Heb hoop in plaats van zeggen: ’laat maar, komt toch niet, maakt allemaal niets meer uit, na mij de zondvloed, wat kan ik er aan doen, ik heb geen invloed’ en vooral ook ‘dit of dat kan of wil ik niet missen of opgeven’. Zolang er een ‘ja maar’ is, of ‘zo erg zal het niet zijn’, blijft onvrede, slaaf zijn van liefdeloosheid, angst, willoosheid bestaan en is er dus kwaad. Pas als ergens geen eigenbelang meer is, ís en groeit er vrede. Liefde overstijgt immers alle kwaad.
Geen ritueel zal je helpen, ook je channelen, mediums, niet. Je kunt je nog zo aarden door welke oefeningen of mantra’s, meditaties ook, ze hebben geen zin als je de liefde niet hebt. En.. wat voegen al die oefeningen, rituelen toe aan het welzijn van anderen? Doe je er werkelijk goed door en wordt de wereld er beter door? Doe je die oefeningen niet voor jezelf uit onzekerheid of houvast en is dat misschien wel makkelijker dan dat je iets zou doen waarmee je werkelijk een medemens helpt? Denk je nu echt dat mediteren, je afstemmen op een bepaald kanaal, of je rituelen de wereld beter maken? Nee, wat de wereld echt verandert, is jouw goed doen, jouw hulp aan een naaste die er overal kan zijn. God is liefde en kan alleen maar via liefde doen op de kaart gezet! In goed doen ervaar je een stukje God… Van goed doen, wordt je altijd blij, al werkt dat goed doen heus niet altijd zoals jij had gehoopt of zie je niet direct het effect of misschien wel nooit, omdat je het niet herként.

Je hoort wel eens mensen zeggen na een consult aan een medium, een lichtwerker ‘dat ze overgenomen zijn door het kwaad’. Maar als dat zo is, ben je misleid, want als je God had, zou je dat medium niet raadplegen en weet je ook dat als dit medium God niet aanvaardt als Bron en leiding, je nooit overgenomen zou kunnen worden door het kwaad! Alleen God kan overname door het kwaad voorkómen en je helen, genezen als jij tenminste een beroep doet op Gód en het kwaad niet wil en de juiste intentie hebt en doet. Geen engel, geen geestelijk zuiver wezen kan door jou werken als jij jezelf niet éérst verbindt met God als Opperbaas, Hoogste Liefde. Immers, de gehele wereld reilt en zeilt en staat of valt met Zijn Liefde die echter niet kan stromen waar mensen deze liefde niet zoeken, of deze blokkeren en bestrijden en denken liefde - Dé Liefde - niet nodig te hebben. In Jezus’ naam kan een mens niet bezeten raken of ‘overgenomen worden door het kwaad, want de Liefde tot Jezus en het doen van Zijn wil is je bescherming! Verbindt je dus met de HOOGSTE liefde en niet met een medium, een avatar, een ’heilige’, een entiteit, een natuurkracht. Ze kunnen overal vandaan komen met overeenkomstige misleidende, dom houdende, zelfs gevaarlijke zielsdodende kennis en kracht die veel effect kunnen lijken te hebben, maar geen kennis of kracht die werkelijk van binnenuit heelt, toevoegen. Zorg dat je in je drang verlicht of vrij te worden geen slaaf wordt van een ánder systeem, dat jou ook gevangen houdt! Ook gééstelijke, juist geestelijke systemen houden veel meer mensen gevangen dan bekend is. Het is juist waarom de wereld zucht onder nog meer liefdeloosheid, dreigende controle, dwang en onvrijheid. De uiterlijke wereld van onechtheid en liefdeloosheid is juist ontstaan doordat God werd vergeten en werd, wordt misverstaan. Geloof in je eigen Raadgever die in je hart woont.

De kracht van het kwaad heeft veel mensen in de greep. Dit kwaad is niet altijd heel groot, opvallend en sterk aanwezig, maar vaak verscholen juist achter de normale, goed lijkende dingen en gewoonten die deel zijn gaan uitmaken van het leven, de maatschappij en jouw eigen persoonlijke leefstijl. Je herkent ze niet als je de dingen niet onderzoekt en overdenkt en je geen referentiekader hebt waaraan je kan toetsen of iets goed of kwaad is of kan zijn (voor jou). Je bent dan onbewust en gebruikt je geweten ook vaak niet of te weinig. Waar je je eigen god aanbidt en rituelen en andere afgoden in je leven toelaat zoals contact zoeken met de geestelijke wereld die je slim, rijk, of belangrijk of tevreden moet maken, de nodige kennis of voorspellingen moet geven, krachtig moet kunnen maken om anderen of jezelf ‘te kunnen genezen’, is er NIET God. De wilde dieren die door de mens beheerst moeten worden – staat in Genesis te lezen – zijn al die verleidingen die je afhouden van … de Waarheid diep in jou en ieder ander mens verscholen.
Waar de Hoogste Liefde is en wordt gewild, passeer je God niet en wacht je af wat je hart je zal laten weten. Je aanvaardt dan wat je zelf hebt veroorzaakt, je accepteert wat je gebrek of je zwakte is, je houdt je aan alle wetten die bij liefde horen wat ongevaarlijk is omdat Liefde de enige wet is. Je vergeeft wie jou beschadigde, of lastig voor je is, je bent zoals je bent ondanks wat er gebeurd is en weet dat alles wat er was, is of zal zijn er is om er een beter mens door te worden. Je kunt dan ALLEEN door goed doen zoals je hart dit aangeeft, wijs en sterk worden. Je kunt je problemen áán. Je weet dan dat uiterlijke zaken je nooit méér verlicht, slim, liefdevol kunnen maken.
De hemel blijft gesloten voor wie de liefde niet heeft. De hemel is het bereiken van hoger bewustzijn. Verlichting is nooit af te dwingen, dan door liefhebben! Een hogere dimensie komt niet door het openen van een kanaal, een derde streng DNA of opschonen van je aura. Je komt in een hogere dimensie terecht door alleen… liefde doen. Vroeger – of misschien ook nu wel – dacht men de hemel te kunnen kopen met geld en goede schijn. Nu is het vaak ‘het spirituele pad’ dat verlichting belooft. Wat dat pad precies is, weten velen eigenlijk ook zelf niet echt.

Het Kerstkind oppakken betekent dat je jezelf omarmt, je richt op de alles vergevende vrijlatende Liefde die je vanzelf wijzer maakt en het juiste doet komen. Het Kerstkind oppakken, betekent ondanks dat men je voor gek verklaart, je je eigen weg in vrede gaat, maar wel doet wat je je hart ingeeft. Het komt van Gód als je Deze in jezelf weet en toelaat! Doe wat de Liefde in je wil, haal het onechte er vanaf en wees echt! Geen ritueel, geen cursus, geen politieke partij, geen wet of regel gaat je helpen. De Liefde zorgt ervoor dat je niet in bent voor het kwaad, het herkent en er weerstand tegen kunt bieden.
God wil geboren worden in je eigen hart. Doodgewoon om die liefde te doen. Dat is Kerstfeest vieren: hopen op vrede in je hart door je in verbinding te stellen met de prille liefde die in je hart – de kribbe – allang aanwezig is, maar opgepakt, gevoed wil worden! Een baby overleeft het niet als het geen liefde krijgt. De prille kwetsbare liefde in jouwzelf gaat dood en komt niet eens tot ontwikkeling als je die liefde niet aanraakt, niet oppakt en niet voedt! Er bestaat geen mismatch als je je afstemt door in te tunen op DE Liefde die Gód is. Je hebt dan immers alles, alles wat je nodig hebt, want God is het leven in jezelf. Hij heeft jou gemaakt zoals je precies goed bent, maar… gebruik dat dan ook! Geloof het. Vertrouw het. Doe het! Dat is het begin van een wereld van vrede.

Het Kerstkind geboren laten worden is het afdalen van de liefde via Gods wil die je dan verwelkomt. Het Kerstkind oppakken is aanvaarden dat je bent zoals je bent en iets doen met jezelf. Het is een feest om het licht in jezelf geboren te laten worden. Jezelf nieuw laten worden door het Kind te omarmen, te koesteren. Kerstfeest is niet toevallig in de winter. Het lichtfeest is er juist als het donker, koud en liefdeloos is in jezelf, in je hart, in je omgeving. In de wereld. De wereld is de materie, het moeten, het dogmatische, onvrij makende, het kille, het berekende. Licht in duisternis, is de Ster - de liefde - die aangeeft waar je wezen moet, wil je het Kind – de prille liefde – in je vinden. Die ster is te vinden aan de nachtelijke hemel. Aan de rand van waar jij het niet meer zoekt, niet meer ziet zitten en alles donker is en vastloopt.
Voed dat Kind in je dat geboren wil worden. Het is geboren in een simpele stal te midden van de dieren. De simpele stal staat voor je hart vol eenvoud. De daar aanwezige dieren zijn je misvattingen, je verleidingen, je hopeloosheid. De ezel is je deemoed die alles kan dragen. De os is je verstand dat licht nodig heeft. Maria staat voor je ziel die het licht kan grootbrengen als ze de wil van haar wederhelft – de geest van God in haar – volgt… Jozef de geest in je die leidt, zorgt, beschermt…. De engelen, je raadgevers die er ongevraagd zijn, als je God wil meenemen op je reis door het onbekende land waar je vijanden, de Romeinse overheersers destijds die je slaaf willen maken, klein willen maken, moet zien te omzeilen.
De Herders kwamen naar het Kind toe. Herders staan voor de mensen die als uitschot worden gezien en er niet bij horen. Toch waren het de herders die het eerste het Kind kwamen opzoeken. Ze voelden zich niet te min, al hadden ze niets en wilde niemand met hen te maken hebben. Ze kenden hun plek, maar eisten de liefde op omdat ze erin waren blijven geloven. Misschien was dat wel hun enige houvast geworden: Gód die hen niet in de steek liet, waar mensen hen veroordeelden!
Ze volgden hun hart waar de gegroeide liefde werd aangeraakt. Het was de Liefde die hen zei te geloven in zichzelf. Het zijn de armen, de miskenden, de afgewezenen, de veroordeelden die vaak strijden voor een betere wereld, maar niet gezien en niet geloofd worden.
Koning Herodes wilde het Kind doden. Natuurlijk. Herodes staat voor het ego, het kwaad dat alle leven, liefde, vrijheid wil doden. Elite, de mens zonder God, willen de liefde niet en doen alles om het onmogelijk te maken, lief te hebben. Alles moet volgens wetmatige structuur. Ieder in het gelid… Dat is de wens van het kwaad.
Je Hart is de kribbe, waar het Kind gratis voor niets geboren werd en kan worden. Het vermogen tot liefhebben ligt immers altijd nog in ieders hart. Alleen… laat je het Kind links liggen met de gedachte God niet nodig te hebben en blijf je zelf maar aanmodderen en blijf je erbij dat de ánder, de regeringen, je status - het kwáád - jouw leven bepalen?

Voedt het Kind, want alleen dat geeft vrede in je hart en aan de wereld. Voedt jouw maat van liefde die alleen maar sterker wil worden en gebruikt wil worden. Dat is de drang van het leven. Dát is God! Weet, geloof je wel dat je liefde bent? Ja, je bent dat. Je hebt liefde. Alleen nu is de vraag: durf je deze liefde te voeden, sterk te maken door die liefde ook te doen!? Niet zeggen dat je niet weet hoe je dat moet doen. Dat is ook weer een ‘ja maar’. De liefde in je hart wijst je vanzelf de weg. Je kent de regel: Eer jezelf, deel van jezelf zoals de Hoogste Liefde die jou gemaakt heeft, is en wil. Doe dat belangeloos en vrijlatend en… het zal vrede zijn! Doe dat en we gaan een mooie tijd tegemoet, waarin liefde het kwaad overwint omdat er vanzelf geen ruimte voor leugen, bedrog, onvrijheid, misleiding, onrecht overblijft als we er niet meer aan mee doen.

Het offer dat we brengen is terug naar de vraag: Wie ben ik echt. Wat wil ik echt. Wat heb ik echt nodig en hoe kan ik de ander, de wereld daarmee van dienst zijn. Veel energie en tijd zal er dan overblijven voor wat écht nodig is. Het geeft rust niet zo veel meer te willen, te hebben en te moeten. Het geeft rust om meer echt te zijn en niet te letten op wat de buitenwereld van je wil of beweert. Het Kerstkind oppakken is ECHT worden en met het hart vol liefde je weg gaan.
Maak een keus en weet dat God, de Oerbron van alle Licht je het beste kent, van je houdt, je voedt, je doet leven en je alles geeft. Beslis ervoor dat je dit aanvaardt en je door dit Licht dat Liefde is, laat leiden. Je zult dan beschermd zijn tegen alle kwaad al wil dat niet zeggen dat jou niets naars zal overkomen en het leven simpel zal zijn. Dwing niet af, maar wacht je ontwikkeling af, overeenkomstig je inzet en wil lief te hebben en je ego te laten verdwijnen. Immers, dát zorgt voor een zwakte waardoor je geen onderscheid kan maken tussen licht en donker en misleiding jouw deel wordt. Kies voor het meest zekere: heb lief! Pak het Kerstkind op. Aanvaard het grote cadeau dat Het Licht in de wereld kwam en de duisternis overwon. Jij kan dat met geen ritueel, geen priester, engel, meester, healer of goeroe.

Een hogere trilling, meer bewustzijn of geestelijk ontwaken is niet af te dwingen. Het wordt alleen ontwikkeld door zelfwerkzaam te zijn in het doen van onbaatzuchtige liefde. Niemand kan je helpen. Je zult jezelf moeten helpen, door lief te hebben. Bij jezelf blijven is zijn zoals de Waarheid in jou dit wil. Waarom zou je van therapeuten, lichtmensen, moeten horen hoe je zou moeten zijn, of waar je aan toe bent, of welk kanaal er nu dan open zal gaan staan of ‘hoever je al zit op je spirituele pad’. Wat een dilemma’s, dat je je ontwikkeling in handen van anderen leggen moet!
Wees zelf werkzaam. Dat is de belofte van het Kerstkind dat zegt: Kom tot Mij, Ik geef je alle kracht, inzicht, wijsheid en rust die je nodig hebt. Hoe meer je Mij liefhebt en ik zie in je hart dat dat zo is, je verbonden bent met Mij en Ik dus door jou kan werken. Blijf echt of wordt echt. Ontdoe je van wie je niet bent. Want niet echt zijn, IS het kwaad! Liefde willen, zoeken en doen ter ere van de meest zuivere alles vergevende Liefde is het enige dat alle kwaad stopt! Zoek God in je leven en dien deze ene Hoogste Levenswaarheid in jezelf, de ander en de nieuwe wereld van vrede, gelijkheid en vrijheid komt!

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Onreine dieren – Welke zijn dit en waarom?

Hoe kunnen zij je verontreinigen?

Eerst moeten we even weten wat de bijbel hierover zegt. Het is te lezen in Leviticus 11.
Mozes krijgt van God te horen dat hij het volk moet leren welke dieren wel of niet gegeten mogen worden. God zegt:
1 ‘Geef de Israëlieten – Mijn volk - de volgende regels over de dieren die ze mogen eten’:
1-8: Alle dieren die gespleten hoeven hebben, mogen gegeten als die dieren ook herkauwen. De hoeven moeten helemaal gespleten zijn. Kamelen dus niet en ook geen varkens, klipdassen, hazen. Hun hoeven zijn wel helemaal in tweeën gespleten, maar ze herkauwen niet). Ze zijn onrein voor je. En hun aas (vlees van een dood gevonden dier) mag je het niet aanraken.
9 De volgende waterdieren mogen jullie eten: alle dieren in de zeeën en rivieren die vinnen én schubben hebben.10 Maar alle waterdieren die geen vinnen of geen schubben hebben, moeten jullie walgelijk vinden. 11 Jullie mogen ze niet eten. En als jullie een dood dier vinden, mogen jullie het niet aanraken.
13 De volgende vogels moeten jullie walgelijk vinden en mogen jullie niet eten: arenden, lammergieren, haviken en zeearenden, wouw, alle soorten gieren, raven, de struisvogel, katuil, de meeuw, alle soorten sperwers, de steenuil, de aalscholver en de oehoe, de witte uil, de pelikaan, de aasgier, de ooievaar, alle soorten reigers, de hop en de vleermuis.
20 Al het wemelend gedierte met vleugels, dat op vier poten gaat, zal u een gruwel zijn.
Wat je wel mag eten van deze groep is wat boven zijn voeten dijen heeft om daarmee over de grond te springen: alle soorten sprinkhanen, treksprinkhanen, velsprinkhanen, kleine treksprinkhanen.
26 Alle dieren die gespleten hoeven hebben die niet helemaal in tweeën gespleten zijn, en die niet herkauwen, zijn onrein voor jullie. Als je die aanraakt, word je onrein.
27 Ook alle dieren met vier poten die op hun platte voetlopen (zoolgangers), zijn onrein voor jullie. Als je een dood dier aanraakt, ben je tot de avond onrein. 28 En als je een dood dier opraapt, moet je je kleren wassen en ben je tot de avond onrein. Ze zijn onrein voor jullie.
29 Van alle kruipende dieren zijn de volgende dieren onrein voor jullie: mol, muis, alle soorten padden, egel, waraan, hagedis, slak, kamelion. 31 Deze kruipende dieren zijn onrein voor jullie. Als je ze aanraakt als ze dood zijn, ben je tot de avond onrein. 32 En alles waarop een onrein dood dier valt, is onrein geworden. Elke houten pot of kledingstuk of vacht of zak of ander voorwerp moet in het water gelegd worden en is tot de avond onrein. Daarna zal het weer rein zijn. 33 En als een onrein dood dier in een pot van gebakken klei valt, is alles wat in de pot zit onrein geworden. En de pot moet je stukbreken.
34 Als water dat gebruikt is voor het afwassen van een onrein voorwerp, op eten valt, is dat eten onrein geworden. En alle dranken worden onrein als er zulk waswater valt op de kruik waar die drank in zit. 35 En alles waarop een onrein dood dier valt, is onrein geworden. Ook de oven en de bakpan moeten dan gebroken worden omdat ze onrein zijn geworden. Ze zijn onrein, en jullie moeten ze ook onrein vinden. 36 Maar een bron, of een put waarin water verzameld wordt, blijft rein. Maar als je een onrein dood dier aanraakt, word je onrein. 37 En als een onrein dood dier valt op zaad dat gezaaid moet worden, dan blijft dat zaad rein. 38 Maar als er water op dat zaad gedaan is en er valt een onrein dood dier op, dan is het onrein voor jullie.
39 Als een dier van je vee doodgaat, dan is iedereen die dat dode dier aanraakt tot de avond onrein. 40 En als iemand van het dode dier eet, moet hij zijn kleren wassen en is hij tot de avond onrein. Als iemand het dode dier opraapt, moet hij zijn kleren wassen en is hij tot de avond onrein.
41 Alle kruipende dieren zijn walgelijk. Jullie mogen ze niet eten. 42 Alle dieren die op hun buik kruipen, op vier pootjes lopen of op meer pootjes rondkruipen, mogen jullie niet eten. 43 Maak jezelf niet tot iets walgelijks door kruipende dieren te eten. Maak jezelf daarmee niet onrein. 44 Want Ik ben jullie Heer God. Zorg ervoor dat jullie heilig leven. Leef heilig, want Ik ben heilig. Maak jezelf niet onrein door kruipende dieren te eten. 45 Want Ik ben de Heer en Ik heb jullie uit Egypte bevrijd om jullie God te zijn. Leef heilig, want Ik ben heilig.
46 Dit zijn de wetten over het vee, de vogels en alle dieren in het water en op de grond.
47 Zo maak Ik verschil tussen rein en onrein, tussen dieren die jullie mogen eten en dieren die jullie niet mogen eten."

Gods uitverkoren volk – de Israëlieten – betreft niet een bepaalde groep mensen die op meer liefde van God kan rekenen dan andere mensen. Nee, de Israëlieten waren het enige volk dat nog begreep dat er maar één God was die alles had geschapen, het leven gaf en is. Alleen dit volk kon om dit geloof, te midden van de onwetende volkeren weten en het beste begrijpen wat het doel is van God.
Zij wisten immers dat je God alleen kon dienen door liefhebben, maar niet door pleasen, vergeving vragen en weer doorgaan met je liefdeloos tegennatuurlijk gedrag en doen van wat je lichaam wilde. Ieder mens die wil behoren bij ‘Zijn volk’ is de uitverkoren mens, de Is -Ra -El -iet: de mens als kind van God, dus God als Vader, Bron, Oorzaak en Doel wil zien en hiernaar leeft.
God gaf voor deze mens – die bij God wil horen en Hem als Vader, Bron en Doel wil erkennen en vanuit Hem en Zijn wezen wil leven - dus IEDER mens - de adviezen die die weg van leven op aarde en thuiskomen in Zijn volmaakte geestelijke wereld na dit aardse leven zo gemakkelijk mogelijk zou gaan met zo min mogelijk lijden. Wie zich zou houden aan Gods geboden, zou veel narigheid bespaard worden. Door het houden aan de eenvoudige geboden lief te hebben, zou de mensheid een goede ontwikkeling doormaken en welvaart voor ieder kennen, waarin ieder vrij was zijn unieke zo zijn uit te drukken ter ere van God (de liefde en enige waarheid van belang voor wie, wat ook).

De wilde dieren staan letterlijk voor wilde dieren, waar je voor moet uitkijken en die je zelfs kunnen doden, maar ook voor alle lagere driften, hartstochten die je ziel afhouden van goed doen. Alle hartstochten die niet uit liefde zoals God dit bedoelt worden bevredigd, houden de mens af van heelheid en verzwakken hem. Zo kan de ziel dus gedood worden (totaal onbewust worden van wie zij is en bedoeld is te zijn) door het maar inwilligen van haar meest dierlijke wensen, lusten, drives die zij of haar lichaam heeft. De bijbel waarschuwt ervoor deze onreinheden - bepaalde onreine dieren - niet te eten, anders gezegd bepaalde hartstochten niet te consumeren en ze te weerstaan.

De geboden van wat wel of niet geschikt was te eten waren van groot belang, want ook wat gegeten wordt, bepaalt de lichamelijkheid, gezondheid, ziekte maar ook de helderheid van de ziel, die door zo veel mogelijk zuiver te blijven, de beste beslissingen kan maken om er haar lichaam mee te sturen en te voeden, waardoor veel ellende zou worden voorkomen. Ook kan door het zich houden aan Gods adviezen Gods geest zich het beste verbinden met de ziel van de mens in het hart, zodat de ziel elk moment dat dit nodig is, de juiste leiding, kracht, richting en kennis zou ontvangen, dus de mens nooit zonder God zou zijn. Bepaalde voeding maar ook wensen, gedrag maken wie je bent...

Al wat is bestaat uit bewustzijn, bepaalde intelligentie, wat dus de mens verrijkt als dit bewustzijn licht toevoegt, maar verarmt als dit de mens bewustzijn ontneemt! De mens vertroebelt dus zijn geestelijk wezen door zich niet te houden aan Gods liefdesgeboden (adviezen beter gezegd), maar verheldert zijn geestelijk wezen dat hem bezielt als hij trouw is aan de waarheid die liefde is, waardoor hij beter zichzelf kan zijn of worden en zo dicht mogelijk bij God kan leven, waardoor hij optimaal beschermd is tegen fouten (van zichzelf en anderen) die zijn ziel en lichaam belasten en verzwakken omdat zij bewustzijn ontnemen en verkeerd, liefdeloos bewustzijn opnemen.

Zelfs God kon er niet van buiten dat het materiële leven nu eenmaal beperking en dus lijden inhoudt. Immers, de materie, hoe, wanneer, waar dan ook, is opgebouwd uit bewustzijn dat liefde tekort heeft (zie mijn boeken, artikelen hierover). God heeft nooit in principe de materiële wereld gewild. Alles was er immers al in de pure geestelijke wereld voorhanden en te ontwikkelen. Pas toen geesten zich gingen afzonderen en dachten te kunnen leven ‘buiten’ God, ontstond in lange, onvoorstelbaar lange tijd de materiële wereld uit dat afgezonderde bewustzijn waarin in lange tijden het leven werd vormgegeven in steeds meer complexiteit, totdat uiteindelijk de mensenziel kon worden gevormd. Pas in hem zou het bewustzijn weer terug kunnen komen in Gods kern, waardoor dan weer de geestelijke perfecte wereld feit zou zijn zoals God dit voor ieder wilde, omdat immers in die perfecte geestelijke wereld al het bewustzijn bevrijd zou zijn van welke waan, ego, strijd, ellende, ziekte, verdeeldheid dan ook (waarom dit zo is is in mijn boeken te lezen of ook in andere artikelen).

De mens bestaat uit een gehele verzameling al meer of minder ontwikkeld bepaald bewustzijn.
Al naar gelang bewustzijn meer liefdevol is, is het meer vrij. Is het bewustzijn niet liefdevol, dan is het bewustzijn vast en onbeweeglijk en zelfs star. Eigenlijk hoor je te zeggen dat dat bewustzijn dan niet bewust is van zichzelf en wat het leven is!
De Geest van God die de mens leidt, is de kiem perfect bewustzijn die in de mens het geweten vormt. Het is de Bron die in de mens dient te worden ontwikkeld, door er eerst van te weten dat de mens deze Bron in zich draagt, hem het leven geeft en gehoord wil worden. Deze Bron behoedt de mens voor onnodig leed. Door zich te richten naar wat deze Bron wil, zal de mens deze kennis-, krachtbron aanboren en sterker maken, waardoor de mens steeds makkelijker de juiste weg zal weten te vinden en ook gáát, als hij er liefde voor heeft.
Hoe meer liefde een mens heeft, des te meer licht zijn ziel heeft en des te meer die mens begrijpt hoe het leven in elkaar zit en hij zich dus bewust is.
De ziel van de mens is een verzameling bewustzijn in unieke, persoonlijke ‘vorm en samenstelling’, waardoor ieder mens anders is dan de ander, maar de wezenlijke taak heeft om God zoals dit in zich wil, uitdrukt en gebruikt om er de medemens mee van dienst te zijn, waardoor er een prachtige samenleving ontstaat van elkaar dienen en gediend worden vanuit de behoefte ECHT te zijn, dus te zijn zoals God dit in hem wil.
Het lichaam van de mens is een verzameling bewustzijn dat nog geheel onwetend, onvrij en egoïstisch en dus dierlijk is. Het kan zich alleen maar ontwikkelen door de ziel van de mens te dienen. Dat is in de praktijk dat het lichaam uitvoert wat de ziel van de mens het lichaam opdraagt.

Kunst voor de mens is het om dus zo bewust mogelijk te worden van wat de Geest in de mens wil en dus de ziel te laten willen wat die geest wil en de verbanden die er zijn, te zien, wil de mens ziekte, narigheid voorkomen.

Voeding voor de mens komt uit licht (zon, energie) lucht en water. Want in wezen is iedere levensvorm opgebouwd uit talloze 'soorten', golflengten licht.
Gedachten, overtuigingen, wensen zijn ook ‘soorten bewustzijn’ die de mens voeden. Ze vormen meer of minder licht (van een bepaalde soort en kwaliteit) in de ziel al naar gelang deze gedachten en overtuigen en wensen liefde zijn of niet. Een mens kan werkelijk verzuren, zelfs ziek worden door verkeerde gedachten, wensen en overtuigingen, maar ook door bijvoorbeeld haat, gevoelens van minderwaardigheid, wrok, hopeloosheid, maar ook blij en sterk worden door hoop, liefdevolle gedachten en daden.
Wil de mens geen prooi zijn aan willekeur of aan wat anderen wensen en de mens wil geen slachtoffer zijn van de orde van de natuur die hard kan zijn, dient de mensenziel zich te moeten willen voegen naar wat de geest de ziel laat weten. Zo voedt dus ook de geest (van liefde en waarheid, kortom alle positieve hoedanigheden) de mens tot een sterk, uniek, respectvol, gezagvol wezen, dat de natuur en de medemens dient vanuit het doen wat de geest in hem wil.

Waar de mens het contact verliest met zijn geest, wordt de mensenziel prooi van het lichaam dat per definitie wil heersen en de mens verleidt tot het doen van dát wat de ziel en het lichaam verzwakt. Zou de mens geheel niet luisteren naar het hogere in hem, dan zou zijn lichaam al snel dood gaan.
Een ingeboren automatisme zorgt ervoor dat het lichaam zoveel mogelijk is beschermd. Dit is te merken aan het ‘weten’ dat je niet van te hoge hoogte kunt springen zonder gevaar voor je lichaam, je je niet kunt branden aan vuur, je niet kunt vliegen, je niet onder water kunt blijven, je je hart niet kunt stoppen te kloppen enzovoort. Ook al is een mens roekeloos in bepaalde facetten van zijn bestaan, is er een natuurlijke grens waar een normaal mens niet overheen zal gaan en zal de mens weten wat hij doet. Hij zal zich waar hij dit wil en grenzen willen of moeten verleggen, zich moeten oefenen in het beheersen van natuurwetten voor zover dit bij hem past. Doorgaans zoekt een gemiddeld lichaam uit een zekere gewoonte, star vast houden aan patronen, maar ook uit angst voor inspanning, afzien of pijn, gemak, of luiheid niet dat verleggen van grenzen. Ook is het het LEVEN in de mens zelf die de mens weerhoudt van het doen van onverantwoordelijke dingen. Zelfdestructief gedrag is er echter wél, waar de ziel onwijs is (onbewust is van wie zij is en wat het leven is), slaaf wordt van wat het lichaam wil, of van de verleidingen die er zijn in de materie en die de ziel afhouden van de eenwording met haar geest (van God) wat de bedoeling is.
Een mens dient dus de ‘wilde dieren te temmen’. Daarom staat er ook in Genesis te lezen dat ‘de mens heerse over de wilde dieren’.

Door het eten of drinken van bepaalde voeding neemt de mens bewustzijn op.
Het meest vrije, hoger ontwikkelde al willen dienende bewustzijn uit de voeding dient de ziel die dus wordt verrijkt met goede kwaliteit van dat bewustzijn.
Het bewustzijn wat lager ontwikkeld is, dient het lichaam in haar meer fijnere substantie.
Het nog lager bewustzijn dat nog zeer egoïstisch, star en onbeweeglijk is en meer onderhavig is aan de natuurwetten, dient de laagste lichamelijke systemen zoals b.v. grovere weefsels en de botten.

Licht, lucht, water, een plant, dier bestaan uit een verzameling bewustzijn (licht, dus leven) van allerlei soort.
In planten zit voldoende fijnere ook zelfs etherisch bewustzijn dat de mens dient.
In dieren zit dat ook, maar bevat ook meer grofstoffelijk bewustzijn.
In de dierenwereld is er een verdeling van klassen in ontwikkeling naar liefde of eigenliefde, waar het steeds weer om gaat.
Alle organismen bestaan uit bewustzijn in allerlei vormen en stadia onderweg in allerlei fasen van bewustzijn van wat werkelijk liefde is en.. wordt dit al wel of nog lang niet gezocht en gepraktiseerd.

Een krokodil is nog helemaal niet bezig met liefde voor het andere. Hij heeft alleen ‘liefde’ voor zijn jongen tot op zekere hoogte en doodt daarvoor en voor zijn eigen instandhouding alles wat hij tegenkomt. Een koe heeft al veel meer liefde voor andere organismen, waardoor deze ook tam is te maken. De koe laat ook al het jong bij haar drinken, verzorgt heel lang het jong en zal nooit een ander opeten om er beter door te worden. Het dier hoeft alleen maar gras en water en doodt ook geen ander dier om zichzelf te voeden.
Wilde dieren hebben meer eigenliefde en hebben alleen voldoende ‘liefde’ om de soort voort te planten, de ander van zich af te jagen en waar nodig de jongen te verzorgen. Deze liefde is niet dienstbaar aan het andere, maar gebruikt het andere om er zelf beter van te worden. Er is nog veel eigenliefde (eigenbelang). Zodra er een bepaald punt in ontwikkeling wordt bereikt laat de ‘ouder’ het jong los en weet het niets meer van het jong.
Hoger ontwikkelde dieren komen al dichter bij de mens en gaan er zelfs al op lijken. Ze hebben hoogstaandere normen en gedragingen en laten meer en meer liefde naar de ander zien. Ze zijn daarom trouw, kunnen iets aanleren en hebben er plezier in om een mens te dienen.
Er blijft echter altijd iets in het karakter van een dier dat voor eigenbelang vecht. Daarom kan een dier iemand doden die zijn baas aanvalt. De prooi is nodig om bewustzijn dat ontbreekt aan het eigen organisme, maar wat wel nodig is om er door te ontwikkelen, op te nemen!

In het bloed huist het hoogste bewustzijn van etherische aard… de ziel (van een dier of mens). Dat wordt het snelst opgenomen door het organisme dat dat bloed in zich opneemt (prooi). De mens heeft het meest hoogstaande, meest vrije bewustzijn dat al vrij is om een keus te kunnen maken uit vrije wil. In hem is alle bewustzijn dat hij nodig heeft, aanwezig, maar hij moet dat bewustzijn zuiveren door toe te nemen aan liefde. Opnemen van liefdeloosheid in de vorm van onwetend, onwillend bewustzijn via zijn prooi (voeding) is dus niet de bedoeling. Wél het zich sober voeden met vruchten, fruit, groenten en vlees van hoogstaand niveau, waardoor bewustzijn wordt geïntegreerd dat PAST bij de fase van ontwikkeling die de mens doormaakt of wil eigen maken.
Dat onderscheidt ook de mens van welk hoogst ontwikkeld dier dan ook!

De mens heeft Gods geest als kiem ter ontwikkeling in hem gelegd, gekregen. Bij geen enkel dier is dit zo. Daarom is ook een mens geen dier, al kan hij zich wel dierlijk gedragen en dieper zinken dan een dier vanwege zijn eigen gekozen liefdeloosheid, waarbij hij de geest in hem negeert en verzwakt en zijn lichamelijkheid meer dierlijk wordt.

Door de ademhaling komt het bewustzijn uit de ether via het zonlicht in ons lichaam, wat ons in staat stelt te leven. Zonder licht, zonder zuurstof dat de drager is van Gods geest, geen leven!
Ook bij dieren is het zo dat de hoogst ontwikkelde dieren met een al rijpere ziel zuurstof nodig hebben. Lager ontwikkelde dieren hebben minder licht nodig en leven graag in b.v. vochtige, donkere plekken. Nog lager ontwikkelde planten of diertjes leven van puur afval en gedijen in de meest vunzige rommel, vocht, totale donkerte afgesloten van licht, lucht, soms zelfs water. Zij willen nog helemaal geen liefde opnemen en gedijen alleen dus op wat niet liefde is. Zo kunnen ook zeer laag ontwikkelde organismen alleen op aas (dood vlees) leven. Dat organisme leeft van niets anders dan het laagste meest materiële bewustzijn. Het geweldige is echter weer in het hele leven, waar je ook kijkt, dat het ene organisme het andere dient. Daarom lost ook aas op door de omzetting van zijn ‘lichaam’, dóór dat organisme dat van hem bestaat!.
Een schimmel komt bijvoorbeeld ook weer in ontwikkeling en vormt bij zijn opname van stoffen uit zijn omgeving, deze stoffen tot een hogere fase van zijn, waardoor hij dus meewerkt aan verlossen van nog harder liefdelozer bewustzijn dat hij opnam.
Het hele leven is opnemen en loslaten van bewustzijn opdat dat bewustzijn vrij wordt en in een hogere fase van ontwikkeling komt wat groei is en dat nieuwe organisme dus toeneemt aan kennis, inzicht, kracht, mogelijkheden. Mogelijkheden worden dus steeds meer complex, waardoor ook de lichamen meer complex moeten zijn om dat meer aan die mogelijkheden te kunnen uitvoeren en benutten.
Zo is er in opgaande lijn dus een geboren worden en sterven van organismen onzichtbaar klein en simpel tot aan mega grote complexe lichaam als een ster, planeet. Toch is het meest complexe lichaam dat van een mens omdat in hem alles, maar dan ook alle bewustzijn is verenigd.
Daarom kan hij ook op God gáán lijken, wat pas gebeurt als hij al het in hem aanwezige bewustzijn ontdoet van ego, liefdeloosheid, totdat er geen enkel deeltje donkerte meer aanwezig is en ALLES in hem verlicht is!
De mens is Gods kind, evenbeeld in het mini, maar kan worden als God als hij AL Gods licht in hem weer bewust wordt en dit uitdeelt! Dat is het ontstaan, het zijn (wonen) in de hoogste hemel.

Water is verdichte lucht. Lucht is verdicht licht. Licht is verdicht bewustzijn!
Bij de dood van een dierlijk of plantaardig lichaam komt het meest verheven bewustzijn van de ziel vrij en zoekt het andere verbindingen waardoor er nieuwere organismen worden gevormd of wordt er nieuw bewustzijn opgenomen tot een nieuwe levensvorm om er een hoger organisme mee te vormen.
Geen bewustzijn gaan verloren. Alles dient elkaar om er meer vrij door te worden.
De mensenziel blijft evenwel na de lichamelijke dood dezelfde en wordt nooit en te nimmer opgenomen in een ander organisme, of verdwijnt ergens in het niets. Een mensenziel blijft dus eeuwig en altijd dezelfde, maar vervolmaakt zich eindeloos. Waar zij kansen had laten liggen om toe te nemen in liefde tot God, zichzelf en medemens, kan zij als zij dit echt wil in het geestelijk leven ook nog groeien. Ze moet echter wachten totdat alles wat op aarde nog wachtte op loslaten en moest worden geleerd, uitgewerkt, bij haar ziel kan worden gevoegd (lees over ook deze materie mijn boek over orgaandonatie).

Er is een hiërarchie van talloze organismen simpel, klein tot mega complex en groot van dienen en gediend worden. Het meest verstokte, onvrije, liefdeloze bewustzijn maakt deel uit van de lichamen. Het meer vrije, de hogere fijnere weefsels. Het nog vrijer en dus liefdevoller bewustzijn (licht van bepaalde aard) vormt het zenuwstelsel en het meest hoge bewustzijn verrijkt de ziel (puur licht).

Door bepaalde dieren of planten wel of niet te eten voeg je dus bepaald bewustzijn van een bepaalde kwaliteit liefde (licht) en dus ontwikkeling toe dat de mens helpt om er een beter mens door te worden. Men zegt niet voor niets: ‘de mens is wat hij eet’.
Door giftige dingen te eten wordt de mens ziek of sterft hij zelfs. Iets dat giftig is, bevat bewustzijn dat zó egoïstisch op zichzelf gericht is, dat het alle leven naar zich toe trekt om er zelf beter van te worden. Voedingsmiddelen zijn slecht voor de mens als ze niet passen bij zijn organisme en dit verzwakken en de ziel dus kansen tot groei ontnemen. Ook de ziel moet dus niet verzwakken, maar dient toe te nemen aan licht, dus aan bewustzijn zodat in dat licht de ziel heel goed haar zwakten kan zien, haar wensen en wil kan onderzoeken en een betere keus kan maken en sterker is om de dierlijke trekken, hartstochten, noden van het lichaam en het ego in haar ziel te weerstaan.

Eiwitten staan voor materie die ons lichaam in staat stellen allerlei stoffen te bouwen uit die deeltjes waar eiwitten uit ontstaan. Als je kijkt naar het soort bewustzijn wat eiwitten vormt, hebben we te maken met zeer materieel maar ook veel minder ’vriendelijker’, vrijer bewustzijn. Hoe grofstoffelijker het eiwit is, des te minder makkelijker het af te breken en te verwerken is voor het menselijk lichaam. Alles draait eigenlijk om de basisstof eiwit van velerlei soort, waaruit enorme complexe stoffen gebouwd kunnen worden door ons lichaam. Eiwitten dienen als opnemers, transporters, omvormers voor weer HOGER bewustzijn. Het eiwit dient het menselijk lichaam.
In grofste vorm b.v. als substantie waar ons bot uit wordt gevormd, in fijnste vorm als onderdeel van b.v. neurotransmitters. Een mens moet de meeste eiwitten opnemen uit zijn voeding. Dat begint al bij de baby die de moedermelk moet hebben om te kunnen groeien.
Het eiwit waar varkensvlees uit bestaat is nog veel te lastig voor een mens om dit te verteren, kapot te maken en te verdelen in korte stukjes. Als waarschuwing wekt daarom eten van varkensvlees vaak een histamine productie op. Deze stof veroorzaakt echter ongewenste lichaamsreacties, die mensen ongemak maar ook ernstige ziekte kan opleveren. Niets voor niets zegt de bijbel dat de mens geen varkensvlees moet eten, en als dat nodig is en niet anders kan, dit vlees voorverteert door het te marineren in bepaalde kruiden, waardoor er ’alvast veel voorwerk gedaan is’, opdat al belaste of zwakke of gevoeligere lichamen beter kunnen omgaan met dat varkensvlees.

Zo zijn er meer aanwijzingen gegeven hoe je bepaald voedsel je het beste kunt eten, wanneer je dit het beste kunt oogsten, bewaren, vermengen, klaar moet maken, omdat door deze processen bepaald bewustzijn wordt toegevoegd, of weggehaald of wordt ‘verzacht, verzwakt of al uit elkaar gehaald’, zodat het makkelijker opneembaar is of minder schadelijk. Door allerlei processen van koken, garen, bewaren enzovoort, verzwak je ziekmakend bewustzijn en bewaar je het meest hogere, heilzame bewustzijn. De vele oude volkswijsheden, tips van overgrootmoeder enzovoort, getuigen van wezenlijk belangrijke kennis, maar worden amper meer gezien als wijs en veilig. Uiteraard is hier en daar sprake van bijgeloof, maar berust veel kennis op innerlijke wijsheid, doorgegeven sinds eeuwen lang. Veel natuurgeneeskundige kennis is gebaseerd op ook deze oude wijsheden. Natuurgeneeskunde kan – omdat ze al het leven holistisch beziet en niet de mens in vakjes en stofjes verdeelt – makkelijker onderscheid maken tussen zin en onzin, veilig of onveilig, zeker als er een goede medische opleiding aanwezig is.

De ene ziel is meer agressief dan de ander. Geen ziel is perfect, dus is er agressie (of een andere vorm van liefde tekort) in de ziel.  Dat is te zien in bepaalde groepen. Een agressieve beer is veel gevaarlijker dan een agressieve duif. Je hebt veel meer kans een agressieve krokodil tegen te komen dan een agressieve ram. De agressiviteit van een schimmel is heel groot. Het maakt alles in zijn omgeving kapot. Alles is er om door de schimmel opgevreten, vernietigd, doordrongen te worden… Bepaalde soorten dieren hebben meer eigenliefde, wat zich vertaalt in van zich afbijten en vechten, alles voor zichzelf willen, dan liefde geven. Het is leven en overleven, eten en gegeten worden. Bewustzijn opdoen of afstaan. Het instinct van deze lagere dieren is alleen gericht op survival of the fittest. Dieren die al veel meer liefde hebben zijn de dieren die al meer sociaal zijn. Zij willen en kunnen al meer samenwerken. Wilde dieren hebben zorg voor alleen hun eigen toco, veel meer dan een slak dat heeft. Deze glibbert overal heen, als de vochtigheid hem maar zint. Hij laat zich brengen en doen wat zijn instinct hem zegt. Overal waar een dier nog geen hoge mate van vrije wil heeft, heerst zijn instinct. Waar een dier al meer liefde heeft eigen gemaakt, leeft hij ook uit instinct, want dit bepaalt wat hij doet, eet enzovoort. Maar waar minder liefde is, is er een hoge mate van egoïstisch instinct gericht op alleen overleven en voortplanten.. Overal, in alle diergroepen en families zijn gradaties en nuanceringen van agressiviteit, maar als er agressie is dan komt dat altijd door tekort aan liefde voor het andere en door meer liefde voor de eigenheid en of soort. Het is overal leven en overleven. Zou de mens krokodil eten, dan verdierlijkt zijn ziel – zeker als hij dat bloed zou drinken - omdat hij daardoor bewustzijn opneemt van een veel lagere soort. Sterker nog, hij zou het niet overleven. Vlees kan werkelijk ziek of gek maken als het bewustzijn voor de mens te schadelijk is, dus verboden is, wat meteen kan maar ook op de lange duur!

Een mens heeft geen instinct. Hij doet wat zijn ziel, geest of lichaam opdraagt. Hij doet dat uit vrije wil maar is dit helaas amper meer bewust! Mensen die heel materialistisch geworden zijn en dus een groot ego hebben en een lager bewustzijn hebben, volgen vaker eerder hun lagere instincten dan dat de ziel weerstand biedt. Ze volgen ook eerder dat wat hun verstand hen zegt. Wat ze geleerd hebben, zien ze dikwijls als waar. Ze nemen meer genoegen met wat de algemene opinie zegt en vraagt. Ze hebben weinig contact met hun intuïtie (innerlijk weten dat van God is)  dat vaak iets anders zegt en verdieping in iets dat gezegd of gedaan wordt, laat zien. Waar de intuïtie wel wordt gevoeld, luisteren ze hier niet graag naar en volgen ze liever dat wat hun lichaam, hun verstand en dus de buitenwereld zegt en vraagt. Een dergelijk mens maakt het zichzelf (en zijn medemens) hierdoor niet makkelijk.
Het doel is dat de mens zo bewust mogelijk uit zoveel mogelijk liefde voor de waarheid doet wat nodig is. Hij hoort dus uit te voeren wat de liefde en waarheid in hem willen. Zijn geweten is hierbij richtlijn. Dat geweten wordt gevormd door wat die mens diep van binnen (in zijn hart) gelooft, wil en denkt. Hij doet vervolgens dat wat dat wat hij wil, gelooft en denkt en ervaart dat dat gebeurt, dus ‘waar wordt’. Hierdoor krijgt hij bevestigd dat wat hij wilde, dacht, geloofde ook echt is. Je intuïtie gebruiken betekent dat je je diepe weten volgt omdat je ‘gewoon weet dat dit goed is’, zonder dat je dit overigens altijd maar kunt beredeneren. Je bent dan goed verbonden met je innerlijke leiding, Gods geest.

Als een mens ziet dat iets hem ongeluk, pech, ziekte brengt zal die mens deemoedig, klein moeten zijn en moeten erkennen dat er iets in zijn wil niet oké was. Zodoende leert de mens dus van en door zijn tegenspoed! Dáárom IS er ook tegenspoed, want anders zou er geen groei zijn!
De mens komt juist tot inzicht dóór zijn ervaringen. Zonder te ervaren is er geen ontwikkeling en zelfs geen leven mogelijk. Léven is immers ervaren en… groeien! Ervaren is groeien. Hij hoeft alleen maar bewust te worden van oorzaak en gevolg. Dat lukt pas als hij liefde voor zichzelf - voor de waarheid die in hem is - heeft. Hij wil dan immers niets anders dan zoveel mogelijk groeien in echt zijn, omdat hij ervaart dat hem dat heel veel lijden scheelt! Dat wil allemaal net zeggen dat je allemaal meteen maar het gevolg ziet of herkent van een bepaalde oorzaak, maar hoe meer je vanuit je intuïtie, hartsweten leeft, des te makkelijker en sneller je de verbanden ziet en ook kunt en durft af te wachten op een gevolg dat b.v. erg gewenst is, maar nog maar niet lijkt te komen. Lijkt te komen, want soms is iets al bezig zich te vormen, maar zie jij het nut of de ‘contouren’ nog niet!

Als een mens in volstrekte nood verkeert en iets eet dat niet goed voor hem is, maar de mens zegent zijn eten in dankbaarheid, dan is dat eten minder schadelijk! Mensen begrijpen nog onvoldoende het grote nut dat ‘bidden en danken voor het eten’, inderdaad de wens ’wel mag het je bekomen’, beter doet uitkomen. Het is bekend dat als mensen dankbaar hun eten - van welke kwaliteit dit ook is - eten, ze beter en gezonder leven dan mensen die onbewust, ondankbaar en vooral vanzelfsprekend en luisterend naar wat het lichaam wil, alles maar naar binnen schrokken, er niet bij stil staan dat het toch weer een wonder is dat zij te eten hebben. Zij vragen zich vaak niet af of het voedsel dat zij weten, wel goed voor hen is. Ze bemerken ook vaak niet dat het lichaam signalen uitzendt die laten zien dat het ‘eten niet goed bekomt’. Allergieën, opeenhoping van afvalstoffen, onverwerkte stoffen veroorzaken vaker door voedingsmiddelen allerlei kwalen en ook ziekten.

Bij alle aspecten van het leven geldt het dat als een mens met aandacht, liefde en wil iets doet, dit beter gaat. Immers, je doet, wilt iets dan met liefde, dat juist de energie, kracht, het veld schept waarin iets wat eerder geestelijke was, kan ontstáán. Vooraf aan iets materieels, is iets altijd eerst gedacht! Eerst is er geest, vervolgens de uitwerking in het lichaam, de uiterlijke vorm! Een mens is dus werkelijk schepper van wat hij gelooft, wil en doet. Zoals hij doet, was zijn gedachte. Zoals hij wil, gelooft, zal er zijn. Daarom dient de mens zo goed mogelijk te weten wat het goede is!
Hij schept dan ook het goede. Waar de mens zichzelf sterk en zuiver houdt, zal de geest het beste kunnen laten weten, zien en zal de ziel sterker zijn om dat goede te willen, zeggen, doen en dus scheppen!
Het menselijk lichaam bestaat uit grotendeels water. Water is de dragend medium voor welke stoffen dan ook. Water is zeer dienstbaar en wordt direct beïnvloed door gedachten, wensen (gebed) en wil, maar natuurlijk ook voeding. Heel belangrijk om dus het ‘water’ (alle vloeistoffen) in je lichaam van juiste kwaliteit te maken en te houden (te lezen over impact die goede gedachten en energieën hebben op water: Masaru Emoto, de boodschap van water). Water staat ook voor ‘de ware geest’. Daarom is dit tijdperk (Aquarius) de tijd van het aandragen van het ware water, waarmee de wezenlijke betekenis van de Christelijke leer wordt bedoeld. Nu is het de tijd van overgaan van gevangenschap, sappelen, onvrij zijn (5e chakra) en inzien (6e chakra) wat er moet veranderen, wil er een nieuwe betere wereld volgen. Dus geestelijk gezien dienen we ons te laten dopen met het heilige (helende, schoonmakende) water van wat werkelijk liefde en dienstbaarheid is. Dát is de juiste voeding voor al wat leeft en is op aarde! Wilde dieren zijn van vanzelf in de verre minderheid en maken geen kans voor de meer verlichte mens die niet meer voor zijn lagere instincten kiest en doet wat God, de Liefde van hem vraagt!

Nu kun je zeggen dat het onzin, achterhaald en ouderwets is, dat bepaalde dieren als verboden te eten worden genoemd, maar je weet dan niet, dat we het hebben over alle soorten bewustzijn uit bepaalde dieren die de mens niet goed bekomen zullen en hem op de duur zullen verzieken en zwak maken. Vooral ook op geestelijk vlak. Juist de ziel is gebaat bij zuivere lichtvolle dus zo liefdevol mogelijke voeding! Omdat de mens van nu zich bijna niet meer stoort aan wat ooit bij aanvang van de mensheid is meegegeven tot leidraad en steun, denkt hij eigenmachtig als hij is (toppunt van ego) dat hij het allemaal wel kan weten en beredeneren. Uit onderzoek zijn er inderdaad mooie bevestigingen van samenhangen die er zijn tussen geest en materie, waardoor ook gevolgen duidelijk werden, maar zijn nog veel verschijnselen en samenhangen niet onderzocht of vaker nog ontkend en weg gewuifd, omdat ze geen opbrengst hadden, ze de maatschappij niet uitkwamen, geen belang leken te hebben, nutteloos leken te zijn en vaak niet welkom! Alles is er echter om een bepaalde reden.

Gods uitverkoren volk kreeg de voorschriften op allerlei gebied. De Israëlieten - zo staat er in de bijbel te lezen zijn het ‘uitverkoren volk’ aan wie Gods levensadviezen werden gegeven. Met de ‘Israëlieten’ is echter IEDER mens die Gods kind WIL zijn, dus de enige Waarheid wil liefhebben als hoogste goed ziet, bedoeld! De mens die de hoogste waarheid en Liefde in God erkent en wil navolgen, is een Israëliet = kind van God! Geen mens uitgezonderd! Aan hem wordt een makkelijkere weg gewezen om dit kindschap ook te bereiken. De heidense volken kregen deze voorschriften niet. Niet omdat zij niet door God geliefd zijn en niet Zijn kind zouden zijn of konden worden, of een minderwaardige soort zouden zijn, maar omdat zij eerst nog een lange weg te gaan hebben van inzien dat er maar één God is (één doel is en dat is liefde doen) om een goede samenleving überhaupt te kunnen vormen. De kennis en het inzicht, het bewustzijn van de heidense volken was nog te laag ontwikkeld en nog niet toe aan het erkennen van de éne volmaakte Godheid die alles schept, leven geeft, beïnvloedt en heel maakt.
Het was juist de opdracht van Gods volk (de Israëlieten), dat zij de heidenen zouden onderwijzen. Zij hadden immers als enig volk Gods adviezen, om er het goede mee te doen. Vaak ging echter dat onderwijzen gepaard met allerlei geweld omdat dat heidense volk dat nodig had, omdat zij als barbaren leefden en hun vreselijke, liefdeloze, vaak dierlijke leefstijl zorgde voor de meest gruwelijke omstandigheden, ziekten van allerlei aard, die niet mochten worden overgenomen door het uitverkoren volk (enige – niet het beste - volk dat God en zijn wetten als sleutel voor een gezonde samenleving hadden) dat daardoor óók teloor zou gaan. Dáárom kreeg dat volk ook zulke ‘strenge’ regels en zei God dat het het volk ‘wel zou gaan’ als ze zich zouden houden aan Gods adviezen, maar dat het hen slecht zou vergaan ‘tot de dood er zelfs op volgde’ als zij zich zouden inlaten met de afgodische gewoonten en bijgeloof die de heidenen hadden en dus Gods geadviseerde leefstijl zouden loslaten. Geen straf of dreigement, maar een liefdevol laten weten wat de weg is ter preventie en behoudt van welzijn!
Door de adviezen te houden, zuivert de mens die wil (gaan) leven zich, zoals dat past bij een mens die op God wil gaan lijken. Logischerwijze is het te begrijpen dat iemand die op volstrekte liefde wil gaan lijken géén liefdeloosheid wil doen, of opnemen. Hij bereikt immers anders niet zijn doel, wat te begrijpen moet zijn.

Nu zal het ondertussen wat makkelijker te begrijpen zijn, dat de mens zich dus moet voeden met zoveel mogelijk hoog ontwikkeld, dus zuiver voedsel zodat:
-zijn ziel toeneemt aan licht;
-het lichaam minder dierlijk wordt;
-de geest zich makkelijker kan verbinden met het harstweten,
zodat de mens dichter bij zichzelf, dat God in hem is, kan leven en zo min mogelijk lijdt en wantoestanden veroorzaakt.
-de intuïtie wordt verfijnd en de mens steeds beter de hogere geestelijke impulsen, kennis, kracht kan ontvangen en benutten (beter verbonden met God en Zijn engelenwereld).

Industrievoedsel, voedsel dat verontreinigd is met kunstmatige stoffen, dus chemische voedingsstoffen, belast in eerste instantie het lichaam, wat we allemaal wel uit onderzoek - en ook ervaring - kunnen weten, maar zeker ook ons lichtlichaam. Dat lichtlichaam bestaat uit een uitstralend licht (aura) dat gevormd wordt door onze goede gedachten, wil en daden. Dat lichtlichaam is een bijna geestelijk lichaam en wordt gevoed door zonlicht, de ether, de sfeer om ons heen, onze eigen gedachten en overtuigingen maar ook door de meest fijne geestelijke bestanddelen uit onze voeding. De ziel vormt dit lichaam, haar uitstralend licht dat het lichaam van vlees en bloed gezond houdt. Dat lichtlichaam is voor de medemens te voelen als iets dat je ‘weet’ en voelt, maar niet altijd kunt bewijzen, benoemen. Dat lichtlichaam is energetisch te beïnvloeden, maar niet met medische apparatuur te onderzoeken omdat het te fijnstoffelijk is.
De ziel en haar wezen is NOOIT te onderzoeken, aan te tonen, laat staan te bewijzen, omdat de ziel puur geestelijk is. Het lichaam van vlees en bloed is het voertuig voor de ziel. Zonder een lichaam zou de ziel op aarde niets kunnen en niet kunnen ontwikkelen.
Het lichtlichaam bestuurt het lichaam van vlees en bloedt.
De basis van iedere cel is licht. Waar onvoldoende licht is in een cel, gaat deze in de poging licht op te nemen – te léven – woekeren. Kanker is gebrek hebben aan… licht.
Alles wat ziek is, heeft gebrek aan…. licht, dus aan liefde! Alles wat zelf gebrek heeft aan licht, probeert licht, leven te verkrijgen door ongebreideld om zich heen te slaan, te beschadigen en te doden wat op haar pad komt. Dat is in de misdaad te zien, maar ook in de natuur: het recht van de sterkste. In de materie is het altijd het recht van de sterkste die wint. In de geestelijke wereld, is dit de liefde.
Daarom is het van grootst belang zoveel mogelijk licht, leven IN de materie te laten zijn zodat deze zich niet ontwikkelt tot iets dat alles verwoest.. Dit geldt voor een bacterie, een cel, maar ook een planeet,een plant, een dier of... een mens.

Als je zuurstof in haar geestelijk wezen zou zien, dan zie je dat zuurstof een en al sprankelende deeltjes licht van een zeer intense schitterende soort is. Daarom is ook licht de basis, voeding van iedere cel. Licht is een samenpakking, verdichting van allerlei hoedanigheden (eigenschappen) van … liefde! Al ons natuurlijk licht bestaat uit allerlei ideeën uit Gods geestelijk licht! Je mag zeggen dat al wat leeft, bestaat uit gradaties licht. Wat wij tot ons nemen, bepaalt wie wij zijn: echt of minder echt, gezond of ongezond. Zeer gebrekkig of meer heel…

Ook natuuridentieke voedingsmiddelen zijn chemisch. Het zijn stoffen die dus de natuurlijke nabootsen door een zelfde structuur en samenstelling. Alleen… licht, leven wordt er niet meegegeven, omdat de mens dat niet kan en nooit te nimmer zal kunnen! Dat vergeet men vaak of weet men niet! Deze onnatuurlijke stoffen lijken op natuurlijke stoffen die licht in zich hebben, maar zijn chemisch, dus dood. Ze hebben nogmaals geen enkel licht, leven in zich, waardoor ze in wezen gif zijn voor ziel en lichaam omdat ze eerder licht onttrekken omdat ze zelf tekort hebben!
Alles wat nog laag ontwikkeld is, of synthetisch is, is gemaakt uit heel egoïstisch bewustzijn, dat mega tekort aan licht heeft. Daarom wil het zich soms koste wat kost binden met iets dat wél licht heeft. Daarom geef je ook bijvoorbeeld chemo. Die giftige stoffen verbinden zich met het gelijke (met de tumorcel), maar willen tegelijk licht opnemen. Daarom kan het inderdaad zieke cellen doden, maar doodt en beschadigt het ook goede cellen!! Als iemands licht dan tekort is, is het lastig om door chemo beter te worden en brengt het eerder meer verval… Met een positief hoopvol eerlijk gemoed de chemo ondergaan, is dus van groot belang!

Bloed mag nooit gedronken, gegeten worden, omdat het altijd – afkomstig van dieren – lager bewustzijn betreft wat de mensenziel verontreinigt, maar ook het lichaam belast. We weten ondertussen ook dat het opnemen van bloed ons ziek kan maken. Inspuiten van dierlijk weefsel - al is dit miniem - kan ons voor altijd ziek maken en ons DNA vervormen (denk aan coronavaccin)! Bloedtransfusie kan alleen goed doen als de bloedgroep perfect past. Waar dit (vaker dan je denkt en bekend is, of wordt gezegd) niet zo goed past, kan het ons ziek maken en ons ook (later pas) verzwakken, al werden we er eerder mogelijk door gered. Denk ook aan bloed op bloed contact bij mensen waardoor (geslachts)ziekten worden overgebracht. Heel veel lichamelijke maar ook zielsziekten ontstaan – vaak op de langer duur – door het teveel vlees eten waarin het bloed - dus karaktertrekken van dieren maar ook de stoffen die angst teweeg hadden gebracht - nog aanwezig zijn! Halal slachten mag dan voor menig mens wreed lijken, maar is beter voor de mens en als het goed wordt uitgevoerd voor het dier veel minder bezwaarlijk dan men denkt. Is immers het bloed weg uit het dier – wat snel hoort te gaan – is de ziel vrij en is er geen pijn gewaarwording meer, wat je niet kunt zeggen als dieren op andere wijzen worden gedood. De bijbel geeft niet voor niets bepaalde wijzen om te doden aan. De mens begrijpt heel vaak niet meer waarom, waartoe iets zus of zo moet zijn en meent vaak dat zijn eigen visie beter is. Helaas betreft het vaak mensen die het geestelijke negeren en dus niet meenemen in hun denken en leefstijl.

Door goed te zorgen voor dieren, ontwikkelen zich betere karakters, dus meer makkelijkere, lievere, tammere dieren. Als zo’n dier overlijdt wordt namelijk het vrij gekomen bewustzijn van die ziel toegevoegd aan andere dieren, of ook soms aan een komende mensenziel die dan al een voordeel bezit, omdat een deel in haar dus al meer liefde had eigengemaakt (dit opnemen van de ziel van een dier voor een geboren te worden mens, betreft hier alleen de ziel van een natuurmens). Het is dus in meer opzichten van groot belang goed voor dieren te zorgen. Goed zorgen, betekent echter niet dat dier veronnatuurlijken, alles maar zielig te vinden, te pamperen met luxe kussens als huis of kasteel, meer plaats op de bank of in bed bij jezelf, tegennatuurlijke huisvesting of voedsel in plaats van het dier zijn prooi te laten vangen, alles maar laten voor het dier ten koste van jezelf enzovoort, maar het goed op te voeden, zoals je dat ook met een kind doet. Het ego moet dan niet worden tegemoet gekomen, maar het dier, of het kind moet ontdekken wat waar en goed is, het ego juist afleggen en de eigen wil ten goede ontwikkelen! Daarom is liefdevolle discipline, opvoeding in wat werkelijk écht en liefdevol is van wezenlijk belang!

Vlees van lager ontwikkelde (onreine) dieren eten, veroorzaakt vaak een allergie, die matige reactie tot gevolg kan hebben, maar ook ernstige.
Granen die andere structuren hebben dan ons delicater geworden lichamen kunnen hebben (verschilt van ras, persoon, staat en conditie), kunnen ook een allergische reactie oproepen, en ga zo maar door.
Als je drugs gebruikt, verdonker je je ziel waardoor je lichtkracht kleiner wordt en de ziel steeds minder verbonden wordt met haar eigen geest, maar des te meer kan komen open te staan voor beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld. Verslaving is niets anders dan dat het lichaam van een aards mens die drugs wil gaan gebruiken of al gebruikt, wordt aanzet tot gebruik door overleden verslaafden, opdat ‘hun lichamen’ (hun geestelijke lichamen dus wel te verstaan) er zich goed bij voelen. De ziel wordt echter steeds donkerder en verzwakt. Ze wordt dan dus steeds meer krachteloos, waardoor ze meer slaaf wordt van haar lichaam en diens noden en al wat er voor nodig is om dat lichaam haar zin te geven. Ook de overleden verslaafde blijft zitten in de sfeer van haar hunkering en komt er niet los van als zij hier niet om vraagt.
Ook tanken dan vanuit de geestelijke wereld overleden verslaafden mee. Ze zetten de openstaande mensenziel ertoe aan toch maar te gebruiken vaak onder dreiging van hel en verdoemenis, ernstige gebeurtenissen die er zullen gebeuren als de ziel een andere weg zal inslaan…

Dieren zijn onrein als ze bewustzijnsaspecten bevatten die een mens belasten, ziek maken, het leven moeilijker maken of ongezond maken. Wil de mens Gods kind zijn, zal hij hier iets voor over moeten willen hebben. Dat is het zoveel mogelijk leven in zuiverheid, dus het lichaam zuiver houden of maken om zodoende een beter onderdak, behuizing te bieden voor de inwonende geest van God en die van zijn ziel.
Wanneer het verschil tussen lichaam (behuizing) en ziel (inwoner) te groot wordt, zal het lichaam moeten worden losgelaten en moet de ziel eruit. Zij komt dan – als het lichaam voortijdig is losgelaten door roekeloos gedrag uit vrije wil, maar ook slaafse lichamelijkheid en materialisme – voortijdig vrij en moet dan in de geestelijke wereld alsnog de weg van loutering (zuivering, schoonmaak van ego, materialisme) gaan, wat een grote, ook nare omweg kan betekenen. Een mens ontkomt dus nooit aan wat lastig is, door hem niet gewild wordt en wordt ontweken of voorkomen (door b.v. zelfdoding of euthanasie)!

Een kind van God:
-wil als het goed is een meer directe weg;
-staat open voor de levenslessen van God;
-leeft dit leven op natúúrlijke wijze zoals God dit in hem wil;
-aanvaard zijn natuurlijk doodsmoment met zoveel mogelijk liefde;
-geeft zich over in vertrouwen op God, waardoor hij het leven áánkan, ondanks wat er is, met als wegwijzer Gods adviezen en beloften op een betere wereld waar alle ellende ophoudt te bestaan.
- en oefent zich in dienstbaarheid en geduld. Daar horen ook Gods voedingsadviezen bij.

God heeft nooit gezegd dat een mens geen dieren mag eten. Wel heeft God gezegd dat al het goede met mate en dankbaarheid gegeten dient te worden en dat op de keper beschouwd niets dat de mens binnengaat (door de mond) hem verontreinigt, maar dat wat de mond uitgaat (dus wat de mens dacht) verontreinigt als dit in liefdeloosheid is gedacht, gewild en gedaan.
Toch heeft God gezegd dat vlees in volgende volgorde beter is voor de mens: gevogelte – vis – schaap – rund. Wilde dieren en welke in Leviticus genoemd zijn, dus niet. Waarom is dit zo? Omdat het bewustzijn van deze diergroepen meer vast, egoïstisch is. Dit zien we door het soort eiwit van dat vlees te onderzoeken. We zien daarbij dat eiwit van rundvlees minder makkelijker te verteren is dan kip of vis enzovoort. Een mens die weinig daadkracht heeft, maar wel sterk is of juist (lichamelijke) kracht nodig heeft, kan zich verrijken door wat meer rundvlees te eten. Het moet dan overigens goed klaargemaakt, goed gebraden, en liefst gestoofd, soms eerst gemarineerd met bepaalde kruiden zodat het eiwit al ‘voor verteerd’ is, dus in kortere ketens uiteengevallen is, waardoor het beter kan worden opgenomen. Daarbij is het ook weer van belang dat de mens een gezonde spijsvertering heeft om de aminozuren (bouwstoffen) en andere stoffen op te kunnen nemen. Allerlei factoren bepalen dus uiteindelijk of iets iemand bekomt, het beter of minder gunstig voor iemand is. Ook het doormaken van ziekte, het hebben van een kwaal kan bepalend zijn voor het wel (voor een tijdje) eten of juist onthouden van bepaald vlees of groente, of fruit. Je moet dus heel individueel bepalen wat goed of minder goed is voor iemand. Ook in fasen kan het geschikte voedsel anders zijn.

Fruit, vruchten, zaden en noten bestaan altijd uit rijper bewustzijn dan de groente of de boom, struiken waar zij vanaf komen. Het is wel zaak om ze rijp te eten. Deze groep vruchten en zaden zijn heel rijk aan hoog ontwikkeld bewustzijn omdat zaden en vruchten immers het nieuwe leven in de kiem bevatten. Groente bestaat weer uit rijper, vrijer bewustzijn dan dierlijk vlees. Een ei is lichter verteerbaar dan het vlees omdat het uit de kip voortkomt en ga zo maar door.

In deze tijd wil men dat de mens gevoed zal gaan worden met labvoedsel, dit vanwege een zogenaamd dreigend voedsel tekort. Het betreft dan eiwitten uit genetisch gemanipuleerde stamcellen van dierlijk vlees of maden, wormen, insecten enzovoort. Te begrijpen valt, dat dit voedsel hoogstens dient voor ons meest grove lichaamsdelen, maar ons nooit in staat stelt licht en bewustzijn van hoger orde op te doen, omdat er geen enkel sprankje licht in dit voedsel aanwezig is. Het is duivels om dit te ontwikkelen en dit voor het volk te willen. Zo is dat met overigens allerlei genetisch gemanipuleerd voedsel of materiaal dat door het lichaam of de ziel kan worden opgenomen. Heel veel kunststoffen, (PCB’s, kunstmatige hormonen), maar ook straling van allerlei soort maken de mens ziek, al wordt dit nog steeds niet goed erkend.
Bij chemische voeding, genetisch gemanipuleerde ‘voeding’, heeft men bewustzijn toegevoegd en eruit gehaald zogenaamd heel goed uitgekiend, maar men heeft geen snars verstand van wat men in wezen aan het doen is en overziet, bedenkt zich niet de gevolgen die er zullen zijn voor de mens in het algemeen, maar zeker ook voor de meer verlichte, bewuste mens die natuurlijk wil leven volgens liefde en dienstbaarheid. Het geestelijk aspect van voeding wordt hierbij geheel genegeerd en verwrongen. Zou de mens gedwongen worden dit mensonwaardig laboratoriumvoedsel te eten, dan zou het droef gesteld zijn met de kwaliteit van mensenzielen en hun lichamen en zullen veel mensen verloren gaan aan het donker. Oké, het gaat om liefhebben, maar wanneer men natúúrlijk voedsel tot enkele mensen voorbehoudt en het volk - de gewone man - moet maar laboratoriumvoedsel eten, dan dooft snel alle licht in de ziel uit omdat er nu eenmaal een niet te negeren wisselwerking bestaat tussen lichaam, geest en ziel die allen hun juiste voeding moeten krijgen, willen zij de mens vormen tot het wezen dat zij nog steeds door God bedoeld zijn te zijn! Waar men uit eigenbelangen ‘dwingt, opdringt om tegennatuurlijke voeding op te nemen of leefstijl te ondergaan, is men liefdeloos - goddeloos - bezig en heeft dit destructief, ontwrichtend, ziekmakend leven tot gevolg en zullen meer zielen lijden en hun doel niet meer bereiken!
Allerlei ziekten zullen de kop opsteken, maar allicht zullen de voorstanders op voorhand zeggen dat er geen te bewijzen samenhangen tussen oorzaken en gevolgen te vinden zijn! Het verstand zonder hoger bewustzijn – al is de kennis nog zo vernuftig – zal het altijd beter denken te weten, maar beseft niet hoe ver zij naast de waarheid zit. Een dergelijk kil en klinisch verstand zal zichzelf het slimste vinden en geen oren hebben naar klein en bescheiden zijn en een hoogste Intelligentie boven zich erkennen. Sterker nog, het zal het hartsverstand belachelijk maken, kleineren en negeren, dus roependen proberen te laten zwijgen (dat zien we ook nu met het niet willen erkennen wat het gevolg is van de coronavaccinaties).

In tijden van schaarste en honger kan een mens die rustig van gemoed is, langer in leven blijven op redelijk gezonde wijze, als hij vol van licht zit. Dat is niet mogelijk voor veel mensen die niet eens meer weten dat zij lichtwezens zijn en ook nog eens denken God niet nodig te hebben met Zijn adviezen.
In wezen zou een mens zelfs gif moeten kunnen hebben. Dat kan al lang niet meer voor de doorsnee mens omdat de ziel al zó verdicht en de lichamen al zó materieel geworden zijn bij vergeleken het grote licht dat de oerzielen en lichamen nog waren en bezaten. De mens is teveel van het natuurlijke wezen dat hij (nog steeds) bedoeld is te zijn, af gegroeid.
De gemiddelde moderne mens is al zo veel meer gaan bestaan uit meer materieel bewustzijn, waardoor hij ook behept is met allerlei kwalen en ziekten. Wie sterft nu nog aan gewone ouderdom. Wie heeft nog nooit een ziekte meegemaakt? Wie gebruikt geen pijnstillers, antidepressiva, medicatie of hulp- en genotsmiddelen om er maar een beetje het leven in te houden, te kunnen doorzetten of pijn op de achtergrond te dringen?

Het materialisme, hangen aan overvloed, alles maar willen hebben, kunnen doen en genieten, hebben ervoor gezorgd dat de ziel in de kou staat, maar ook de lichamen verzwakt zijn en vol zitten met bezwarend beperkend bewustzijn, dat wordt verstopt, verdrongen door pillen, weggesneden door operaties, vergiftigd door chemo enzovoort. Allemaal remedies waarbij nóg liefdelozer bewustzijn het zieke belastende bewustzijn moet weghalen, maar in wezen niets goeds toevoegt, tenzij… de ziel toeneemt aan bewustzijn door het verdrietige moeilijke ziekte- en herstelproces.
Ook kan dat toegevoegde chemische medicijn dat altijd bestaat uit negatief liefdeloos bewustzijn veel bijwerkingen hebben, wat op haar beurt weer andere zwakten blootlegt die op hun beurt – niet gewild en niet begrepen – weer worden onderdrukt. En.. wat je onderdrukt is niet weg, maar kan niet meer worden gebruikt om er door te groeien.
Het kan zelfs zover gaan dat het een met het ander wordt ‘opgevangen’ maar uiteindelijk doodt.
Dikwijls is de lichamelijke dood gevolg van een opeenstapeling van ongekende, onbewust gebleven of gemáákte pijn, verdriet, onderdrukte niet herkende, begrepen signalen van de geest die dus werden genegeerd en overschaduwd door schijnbare, tijdelijke gezondheid en heelheid….

Waar er toevoeging is van natúúrlijk bewustzijn, is er vaak meer kans van overleven, maar is de weg langzamer en ook niet altijd eenvoudig, omdat er ook veel afgezien moet en er veel schoongemaakt wordt, wat ook inhoudt dat de mens zijn leven betert en offers brengt in de vorm van het niet meer herhalen van karakterfouten, liefdeloosheid jegens zichzelf of de ander, maar hij voortaan ook bepaalde voeding laat staan omdat dit ziek maakt of genezing in de weg staat. Ook is er doorgaans te weinig biologische voeding - dus voeding rijk aan zuiver licht - voorhanden of… betaalbaar!

Hoe het ook zij, voeding kan een mens beter maken of ook ziek maken. In de bijbel staan er talloze adviezen die de mens wel degelijk helpen op weg naar meer licht en heelwording. De mens moet echter bereid zijn om het verstandelijk denken te laten ontstaan uit de geest van zijn hart dat dikwijls gevoelsmatig (intuïtief) laat weten welke voeding wel of niet goed is voor altijd of voor een periode.
Vasten helpt ook goed als iets waarbij de mens zich ontdoet van ballast, ziekmakende stoffen die men virussen noemt.
Virussen (in de lucht verblijvende minideeltjes van eiwitten of eiwitachtige stoffen) die worden uitgescheiden tijdens het leven door allerlei levensvormen als organismen, planten, dieren en mensen, kunnen nooit een ander ziek maken, maar kunnen wel bij het eigen organisme ziekte veroorzaken als er een teveel ontstaat. Het inspuiten van daarop lijkende stoffen (wat men doet als men een verkeerd begrip heeft van wat een virus is en dit ziet als ziekmakend bij voorbaat) kan het lichaam dusdanig in de war maken, dat de afweer tegen het lichaamsvreemde wordt verstoord en er een ernstigere ziekte kan ontstaan al is dit op de langere duur en soms ook sluipend, naast ook acute verschijnselen.
Voorkomen is beter dan genezen. Wanneer mensen hun ziel en lichaam onthouden van belastende stoffen, ontstaan er minder virussen, waardoor deze ook minder ziek maken. Waar de afweer wordt verbeterd door toename van bewustzijn in ziel en lichaam, zal er minder ziekte door bacteriën, schimmels of belastende stoffen zijn en de ziekte die er is makkelijker te ondergaan en te genezen zijn. Waar de mens denkt door chemische stoffen virussen te elimineren, komt men bedrogen uit. Het kan zijn dat het lijkt alsof een ziekte niet meer kan ontstaan door de bijvoorbeeld enting, maar op de lange duur kan het lichaam toch verzwakken omdat de belastende stof er niet uitgewerkt is, maar er eerder een toename van belastend, zelfs giftig bewustzijn was bovenop de al aanwezige ‘vervuiling’. De mens wordt dan inderdaad vatbaarder voor allerhande virussen, voor hem bezwaarlijke eiwitcombinaties.

Het eten, drinken van reinigende natuurlijke stoffen, sappen, vol leven, dus het opdoen van zoveel mogelijk licht dat het leven ÍS, het DOEN van zoveel mogelijke belangeloze liefde, zijn de beste waarborgen voor een zo gezond mogelijk leven, het voorkomen of zelf genezen van allerlei ziekten en kwalen. Dat daarmee niet alles - en soms ook veel niet - te voorkomen is, ligt aan wat de ziel nodig heeft aan lesmateriaal om te kunnen groeien in liefde en licht. Immers, door het hebben van de kwaal, het moeten zien om te gaan met de eigen lastige karaktertrekjes, noden van het lichaam, de interactie met medemensen, dulden wat niet gewild wordt, leert de mens beter te leren wat de wil van de geest van God in die mens wil en hoe die mens het meest echt kan worden zoals God dit in hem wil. En herziet hij zijn leefstijl en gedachten over wat werkelijk belangrijk is. Hij - de mens die dit wil - behoort altijd nog tot het volk dat God thuis wil halen in het beloofde land, uit het land dat het gevangen hield. En.. wie wil dit nu niet? Wilde dieren in welke zin dan ook, zijn voor hem dan geen grote bedreiging meer...

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Ik ben die ik ben – Ken je je ZELF wel?

Wie wil je zijn? Word als Ik ben die Ik ben... Het zit in je als potentie.

Het is bekend dat mensen die heel lang ongezond hebben geleefd – of dat nu is lichamelijk gezien (b.v. verkeerde voeding, stress, gifbelasting, medicatie, verslaving) of psychisch (b.v. haat, wrok, somberen, twijfel, besluiteloos, gebrek aan eigenwaarde) bevattelijker zijn voor kwalen en ziekten. Hoe kan dat?
Een mens wordt van twee kanten belaagd als het gaat om zijn gezondheid.
- Vanuit zijn innerlijk: karakter, hoe denkt hij, wat wil hij, hoe staat hij in het leven
- vanuit de buitenkant die op het lichaam inwerkt zoals voeding, medicatie, ongeval, werk, klimaat, het weer, gif belasting, straling enzovoort.
maar… er is nog een derde en een vierde ‘kant’:
- de binnenkant werkt ook uit op de buitenkant.
- de buitenkant werkt ook uit op de binnenkant!
-
Al met al is er een continue wisselwerking tussen lichaam en geest, tussen gedachten, gevoelens en overtuigingen die ergens in het lichaam iets uitwerken, maar omgekeerd ook door de sensaties, noden, driften die het lichaam heeft en die zo hun impact op de psyche (ziel en gedrag) hebben.
Ook allerlei stemmingen van mensen om je heen, van sfeer, maar ook door gedrag van anderen en hoe zij jou benaderen of op jou reageren, heb je allerlei effecten op je geest, maar ook op je lichaam.
Alles gaat beter als je je beter voelt. Of… lijkt het beter te gaan en gáát het daardoor ook beter? Wat is oorzaak en wat is gevolg en hoe is dat zo gekomen? Meestal denk je daar niet over na. Maar wat voor ieder duidelijk is: alles gaat lastiger als je je minder goed voelt. Alles gaat beter als je je goed voelt. Het kan zijn dat jouw eigen stemming bepaalt hoe jij je buitenwereld ervaart. Soms wordt je niet koud of warm van iets. De andere keer wordt je om hetzelfde woest of ben je helemaal blij.

Als je ergens zin in hebt en je gáát ervoor en je wílt het echt, dan gaat het je makkelijker af.. of toch niet altijd? Je kunt nog zo willen, maar als je geen doorzetter bent, of je wordt afgeleid door andere leukere, makkelijkere dingen, of iemand beïnvloedt je door jou onzeker te maken over de haalbaarheid of het nut van je doel, of waarde van je gevoel, dan gaat iets dikwijls al een stukje moeilijker.
Alles gaat slechter als je je slecht voelt. Of lijkt dan alles lastiger, moeilijker, zwaarder te zijn, of ben je gewoon minder goed in vorm om om te gaan met wat de dag je brengt? Of ligt jouw reactie aan wie het zegt of hoe iemand iets zegt?
Hierna volgen enkele punten die belangrijk zijn voor de wijze waarop jij reageert:

Motivatie is een sleutelwoord: wil je beter worden? Wil je echt wat je zegt te willen?
en waaruit wil je wat je wil? Mensen zeggen dan snel dat ze natuurlijk écht beter willen worden of minder problemen willen hebben en een eenvoudiger leven van harte wensen. Maar heb je niet eerst goed inzicht voor nodig om te bepalen waarom dingen fout gaan, zwaar zijn of zwaar lijken en..
wanneer ze neigen af te haken. Ben je echt wel eens in je hart gaan kijken wat daar allemaal aan onvrede, ongeloof, onwil borrelt, wat jou allemaal een vrijbrief geeft om nog maar niet die knop om te zetten?

Zelfonderzoek is ook een sleutelwoord. Je kunt wel hartgrondig zeggen dat je beter wilt worden en hard werkt aan je problemen, dat je voortaan anders, milder op iemand zal reageren, de wereld wil veranderen, maar … gelóóf je ook wel in de kans om beter te worden of dat het helpen zal dat jij iets doet voor een betere wereld of vriendelijker bent? Komt die wens wel uit het diepst van je hart? Enne… heb je wel eens geluisterd naar wat je hart je geeft te voelen of negeer je dat maar omdat je er geen raad mee weet, of.. je geen moed hebt om dingen werkelijk te veranderen, aan te pakken, op te lossen? Ben je wel echt wie je bent?

Opoffering is ook een sleutelwoord. Ben je wel bereid om offers te brengen? Dat is een heel belangrijk iets. We willen van alles veranderen maar we willen ook onze eigen wil doorzetten. Ergens iets voor over hebben is lastig! Het moet ons niet veel moeite kosten. De arts, de medicijnen, de therapie, de fitness, de overheid, het vaccin moeten ons helpen. De ánder moet het doen, want… wij kunnen het niet meer.. of.. willen of geloven het eigenlijk niet zo… Maar de aangeboren kracht in onszelf vergroten om ‘nee’ tegen iets of ook juist ‘ja’ tegen iets te gaan zeggen, moet groeien. Waarom gebruiken we die kracht niet? Als de dokter adviseert dat je eerst moet afvallen om bijvoorbeeld geopereerd te kunnen worden, dan wordt het menig mens teveel. Zou het komen omdat je diep, diep van binnen bent gaan geloven dat iets bij je hoort, dat iets ‘nu eenmaal zo is’, of ‘dat je te zwak bent, je ‘nu eenmaal aanleg hebt’, dus dat het niet veel zal uithalen‘? Vind je dat iemand maar makkelijk praten heeft? Of vind je dat je wel goed wordt begrepen? Wordt je dan niet soms moedeloos of onverzettelijk omdat je daarmee eigenlijk de enige zekerheid krijgt die je zoekt: ‘zie je wel! Het lukt mij niet. Het wordt nooit wat. Ze begrijpen mij niet, ik heb altijd pech, waarom heb ik wat ik heb!’

Vaak zit je vastgeroest in een patroon van gewoonten, niet beter weten, moedeloosheid, gewenning, bepaalde overtuigingen, maar ook in een niet (meer) geven om jezelf!
Door de tijd heen zijn er mogelijk dingen anders gegaan dan je had gewild of had gehoopt en ben je een ander geworden dan die je wilde zijn. Zou hier niet een belangrijke oorzaak maar dus ook oplossing liggen?
De vraag is misschien wel of je niet vergeten bent je af te vragen: wie wil ik zijn?
Je bent niet wat je geworden bent. Je bent veel meer!! Waarom neem je genoegen met wie je bent geworden. Is dat alles, is er meer en.. hoe en waar dan en vooral: wanneer? Hoe kom je weer dichter bij jezelf? Was je ooit jezelf wel en waarom is dat verdwenen. Waarom raakte je jezelf kwijt? Wie is jezelf? Wie ben jij werkelijk?

Tot nu heb je heel veel oorzaken en uitvluchten bij je gedragen. Dat alles maakte je ook tot wie je geworden bent, goedschiks of kwaadschiks. Kijk maar eens naar hoe bepaalde factoren op je kunnen inwerken:
- Je doet te zwaar of voor jouw lichaam ongeschikt lichamelijk werk of sport
Maar moet je wel sporten en waarom eigenlijk als je liever een ommetje van een half uur wilt maken. Waarom ga je eigenlijk sporten? Om je lichaam mooier te maken of jong te houden of om je doorbloeding te verhogen, spieren te sterken? Als je eerlijk bent, ben je dan druk aan het sporten om jezelf uit te dagen, indruk te maken, erkenning te krijgen, te doen wat de dokter zegt, of doe je het uit angst om vroegtijdig oud of ziek te worden?
Waarom doe je eigenlijk het werk dat je doet? Omdat er niets anders was, of omdat het veilig is om bij dit werk te blijven, of omdat het goed verdient, het dichtbij is, het vertrouwd is, de baas zo goed voor je zorgt, er een leuk team is, al vind je het werk geestdodend? Heb je dit werk werkelijk met je hart gekozen? Zou je nog eens een gok durven wagen in het vertrouwen dat het veel beter kan worden al lijkt de prognose op de baan die jou zo mooi lijkt maar slecht? Waarom werk je zo hard. Omdat het moet van de baas, vind je je baan wel leuk, of doe je het voor het nodige geld. En.. is dat geld echt wel nodig of is dat voor de extraatjes of voor die dingen die je perse niet wilt missen, terwijl ze vast wel te missen zijn, als je je bétere doelen zou stellen?
- Je eet altijd maar eenzijdige, dood gekookt, snel klaar te maken industrievoedsel
Waarom eet je eigenlijk geen verse groenten. Hou je daar niet van? Maar als je wel weet dat dit gezonder is, waarom doe je het dan niet? Wat houdt jou tegen? Heb je altijd je zin gekregen, hoefde je nooit te eten wat je minder graag eet of wat je niet kent of anders is klaargemaakt dan je wilt? Heb je het te druk, heb je tekort aan geld of besteed je dat misschien aan de verkeerde dingen? Waarom kook je niet zelf je eten en koop je wel een dure maaltijd waarvan je mag hopen dat er nog iets van voeding inzit? Waarom gun je jezelf niet wat mínder maar béter eten en koop je tegen beter weten in veel koek, snoep, chips, en eet je veel meer dan nodig is? Waarom koop je niet - al moet je zuinig doen - verse voeding waarvan je minder nodig hebt, maar wel veel meer waardevolle onmisbare stoffen binnenkrijgt?
- Je leeft een duidelijk verkeerde, soms uitputtende leefstijl
Waarom ga je zo laat naar bed? Om niet wakker te hoeven liggen, of om elkaar even niet te hoeven ontmoeten? Waarom blijf je zo lang in bed in de ochtend, waardoor je je moet haasten en dus dan maar weer zonder ontbijt op de bus stapt? Waarom kijk je zoveel tv, ben je altijd maar op zoek naar weer een nieuw spel, vertier. Kun je nog rustig zitten? Wil je ieder feestje aflopen of wil je niets missen van het leuke bruisende leven? Hoe is het als het stil om je heen is? Kun je jezelf dan nog wel horen of volgen of raak je verdwaald in die stilte die dingen van jezelf laat zien?
- Je bent verslaafd aan iets of aan van alles wat je nog niet door hebt
Misschien is jouw derde kopje koffie op de dag al een vorm van verslaving. Daar wil je misschien niet aan denken, vind je onzinnig, want je vindt dit normaal. Maar is het voor JOU wel normaal om die ‘maar’ drie kopje te drinken? Heb je je wel eens bedacht waarom je eigenlijk die koffie drinkt. Heb je het nodig? Voel je je beter als je die koffie hebt gedronken? Komt dat omdat je je dosis cafeïne dan binnen hebt gekregen waar je lichaam om vroeg? Of komt het door de gezelligheid, sfeer die gekoppeld is aan het drinken van de koffie? Of heb je die koffie nodig om een probleem weg te werken, wat niet zo goed lukt maar klaarblijkelijk wel bij het drinken van koffie? Dan hebben we het nog maar over drie kopjes koffie, maar hoe zit het met veel meer kopjes of altijd vlees willen hebben, in de namiddag voor het avondeten vlug een afzakkertje of die twee onschuldige wijntjes die toch echt wel kunnen voor je gaat slapen en ja, natuurlijk wat hapjes erbij..

Dit zijn eigenlijk allemaal uiterlijke factoren die er – als je er eens bewust naar kijkt – altijd voortkomen uit je innerlijke drijfveren. Daarom is het van grootst belang dat je eerst - voordat je iets kiest - kijkt in je hart wat daar leeft. Dat is immers de kern van wie je bent of zou willen zijn. Wat maakt je echt bang. Wat durf je echt niet. Wat zoek je van harte. Wat heb je nodig. Wat maakt je zo onmachtig, rusteloos, boos, verdrietig. Waarom ben je zo trots, eigenwijs. Wat wil je bewijzen. Wie wil je behagen en waarom heb je zo’n pijn. Wie heeft je zo bezeerd?

Het is alles te herleiden tot je meest diepe zelf die in de kou staat, die je niet kent, die je niet raadpleegt, die je maar laat verkommeren omdat je er geen raad mee weet. Misschien wel omdat er lang geleden of heel vaak dingen zijn gebeurd, jou zijn aangeleerd, aangedaan, gezegd, ontzegd, opgedrongen, waardoor je jezelf bent kwijt geraakt of jezelf nooit hebt leren kennen..

Misschien heeft dit je zwak gemaakt, ziek gemaakt, ongelukkig? Zou je ziekte bij je zijn gaan horen omdat je niet begreep wie je bedoeld was te zijn? Was je te meegaand, te trots, te hard, te zacht, te streberig, te ijdel, te zeker, te onzeker, te star, te…. als afleidingsmanoeuvre of om de ander maar de gedachte te geven dat je inderdaad bent zoals deze zei?
Als je het zo kunt en vooral durft te bezien en eerlijk kijkt naar jezelf, heb je al een grote voedingsbodem voor ongemak, kwaaltjes en ziekten weggehaald.
Waar je immers meer echt zou zijn, zou je sterk geweest zijn om ziektebelagers van je af te slaan, of er beter tegen te kunnen, al kun je natuurlijk niet alles maar voorkomen! Ziekte is nooit je eigen schuld. Immers, wie doet zichzelf iets opzettelijks aan? Nee, geen mens doet dat. Zelfs al fingeert hij, overdrijft hij, spot hij, beschuldigt hij, overdrijft hij, wil hij aandacht, dan doet hij dat nooit voor niets, maar doet hij dat uit pijn, angst, verdriet, wroeging, boosheid, onmacht, maar vooral uit de onwetendheid over wat wezenlijk liefde voor zichzelf of de ander inhoudt!
De mens is dan niet wie hij bedoeld is te zijn.
Eigenlijk is hij dan niet wie hij echt is. Hij doet dan zijn naam - die staat voor wie hij is - géén eer aan.
Hij is dan geen echte ik ben, dus niet zoals God in hem wil.

Dat zijn we ons niet bewust. We nemen vaak genoegen met dingen die niet hoeven. We gunnen onszelf niet het beste en nemen dan maar de surrogaten die voor de hand liggen. Die surrogaten zijn valse gelukbrengers, valse waarheden, valse vrijheden, valse overtuigingen, valse wensen die ons lijken te versterken, maar in wezen en zeker op den duur zwak maken en ons echte eigen ik klein maken.
Toch blijft dat echte innerlijk - dat wat ons het leven geeft, wat het leven is - er altijd.
Het is namelijk de enige echt waarheid in jezelf die jou maakt tot wie je bedoeld bent te zijn.
Die er voor zorgt dat je überhaupt lééft! Dat is nu God in jou, je enige Schepper tegenover wie je verantwoording hebt - of je dit nu weet, gelooft of niet - en die jou het leven mogelijk maakt en wil dat jij bent zoals Hij jou heeft bedoeld te zijn.
Wat heb je te verliezen als je ánders bent dan de Liefde - want dat is de levenskracht die in jou het leven is en geeft – IS en dus WIL: niets anders dan dat je ongelukkig en zwak bent en wordt en… maakt. Je doet dan dus mee aan een wereld vol onrecht. Immers, zodra je uit liefde leeft doe je het goede, wat wie er wanneer ook van zegt!
Zodra je onecht bent en dus uit liefdeloosheid je dingen wil en doet, doe je altijd het verkeerde, dus het liefdeloze wat in wezen geen kracht heeft, maar jij wel kracht gééft door het bestaansrecht te geven. Anderen gaan dan geloven in het onechte dat jij als bij jou behorend laat zien en worden op het verkeerde been gezet, waardoor ook zij lastig eerlijk kunnen zijn. Zij worden dan dus misleidt en gaan mee in hun zwakte en onwetendheid en we hebben een wereld vol ellende die alleen maar erger wordt als onvrijheid groeit door al die liefdeloosheid die mensen zichzelf telkens weer aandoen door géén liefde te gebruiken.

Je bent meer dan je is aangedaan, is gezegd, van je wordt verwacht.
Je bent meer dan je zelf denkt
Je bent meer dan je ziekte je ongeluk, je problemen.
Je bent MENS onderweg naar het steeds beter kennen van jezelf zoals dat hunkert in jezelf om gekend te worden.

En weet je? Je ZELF is perfect. Helemaal precies goed. Alleen… JIJ vindt het niet oké. Jij bent gaan afwijken - ergens in je leven vroeger of nu of onderweg - van wie je bedoeld bent te zijn.
Jij bent anders gaan leven dan je ZELF, dus diep van binnen bent en… wil… en gelooft.
Het leven leerde je goede dingen over jezelf, maar maakte ook dat je ging twijfelen aan jezelf.
Alles wat er was, bracht je - al naar gelang je karakter, je keuzes, je leefstijl en wat de buitenwereld van je vroeg - nooit in verbinding met jezelf maar met toeval. Je zag jezelf misschien wel als slachtoffer van zoveel…en als toevallig geboren.
Je hebt nooit gezien dat al die dingen – goed of niet goed – er waren om je juist sterk te maken om te kunnen zijn wie je bedoeld bent te zijn. Je bent gaan geloven in de niet-liefde. Je zag die dingen die op je pad kwamen allemaal als fout, straf, onterecht en toevallig, willekeurig. Je voelde je als een slachtoffer of speelbal van het leven waar niet aan te ontkomen was. Je zag het als de dingen die allemaal bij het leven hoorden. Je nam er op gegeven moment genoegen mee, zoals ook de overheid, de maatschappij met haar duizenden geschreven en ongeschreven regels vanzelfsprekend allerlei zaken van je verwacht en je onvrij houdt. Je hield op te geloven in je echte ik die er nog steeds was, is en zal zijn. Je ging geloven in een surrogaat ik. Je ging geloven in je slaafsheid en weet niet meer dat jij van je Schepper bent!!
Zo raakte je je ZELF kwijt.

Dat ZELF is het echt IK BEN dat nooit verloren gaat.
Jij bent een ik ben. Kijk maar naar deze vorige zin. Er staat: jij bent…
Dat is hoe de wereld je ziet. Hoe je geworden bent van gezond naar ziek. Van jong naar ouder.
Van sterk naar gezond. Van geliefd naar niet geliefd. Van oké naar niet-oké.
Van hoe men wil dat jij bent en hoe anderen jou zien of willen zien.
Dan het tweede deel van dat zinnetje: ik ben….
Dat is hoe GOD jou ziet. Hij is ook een IK BEN, net als jij. Zijn naam is Jaweh.
Dat betekent: Ik ben die Ik ben.

Dat is toevallig? Nee, dat is iets dat jou-toe-valt. Het is je gegund!
Jij bent……… en vul je naam hier maar in. Je hebt niet voor niets deze naam. Je bent een ECHT MENS
ZOALS GOD HEEFT BEDOELD.
Je wordt ermee geroepen. Mogelijk ben je erom uitgescholden of gepest. Werd je naam misplaatst gebruikt. Werd je vernoemd naar je familie, werd je genoemd naar de mooiste planeet, auto, filmster of wat ook. Werd je naam verkort, verkleind, veranderd. Je kreeg mogelijk bijnamen. Een naam erbíj! Alsof je niet al genoeg was en bent! Mensen maken je snel kleiner, anders, omdat ze je anders zien of anders willen zien… Ze maken je tot slaaf van een systeem dat mogelijk nog niet eens recht heeft. Het enige recht dat geldt zijn Gods regels die nog steeds de basis vormen van de Universele rechten van de mens die altijd nog overal en altijd gelden en die niet te wijzigen zijn!

Ook in deze (Corona)tijd! Ook waar het erom gaat dat je gedwongen wordt direct of indirect om een vaccin te nemen, mondkapje te dragen, binnen te blijven, zoveel bezoek te ontvangen of niet eens, mee te doen aan de maatschappij of uitsluiting daarvan! Misschien zijn al die menselijke regels er wel om zichzelf sterker te doen lijken en jou toe te eigenen als slaaf van het systeem. Misschien om je te kleineren. Misschien om je te gebruiken, misschien om aan je te verdienen, er beter door te worden, misschien om je te helpen, goed bedoeld, liefdevol en zorgzaam, maar misschien ook niet.
Misschien wordt er wel een beroep op jouw welwillendheid gedaan en gezegd dat je pas om je naasten geeft als je meedoet met het systeem. Maar hoe kan het dat een systeem dwingt als vrijheid en dienstbaarheid het hoogste goed is en ieder voor zichzelf mag bepalen hoe hij dit in het leven uitdrukt? Waar iets – wat dan ook – tegen jouw diepste ZELF ingaat en Gods grondregels – dus de universele grondrechten van de mens – aan de laars lapt en met voeten treedt, dien je bewust te zoeken naar liefdevol zelfbeschikkingsrecht. Immers, als je dat niet eist, wordt een deel in jou of je gehele menszijn ten koste van de persoon die men wilt dat je bent, genegeerd.
Dat gaat zo door totdat … je dit zelf stopt!
Misschien gaat dit door omdat jij jezelf niet kent!

Niemand kent jou écht zoals je bent.
Maar….de waarheid die je zelf bent, verandert nooit. Het is God in jou die je laat zijn die je bent.
Hij wil dat jij bent zoals je bent. Hij wil dat je bent zoals Hij is: ‘ik ben die ik ben’.
Hij heeft jou precies goed gemaakt volgens hoe Zijn liefde in jou dat wil.
Waarom wil je dan niet wat jouw diepste hart wil, want dáár ‘woont’ God.
In je hart zetelt de liefde. De enige echte waarheid, al heeft de overheid, de maatschappij, de wetenschap hier geen woorden voor en maken ze de echte Ik Ben los van wie jij bent….

Probeer weer naar je ZELF je meest wezenlijke echte wezen terug te gaan door je voor te stellen wat je zo diep in je hart zou willen. Wil dat. Geloof dat. Leef ervanuit samen met IK BEN.
Want wat je in je hart wilt, is IK BEN. Het is hetzelfde als wat jij wilt!
Of… wil je iets dat totaal tegen liefde ingaat?
Zo ja, ook dan mag je er zijn, maar is er voor jou de oproep om meer te gaan lijken op jouw Levensbron die de hoogste Liefde is en dus echt wel weet hoe jij gevormd moest worden.
Het is nog steeds de zuivere liefde die jou optimaal heeft samengevoegd, waardoor jij de liefde het beste kunt dienen. Wist je dat?
Ja, ook jouw liefdeloosheid in welke mate dan ook, is er juist om er van en door te leren. Dat geldt voor ieder mens. Aanvaarden en ondertussen zoveel mogelijk liefhebben zoals je hart dit stiekem wil en hoopt, is het beste om te groeien in meer liefde en echtheid. Kwaad neemt vanzelf af, waar mensen echter worden. Ze gaan dan immers meer lijken op de echte IK BEN die in hen leeft en hen láát leven.
Alleen deze Ik Ben is het zuiverste, ongeziene alomtegenwoordige ware dat in alles, ieder doorleeft
en in jouw geval zoals Hij wil zijn via jou. Hij heeft jou nodig, zodat ook Hij zich compleet voelt.
Waarom ben je dan niet zoals je ECHT bent?
Waarom twijfel je zo aan wie je bent?
Waarom geloof je niet de echte enige waarheid in jezelf, die jou laat zijn die je bent?
Waarom geloof je wel de buitenwereld die je klein, onzeker en kapot probeert te maken en je afhoudt van je ZELF?
Waarom zoek je wel naar steun buiten je, naar vertier, dat wat je pijn verzacht, je afleidt van je problemen, maar ook afleidt van je ZELFonderzoek – zoeken naar je ZELF – en zoek je niet naar je eigen voeding, je eigen weg, je eigen geloof, je eigen steun, je eigen waarheid?
Waarom neem je genoegen met pijn, angst, wanhoop, boosheid, waardoor je juist niet kunt zijn wie je bent?
Waarom zorg je ervoor dat deze onechtheid bacteriën, virussen, foute gedragingen en gedachten je ziek kunnen maken of houden? Zou je jezelf de kans niet willen geven vrede te hebben met wat er tot nu allemaal was of ook niet was, om dan vandaaruit een nieuwe doorstart te maken, nu dan meer echt zoals je zelf nog steeds bent? Vergeef jezelf. Begin opnieuw…

God wacht op jou, diep in je eigen binnenste hart. Ga daar eens te rade en zoek wat je hoopt te vinden. Vertrouw erop dat je dat kunt, als je maar trouw - bent - aan - je - ZELF zodat - je - kunt - zijn - wie - je - bent. Het kan nog steeds!
Het is de LIEFDE in al haar pure vorm dat het ZELF van je vormt en jou de kracht geeft te zijn wie je bent. Dan doe je je naam eer aan. Je staat dan voor wie je bent. Dan heb je kracht en kun je je leven – al is dit loeizwaar – aan. Ook al verandert er soms niets aan de buitenkant, er kan van binnenuit veel veranderen, al is het maar ánders kijken naar, omgaan met, geloof hebben in, gedachten hebben over… je ZELF.
Zelfs genezing is mogelijk als je eerst maar eens begint te geloven in die nieuwe kansen die er liggen op elk moment dat jij wilt gaan leven met JE ZELF. Heb vrede met je ZELF.
Dat is God in je die ‘ik ben die ik ben’ is en met je meegaat, ook door je grote problemen!
Het maakt alles nieuw. Ook de wereld die afstevent op iets wat we niet willen, maar bezig is zich te ontwikkelen als we niet zelf halt roepen. Zelfs je visie over wie je bent, wat je ook hebt uitgespookt, of je lichaam nu ziek is of niet wordt vernieuwd door je andere denken en je nieuwe mens zijn!
Het echte IK BEN is eeuwig, zonder grens. Zo geldt dat ook voor wie jij bent!
Wat er nu niet is, zal er ooit zijn!
Wat nu niet mogelijk is, gaat mogelijk worden.
Wat oud is en pijnlijk zal verdwijnen voor iets nieuws en moois.
Waar liefde in je hart is voor jezelf en de ander, zul je dat met je meenemen al heb je pijn.
Verandering is altijd mogelijk. ’t Is maar wie je gelooft dat je bent.
De KERN van de zaak: Het ZELF in je ZELF.. Je hebt het ZELF in de hand.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

De Ark, de Tempel waar God woont… Waar is deze te vinden?

... in Gods woord, in je hart...

In de periode dat het volk Israël bevrijd was uit Egypte en het tijdperk van hun slavernij dus verleden tijd was, brak er vóór dat het volk het nieuwe land ‘van melk en honing’ bereikte een lastige tijd aan. Het volk verbleef jarenlang in de woestijn, leed allerlei ontberingen, twijfelde aan Gods leiding. God had gezegd een ark te bouwen en deze te bewaren in hun midden in een tent, de tabernakel. In de ark zouden de stenen tafelen met Gods woord erop geschreven, bewaard worden. De ark moest bewaard in de tabernakel. De bedoeling was dat het volk in deze tent diensten zou houden ter ere van God en daar de offers zou brengen. God gaf via Mozes allerlei voorschriften, afmetingen en leefregels voor de priesters die de tent moesten verzorgen en het volk die niet bij de ark mochten komen. Het volk moest zich eraan houden, want anders zou er onheil en tegenspoed volgen voor het volk.
Er zijn mensen die denken dat in een bepaalde plaats van de wereld een bepaalde tempel staat die bezocht moet worden om God welgevallig te zijn. Er zijn mensen die zeggen dat God woont in een bepaalde of ‘de kerk’ in het algemeen en dat je bepaalde rituelen moet houden om gereinigd te worden om zodoende de hemel in te kunnen komen, de woonplaats bij God. Veel mensen denken dat je geliefde bezittingen moet offeren of jezelf zelfs moet straffen als offer voor God. Maar hoe kan het dan dat al die mensen menen dat die ene kerk of die ene tempel of die ene groep of juist díe bepaalde rituelen of offers die men brengt de meest beste weg tot God is? En hoe is het te rijmen dat God zegt dat Hij overal is, en ‘met ieder die met Hem wandelt’, terwijl veel mensen nooit naar die tempel geweest zijn zullen gaan, niet kunnen gaan of ook niet bij een kerkgenootschap horen en geen rituelen houden of geen materiële offers brengen?
Nee, de ark, de tempel van God is ieder persoonlijk mens zijn HART.
Veel is er niet begrepen rond de Ark, de Tent, de Tabernakel. Waren die afmetingen, situering, leef- en offervoorschriften nu zo van ontzettend groot belang? Was God dan een God die nijdig zou worden en zou straffen als men zich niet hield aan het ‘Hem de meeste eer geven’, alsof God een kleinzielig jaloers god zou zijn?
We gaan een en ander eens nader bekijken (leest in de Bijbel voor de leefregels, tiengeboden, de ark, enzovoort Exodus 20-30, Leviticus, Deuteronomium )

In die eerste tijd keerden de mensen zich ondanks allerlei goede raad en leefregels van profeten en eerder via engelen, van God af. Soms ging het in tijden beter, soms leek het nergens naar.
De alleréérste mens stond nog open met zijn gevoeligere ziel voor de geestelijke wereld en had per direct, onbemiddeld contact met God en Zijn geesten-, (engelen)wereld. De Tien geboden - wetten – waren later door God gegeven omdat Hij orde moest brengen in de chaos die was ontstaan. De mens zag God als een toornig God die je moest vrezen. Liefde tot God was er nog niet. Daarom waren er ook leefregels die men echter al snel ging zien als een op straffe van hel en verdoemenis te houden wét. Toen de mensheid, zich ontwikkelde en rijper werd en meer zelfstandig kon gaan denken, was volgens God de tijd rijp om in de mens Jezus Christus geboren te worden die liet zien dat er een betere weg is die de wet ophief. Het was DE LIEFDE die ‘alleen maar’ gehouden zou hoeven te worden.
De twee hoofdgeboden – God lief te hebben in de vorm van Hem bovenaan je doelen zetten en je medemens daaruit en jezelf zien als een kind van God die God altijd zou blijven liefhebben, vergeven en helpen - zouden voorwaarden zijn voor een gezonde maatschappij. Jezus hief dus de oude wet op. In het doen van Liefde zoals Jezus dit onderwees en voorleefde, is immers alles wat nodig is om een leefbare wereld te scheppen en gezondheid te waarborgen. Niets anders was nodig… Wie liefheeft en God ‘alle eer geeft’ (bovenaan zijn lijstje zet om het leven door te kunnen komen) en zijn medemens vrijlaat en respecteert en niet veroordeelt, houdt vanzelf de wet en wil vanzelf niet het kwaad!
De Tien Geboden zijn de kern, de basis van Gods wezen en boodschap (Gods Woord). Zou ieder mens leven volgens deze principes, waarden en normen, dan zou er geen strijd zijn, zou ieder vrij zijn, werd ieder gerespecteerd om zijn eigenheid, zouden zwakken beschermd, zouden de sterken het voor de zwakken kunnen opnemen, had ieder werk te doen, kon ieder zijn talent benut te dienste van de medemens en zou er een evenwichtige maatschappij ontstaan waarin ieder ruimte had om te zijn zoals hij bedoeld was te zijn. Er zou geen honger zijn en bezit, goederen, land zouden zo verdeeld zijn zoals men dit nodig had. Grenzen waren duidelijk, God werd geraadpleegd en niets zou worden ondernomen zonder eerst God te raadplegen via de priesters. Ziekten zouden er niet zijn, dan alleen dáár waar Gods regels niet waren gevolgd en men dus tegen Zijn advies inging. Generaties na generaties zouden verzorgd worden, maar ook hinder ondervinden van in eerdere generaties gedane liefdeloosheid en dus afwijken van Gods adviezen. Gods woord was de basis van welke sociaal, medisch, technisch, rechterlijk beleid en functioneren dan ook. Zo gold dat en geldt dat nog steeds.

God beloofde het volk dat Hij altijd bij hen zou zijn en hen zou adviseren in welk aspect van het leven ook, waar een mens Hem er maar om vroeg. De mens zou altijd zelf de verantwoording hebben om zelf God te willen dienen of niet… Zou de mens zelf er niet uitkomen, dan zou de priester of andere aangestelde mensen die door overerving en leefstijl geschikt waren en dus de skills hadden om Gods woord te begrijpen en op te vangen, kunnen adviseren en helpen in welke omstandigheid dan ook.

De Ark was de gouden kist waarin de Tien geboden bewaard moesten worden.
De Ark staat voor het persoonlijke hart dat in principe van goud is (de enige waarheid) en helemaal precies zoals dat voor die persoon zo moet zijn. De maten en voorschriften rond het uiterlijk van de Ark staan voor het in precies de goede maat aanwezig zijn van wat de eigenschappen die mens nodig heeft zoals God dit wil. De Ark moest altijd worden meegenomen op reis door de woestijn. De woestijn staat voor het aardse leven waar vaak gebrek is aan licht (inzicht, voeding, levende water) en men (dan) men geen weet heeft van Gods bestaan of nabijheid. Men verkeert dan dus in duisternis (onbegrip, hulpeloosheid, machteloosheid) en heeft honger en dorst (naar waarheid en kracht).
Zoals het hart de mens aanstuurt en in staat stelt te leven, is ook het woord van God dat in de Ark bewaard (in je hart wordt verzorgd) wordt het baken, de levensimpuls, kennisbron en motor.
De mens die Gods woord in zich op neemt en dit zoveel mogelijk in praktijk brengt, heeft een gouden hart. Goud staat voor hoogste waarheid en liefde die niet slijten, veranderen. Dat woord is de enige voeding voor de ziel. De mens die dus luistert naar de Ark, volgt Gods woord en komt niets tekort. Gods woord blijft altijd gelden en blijft altijd van toepassing en verandert niet en nooit. Zoals een mens uniek is en precies is zoals God hem heeft samengesteld, blijft deze en moet hij ook blijven, zodat hij zijn deel kan bijdragen aan de wereld waarin hij leeft, allemaal met als doel vrede, welzijn, vrijheid en waarheid, dus hoogst mogelijke leefbaarheid te waarborgen en het kwaad dus te overwinnen. Waar een mens begint Gods woord in zichzelf of de ander te negeren, belachelijk te maken of te verdraaien, is er een begin gemaakt met allerlei soorten ellende, strijd, twijfel en verzwakking, waardoor surrogaten zullen worden gezocht. Het meer materieel worden en steunen op materiële oplossingen en ‘troostmiddelen’, zorgen er echter voor dat God - de Liefde – op tweede plaats komt, waardoor het materiële meer en meer van belang gaat worden en Gods waarheid en werking op de achtergrond gaan verdwijnen.

De tent (tabernakel) is de plaats waarin de ark wordt bewaard. De tent is de plaats de verblijfplaats van Gods woord. Waar mensen samenkomen rond dit Woord, is er een dienstbare samenwerking met neuzen dezelfde kant op. Immers, ieder die Gods woord hoort, begrijpt en dit uitvoert doet vanzelf het goede, waardoor er niemand iets verkeerds doet, dus alles goed gaat en er geen strijd en verdeeldheid groeit! Tent staat voor bescherming. Als je in de nacht gaat slapen (je verstand is even weg of je ziet het niet zitten in een moeilijke fase), dan verkeer je in het donker en heb je bescherming nodig. Dat is de Tent. De tent geeft bescherming aan je lichaam, je spullen zeker voor als er gespuis, gevaar dreigt in de nacht. De Nacht is er wanneer je je iets niet bewust bent, je je hart niet raadpleegt en dus geen licht hebt om de juiste stappen te zetten. Je blijft dan in het donker en… verdwaalt of struikelt ( kiest een voor jou verkeerde weg).
Een tent is voor een nomade (een door het land trekkend volk dat geen vaste verblijfplaats heeft), dient tot bescherming en als woning. Een woning is een verblijfplaats. Zodra je maar de ark in je midden hebt (je bent in balans en in rust) en op zondag – de vrije dag dat je geen werk doet en niet hoeft te reizen; kortom uitrust – is het goed vertoeven. Je kunt rusten na een week hard werken en in jezelf kijken wat er nog te doen, te wensen, bij te stellen valt. Kortom, door een stukje rust, inkeer – wat alleen lukt als je niet in beslag genomen wordt door werk, materiële wensen en zorgen – zul je weer moed en inzicht krijgen om de nieuwe week (nieuwe fase waarin je leeft en je plannen ontwikkelt) aan te kunnen. Zondag is dus een keerpunt, dag (moment) van inzicht om je ziel bij elkaar te rapen en te ontdoen van onzuiverheden (ego, haat, boosheid, ontevredenheid, jaloezie, angst enz.). God schonk ieder mens de vrije dag. Een broodnodig moment van inkeer te midden van alle drukte en zorg. als je in de week goed werkt en doorzet, kun je genieten van de vrije dag..en elkaar tot steun en plezier zijn.
De offerplaats is de plek in, bij de tempel, de tent van samenkomst waarin je met mensen die je goed kennen en je ná staan, ontdekken en bespreken wat er beter kan en aandacht nodig heeft. Immers, je bent met hen verbonden via God. Ze willen - als het goed is - het zelfde als jij, kennen Gods regels net zo goed als jij en kunnen je dan ook bijstaan in je zoektocht of zorg of angsten. Mensen die van je houden, zullen je eerlijk advies geven en steunen in wat voor jou de bedoeling is en je respecteren maar ook bekritiseren of te wel feedback geven die je nodig hebt. Ze zullen je waarschuwen, maar altijd vrijlaten en helpen of goedmaken waar zij kunnen, zoals ook God je nooit in de steek laat, al heb je een enorme grote liefdeloosheid begaan en ben je dat van plan uit onwetendheid. Zoals God eindeloos om je geeft en je niet laat vallen, is het ook de bedoeling dat je medemens er ook voor je is, al denk, doe je heel anders dan hij vindt dat oké is.
Op de offerplaats lever je in van je bezit. Dat kan iets materieels zijn, maar ook kun je een talent, een gave, een mooie karaktertrek ‘offeren’. Je offert dan iets op van jezelf op aan de maatschappij, samenleving, waardoor je iets wezenlijks toevoegt, al is dit maar klein en soms zelfs ongezien of niet gewaardeerd. Je bent dienstbaar aan elkaar.
Je hebt het nodig om na hard werk (zorgen, verdriet, moeite) bij te tanken. Dat doe je door stil te zijn en je hart te raadplegen met de vraag of je Gods stem mag horen. God heeft beloofd dat ieder mens Zijn stem zal kunnen horen, als deze mens dit maar gelooft, wil en er de tijd voor neemt! Gods stem horen gaat niet vanzelf. Als je op het punt staat een misdaad te begaan, een scherp woord te zeggen, ‘hoor (voel) je altijd wel een stem die in jezelf zegt: ’dat dit waarschijnlijk niet moet, of dat iets op een andere wijze beter kan worden aangepakt of bezien. Als je deze stem negeert, moet je niet zeggen dat God er niet was, maar ben je er zelf schuldig aan dat je niet hebt geluisterd naar de stem van je geweten waar God altijd in spreekt. De Priester is Gods stem in je hart die je waarschuwt, probeert te attenderen, probeert raad te geven, te troosten, te bemoedigen en het nodige voor jou in begrijpelijke taal uitlegt. Maar…. zelf ben je het die zegt dat je niet weet of God dit is, of dit je eigen geweten of wens is en negeer je de stem maar!
Toch IS het juist jouw eigen wens dat het goed met je gaat, van waaruit je Gods stem hoort, omdat Gód het is die wil dat het goed met je gaat.
Het is je eigen raad, die God in je is, die je hoort, omdat God verweven is met je eigen wil dat je het goede doet. Tenminste…. als jij God bovenaan zet in je leven.
Daarom is het ook zaak dat je God kent en Hem wil grootmaken in jezelf. Zodoende kun je dus verzekerd zijn van vraagbaak, richtlijn en reddingslijn. Als je God niet bovenaan zet, hoe weet je dan wie, wat het is jou is die iets zegt, iets wil, iets adviseert? Is dat dan niet je ego, of mogelijk de stem, het belang van de buitenwereld of een binnengeglipte dwalende geest?
Waar je ook nog eens liefdeloosheid zoekt en wilt, dan is het echt uitkijken geblazen, want dan is er geen priester in de naam van God die jou helpt maar een neppriester in de vorm van je EIGEN WIJSHEID, angst, ongeloof die het goede niet voor jezelf wilt. Je gelooft dan niet in God, de liefde, die jou altijd de juiste weg wijst. Dat komt omdat je dan niet gelooft in de waarheid die jij zelf bent, de talenten in jezelf niet ziet of niet waardeert. Kortom, je kent je eigen waarde dan niet. Je bent dan ook niet ECHT, dus niet waar, dus niet waardevol. Je bent dan niet vol waarheid, want… je negeert God in jezelf die je juist wil hebben zoals Hij jou heeft voorbestemd. Hij wil jou volgens Zijn wijsheid en liefde op DIE plaats, met DIE taak, met DIE gave en DIE kracht, al vind jij dit onzin, begrijp je het niet, wil je het niet, duld je het niet, geloof jij het niet dat God ook, juist in jou lééft en jou nodig heeft en wil vormen naar hoe Hij weet dat jij wezenlijk gelukkig bent en later in de geestelijke wereld in de liefde die Hij is, komt.

Het offer dat je brengt is dat je toch doet wat je weet dat goed is, al is dit vaak niet eenvoudig, kost het je moeite, geld of inzet of verklaren anderen jou de oorlog.
God heeft altijd gezegd: ’Eer Mij als hoogste. Ik duld geen andere god naast mij’. Dat betekent: Er is maar één hoogste Liefde en Waarheid, en dat ben Ik. Ik wil daarom alle eer. Zodra je een ‘andere’ waarheid eer geeft, ben jij Mij kwijt en kán Ik je niet meer van dienst zijn en moet je het alleen doen met je verstand, je lijf, je bezit. Trouwens, naast iets dat het Hoogste is, kan niet nog iets het ‘Hoogste’ zijn. Dat gene is dan nep en onzeker. Er kan allerlei onwaarheid in schuilen. Stel dat jouw geloof in dat echte enige dat Ik ben nu rammelt aan alle kanten. Wat blijft jou dan over tot steun? Waar haal jij dan je advies en kracht vandaan? Waar is jouw richting gever en hoe weet jij nu wat dan bij je past of niet en weet en overzie je wel dat sommige dingen wel leuk zijn en goed lijken, maar jou van dat Hoogste af halen, zodat je mogelijk zelfs niet eens meer iets van Mij wilt weten? Het is de materie die je vaak kiest als 2e god náást Mij. Vaker nog kies je de materie als 1e god die jou
alle troost, aanzien, welvaart moet verschaffen, maar zoek je oeverloos troost, richting en steun bij anderen, de wetenschap maar laat je de eigen kracht van Mij in jezelf verschrompelen, waardoor je Mij niet mee opmerken kunt’.

De woestijn is dit land (bewustzijnsgebied in jezelf) waar je bent als je Gods woord niet kent, niet gelooft of niet in de praktijk wilt brengen.
De woestijn is je leven zonder Liefde en zonder waarheid. Zeg nu niet dat dit een leugen is of onzin. Maar wat is het dan wat jou richting geeft, kracht, uitzicht en moed voor als het leven tegenvalt zo nu en dan of mogelijk wel vaker of schijnbaar altijd? Is de wetenschap, de overheid, je familie, je bezit, je status, je kennis, je goeroes, je meditaties, je gidsen je krachtbron? Maar zijn deze bronnen niet heel wisselend en nu wel aanwezig en dan niet, de ene keer zus van waarde en de andere keer zomaar verdwenen? Gods waarheid die het léven is, is er altijd en kan geen mens nadoen. Je kunt klonen, robots maken, DNA veranderen, je kunt zeggen dat dit of dat het enig goede is in het kader van welvaart, oplossingen voor welk dilemma dan ook, maar steeds weer veranderen de ideeën daarover. God verandert nooit, want geen mens kan een mens maken. Geen mens kan een ziel maken. Geen mens kan een planeet maken, een orchidee of boterbloem. Geen mens kan een bacterie maken. Geen mens kan ziektes weghalen of voorkomen, dan alleen via de weg die God heeft beloofd: de weg gaan van de onbaatzuchtige liefde die geënt is op onvoorwaardelijke liefde en waarheid die God is.
De hoogmoedige mens denkt dat de mens wél het leven kan beheersen. Dat doet hij door abortussen, door euthanasie, door manipulatie, door weghalen en overzetten van weefsels en organen en verdraaien van waarheid. Maar… hij beseft niet dat juist dit de woestijn is, waarin hij wel 40 jaren leeft: het moeilijker maken van je leven dat je juist makkelijker lijkt!
Veertig staat voor de materie ten top. De mens die denkt het leven naar zijn hand te kunnen zetten door en met de materie, negeert de geest. Deze mens zal dan ook moeten leren via dat geestloze, dat materie niet is wat zij lijkt. Deze mens heeft geen hoger ideaal dan een zo lang en gelukkig mogelijk aards leven. Daar houdt het vaak bij hem op. Hij denkt niet na over het leven dat volgt na dit leven en is druk bezig met surrogaten die hem in de woestijn houden waar hij tig offers moet brengen.
Die offers zijn al die zaken die zijn ziel uitnodigen om zich op te schonen, milder te worden, en zijn doelen te herzien.
In die tijd dat het volk uit Egypte werd bevrijdt, was er materieel gezien niet veel. Toch was het ook toen al zo dat de mens liever in zijn eigen vuil leefde dan dat hij God meenam op zijn (levens)reis. De wolk waarin God het leven voorging, verdween toen het volk koos zich te richten op het gouden kalf (klatergoud, nep god, nep steun). De materie, zijn eigenbelang leek hem meer op te leveren, maar hij begreep toen ook al niet altijd meer dat alle ziekte en lijden veroorzaakt worden door het niet opvolgen van Gods adviezen. Toen hechtte men nog geloof aan de priester die als bemiddelaar diende tussen het volk en God. De mens van toen was nog niet in die hoogte van vrijheid en kennis ontwikkeld dat hij bij zichzelf in vrijheid de weg tot God kon vinden. Hij was nog te wettisch. Daarom was voor hem het wettisch volgen van de regels belangrijker. Voor hem was God immers een toornig God die je trouw moest dienen, moest pleasen zelfs, wilde Hij niet een of ander kwaad over je uitstorten of je zelfs naar de hel sturen. God liefhebben was toen nog niet aan de orde. De Liefde in de mens zelf was nog onderontwikkeld, te zwak.
Nu heeft bijna niemand meer door dat alle huizenhoge problemen zijn veroorzaakt door allerlei vormen van eigenbelang en dus liefdeloosheid. Er bestaat geen straffende God. De mens straft zichzelf door niet naar de tempel (zijn hart) te gaan! In zijn eigen lijf (de woestijn als je het niet goed voedt) vindt hij de verleidingen, de afleidingen die hem afhouden van een gezond en eenvoudig leven. In zijn eigen ziel vindt hij de onrust omdat hij een gevecht levert met zijn eigen wil en wat God – de liefde en waarheid – van hem wil.

Men zegt wel eens vanwaar dan toch die nadruk op gewoon maar domweg de wet moeten houden om Gods weggevallen te kunnen krijgen? De mens van toen was nog te veel verwijderd van wat het begrip belangeloze dienstbaarheid in de naam van God, inhield.
Het Oude Testament in de Bijbel verhaalt van de eerste mensheid van wie de ziel nog moest rijpen om in het vervolg meer vrijheid te kunnen dragen.
In het Oude Testament wordt beschreven hoe de mensenziel zijn weg zoekt door zijn wil ondergeschikt te maken aan die van God. Dat was mogelijk door zich ‘domweg’ te houden aan de opdrachten en regels die God gaf. Allemaal met als doel rijp te worden om in de andere, toekomstige fase van ontwikkeling de Liefde te kunnen verwelkomen. Zonder gedegen basis van het opofferen van je eigen idee, je eigen wil en wensen, kun je immers nooit zonder grenzen liefhebben omdat je altijd wel blijft vasthouden aan de wensen van je ego, je lijf, je geld, je bezit, je hersenverstand, kortom de materie.
In het Nieuwe Testament dat ingeluid wordt met de geboorte van Jezus, geldt iets anders. Dan wordt het het dringende advies niet meer de wet te volgen, maar de liefde zoals Jezus deze in praktijk heeft gebracht.
Dan kan dan ook, als men heeft ingezien dat materie klatergoud is en alleen maar een middel is om een gééstelijk doel te bereiken en je je wil Gods wil te doen hebt sterk gemaakt en je wezenlijke kennis hebt eigengemaakt. Je moet dus in de eerste fase van je leven - van je bewustzijn - Góéd zijn opgevoed en niet verhongerd zijn in de woestijn. De woestijn is er dus ook als je geen juiste kennis van liefde rond God en jezelf hebt geleerd! Jezus liet zien dat je niets hoeft te hebben, gemeden kan, gehaat kan worden, geen huis, geen aanzien en je toch zo levend als weet niet wat kan worden, nadat men je zó kleineert, onder dwang zet, martelt zelf en je probeert te doden, maar je in je ziel een eindeloos licht in de vorm van innerlijk weten hebt ontwikkeld, waardoor je werkelijk vrij bent van al je belagers in het systeem waar je deel van bent.

Pas door de liefde kom je vrij van het systeem.
Pas door Jezus hoef je de wet niet meer te houden, want de LIEFDE is dan je wet. Déze geeft je richting, advies, kracht, moed om je ding te doen.

De Bijbel bestaat uit twee delen. Het Oude Testament en het Nieuwe.
Het Oude Testament: De uitvoering en bespreking van volgen van de wet als weg door de woestijn, de ontwikkeling van Gods volk (iedere mensenziel die God zoekt), het vormen van de gezonde eigen wil We hebben het dan over de tent, een plaats van samenkomst waar je de wet hoort die recht over je spreekt, dus je oordeelt.

Het Nieuwe Testament: De bespreking van de Liefde als weg door de woestijn van het moderne leven met Jezus Christus als voorbeeld, Wiens leven laat zien dat je alles – zelfs dood – kunt overwinnen door trouw te blijven aan het meest echte in jezelf: de Liefde zoals God deze in je is en jou heeft bedoeld, ondanks wat de wereld ervan zegt of met je doet.

De bijbel spreekt - over de wet voor wie de liefde niet heeft
- en uit de liefde voor wie de wet niet kent.
Oude Testament, tent, ark, tabernakel, offerdiensten moet je allemaal doen als je de liefde niet hebt. Wie uit liefde wil leven, heeft geen last van wetten... Je staat er boven. Liefde is je weg (wet)!
Het nieuwe Testament, de tempel, de woonplaats, je eigen hart, waar je het offer brengt van je ego, je lijfelijkheid omdat je je ziel wilt behouden en wilt verrijken met het licht van de liefde, maakt dat je het makkelijker hebt en geen last hebt van de wet! En.. waar dit wel zo is, maakt je liefde je krachtig om die wet te doen als dat werkelijk nodig is… Dat doe je dan omdat je weet dat dit dan het beste is.. De Liefde laat dit je dan weten en geeft je het nodige…
Zo wordt dan je lichaam een heilige tempel waarin je ziel geheeld wordt door zich te aan te passen aan wat Gods geest (de geest van de werkelijke liefde) in je wil. Je overstijgt daarmee al die regels die soms ondoenlijk, onmenselijk zijn en je gevangen houden, maar je ziel bevrijden van de banden van materie die je vasthouden aan wat jij (alleen maar) kent en wilt.
Waar je de onbaatzuchtige liefde toelaat, ook in deze tijd, hoef je je niet klakkeloos te houden aan een wet, welke dan ook, want je hart herkent vanzelf of een wet liefdevol of liefdeloos dus waar of niet waar is.
De kracht van de liefde die je alleen maar optimaal kunt verkrijgen of ontwikkelen in jezelf, is er alleen als je het eigen maken van de hóógste liefde als doel hebt gesteld.
Soms laat het leven – in de woestijn – je door schade en schande zien dat je liefde te kort hebt en moet je je weer even bedenken dat God altijd in het volk zijn midden is en in ieder persoonlijke hart dus ook dat van jou de ark waarmee God Zijn verbond – verbinding – heeft gelegd voor altijd.

We horen nu veel van mensen die willen ‘verbinden’. Waarmee? Met gelijkgestemden. Met zoekenden. Met mensen die zien dat de wereld op zijn kop staat waarin normen en waarden verdwijnen en ook onmogelijk of belachelijk gemaakt worden. Met mensen die zien dat liefde verkilt en dat de wet geen antwoorden heeft, maar wél onvrij maakt, discrimineert, dingen éénzijdig belicht - zelfs met de dekmantel der liefde -, slaaf maakt en tweedracht zaait.

Maar… we moeten door de woestijn. Daar ontkomen we niet aan. Maar we kómen in het beloofde land als we de ark (ons eigen hart met God woord erin) maar meenemen in ons midden en in rust luisteren naar wat de priester (Gods stem in ons zelf en via andere vredelievende, waarheid achtende mensen) ons laat weten.
De tent is onze behuizing. Ons ‘onderkomen’. Dat waar we ‘onder vallen en thuishoren’. Waar we veilig zijn. De tent is ons huis, maar eerder nog onze gééstelijke behuizing, doordat alle kennis uit God die we hebben en die alles verschaft in ons is. De tent beschermt ook Gods woord. De Tent is heilig en moet heilig ( heel en zuiver) gehouden worden, wil de tijd een veilig onderkomen zijn. Een huis van vrede zijn dat stáát!
De woestijn is het leven van alledag met al zijn verleidingen en verplichtingen. Maar in die woestijn zijn er ook de prachtige plaatsen waar het water (dat leven brengt) toch nog uit de grond opborrelt en we kunnen drinken van het helende water, wat ook staat voor Gods woord. Zonder deze bronnen redden we het niet in de woestijn en gaan we dood. Waterbronnen zijn en blijven onmisbaar en zijn leven brengend…, zoals woorden, daden van liefde leven brengen! Het levende water is ook te vinden bij mensen die uit God leven en het woord utleggen. Ieder voor zich kan bepalen waar hij dat water haalt. Hij herkent welk water zijn dorst lest... In de woestijn, een vergiftigde of bedorven waterplaats of in het eigen hart waar Gods woord onbedorven omhoog borrelt...

De wereld staat op zijn kop, maar niet voor altijd. Het valt wel mee met het klimaat, met de vervuiling door de boeren, met de economie, met de oorlogsdreiging. Het valt echter niet mee met de dreiging dat we ten onder gaan. Het valt niet mee met het doen alsof alle problemen onoplosbaar zijn. Het valt niet mee als je dwang voelt en onvrijheid verdwijnt en men een vette worst voorhoudt die echter voor nog meer ongelijkheid en honger zorgt. Het valt niet mee als je bang bent en niet meer weet waar je staat of waar je bij wilt horen…

Het Nieuwe Testament zegt dat de vrouw wordt achtervolgt door het beest. De vrouw is de mensenziel. Het beest is de opgeblazen macht van het beest van de wetenschap, de machthebbers, de techniek dat echter geen macht heeft als wij het geen macht, geen ruimte geven! Het Nieuwe Testament zegt dat de vrouw een jongetje baart. Dat jongetje staat voor daadkracht. Wanneer doen we onze mond open? Wanneer nemen we het hart op de tong? Wanneer gebruiken we de kennis uit de ark die we zelf in huis hebben? Het is nog niet te laat, maar wel twee voor twaalf.

We staan op een keerpunt waarin de wet dreigt ons onvrij te maken en te controleren. We staan echter ook op het punt dat we dit beseffen en niet meer meedoen met dat wat de – ook nog eens gewijzigde - wet zegt dat waar is.  Het is het einde van de tijd dat de wet ons moet sturen. We staan aan een pril begin van de lifde die ons hart gaat sturen..  De eindtijd is einde van de wet die geldt en macht heeft. De eindtijd brengt een nieuwe tijd waarin de belangeloze liefde het wint van de wet..
In ons eigen hart van goede wil dat de Liefde als uitganspunt en doel neemt, vinden we de antwoorden en de wegen hoe we het tij kunnen keren.
We moeten dan wel durven echt te zijn. We moeten offers brengen in de woestijn, dus een beetje genoegen moeten willen nemen met minder! Werkelijk minder onnatuurlijkheden en meer natuurlijkheden gaan zoeken en léven. Dan herstelt zich vanzelf alles wat nu chaos is geworden en nog meer chaos zal veroorzaken.
Wanneer we levend in de woestijn ons gemoed bevloeien met water dat ons leven geeft (het woord van de liefde) ontstaat er een vruchtbare plaats (verlicht gemoed) waar we kunnen leven. Wij scheppen zelf onze mooie leefbare wereld uit het opnemen van levend water. Vanzelf gaat dat niet!

Met de Ark in ons midden, is dus de Liefde en enige echte waarheid die alle kracht geeft om de weg die we moeten gaan te herscheppen. Geen enkele tegenkracht wint het hiervan. Alleen moeten we dan zelf dus bereid zijn te delen, op te komen voor, niet mee te doen aan wat mensonterend, mens onwaardig is. We moeten onze waarde weer kennen, willen we echt en krachtig zijn en vindingrijk om het beloofde land van melk en honing te bereiken. God heeft het beloofd. Hij werkt keihard, maar heeft ons nodig om DÓÓR ons te werken.
Wij zijn het gereedschap van God.
Wij zijn het verlengstuk van de liefde die de weg is tot heelheid, dus vrijheid.
Wijzelf moeten niet meedoen met de leugenachtige moraal dat de wet leidend zou zijn. Die wet heeft afgedaan.
Ervoor in de plaats gekomen is de Liefde via Jezus Christus. Voor wie dit niet zo is, is het volgen van de wet dan helaas dat het enige is..
Deze mens voelt dan ook vanzelf de donkerte van de wet. Ook de lichtmens zal die donkerte voelen. Hij houdt echter een lichtende ziel over die nooit te doden is!
Waar Gods woord verblijft – hoe heet en dodend die woestijn soms ook is of lijkt -is er liefde en waarheid, anders is het niet Gods woord en dus geen liefde en geen waarheid.
De nieuwe wereld is bezig te starten, want er groeien veel inzichten. Dat zijn de wolken die het nieuwe rijk van vrede al stiekempjes aankondigen.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Het klimaat, het weer als afspiegeling van wat de mens wil, denkt en doet

Onze omgeving, maar ook het klimaat wordt bepaald door wie wij zijn… ALLES resoneert met onze diepe intentie.

Veel wetenschappers over de gehele wereld voorspellen een steeds warmer wordende natuur.
Ook biologen van de Universiteit Wageningen menen dat de komende decennia de natuur ernstig op haar kop zal komen te staan door hittegolven en lange perioden van droogte, afgewisseld met steeds meer extreme buien tussendoor, waardoor we een ‘alles of niets’ natuur krijgen, waarin gewassen, dieren, planten moeizaam zullen kunnen overleven.
Rivieren buiten de oevers, slechtere grondstructuur waardoor oogst ook zal afnemen, bosbranden en meer stormen, verhoogde waterspiegel enzovoort.
Jeugd wordt geïndoctrineerd met het ‘feit’ dat de aarde ziek is, verwoest gaat worden als we niet nu eindelijk eens alles op alles zetten. Kinderen leren al vroeg dat alleen de mens oorzaak is van wat er in het klimaat scheef lijkt te gaan. Grotendeels is dat zo. Dat zullen we verderop lezen. Maar.. het klimaat moet soms ook zo zijn omdat het niet anders kan volgens de orde van de natuur. De mens denkt zo eigenmachtig te zijn dat hij geen hogere macht erkent die alles toch nog ten goede kan leiden en die ervoor zorgt dat ieder koekje van eigen deeg krijgt. Zo is de grondslag van het leven: je oogst wat je zaaide. Je krijgt wat je wilt. Het gaat er dus om dat je goed weet wat je denkt, wilt, doet. Je denken en je acties hebben altijd dezelfde kwaliteit van wat je dacht, wilde en deed. Wie beseft zich dit en wie heeft voldoende inzicht en wil om het goede te doen. Volgende vraag: wanneer is iets dan goed en wanneer niet…

Dat de mens zelf uiteraard moet stoppen met verwoesten, manipuleren, misbruiken van natuur en mensen is maar al te duidelijk. Bewustwording hiervan en aanpassen van wensen en technieken in noodzakelijk. Maar.. wat wordt vergeten is dat dit pas mogelijk is als we minder hebzuchtig, minder materialistisch, egoïstisch worden en vooral weer gaan begrijpen wat de natuurlijke orde eigenlijk is en inhoudt. Juist dit laatste hebben we met voeten getreden. We noemen gezond, ongezond. Hard lichamelijk werken, slavernij. We noemen vrijheid onderdrukking. We elimineren wat ons niet uitkomt, graven uit, boren open wat we willen, zonder te begrijpen en te aanvaarden dat ieder lichaam, iedere steen of zandkorrel ergens om een reden is. We beheren de aarde niet meer vanuit de ‘ware geest’, dus het helende water, kennis van het geestelijke en bekijken alles wat er is vanuit wetenschappelijke waarneming waarin geest is uitgedoofd en niet meer wordt herkend en toegelaten. We voeden onze kinderen dan op met éénzijdige kijk op onze omgeving, het weer, het klimaat en leren er bang voor te zijn of vies te zijn terwijl we zeggen uit voorzorg en voorzichtigheid (goede zorg) te handelen en leren hen niet meer de verbanden in te zien tussen onze eigen overtuiging, wil, kennis en wensen en hoe onze omgeving dichtbij en ver weg het gevolg is van onze eigen wil en gedrag. We leren te wantrouwen in plaats van te vertrouwen. De goddelijke wereld schept zoals wij willen. Dat zullen we weer moeten inzien.

Alles wat is, is een reactie op onze eigen inborst. Daarbovenuit probeert de natuurlijke orde dat te laten zijn wat nodig is om erger te voorkomen. De mens beseft niet meer hoeveel er ‘rechtgezet en voorkomen’ moet worden en ook wórdt door de liefdevolle trouwe inzet van talloze geestelijke wezens in die geestelijke wereld waarvan wij deel zijn. Zij pogen goed te maken en zoveel mogelijk ellende te voorkomen wat de mens heeft veroorzaakt, maar wat hij zich niet bewust is.. Er is in dit Aquarius tijdperk voldoende ‘helend water’ dat wordt aangedragen in de vorm van veel geestelijke werkers op aarde of om ons heen. We letter er niet op, we weten niet meer dat het zo is en verwachten ons heil van techniek en wetenschap. We denken knapper te zijn en verkrachten de natuur en.. ons eigen wezen, nemen genoegen met het stoffelijke en doven onze wezenlijke lichtkracht, onze liefde voor het echt goede uit omdat we als geestelijk wezen halfslachtig in het leven staan. We denken dat ware geestkracht iets is voor het verre verleden, voor legendes, voor sprookjes, voor verhalen die niet echt zijn en voorbehouden aan bijzondere eenlingen. We denken dat het een utopie is, te leven op geestkracht en onze wereld te vormen uit puur licht. We zouden aan onze energiebehoefte kunnen voldoen door minder te willen, minder verspilling, meer natuurlijk bestaan, wat we pas gaan doen en willen als we onze geestkracht weer gaan gebruiken!
Veel mensen zullen hier mee eens zijn en het mooi vinden dat dit weer eens wordt genoemd. Echter haken af als het woordje God erbij komt. Toch is dit die lichtbron die het leven is, in alles doorstraalt en al wat is voedt met wat nodig is omdat al wat is uit dat licht is voortgekomen en net kan bestaan zonder licht.
Zonder licht gaat alles dood, vervalt alles tot stof en zou er geen leven mogelijk zijn.
Ook wij zijn lichtwezens, maar zullen moeten erkennen dat de bron van dat Licht toch echt God is die gekend wil worden. Immers, alle intelligentie zit in het licht als tig prachtige scharkeringen, nuances van de zeven kleuren die de vertalingen, vertegenwoordigingen zijn van Gods eigenschappen. Zonder God kunnen we niet en zullen we nooit heel worden, dus vrij zijn van egoïsme en nooit terecht kunnenkomen in een geestelijk bestaan waar geen enkel lijden meer is.
De aarde is de oefenschool om af te rekenen met geest die in ons en om ons heen:
-nog niet weet dat het gevangen is door zich aangetrokken te voelen tot in de stof zijn,
-of doodgewoon nog niet vrij wil zijn;
-genoegen neemt met de beperkingen van de materie en denken dat dit het summum is;
-er niet los van wil komen;
-ook niet gelooft in een bestaan waar geen enkele beperking meer is.
We kunnen mediteren, rituelen doen, alle reizen van de wereld maken, allerlei studies doen, de indrukwekkendste uitvindingen doen, maar dit alles heeft geen zin als we ons daarbij niet richten op het Hoogste, want we zullen dan misleid kunnen zijn door al die geesten en geestelijke wezens die God nog niet kennen en niet bij Zijn Licht willen horen en denken, vinden dat dat genoeg is, zoals ook op aarde mensen denken, vinden dat de materie voldoende biedt waardoor ze er niet van genoeg krijgen.
Door het hoogste, het meest zuivere licht door ons heen te willen laten gaan, dus te gebruiken, waarvoor je het natuurlijk wel éérst zal moeten willen opnemen, zul je pas je meest zuivere wezen kunnen kennen, waarderen en gebruiken. Dat licht zul je dan pas uitstralen. Dat bepaalt de hoogst mogelijke kwaliteit op aarde die er voor jou als mens of een andere organisme is.

Het weer, het klimaat is een reactie op de geestelijke grondslag die mensen met hun ideeën en daden hebben.
Is een intentie die de basis is van een ontwikkeling goed – dus overeenkomstig de orde van de natuur – dan verwoest de uitvinding of daad niet. Is de intentie die de grondslag is van een uitvinding of handeling eigenbelang dan is deze nooit overeenkomstig de orde van de natuur, dus dan verwoest dit ergens, een keer.
Want iedere gedachte of handeling uit egoïsme neemt zeer gebrekkig licht (bewustzijn) op, heeft dus veel zuiver licht tekort, waardoor de uitwerking van egoïsme en hoogmoed geen leven brengt of leven ontneemt. Veel zaken stapelen zich op. Er zit tijd tussen aanvang, verloop en uitwerking, waardoor verbanden moeilijk of veel te laat pas op te merken zijn.
Wat de mens zich niet beseft is dat het werkelijk zo is dat het weer, weersverschijnselen een afspiegeling is van wat een mens eerder dacht en deed.
Hagel, onweer, regen, een stortbui, droogte, storm of een zacht windje, al wat is, heeft op de keper beschouwd een geestelijke oorzaak. De mens is een antenne die een bepaalde geest, bepaald bewustzijn aantrekt overeenkomstig zijn eigen wil, overtuiging, aard en daden zijn.
We zijn onze eigen oorzaak.

Het weer, klimaat is natuurlijk een uiting, gevolg van Gods gedachten die perfect zijn. Deze natuurlijke orde is gewoon goed en noodzakelijk al ziet de mens er niet de noodzaak, logica van in en verklaart ze bepaalde verschijnselen of gang van zaken als nutteloos, dom, ziekmakend of verwoestend dus liefdeloos, dus fout. De natuurlijke orde is echter precies goed zoals deze is en is niet te negeren. Waar de mens dit wél doet door er zich tegen te keren, door onwijze, dus liefdeloze gedachten, ideeën en manipulatie, ontstaat de tegennatuurlijke ’natuur’ die wij vervolgens weer manipuleren omdat wij deze ons niet uitkomt en omdat wij denken God te zijn en het beter te weten.
De natuur, het weer, het klimaat dat is ontstaan in de loop der tijden is grotendeels gevolg van menselijk tegennatuurlijk denken en handelen. Dat weten we. Als we plastic of andere gifstoffen produceren, dit laten rondslingeren, lozen en niet kunnen afbreken, dan vormt het een grote bedreiging voor de natuur, dus voor het leven ook dat van de mens. Het weer is een afspiegeling van het steeds meer tegenover elkaar staande eigenschappen van goed en kwaad, van liefde of niet-liefde, van leven of dood. We zien dat deze toespitsing feit is en sterker zal worden in menselijk gedrag, in reilen en zeilen van het leven op aarde, in regelgeving en beleid, maar ook in de natuur.

Jakob Lorber schrijft over deze uitersten. Hij zegt dat die uitersten wel tegen elkaar moeten komen te staan, wil de mens plaats kunnen bepalen. Zonder uitersten kun je immers geen kracht uitoefenen. Je zult optimale kansen moeten hebben om af te kunnen tasten wat of je eigenlijk dus écht vanuit je hart en zeker weten wil. Pas dan kun je met hart en ziel gáán voor datgene wat je kiest. Zonder dat, blijft het een lauwe boel, waarin er niets groeit dan verval, omdat waar men er de geestdrift niet voor heeft, dat goede wat men wel zegt te willen, uiteindelijk niet doet, door gebrek aan goede wil en doorzettingsvermogen. Men doet dus onvoldoende om dat wat men wil of zégt te willen.. Je hart is er dan dus niet voldoende bij. Kortom, je wilde wel iets, maar deed dat niet uit de grond van je hart met overtuiging, maar deed datgene uit plicht, onwetendheid, ongenoegen, slaafsheid of gewoonte, gemakzucht enzovoort.
Waar men geen moeite wil doen voor iets, ziet men natuurlijk ook niet de noodzaak van offers brengen. Je wilt dan niet volhouden om het doel te bereiken. Je wil is te zwak omdat je liefde voor je doel te zwak is.

De mens heeft veel ideeën, doet veelvuldig handelingen, ontwikkelt allerlei, stelt zich vele doelen, waarvan hij echter de wezenlijke waarde en gevolgen ervan niet kent, overschat of zich niet afvraagt of het geen schade zou berokkenen. Hij kiest gemakkelijk voor allerlei belangen in plaats van dat hij zijn geweten volgt, dat hem altijd in harmonie zou laten zijn met de natuurlijke orde die nu eenmaal heer en meester in en rondom ons heen, waar dan ook, is.

Daarom vindt de mens allerlei technieken, hulpmiddelen uit die gemak, welvaart, gezondheid lijken te brengen, maar in wezen de natuur en zijn eigen geest en lichaam belasten, verzwakken en hem afleiden van het in evenwicht zijn met de natuur en ook de gehele atmosfeer beladen met liefdeloze zaken, wat in feite niets anders is dan liefdeloze geest.
Immers, elk molecuul van een stof bestaat in principe uit bepaalde intelligentie. Die intelligentie is nooit liefdevol als dat stukje gewild, bedacht werd uit egoïsme, hoogmoed en verkeerd begrip over wat waar en goed en nodig is.

Geen mens is volmaakt, dus zal hij niet altijd de reikwijdte van iets kunnen overzien. Maar willen, denken en werken vanuit het hart vol liefde beschermt de mens voor het maken van de meest grote fouten. Zou de mens deze natuurlijke orde in hem en de medemens volgen, dan zou het klimaat en de natuur normaal zijn voor plaats, tijd en taak. De mens zou die natuurlijke orde dan respecteren, aanvaarden en er niet tegenin gaan of deze veranderen maar deze laten voor wat het is.
De natuurlijke orde richt zich nooit tegen de mens. Het is de mens die ervoor zorgt door onwetendheid dat hij zich keert tegen het natuurlijke waardoor hij niet meer beschermd is tegen de ‘tegen hem kerende natuur’, waardoor hij ziek wordt of allerlei ellende en gevaren meemaakt.

Het allerbelangrijkste is dat we begrijpen wat de geestelijke oorzaak is van de omwentelingen in de natuur en in het menselijk gemoed. We kunnen er dan wat aan doen, in plaats van verzuchten dat ‘het nu eenmaal toch zo gaat, dat het je lot is, dat het karma is, dat het Gods straf is of Zijn wil’. God is groter dan onze liefde. Daarom laat hij ons vrij om op te nemen wat wij zelf kiezen. Ook God kan niet alles goedmaken wat wij verprutsen tenzij… wij Gods wil boven die van ons erkennen en.. laten gebeuren en vragen aan Hem of Hij ons wil helpen. Dat doe je dan door DE LIEFE DIE GOD WIL te doen, zoals Jezus Christus dit voor heeft gedaan. En dit laatste is wat we nu net niet willen horen. Veel mensen zeggen dan: ’waarom kom je nu met Jezus aan’? Maar, dan begrijp je nog niet dat Jezus de belichaming van wat Gods liefde is. Neem je genoegen met iets anders of wat anderen vertelden, of denk je dat jij alles met je eigen kracht kunt oplossen zonder dat je dat via Jezus’ voorbeeldstelling denkt te kunnen doen, dan heb je tekort aan kennis, liefde, wil, omdat je immers het dan moet doen met jij met je beperkte brein, vermogen kunt doen en weten. Wij zullen niet makkelijk kunnen doen wat Jezus deed, maar wel zoveel mogelijk proberen dat na te leven. Daarbij hoort het dat je je ego opoffert, zelfs al je er nadelen door ondervinden zult. En juist dat laatste willen en durven we niet omdat ónze liefde ons naar iets anders trekt en we dus gevangen blijven van wat de materie ons lijkt te beloven. Jezus stond boven iedere beschuldiging. Hij blééf de Liefde in Hem doen. Hij liet zien hoe de natuur veranderde en gehoorzaamde aan Zijn wil, als dat ergens nodig was. Hij gebood over wilde dieren, over eigen lichamelijke instincten die hem afhielden van wezenlijke macht en kennis. Hij had alle macht en kennis omdat hij volledig God in Hem onvoorwaardelijk dus zonder enig eigenbelang was en dééd. Zouden wij zo doen, dan zijn we weer beschermd tegen de meeste narigheid, zelfs te midden van de groots mogelijke rampen.
Dit geloof, deze wil te doen zoals de onvoorwaardelijke liefde ons in ons hart zegt, zullen we in komende tijd hard nodig hebben als we gaan inzien dat mensen het niet meer weten, het niet meer redden. We zullen onze wil weer moeten richten naar wat God in ons persoonlijk wil. Pas dan kan er ook de beloofde blijde wereld - die ieder zich wenst - groeien. Immers, we doen dan vanzelf niet meer het verkeerde en scheppen dan weer met God, de liefde in ons in plaats van scheppen uit ego, eigenbelangen, heerszucht en machtswellust. Er ontstaat dan weer een ‘nieuwe eenheid’, waarin uitersten van hebzucht en vrijgevigheid, heersen en dienen, verdelen en samenvoegen, oordelen en laten zijn, verenigd zijn in een nieuwe eenheid: een leven vanuit overvloed, lichtvol, levenskrachtig, waarin de kracht van vernietiging geen schijn van kans heeft, buiten de normale natuurlijke waarin verval en dood niet meer zo heftig hoeven te verlopen.

Licht is liefde. Liefde is God. Licht. Licht straalt warmte af. We weten dat licht en warmte onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en beiden nodig zijn om leven te creëren.
Waar licht is, wordt altijd warmte opgewekt. Dat zit zo: Licht is het eeuwig voortgaan van Gods gedachten. Het wezen van Liefde is dat liefde, intelligentie in God eeuwig voortgaat. Liefde, het leven is een altijd, overal, eeuwig willen verbinden met dat bewustzijn, dat leven, om er vervolgens iets door uit te kunnen drukken, er door te kunnen bestaan, er door te kunnen groeien. Leven ontvouwt zich dus zoals God dit wil.
Kunst is dat we ons met ALLES willen verbinden zoals God - dus de perfectie - dit in ons wil.
Wat niet past, is passend voor de ander, want ALLES in God is goed en bruikbaar.
Als wij en die ander zich maar willen verbinden met het hoogst mogelijke - wat het onvoorwaardelijke is - zullen we dus niets tekort hebben en alles kunnen scheppen wat volgens onze unieke waarheid mogelijk is en de bedoeling is.

Door dat eeuwig voortgaan van licht, ontstaan er overal verbindingen met intelligentiedeeltjes die elkaar opzoeken omdat ze elkaar nodig hebben en elkaar kunnen dienen. Al die lichtdeeltjes zijn in eerste instantie geestelijk dus onzichtbaar voor het oog en zeker voor de meetinstrumenten hoe verfijnd ook. Ieder lichtdeeltje heeft het wezen dat God is, in zich. Deze wezenlijke eigenschap is het willen verbinden, wat liefde is en voor groei, ontwikkeling dat het leven is, zorgt. Deze eigenschap noem je cohesie, oftewel de kracht van samengaan, samenwerken, verbinden zonder oordelen dat iets er niet bij mag, opdat er groei en uitdrukkingsmogelijkheden zullen zijn. Dat is het léven: ontwikkeling door en met liefde zodat al het bewustzijn vrij wordt.

De mens schept door zijn mate van liefde ook vormen. Eerst geestelijke, dan steeds duidelijkere vormen, meer en meer zichtbaar en tastbaar. Een mens weeft dus een gedachtenweb, dat steeds dichter wordt naarmate meer mensen hetzelfde wensen. Ze voeden dan dus een bepaalde gedachte of intentie.

Warmte is niets anders dan de energie, bewustzijn, kracht die vrijkomt bij het ‘intunen’ op dat web. De deeltjes worden geactiveerd door de liefde, de aandacht voor datzelfde.
Andere mensen denken en willen weer andere dingen en weven dan weer een ander web. Al die webben lopen door elkaar heen. Mensen pluggen met hun gelijksoortige gedachten en wensen in op bepaalde delen van die energetische gedachtenvelden. Deze worden dan dus sterker. Ze worden geactiveerd, wat wrijving oplevert. Wrijving levert warmte op. Warmte doet uitzetten en de deeltjes minder aan elkaar klitten, waardoor ze vrijer kunnen bewegen. Daarom verdampt warme lucht. Warmte verdringt het koude, zoals liefde liefdeloosheid weghaalt. Het koude wordt zwaar omdat deeltjes elkaar opzoeken uit egoïsme om nog iets steun aan elkaar te hebben. Condensatie is niets anders dan dat licht lucht wordt en lucht water. Gecondenseerd licht is dus hetzelfde als water, alleen totaal onvrij en materieel geworden. Het heeft gewicht gekregen, waardoor alle condens, water in de vorm van vocht, damp, regen naar de aarde afdaalt. De aarde met al haar materie is een ongelooflijk grote conglomeratie van allerlei fasen van licht in talloze ijlere en vaste levensvormen en organismen die het licht in allerlei vormen van koude (sneeuw, regen, zonlicht, bliksem) opneemt. De uitwisseling tussen koude en warmte heeft dus als basis elektromagnetisme, de aantrekking tussen positief en negatief geladen deeltjes, of te wel liefdevol, vrij en liefdeloos, onvrij bewustzijn dat zich weer vertaalt in onzichtbaar en zichtbaar licht.
Door al die verbindingen die gelegd worden, ontstaan uit die deeltjes atomen), moleculen. Het samengaan van deze moleculen vormt weer allerlei stoffen.

Koudere lucht met als oorsprong webben van ándere kwaliteit en aard dat beperkter is, is zwaarder en zakt naar de aarde. Omdat lucht zich verplaatst omdat het ene veld wil stijgen en het andere moet dalen, volgt er een luchtstroom. Daarom heb je ook een koudere of warmere luchtstroom. De verplaatsing van die luchtvelden levert wind op. Zodoende heb je dus allerlei soorten en maten wind, koelte, warmte en licht. Immers, zitten er veel wolken voor de zon, bereikt het zuivere licht ons op een bepaald moment minder. Een heldere hemel geeft geen regen en doet ons allen beter voelen. De wisseling tussen verbindingen negatief en positief bewustzijn bepaalt in grote mate het weer, maar ook onze stemming.

Warmte is dus een verschijnsel van liefde. Van actie. Van beweging. Van plaats zoeken en plaats bepalen. Waar heb jij liefde voor. Wat wil jij voeden. Waar zend jij je energie, aandacht (liefde) naar uit of niet. Waar verbind jij je mee? Wat ben jij mee aan het ontwikkelen? Dit proces van ontwikkeling heeft haar grond in de strijd tussen goed en kwaad. De deeltjes die soortgelijk zijn, ‘weten’ dat ze iets aan elkaar hebben, zullen elkaar opzoeken en een verbinding met elkaar aangaan tot wederzijds nut. Zij versterken elkaar. Deeltjes die geen verbinding willen aangaan, zullen zwaarder zijn. Immers, waar meer verbindingen in vrijheid worden gelegd, stijgen deze ijle velden op. Deze ijle velden zijn dan amper materieel. Er is geen grote dichtheid van de deeltjes, want de deeltjes willen vrij zijn en zijn niet meer gebonden aan de materie. Ze stijgen dus makkelijk op (gas). Ze worden niet of amper aangetrokken tot de aarde. Ze stijgen de vrijheid, ether in. Dat noem je een hoge luchtdruk gebied. Er is dan mooi weer. De lucht is helder. Er zijn geen samenscholingen tussen zwaar geworden deeltjes die meer materieel willen zijn en meer aangetrokken worden tot de aarde door hun negatieve lading.
Dampvorming is niets anders dan veel van dezelfde deeltjes die zich aangetrokken voelen tot elkaar, elkaar nodig hebben en een zwaar veld vormen, dat uiteindelijk zichtbaar wordt in de atmosfeer als vocht, damp.
Damp is niets anders dan gecondenseerd licht. Licht bestaat uit tig soorten geest die vrij zijn. Licht straalt oneindig uit God de ruimte uit. Damp, lucht is niet meer helemaal vrij licht. De deeltjes zijn dan gebonden aan andere lichtdeeltjes die zich meer aangetrokken voelen tot de omgeving van de aarde. De geest erin is dus dan al minder zuiver.
De deeltjes zijn als het ware meer op zichzelf gericht en klitten dan liever bij elkaar dan dat ze bij Gods totale vrije, zuivere licht willen horen. Ze scheiden zich af door zich door de materie – de aarde – aan te laten trekken. Zo worden deeltjes dus zwaar. Uiteindelijk zó zwaar dat de lucht tot damp wordt. De damp wordt vochtig. Deze vochtige lucht wordt steeds zwaarder, totdat lichte wolkjes en uiteindelijk zware wolken ontstaan.
Omdat het altijd de aard van ieder deeltje licht blijft om vrij te zijn (dat is het wezen van liefde dat in alles huist) probeert een deeltje ruimte te krijgen. Dat veroorzaakt wrijving. Deze wrijving - die actie is - levert warmte op. Immers, alles wat beweegt geeft warmte.
Dat is het wezen van elektriciteit: een deeltje met + lading wil vrij zijn en naar ‘boven’. Een deeltje met –lading wil naar ‘beneden’ en behoren bij de materie. Als er veel wrijving is, ontstaat er veel warmte en licht. Dat moet ergens heen. De botsing die er dan tussen grote clusters + en – is, veroorzaakt een plotse ontlading, wat we horen als een knal. Bliksem is het oplossen van de ‘gevangenis’ waardoor deeltjes opstijgen, maar andere deeltjes dalen omdat ze nog niet de vrijheid zoeken omdat de warmte nog niet groot genoeg is! Ze zijn dus zwaar en vormen de regen. Daarom gaat ook onweer gepaard met doorgaans regen. Omdat de deeltjes ondertussen zwaar geworden zijn, vallen zij op aarde als water of schieten zij als flits de aarde in. Daar worden al die lichtdeeltjes opgenomen in water of allerlei organismen die dit water opslurpen, opzuigen of opdrinken. Zo nemen alle levende organismen licht van allerlei soort op via elektriciteit en water. Daarom kan geen enkel wezen zonder licht en water!

Gods uitstralende licht is licht waarin alle bewustzijn in talloze dus oneindige soorten, mate en combinaties het leven is. Eigenlijk zitten Gods gedachten in het geestelijk licht in dat materiële licht.
Het licht dat wij zien, is een materieel licht, al is dit al heel ijl.
Het geestelijk licht is met onze ziel te zien en te voelen. Dat is in gradaties die afhankelijk is van de mate van liefde die die mens bezielt en doet. Hoe meer de mens verbonden is met Gods wezen, des te meer hij kan putten uit Gods geestelijk licht en hij dus meer kennis, kracht, liefde, vermogen, wezenlijke intelligentie (die ertoe doet) heeft. Dit uiteraard voor zover dit volgens Gods orde zo moet zijn voor die levensvorm of mens..

Dieren kunnen makkelijker geestelijk licht dat dicht om de aarde en in levende wezens huist, opmerken. Zo kunnen vogels bijvoorbeeld via lichtsporen die zij eerder door de lucht naar een bepaalde plek maakten, terugvinden. Hun licht blijft ‘hangen’. Ze zoeken dat voor hun speciale licht op zodat ze de weg niet kwijtraken en hun broedplaats, partner of nest (terug) vinden.
De mens heeft dit vermogen ook, maar is dat door het meer materieel worden van zijn ziel en lichaam bijna helemaal kwijtgeraakt. Toch blijft dit vermogen omdat Gods wezen als kiem in ieder mens is gelegd. Zonder dat zou hij namelijk niet kunnen leven. Een mens kan deze kiem smoren, waardoor deze mens werkelijk tot een monster kan worden dat alleen maar liefdeloosheid wil. Toch blijft ook deze mens een kind van God, al wil hij dit niet weten, weet hij dit (nog) niet en veroorzaakt hij de grootste ellende.

Gods wezen (licht, liefde, warmte) heeft overal een vrijmakende, oplossende uitwerking . Ergens is er altijd een bepaalde uitwerking van dat oneindige licht dat van God uitgaat. Waar zuivere liefde is, is er een optimale samenwerking van deeltjes die het gelijke – heelwording – willen, waardoor er iets optimaal ervaren, geleerd, gekend, gemáákt kan worden.
De liefde werkt als enige kracht helend, doet groeien en herstellen (genezen).

Waar er geen zuivere liefde is, is er geen optimale samenwerking tussen allerlei bewustzijnsdeeltjes is en ontstaat er gebrekkige uitwerking die vormen met tekorten maakt. Deze vormen ontbreekt dus van alles, omdat er de zuivere liefde voor ontbrak om het meer volmaakte te vormen. Onvolmaakt zijn, gebrekkig zijn, doet… onvolmaaktheid ervaren en gebrek ervaren. Dat is lijden, wat inherent aan het leven is. Een vorm krijgt dus gebrek als er onvoldoende zuiver licht wordt opgenomen. Dat kan het geval zijn als die vorm geen liefde wil, of er onvoldoende liefde, licht is om er de bouwstenen uit te halen.
Daarom zegt God: ‘zoek in alles Mij’. Anders vertaald: zoek in alles het licht, de waarheid, de warmte, de liefde, waardoor jij stukje bij beetje meer heel wordt.
Immers, neem je meer licht van andere soort op, dan raak jij meer en meer vervuld van dat wat je eerder tekort had. Je heelt dan, waardoor je meer en meer je diepste wezen, je kern opheldert, opschoont, waardoor je meer helder inzicht in jezelf en het leven hebt en dus betere keuzes kan maken die op hun beurt jou weer meer lichtkracht, en dus liefde geven.
Het gaat erom dat je de door jou eerder niet gewilde deeltjes bewustzijn integreert en laat overheersen door liefde. Zo maak je die eerder door jou veroordeelde deeltjes eigen. Je haalt er het oordeel vanaf, waardoor je dat andere tot jouw wezen maakt, zonder dat je ondergesneeuwd wordt en deel wordt van dat andere! Je laat de liefde dan in jou de baas zijn over de niet-liefde. Wanneer je dat doet, zegen je en maak je alles vruchtbaar. Bewustzijn doet niet meer niet-bewustzijn. Als je iets weet, kun je nooit meer zeggen dat je het niet weet. Als je iets doet, kun je nooit meer zeggen dat je het niet deed… Zegen je alles – ook wat jou niet zint - en je laat dus alles zijn zoals het is, heb je zonder voorwaarden lief. Je wilt dan vanzelf geen liefdeloosheid meer, want liefdeloos en egoïstisch zijn is juist het niet willen verbinden met dat wat jou vreemd, niet goed, lijkt of onbekend is! Daarom zegt God: ’oordeel niet opdat jij zelf niet geoordeeld worde’.

Het leven in een materiële vorm op aarde is nooit perfect, omdat geen enkele vorm (lichaam) alles in zich heeft! Er wordt dus altijd maar een deel van iets ervaren, waardoor er vanzelfsprekend een gebrekkig ervaren is… en geen mens alle waarheid in pacht heeft.
Zolang een mens, plant, dier bepaalde zaken ervaart of kent, maar niet alles, lijdt deze ‘vorm’ in zekere zin, vroeg of laat in welke mate dan ook, gebrek. Een mens heeft dus nooit alle kennis, dus kent hij niet de gehele waarheid, het zuivere Licht dat God is. Hij is immers zeer beperkt al is het maar door zijn ziel die meer of minder licht heeft, dus beperkt is en zijn lichaam nog veel meer beperkt is.
Waar hij is gaan lijken op God in het klein, heeft hij zijn licht in hem zoveel mogelijk ‘opgeschoond, verrijkt’, waardoor hij is toegenomen aan liefde en lijdt hij niet meer omdat hem niets meer ontbreekt.
Een mens lijdt dus zolang hij liefde tekort heeft. Hij denkt, wil, doet dan lichtloze zaken, die zijn ziel het licht dát er is, ontnemen. Hij komt dan van de regen in de drup. Hij sluit zich op den duur dan helemaal niet meer aan op de Lichtbron, omdat hij deze bron van licht in zichzelf en de ander niet meer kan vinden of zelfs niet meer wil vinden door bergen teleurstelling. In de kern van de zaak (hart van zijn lichaam) huist dan de dood. Immers, zonder hart geen leven. Zonder liefde is er geestelijke dood.

Waar er helemaal geen liefde is, is er alleen samenwerking tussen die bewustzijnsdeeltjes die kiezen voor de niet-liefde. Zo ontstaan er dan ook – en dat zal toch wel duidelijk zijn – liefdeloze vormen en handelingen die op hun beurt ook weer negatieve gevolgen teweegbrengen. Daardoor wordt er door negatieve (onbewuste) ideeën en handelingen steeds grotere onvrijheid en groter lijden veroorzaakt. Er ontstaat dus wanorde, chaos, als Gods orde waarin allerlei bewustzijn voorradig is en samenwerkt, niet wordt gekend of niet wordt gewild.
Immers, de liefdevolle energie ontbreekt, terwijl de liefdeloze energie - die verdeelt en dus verval veroorzaakt – sterker of vaker aanwezig was, door te denken dat je het goede wilde, of door je niet te storen aan het goede dat je wel kende, maar jou niet uitkwam, je niet wenste of.. jou onbereikbaar bleek, of nog erger omdat je een ander het geluk niet gunde!

Waar de mens uit eigenliefde de alles verbindende liefde (die God is) vergeet, zal hij dus vanzelf in een bepaalde mate bijdragen aan aan elkaar klittende geestelijke bewustzijnsvelden van die kwaliteit die die mens met zijn idee of handeling had, maar die hem ongelukkig en lichtloos maken. Een mens wordt dan makkelijk moedeloos, en depressief. Hem ontbreekt dan geestelijk licht of ook zuiver zonlicht. Vaak gaat dat samen, maar dat hoeft niet perse. Alle uitwerking is immers afhankelijk van de intentie die iemand heeft. Vanuit het geen licht meer hebben op het geheel, wil een mens zich er ook niet meer mee verbinden, blijft dan binnen, wil geen contact meer met anderen. Hij moet het dan hebben van zichzelf, wat niet veel is, omdat in hem het licht amper aanwezig is en dus steeds meer verzwakt door gebrek aan samenwerking, contact en…. er iets mee doen! (ledigheid is des duivels oorkussen).
Hij laat immers heel veel verbindingen die liefde zouden brengen achterwege. De mens zelf schept dus krachten die niet-liefde en dus onvolkomenheid teweegbrengen. Deze velden verdichten zich naarmate de ernst, de kracht van die kwaliteit wil, de wens sterk is en langer duurt.

Hoe meer de mens afwijkt van een liefdevol denken en nalaat te handelen uit een liefdevolle geest zoals God dit de mens heeft aanbevolen, des te meer de natuur om hem heen minder kan verbinden met elkaar. De gehele geziene en ongeziene, te meten en onmeetbare natuur is immers samengesteld uit talloze grote, immens grote en kleine, zelfs onwaarschijnlijk kleine werelden bestaand uit allerlei vormen van bewustzijn die samenwerken.
Dat is de Liefde van God die alles vormt en samenhoudt.
De Liefde van God is te zien als een soort lijm die dingen, gedachten, energieën samenbrengt en samenhoudt.

De mens is bedoeld als een verlengstuk van God. Hij is ervoor bedoeld om werelden te scheppen waarin Gods geest (van liefde en waarheid) heerst, dus er voldoende licht is om verbindingen te maken die de mens in staat stellen uit te voeren wat zijn liefde wil. Waar een mens als hoogste doel God eren heeft (dus de liefde waardeert), zal hij iets moois en natuurlijks scheppen. Waar de mens uit een andere kwaliteit ‘liefde’ schept dan die God bedoelt, krijgen we problemen. Dat weten en ervaren we allemaal vroeg of laat, meer of minder. De natuur laat dit ook zien door meer regen, of minder, meer wind of minder, meer zon of minder.

Hoe droger het op aarde wordt, des te meer de mens tekort heeft aan de soort liefde die God bedoelt. God bedoelt de alles samenvoegende liefde, die niet oordeelt en dus bereid is om te verbinden met al wat is. Zoals water alles doordrenkt en zich met alles verbindt en alles oplost maar ook leven geeft, iets doet groeien, is het ook de geest van God in de vorm van geestelijk water dat het leven in de ziel van ieder mens brengt. Zonder water droogt alles op en verdort alle begin van groei. Liefde wordt dan dus in de kiem gesmoord, heel letterlijk zelfs in het feit dat een kiem in een zaad verdort omdat het niet levensvatbaar is doordat het tekort aan water, warmte = liefde = waarheid krijgt. In iedere cel ligt de potentie (kiem) tot verbinden, (gezondheid, heling, groei, instandhouding), maar als er geen water en warmte bij komt, verschrompelt de cel en houdt deze op den duur op te bestaan nadat de cel tig pogingen heeft gedaan om het precaire evenwicht dat in hem het leven was, te gebruikten tot wederzijds nut van de omliggende cellen, waarmee die ene cel een bepaald weefsel vormt dat op haar beurt het gehele lichaam voedt, waar het deel vanuit maakt.

Het vertrouwen dat dát verbonden wordt wat Gods Almacht en Wijsheid en Liefde goed lijkt, moet er zijn. Dat kan alleen maar daar zijn, waar men honderd procent liefde voor de Waarheid die God is, heeft. Er kunnen dan immers pas optimale verbindingen die krachtig zijn om uit te drukken wat de aard, het wezen in zich wil, ontstaan. Dit is vrede: een samengaan, verbinden in liefde tot wederzijds nut, dat groei is.
Leven in Gods wil brengt dus vruchtbaarheid en vrede voort. Zonder liefde is er geen leven mogelijk, want bepaalde eigenschappen worden dan niet gezocht en niet verbonden, dus veroordeeld, terzijde gelaten. Er is daar dan ter plekke een meer of minder gebrekkige uitvoering van de liefde.
We noemen deze liefde dan gebrekkig alsof dat niet zou moeten. Toch zal het nooit zo zijn dat een mens perfect in de liefde zal zijn zolang hij op aarde is. Hij kan wél proberen optimaal om te gaan met liefde. Dat is zijn verantwoordelijkheid. Waar de liefde dus voor ons gevoel gebrekkig of zelfs fout of onterecht uitwerkt moeten we niet de vergissing maken dat deze liefde fout zou zijn. De gebrekkige uitwerking is er dan om er van te leren. Dat is noodzakelijk. Daarom laat God de gebrekkige toepassingen toe. Ze zullen echter minder leed brengen, waar de mens groeit in liefde. Gods liefde laat onvolkomendheden toe juist uit liefde om de mens te laten ervaren wat deze zelf heeft gekozen! De mens zint en begint, maar God maakt dat mogelijk.
Daar is alles om begonnen…..

Als het te droog wordt, - dus als er liefde ontbreekt – komt er regen. Regen is niets anders dan licht, dat zo verdicht is, dat het tot water is geworden. Het bewustzijn in het licht werd al door een bepaalde grote mate van eigenliefde zó tot zichzelf en dat wat gelijk aan zich was aangetrokken dat het zich verdichte en tot een zichtbare vorm groeide. De regendruppel is niets anders dan zwaar, onvrij geworden bewustzijn dat op aarde valt, omdat het aangetrokken wordt door de materie. Tegelijkertijd is het Gods liefde die dit veroorzaakt.
Want het wezen van de liefde is dat het dáárheen gaat waarheen de liefde trekt.

Doordat het licht in de vorm van de regendruppel op aarde valt, komt dit licht en het bewustzijn, de intelligentie, de gedachte (geest) die in dat deeltje zit, ook op aarde en wordt opgenomen in de grond, in een zaadje, in een dier, of mens dat het water drinkt.
Zo komt er dus bewustzijn via licht, vocht, water op aarde om het leven te voeden en in staat te stellen om te groeien (om te leren, te ervaren dus) en begint het zelf de weg van verlossing door opgenomen te worden, te dienen en losgelaten te worden wanneer de uiterlijke vorm oplost of sterft. Met het oplossen zitten er dus ook andere stoffen afkomstig van het organisme in het water, vocht, sap dat eerder door dat lichaam werd opgenomen uit de omgeving, voeding, grondstoffen, behuizing enzovoort. Zo ontstaat er water dat zich steeds meer verrijkt met waardevolle voedingsstoffen die in wezen licht, bewustzijn zijn of… besmeurt met giftige stoffen die in wezen liefdeloos bewustzijn zijn. Daarom is kwaliteit van licht en water weer bepalend voor verzwakking of versterking van organismen klein en groot.
Al die ijle of vastere stoffen worden weer door andere of nieuw te vormen levensvormen, verwekte lichamen, embryo’s opgenomen, ook weer ter verrijking of.. verarming.
Zo ontstaat steeds meer diversiteit en complexiteit van leven en levensvormen. Ook is er logischerwijze steeds meer verarming mogelijk doordat er meer en meer negatief bewustzijn wordt opgenomen, afkomstig uit bijvoorbeeld chemische stoffen door de mens gemaakt, rondgestrooid en gegeten en opgenomen via allerlei wegen.

De mens had op God kunnen gaan lijken, maar hij is juist meer verdierlijkt doordat hij zich wilde ontworstelen aan Gods natuurlijke orde van Liefde die in hem de kiem van Gods wezen had kunnen laten groeien. De mens is nog steeds een lichtwezen, maar… gebruikt zijn licht niet en verkwanselt het in ruil voor materieel tijdelijk beperkt genot. Hedonisme lijkt de weg voor menig mens het doel geworden. God past daar niet bij.

De cyclus van verdampen, condenseren, verijlen en verdichten, uitzetten en inkrimpen, is de cyclus van Gods orde, waardoor leven mogelijk is en dit leven toeneemt in vrijheid en geluk voor zover dat uiteraard past.
Het is dus Gods liefde dat er regen valt. Het is noodzakelijk om de droge aarde tot leven te wekken. Zo is ook het liefdeloze hart net als de aarde een bodem die liefde (licht) kan opnemen. Waar de liefde, licht, waarheid komt en wordt opgenomen kan er vrede komen. Daarom dient lijden dus altijd het leven….
Er kunnen dus buiten Gods liefde geen levensverwekkende verbindingen ontstaan.

Een woestijn is alleen daar, waar er de liefde - Gods orde - niet was. Heel vroeger waren de woestijnen van nu vruchtbare plaatsen. Door het loslaten van Gods orde - die Waarheid en Liefde is - ontstonden er dus gedachten en handelingen met tekort aan liefde. Zij zorgden voor verschraling en uiteindelijk opdroging van vruchtbare grond. Toch liggen er ontelbare zaden en potenties voor nieuw leven te wachten in de bodem. Ook in die van de woestijn. Ook in die van het liefdeloze hart.
Gods liefde, orde, weet alleen wanneer een streek (hart) rijp is om vruchtbaar te worden.
Soms pakt de mens het zo verkeerd aan door eigengereidheid, machtswellust, ontevredenheid, hoogmoed enzovoort, dat er een uitputting ontstaat van energieën die nodig zijn om nieuw leven ergens te laten groeien. De mens is immers een vrij wezen dat ‘mag’ doen wat hij kiest.
God waarschuwde de mens van het begin af aan - en Hij doet dit nog steeds - om te denken en te handelen naar Gods adviezen (Gods Woord), zodat het hem goed zou gaan.

Het is niet Gods wil dat er droogten zijn en overstromingen, orkanen, zeebevingen, aardbevingen, gebrek aan voedsel of leefruimte, maar ook geen liefdeloze harten zijn. Het is het gevolg van Gods orde dat er droogte of water is, waar het er moet zijn, omdat de mens iets niet begrepen heeft en Gods adviezen niet heeft opgevolgd! Alle oneerlijkheid is er omdat de mens die zo heeft veroorzaakt! De mens hoort ‘God úit te voeren’. Te doen zoals de Liefde in hem wil. Maar als dan de mens zijn eigen maat van liefde en kunnen bovenaan zet en hij erkent God als referentiekader niet, is het toch logisch te bedenken dat het goede van de liefde wel ontzettend op de achtergrond gaat verdwijnen en allerlei ellende ontstaat. Nogmaals: het is niet Gods wil of Gods schuld.

Met het afnemen van de liefde bij de mens, zal er droogte ontstaan. Dat leidt natuurlijk tot herstelbewegingen die van God uit, volgens Zijn wil en wet (orde) noodzakelijk zijn om leven in stand te houden of te laten groeien waar dat ook weer volgens Zijn orde zo moet zijn.
God is oneindig en ziet ook oneindige mogelijkheden om dingen die mensen verprutsen te verbeteren. Dat dingen minder fraai gaan dan ze zouden hebben kunnen gaan, komt niet door God maar door de mens die Gods orde verstoort.
Dat alles gaat zo om de mens te dienen. Het gaat immers om de mens die de weg terug uit de materie naar de geest dient te gaan en waarvoor trouwens ieder mens op aarde eens zelfstandig, uit vrije wil voor gekozen heeft.
De mens is een hulp van God. Hoe kan een mens een goede hulp van God zijn als hij Diens orde niet aanvaardt of kent en met voeten treedt? God kan niets anders doen dan uitvoeren wat de mens zelf koos. God is niet afhankelijk van de mens. Natuurlijk niet. God kan alleen niets tegen dat wat de mens zelf koos ingaan, omdat Zijn orde een orde van liefde en vrijheid is, waarin de liefde leven schept en de liefdeloosheid verval schept.
Daarom is het een mens zijn verantwoordelijkheid te groeien in onbaatzuchtige liefde. Er zou dan overal een natuur en een vegetatie en klimaat zijn waarin ieder vredevol en welvarend zou kunnen bestaan.
Iedere verstoring in de natuur wijst op een verstoring in het beoefenen van Liefde zonder grens. Ieder verval, dood, mislukken van oogst, opdroging van aarde, stormen, stortbuiten waar dan ook op de wereld zijn door de mens veroorzaakt.
Waar ze er zijn door Goddelijke wil, zijn zij er om noodzakelijke redenen die de mens dienen en ernstige rampen helpen te voorkomen.

Allerlei gedachten, ideeën en handelingen vanuit liefde en waarheid of liefdeloosheid, ego en dus onwaarheid, veroorzaken het weer en het klimaat en ook de omgeving om jezelf heen.
Daarom gaan er dingen beter, slechter of heel goed. Daarom heeft de ene mens meer last van iets en de ander helemaal niet. Daarom kan de ene mens gezond blijven in een lastige situatie, maar wordt de ander ziek in een gezonde omgeving. Immers, je put met jouw intentie dát uit je omliggende sfeer – ook afkomstig van je medemens - wat jij diep van binnen nodig hebt of… wilt. Daarom is het van cruciaal belang dat een mens zich bewust is van wie hij is, wie hij wil zijn, wat hij daar mee kan doen.

We moeten putten uit de juiste bron. Wat voor de een goed is, is voor de ander destructief.
Het gaat erom dat je via je eigen hart weet, voelt, wil, doet wat bij JOU past en JOU in staat stelt jezelf uit te drukken zoals God dat in je wil. Je moet dus willen wat de waarheid wil en … dat doen!
Als we dat met z’n allen zouden doen, zouden de weersgesteldheden optimaal zijn en dus op de plekken waar dat zus of zo moet zijn, precies de goeden zijn..
Wij zouden vanuit gepaste houding waarbij je de orde van God niet wil tarten en dus tevreden bent met de natuurlijke gang van zaken die gevolg is van liefhebben, tering naar de nering zetten en tevreden zijn met wat iets aan mogelijkheid te bieden heeft. Zolang wij meer willen, een ander iets misgunnen, ongelijk verdelen, veroordelen, verbinden we ons niet met dat wat onze hulp, kennis, liefde nodig heeft. We zetten onszelf daarbij in de kou, omdat we immers niet de voldoening zullen ervaren van de verbinding die mogelijk had geweest, wanneer we hadden willen dienen. We zetten dan ook de ander in de kou omdat we meer voor onszelf willen dan voor die ander. We lijden dan zelf doordat we de ander laten lijden. Doordat de ander gebrek heeft, hebben we zelf gebrek. Daarom wordt de wereld nooit beter zolang we de ander buitensluiten, onvrij maken of houden. Zolang we onszelf niet vrij maken van egoïsme en denken te kunnen leven zonder wezenlijk liefhebben, zullen we onvrij zijn, dus lijden en lijden veroorzaken. De eeuwige cyclus van hebzucht, materialisme zullen we moeten doorbreken om vrij te worden ervan en torenhoge problemen kunnen oplossen en voorkomen.

We zien in Nederland vele nieuwe planten- en dierensoorten in de afgelopen twintig jaar. Als gevolg van stijgende temperatuur. Daarnaast zie je dat zeer veel planten en dieren worden bedreigd. We zien veel planten en dieren verdwijnen, kwaliteit van frisse lucht afnemen. Dat geeft verandering, nieuwe levenskansen naast verval en dood, als we dit begrijpen en we niet de accenten leggen op de materiële zaken alleen. We moeten begrijpen dat de kwaliteit van liefde dient te groeien. Daar kunnen we ieder voor zich, allemaal iets aan doen.
Er is geen excuus om dat niet te doen. We kunnen dan niet meer zeggen: ‘Ik heb er geen vat op, geen verstand van, het helpt toch niet, wat kan ik in mijn eentje doen, het is zaak voor de wetenschap, het is te ver gegaan; we redden het niet meer’ enzovoort.

Toenemende droogte, verschraling en uitputting vraagt om besprenkeling met licht, dus water. Daarom zullen zonlicht en water toenemen. Het is Gods genade, oftewel: de remedie om iets toch vruchtbaar te houden, waardoor verandering, dus leven mogelijk blijft.
We kunnen verandering met vertrouwen tegemoet zien als we zelf ondertussen groeien in Liefde zoals God dit bedoelt. We zullen dan meer respect voor het leven ontdekken en pas op de plaats kunnen maken waardoor we ruimte geven aan allerlei organismen groot en klein, en uiteraard medemensen, zodat ieder aan zijn trekken kan komen.

Wanneer we ons druk maken over uiterlijke, materiële factoren die het milieu beïnvloeden, redden we het niet meer. We zullen eerst betere, eerlijkere ideeën moeten willen ontwikkelen, zodat we de natuur, onszelf en de lucht om ons heen vanzelf niet meer veranderen en uitputten. We zullen de klimaatproblemen die er zijn het hoofd kunnen bieden door liefdevoller in het leven te staan.
Denk hier over na en weet dat al die straffe maatregelen waar veel bepaalde mensen en groepen weer de dupe van zijn, onnodig zijn, zelfs liefdeloos en dus schadelijk. Veel regels die genomen worden om het milieu te redden, zijn niet uit God, omdat ze onvrij maken en prachtige initiatieven onmogelijk maken en doden. Weer gaat het om eigenbelang van een grote groep mensen die voor de kar van macht, aanzien en eigenbelangen wordt gespannen.

We weten dat we allemaal werkers van het licht kunnen zijn en we kunnen elkaar erop wijzen. We zijn zelf verzamelingen van licht die als gedachten uit God met elkaar verbindingen moeten aangaan, waarbij we niemand uitsluiten.
We dienen ons licht te laten stralen zover we kunnen. Als we er onze kleine omgeving door voeden, de mens die naast ons staat of de mens ver weg, maken we de wereld beter.
Het klimaat, het wéér volgt ons mensen. God doet wat wij willen.
Hoe groot we zijn, hoe machtig we zijn als we Gods licht in ons dóór ons heen laten stralen, beseffen we niet. Ooit zal iemand die dit wil, begrijpen. Ooit zal hoe dit alles in elkaar steekt, duidelijk worden. Als je bewust leeft, zul je echter zien dat dit hier en daar al zo is en zul je je lichtkracht ten volle inzetten, zonder te letten op eigenbelang omdat je weet dat je continue verbonden bent met de Lichtbron en dus nooit tekort krijgt, maar alleen maar hoeft te aanvaarden wat er is aan licht. Al zie je de nuances niet. Al ken je het verloop niet en weet je nog niet waarom nu dát wat er is nuttig of nodig is, je zult in je grootheid klein zijn en kunnen zeggen: ‘niet mijn wil maar Uw wil geschiede’. Ik ben beschermd en krijg wat ik nodig hebt omdat Uw licht mij voedt’.

En als er dan een zware periode is en je denkt dat er nu geen licht meer is, gloeit dit licht overal in de goede mensen die nog steeds de sterke overtuiging en wil hebben dat het licht nooit uit te doven is. Wat je dan alleen nog maar nodig is, is niet meedoen aan het uitzenden van zogenaamd licht. Bij jou kan het slechte weer, de nare sfeer, ongezond klimaat in je huis, in je lichaam, in je dorp, in je land minder worden.
Doe niet mee aan wat valse schijn is. Doe je best om het ware licht dat gezondheid, vrijheid en vrede brengt uit te stralen, ook al kun je weinig. Besef dat al heb je geen middelen, zit je eenzaam op een eiland – letterlijk of figuurlijk – je kunt zorgen voor een enorme mobilisatie van beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld waar jij om vraagt. Weet dat geesten dichtbij, om je heen, in het heelal waar dan ook harten kunnen bewegen, harte milder kunnen maken. Zij kunnen zorgen voor omvorming van dat wat liefdeloos is, als…. er maar een draagvlak voor is. Er moet dus een wens zijn bij een groot deel van de mensheid om dat goede geboren te laten worden. Doe daaraan mee. Je bent belangrijk en een onderdeel van een geheel waarin alles met elkaar dient samen te werken in liefde dan wel te verstaan.
Bidt, werk, denk, wil, lééf het echt goede. Het maakt de nieuwe wereld waarop we wachten.
Heus, het kwaad vecht, stuiptrekt, maar heeft geen schijn van kans als mensen er niet aan mee doen, er niet bang voor zijn er niet in geloven.
Ken je (licht) kracht dat God in jou is.
Gebruik dat en voedt de aarde, je daden, je omgeving, je land, je huis, je lichaam, je ziel.

Waar wij ons hart bevloeien met het helende water wordt het vruchtbaar en de aarde dus ook… We zitten in het tijdperk Aquarius, de waterdrager. Er wordt ons volop waarheid dat licht is voor onze ziel en aarde aangereikt. De mensheid is er rijp voor, alleen… moet de mens heel persóónlijk een keus maken om die waarheid ook gestalte te geven en geen slaaf zijn ego en van materie, die fijn, prachtig, mooi en noodzakelijk is, maar niet het doel en de redding!
Richt je niet op de indoctrinatie dat alles een gevaar is. Juist de maatregelen die men wil opdringen, de eenzijdige info die je hoort, de hersenspoeling die gaande is doen je kiezen voor het verkeerde, je moedeloos worden of juist overmoedig te denken dat de méns die kiest voor dwang en onvrijheid, het weet. Wézenlijke kennis uit liefde en waarheid geeft kracht en inzicht om het juiste te willen, te zien en te doen .

Waar Gods liefde is, is leven. Dat is het water dat alles doet leven. Dit tijdperk van de waterdrager is de tijd waarin de waarheid aan het licht komt en gebruikt gaat worden om een nieuwe betere wereld te maken met elkaar. Waar Gods licht er is, is er voldoende warmte, maar zal deze nooit verwoesten, buiten dat wat volgens Gods orde er aan toe is om bevrijd te worden om zo weer verder te groeien naar een hogere fase van bestaan.

Als we dan kunnen vertrouwen op Gods licht en we benutten ons eigen licht optimaal, moet er altijd het goede gebeuren. Dus waarom angst voor de toekomst? Vertrouwen is een eigenschap van leven, van liefde. Trouw zijn is verbonden blijven aan dat wat je sterk maakt, licht geeft. Vertrouwen en onderwijl groeien in liefhebben en niet oordelen zal dan dus niets anders kunnen doen dan leven en vruchtbaarheid brengen…

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Betekenis van het Paasfeest

Je ego kruisigen en opstaan uit de dood- hoe is dit bedoeld?

Even een stukje geschiedenis: 1500 e.v. v. Chr.: De tijd van de aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob. Abraham trok naar Kanaän. God belooft Abraham dat hij stamvader zal worden van een groot volk, Gods uitverkoren volk, de Hebreeërs. Profeten onderwijzen Gods leer en zijn de leiders van het volk. Het volk Israël krijgt gedragsregels om de lijnen, gewoonten, geloof en samenleving optimaal sterk te houden. Het volk is er als enig volk geschikt voor, want het gelooft al in één God, terwijl ándere volkeren (Heidenen) dat niet deden. Ze stonden dus nog te veraf van Gods leer die Hij wilde delen. Heidenen waren niet minderwaardig en óók net zo goed Gods kinderen. Maar.. ze leefden teveel verschillend van het wezen van God. Ze kenden Hem immers nog niet! De 10 geboden die aan het volk gegeven werden, dienen tot bescherming en leefbaarheid. Als het volk zich hieraan zou houden, zou het volk welvaart en gezondheid kennen zonder onnodig lijden dan dát wat hoort bij een aards lichamelijk leven waar immers altijd ja en nee, kwaad en goed, leven en dood, dus polariteit te over is, wat strijd geeft van allerlei soort voor ieder mens. Het volk zou trouw moeten blijven aan Gods leer, maar mocht zich ook niet vermengen met andere rassen en volkeren en geen andere goden aanbidden. Toen het volk door de eeuwen heen hier en daar begon te doen wat het zelf dacht dat goed en wijs was kregen zij te kampen met meer problemen. Dat is het gevolg van het niet doen van Gods wil, maar het doen van de eigen wil (ego). Dat geldt voor ieder mens, waar ook ter wereld, in welke tijd van leven ook… Het speciale van de Israëlieten was dat zij de wet kenden én God, maar ook wisten dat later Jezus in hun midden zou komen te leven. Zij hadden dus alles in huis om over de wereld uit te waaieren om de hele wereld Gods woord te vertellen. Dat was de voorbehouden taak aan dit volk, waardoor het uitverkoren was. Ook het feit dat de Heiland in hun midden geboren zou worden en zou leven, maakte hen een bevoorrecht volk. Bevoorrecht zijn heeft een andere betekenis dan uitverkoren zijn. Het eerste woord houdt in dat je iets goeds moet doen met iets extra’s. Het tweede woord impliceert dat je béter was, wat niet zo is…
God had beloofd aan Abraham dat hij en zijn vrouw Sara een kind zouden krijgen. Zij geloofden dat niet omdat zij al op hoge leeftijd waren. Abraham verwekte naar idee van Sara een kind bij Ismaël bij zijn slavin Hager. Zo hadden ze toch voor de die tijd geldende wét een kind. God had het echter anders bedoeld wat Abraham ook eigenlijk wel wist. Maar hij was zwak en Hager was ‘schoon van gestalte’... Niets menselijks was onze aartsvaders vreemd… Later kreeg Sara een kind, Izaäk. Ismaël moest weggestuurd en ging wonen in de woestijn. Hij was verbitterd. Hij is voorvader geworden van de Palestijnen, nomaden. Een hardvochtig volk, zo God zei. De lijn van Izaäk die God had bedoeld voor zijn uitverkoren volk, zijn de Israëlieten geworden.

Nog steeds is er strijd over het ‘eerstgeboorterecht’ tussen de Israëlieten en de Palestijnen. Het grootste deel van de oorlogen gaat dus nog steeds om wie tot het uitverkoren volk behoort en wie de rechten of voorliefde van God heeft!! Allemaal gevolg van het eigenmachtig optreden van de mens die denkt tegen Gods wijsheid in te kunnen gaan en zelf zijn betekenis uit eigenbelangen wil geven aan iets dat geschreven is.
Het Israëlische volk versplinterde, vermengde, en vergat steeds meer de oorspronkelijke regelgeving van God, via later Jezus. Het volk riep zich daarmee allerlei ellende over zich heen. Niet moet worden vergeten dat ondertussen de afstammelingen van de Israëlieten over de hele wereld zijn uitgewaaierd. In de VS en Europa, delen van Rusland, Denemarken, Noorwegen, Engeland, de lage landen, wonen veel nazaten die nu te nauwer nood nog geloven dat God bestaat en vaker nog vast zitten in dogma’s, hokjes en eerder doen wat kerkelijke leiders vertelden, uitleggen en willen, of niets meer over God willen horen vanwege alle leed dat de mens zelf veroorzaakte, maar niet Gods wil was, maar ondertussen niet meer Gods wil en wezen kennen, laat staan dóén.

We zijn een stukje verder in de geschiedenis: Jozef is een zoon van Jacob. Jozef wordt in de tijd rond 1700 v Chr. onderkoning van Egypte. Rond 1560 v. Chr.: worden de Hyksos werden verslagen. Andere koningen uit de Zuidelijke Joden kwamen op. Jozef, zoon van Jakob - Israëliet - werd na verkocht te zijn door zijn broers, vervoerd als slaaf naar Egypte. Jozef kwam in de gevangenis, maar bleef trouw aan God een bleef hopen op betere besteming. De Egyptische machtige Farao was hem dankbaar omdat Jozef zijn 2 dromen had uitgelegd. Hij kwam vrij. Egypte werd voorbereid op de hongersnood die Jozef middels de dromen had gezien. God had dus altijd al een bestemming voor Jozef gehad. Als de mens deze bestemming volgt of het hem duidelijk is of het hem zint of niet, komt die bestemming er en gaat alles zo goed mogelijk.. Jozef onderging zijn lot en bleef God trouw. Hij wachtte, want hij wíst dat er een betekenis was met wat hem allemaal was overkomen. Het had hem gelouterd en een groot deel van zijn pochen naar zijn broers - waarom ze ook een hekel aan hem hadden - afgenomen, waardoor - hij ook nog eens in gevangenschap - beter was gaan luisteren naar zijn innerlijke stem. Hij werd zodoende gevoelig en kwam tot zijn talent dromen te voorspellen voor de Farao. Hij had een goed beleid door naar de adviezen van God in zijn hart te luisteren. Hij werd onderkoning in Egypte.
Jozef moest de voedselvoorziening en het bewaren van voedsel leiden.
Tijdens de hongernood kwam Jozef zijn familie te wonen in Egypte. Hij zorgde voor zijn familie die toenam in aantal.
Er waaide al met al een andere politiek die meer gericht was op wat God wilde. Het volk werd groot en vermengde zich. De Hebreeërs namen de barbaarse gewoonten over, maar aan de andere kant leerden de afgodendienaars in Egypte nu ook Gód kennen. Van groot belang omdat immers waar Gods regels zijn, er welvaart volgt en ziekten, ongelijkheid, hongersnood en strijd afnemen. Niets gebeurt voor niets. Als Gód wordt toegelaten, is er zo min mogelijk lijden en ontwikkelt zich alles zoals dit het beste is volgens Gods orde.

1300 v. Chr.: De oorspronkelijke bevolking, de Noordelijke Hebreeërs (Israëlieten) werden ondertussen als dwangarbeiders gedevalueerd. De Zuidelijke Hebreeërs (Judeeërs) zagen hen als vreemd, autochtoon volk. Als buitenlanders dus en dus als ‘minder ras’. Mogelijk omdat zij leefden onder de Egyptenaren en gaandeweg hun gewoonten overnamen. Met de tijd dat het volk zich meer en meer van God afkeerde, volgden grofweg in de jaren 700 de Assyrische ballingschap en in de jaren 500 v. Chr. de Babylonische. De ballingen vermengden zich met vreemde volken en rassen en namen hun afgodendiensten over.
Door het overnemen van godsdienst, leefstijl van de vreemde volkeren was aan de voorwaarde om Gods uitverkoren volk te zijn niet meer voldaan. Immers, het volk zou voorspoed kennen zolang het volk Gods bepalingen hield. Zo nee, zou het volk tegenspoed ondervinden. Zo vreemd nog niet omdat alle regels die God had gegeven aan zijn volk erop waren gericht om welzijn, geestelijke -, medische -, sociale gezondheid, eerlijke rechtspraak, wetten enzovoort te behouden óf te verkrijgen waar het betrof de heidense volken die in grote wanorde, goddeloosheid en barbaarsheid leefden. Alles moest dus gebeuren om ieder mens de kans te geven te leven naar de wetten van God die sociale-, geestelijke, lichamelijke gezondheid en welvaart zouden geven. Het overwinnen van Heidense volken - die immers onwetend waren - was ook hierom nodig en niet goddeloos tenzij de mens uit hoogmoed, egobelangen hiervoor kiest.

Zielen verdichtten zich meer en meer en men verloor het innerlijk weten en dus het ‘lijntje met God’. Waar een mens zich niet houdt aan Gods adviezen van liefde, kan hij ook minder begrijpen en inzien wat wel of niet liefde is. Maar ook het DNA was door vermenging met ander DNA niet meer zoals God dat had bedoeld. Als je dan niet begrijpt dat bepaald DNA zó moet zijn en blijkbaar niet anders en dat dat DNA juist zuiver en sterk gehouden wordt en blijft door het naleven van Gods richtlijnen, is het begrijpelijk dat je géén verbanden ziet tussen het zich niet houden aan Gods liefdesadviezen en de ontstane tekorten, strijd, ziekten karaktertrekken, aangeboren zwakten, verminderde wil, inzicht enzovoort. God wíst als geen ander dat het volk zich niet de zwakten of trekken, neigingen die andere rassen, volkeren hadden, moest overnemen omdat het daarom zijn specialiteit zou verliezen, wat ook gebeurde…

Toen de ballingen, dus de vermengde oud-Hebreeërs na ruim 400 jaar terugkwamen kregen zij hoge posities in de tempel. Omdat het land zo goed als leeg was en bezet was, was er een schreeuwend tekort aan leiders en tempelgeleerden, dus priesters. Ze wisten veel, hadden veel geleerd tijdens de eeuwen in andere landen, maar hadden in die lange tijd Gods leer vergeten en kenden, begrepen die ook niet meer. Niemand wist er meer het fijne van.
Daarom herkenden zij om deze reden ook Jezus niet Die in die tijd leefde en veel aanzien genoot onder de Romeinen die het land bezetten en de gewone burgers die nog in het land leefden. Het volk riep om een leider…en was de heerschappij van de wettische tempelpriesters en de Romeinen zat. Men verwachtte dat Jezus Koning zou worden.
Het stond immers zo geschreven. Maar de ene mens herkende Jezus als Verlosser, de ander niet.

Deze teruggekomen vermengde oud-Hebreeërs werden de nieuwe Farizeeën, kerkgeleerden die Jezus’ bloed op den duur wel konden drinken. Zij waren het die Jezus’ dood wilden. Kajefas, hogepriester van de Joodse tempelraad gaf Jezus over aan Pontius Pilatus, Romeins gouverneur van Judea. Pontius Pilatus bevond Jezus niet schuldig, maar was ook bang voor zijn positie. Vasal koning Herodes was bang voor Jezus omdat hij vermoedde dat Jezus de nieuwe Koning wel eens zou kunnen worden. Pilatus koos eieren voor zijn geld en waste zijn handen in onschuld. Het volk riep om de dood van Jezus, terwijl Pontius Pilatus dacht dat het volk wel voor de dood van Barabbas, de moordenaar zou kiezen. Dat was een lelijke streep door zijn rekening. Hij mocht Jezus wel.. Judas, discipel (volgeling, leerling van Jezus) had Jezus verraden aan de Farizeeën. Deze waren in eerste instantie uit op Zijn dood, al kwam het Herodes dus ook goed uit. Toen Judas besefte dat Jezus werkelijk gedood zou worden wat nooit zijn bedoeling was geweest, hing hij zichzelf op.

Men noemde deze teruggekeerde Hebreeërs die met name de vooraanstaande posities innamen, ook Joden. Het karakteristieke uiterlijk dat men de Jood toedicht, is voornamelijk afkomstig van vermenging met de volkeren tijdens de ballingschappen. De vraag is dus wie nu de ‘echte Joden’ zijn of wie niet of ‘half’, want ook de Judeeërs die altijd nog waren blijven wonen in het land noemde men Joden en ook het grote deel van de Israëlieten – Joden - uit het Noorden was ondertussen over de hele wereld uitgezworven. God had gezegd dat Zijn volk zich niet mocht vermengen met andere volkeren en rassen, God moest blijven zien als Hoogste, geen andere goden mocht aannemen en Zijn 10 geboden moest onderhouden wilde het voorspoed en gezondheid kennen. Al met al voor veel mensen reden te discussiëren over wie nu bij Israël hoort en tot het uitverkoren volk. Het gehele uitverkoren volk Israël bestaat uit 12 stammen. Als je dan veel mensen ‘vergeet’ of niet meetelt, of er andere mensen ‘bijhaalt’, ontstaat de gedachte dat bepaalde mensen wél behoren tot Gods uitverkoren volk en anderen niet! Maar zoals God heeft gezegd: ieder die God en Zijn evangelie trouw bleef en blijft en Jezus Christus erkent als God in de mens Jezus op aarde die kwam om de mensheid te verlossen uit ongeloof, is een is-ra-el-iet (kind met God) en behoort dus tot het uitverkoren volk.

Ook Jezus noemt zich Jood, al was de juiste benaming voor Jezus Nazarener, Judeeër, Galileeër vanwege Zijn geboortestreek. Jezus was ook bij de tempel betrokken om de farizeeërs het betere, échte evangelie te onderwijzen. Veel mensen zagen hem als een Profeet of ‘meer’ en bij de tempel behorend. Men zag Hem daarom ook als een Joods leider. Men volgde in die tijd nog puur de wet, dus was de wetsgeleerde van groot belang. Deze onderwees immers het volk. Het feit dat het merendeel van de priesters ondertussen lang niet altijd meer goed voor het volk zorgde, was Jezus een doorn in het oog. Ze legden Gods woord niet uit zoals dat bedoeld was. Het volk volgde evenwel uit angst de priesters, alhoewel het volk het grote onrecht zag en Jezus ook! Jezus stelde hun schijnheiligheid aan de kaak.
Jezus predikte en leefde vóór, je vijanden lief te hebben, God lief te hebben en te gehoorzamen als hoogst.
Dat zinde de wettische kerkgeleerden en de Farizeeën niet. Ook de Romeinen die God niet kenden, moesten wennen aan Jezus liefdevolle belangeloze leven. Er was veel strijd. Men zag de wonderen en had moeite te geloven dat God de God van liefde is en niet van de wet. Jezus vertelde immers dat het voortaan de LIEFDE DOEN zou zijn waardoor je in de hemel zou komen (in het geestelijke geheelde leven bij God zou wonen) en NIET MEER DE WET. Jezus hief dus de wet op! Dat kwam de tempelleiders niet goed uit. Zij predikten immers juist de noodzaak van het zich houden aan de wet.
Jezus stond er voor dat ieder mens zich moest aanpassen aan de gewoonten en gebruiken van het volk, land waar je geboren was. Jezus deed dat dus ook.
Al met al was er al vroeg eigenlijk een niet altijd juist gebruik van de naam Juda, Jood uit onbegrip over wie de Jood nu eigenlijk is als je dit wilt bezien in het kader van wie nu letterlijk hoort bij het Uitverkoren volk dat God had aangewezen.

De onvermengde Judeeërs - de thuis geblevene - hebben hun geslachtlijn wel zuiver gehouden. Voor dit Joodse, Hebreeuwse volk was de wet het belangrijkste. Voor de eerste mensheid was de enige leiding ook altijd Gods wét geweest. De mensheid van toen was er nog niet aan toe om uit vrije wil lief te hebben. Aan de andere kant konden deze Joden daarom juist moeilijk Jezus Christus als de Verlosser, als de Messias herkennen, van Wie al in het Oude Testament geschreven stond, dat Hij komen zou. Jezus onderwees immers dat Hij de wét kwam opheffen en onderwees dat het voortaan om onvoorwaardelijk liefhebben zou moeten gaan, wat drastisch in ging tegen wat het volk had geleerd van de tempelgeleerden en verstandelijk denkenden. De tempelleiders, de schriftgeleerden kenden de schrift (het Oude Testament) op de letter maar leefden er niet naar. Ook om de gesteldheid van hun ziel konden ze Jezus ook als de Messias die was gekomen om ook hen te verlossen, niet herkennen. Ze wachten nog steeds op de komst van de Messias. Het Nieuwe Testament waarin Jezus’ leer wordt verteld, geldt voor hen ook niet.

De vermengde teruggekomen Hebreeërs die geen Hebreeërs meer genoemd konden worden na al die vermenging met andere rassen en volkeren, kenden God natuurlijk niet meer goed. Zij hadden ondertussen zo hun eigen idee over wat waar of goed was en achtten deze hoger. Ze kregen de belangrijke posities in de tempel. Zij hádden Jezus kunnen herkennen als Verlosser, als ze goed op de hoogte waren geweest van Gods leer, maar waren dat niet. Zij konden ook minder goed de Heiland in Jezus herkennen vanwege hun vertroebelde gemoed dat vol zat met resten van bijgeloof, verzwakte en verwrongen leer van God. Deze Farizeeën dreigden en belogen en misbruikten het volk. Hun verstandelijk denken, hun lichamelijkheid was te sterk geworden door het leven zonder Gods adviezen tijdens de ballingschappen… De Farizeese Joden haatten Jezus Christus bovendien omdat Hij hun oneerlijkheden en valse leer aan het licht bracht.
De Christenen groeiden tijdens en na Jezus’ leven uit de groep mensen die Jezus Christus wél erkenden als Zoon van God, Heiland, Verlosser, Messias. Ook groeide de groep mensen die zich Messiasbelijdende Joden noemde. Zij erkennen wél Jezus als Gods zoon en het Nieuwe Testament waar de liefde voortaan de weg is tot God, wat voor de orthodoxe Jood niet mogelijk is.

Het zou beter zijn als niemand zichzelf als uitverkoren zou verklaren. Immers, ieder mens is een kind van God. Als deze dat niet wil zijn, of denkt dat hij daar niet bij hoort, veroordeelt hij zichzelf. God doet dat niet! Hoe zou God die onvoorwaardelijk Liefde is, bepaalde mensen kunnen uitsluiten, benadelen? Het is aan de mens zelf of hij zich buitensluit of benadeelt. Nogmaals: het feit dat het volk werd uitverkoren, is hierin gelegen dat dit volk het meest geschikt was om Gods boodschap te begrijpen, te houden en te delen. Niet omdat dit volk ‘braver, beter, geliefder zou zijn! Als we dit nu begrijpen, kunnen we ook begrijpen dat ook alle menselijke gebeurtenissen, fouten en dwalingen beschreven in de bijbel, bij dit volk voorkwamen. Het volk bestond immers uit mensen nét zoals andere mensen op de wereld waren. Allemaal met hun eigen menselijke plus- en minpunten en waren niet beter! God wilde echter een bepaalde lijn van overerving die er was binnen dat volk bewaren, sterk houden, waarom Hij het volk speciale geboden gegeven had. Dat zuiverhouden ging dus door de tijd heen ánders dan God wilde. Hierdoor werden bepaalde menselijke zwakten meer en meer zichtbaar. Het veroorzaakte veel onenigheid, ongezondheid, verdeeldheid en strijd. Als we nu begrijpen dat het volk niet als enig volk een wit voetje bij God had, hoeven we ook de bijbel niet meer te veroordelen als onwaar vanwege de soms goddeloze praktijken die Gods uitverkoren volk erop na hield. Ieder mens heeft immers zo zijn streken. Ieder mens dient keuzes te maken mét of zónder Liefde. Ieder mens maakt fouten en veroorzaakt meer lijden dan God bedoeld heeft en nóg steeds bedoelt.
God heeft gewaarschuwd, dat als je eenmaal weet wat je doel is, hoe iets in elkaar steekt, wie God is en hoe je het beste kunt leven om zo min mogelijk lijden te hoeven ervaren, je nooit meer kunt zeggen dat je het niet wist en je dus niet goed bezig bent als je ánders doet dan Gods leer zegt.
Met uitverkoren zijn, begint dus een bepaalde verantwoordelijkheid te leven naar wat je weet en herkent als van God en dit te delen met je medemens. Doe je dat niet, dan lijdt je, maar een ander ook door jou… Of het nu gaat om een volk of ieder persoonlijk mens.

We gaan weer even terug naar de tijd van Jozef: de nieuwe machthebber was Farao Ramses 1. Hij wilde van het Joodse volk af. Hij was bang voor hun aantal en groeiende macht, al waren ze slaaf. Zij hadden kracht en uithoudingsvermogen vanwege de God die zij dienden. Toch wilde de Farao er niets van weten. Hij besloot dat jongetjes moesten gedood door de dienstdoende vroedvrouwen.
Pua en Sifra (vroedvrouwen) weigerden dit. Zij werden ter verantwoording geroepen. Hun repliek was dat Joodse vrouwen sterker waren en zelf al bevielen voor zij erbij geroepen werden. De Farao kon hen niets maken. Hij was stilletjes toch onder de indruk van de bescherming die God zijn volk – de Hebreeërs – bood.
Mozes was het kindje van de Hebreeuwse Jochebed en Amram. Jochebed legde Mozes in een biezen kistje in de Nijl.
(papyrusriet + pek, teer, asfalt. Dat waren natuurproducten uit de asfaltputten in Israël in buurt van Dode Zee. Het was een export product. Jochebed kon dus bitumen kopen zonder op te vallen).
Prinses Bathja (later koningin Hatshepsut) vond bij het baden het kistje. Zij voedde het kind op (exodus 2: 7).
Ze noemde het kind Mozes: oud Egyptisch was ‘mesu of mses of Moshè’ uitdrukking voor ‘kind'. Ramses betekent dus Ra-mses kind van Ra. Thoetemosis: kind van Thot. Ook kan masha ‘uit water getrokken’ als betekenis hebben.
Mirjam, zusje van Mozes zag alles gebeuren en stelde de prinses voor het kind door iemand te laten voeden, van wie nét een zoontje vermoord was. Mozes werd zodoende door zijn moeder gevoed.
Hij groeide op te midden van zijn eigen volk én aan het hof. Hij werd een veelzijdig, wijs man. Hij kreeg alles mee van zijn eigen democratische cultuur en geloof in God
én van de autoritaire Egyptische monarchie met afgoderij. Hij leefde in armoede en rijkdom en tussen afgoderij (veel godendom) en het geloof in God. Twintig jaar later sloeg Mozes een opzichter dood die iemand van zijn volk zwaar mishandelde.Hij vluchtte helemaal naar Midian aan de oostkust van de Golf van Aqaba, op het Arabisch schiereiland.
Dat was vele honderden kilometers door onherbergzaam gebied. Hij moest wel zo ver weg, omdat de invloed van Ramses ver rijkte. Het is de El Haj Route van huidig Suez dwars door de Sinaïwoestijn (in OT ‘Wildernis van Paran’) naar Ezion-Geber, nu Eilat (Israëls beroemde badplaats). De karavaanroute is er nog steeds. Mozes kwam bij een waterbron waar hij herders trof. Hij trouwde met Zipporah een donkere vrouw een van de 7 dochters van Jethro. Hij werd schapenhoeder bij zijn schoonvader en hoedde de schapen wel 300 km. ver weg.
Hij kreeg er de opdracht van God (als de ‘stem van God in het brandend braambos’) om zijn volk uit de vreselijke slavernij te verlossen. Mozes moest het volk leiden naar het land van Kanaän dat werd bevolkt door allerlei volken die God niet kenden, Heidenen dus. Zij moesten overwonnen worden. Niet omdat zij slecht waren, maar omdat zij God en diens leefregels nog niet kenden en dus nog moesten leren kennen, wilden zij een menselijke bestaan kunnen gaan leiden. Uiteindelijk vertrok Mozes na 10 plagen over de Farao en de Egyptenaren, in de naam van God.
Het eigen, Hebreeuwse volk had geen last van deze 10 plagen. (de plagen: Water van de Nijl rood - vissen dood - geen drinkwater - kikvorsen - veepest - ziekte met zweren - hagelbuien - sprinkhanen - drie dagen duisternis - dood van alle eerstgeborenen (van alleen Egypte)).
Het Hebreeuwse volk moest ongezuurde broden bakken om mee te nemen, een lam slachten en het bloed aan hun deuren smeren. Zo werden ze behoed voor de besmettelijke ziekte die rondging en waar zij tegen konden maar niet de Egyptische jongentjes (het genoom van Hebreeërs is anders dan dat van Egyptenaren).
Zie ook hierbij weer de belangrijkheid van Gods advies zich niet te vermengen met andere rassen! Niets gebeurt voor niets. Veel is echter niet bekend en wordt niet gewild. Nog steeds niet.
Pas bij de laatste plaag - de dood van de zoon van Farao - liet deze het volk gaan.
Wel 600.000 mensen gingen op pad. Het volk trok door de Schelfzee: God ging vooruit in een wolk (aanwezig in goede wil, inzicht) als wegwijzer. De zee viel droog (door een sterke wind die voor ‘eb’ zorgde, zodat de zee tijdelijk droogviel). Toen de Farao het volk toch achterna kwam en door de zee ging, spoelde het water terug vanwege de dan weer afwezige wind. God zorgt er altijd weer voor dat Zijn plan er doorkomt….
Het volk had veel te doorstaan en bleef wel 40 jaar (zijn in materie en gevecht ermee) in de woestijn (leven zonder Gods wil, leegte. Geen liefde, vertrouwen). Het volk vergat steeds weer het doel dat God met hen had en meegedeeld had en wilde zijn eigen zin doen.
Dat was de oorzaak van al hun tegenslag. Door verkeerde keuzes en volgen van je eigen ego en wat je lijf wil, raak je de goede weg kwijt en kom je helaas van de regen in de drup.
Het beste is gewoon luisteren naar de leider Mozes (woordgever uit God) die wijs was. Het volk wilde dat niet…
Ze mopperden en verwensten Mozes en God. Ze wilden geen zware uittocht maar een gemakkelijk en feestvierend binnenkomen in een prachtig land, zonder slavernij.
Dit bevrijd worden uit Egypte (loskomen van je ego, liefdeloosheid) was het Paasfeest dat de Joden nog jaarlijks vieren (Pesach).

SYMBOLIEK in de gebeurtenissen:
Het Paasfeest is de viering van het uitgaan uit Egypte: Geestelijk gezien het loslaten van wat verkeerd, dus tegen Gods Liefde is.
De Farao staat voor de slechte geest (gezindheid, wil) in een mensenziel die hem drijft tot slavernij (van allerlei dingen die hem zwak en ongelukkig maken). De heerser van het heidense volk is het ego, satan.
Egypte is het land waar God niet woont, maar waar afgoden worden geplezierd en aanbeden. Het is de woestijn, de grote leegte waar je verkommert, waar ieder is, als hij de Liefde niet heeft.
Mozes staat voor de stem van God die door het volk, jij, ieder mens gevolgd moet worden, om in het beloofde land te komen. Mozes (God) moet gevolgd, wil er geen anarchie en mislukking komen.
40 jaar in de woestijn verblijven, wonen staat voor de nodige tijd dat iemand slaaf van de materie en zijn ego staat. 40 staat voor het zijn in de materie.
De woestijn is de onvruchtbaarheid door gebrek aan ware Woord van God, afwezigheid van liefde, voorkeur voor materialisme (wat allemaal dood van de ziel, liefde voortbrengt). Daar waar niets groeit, waar geen liefde is en een en al ontberen, afzien, is het zijn in de woestijn. De woestijn is een goddeloos of liefdeloos leven leven.
Het land van Kanaän, het beloofde land staat voor het leven in voorspoed, als je leeft met de adviezen die God, je hart vol liefde je geeft.
In het Beloofde land zijn, is een zijn, verblijven in vrede, rust, overvloed, de hemel. De ziel is hier in staat van rust en kent vrede doordat die ziel doet wat liefde (Gods wil) is. Er is geen twijfel, wroeging, gebrekkige kennis en dus ook geen strijd. De ziel heeft hier liefde geleerd en het ego afgelegd. Ze weet nu dat materie een schijn-, tijdelijke waarde heeft, maar nóóít het doel is.
Het Land van melk en honing: Het woord van God is je voeding. Er zit alles in wat je nodig hebt.

Wie Jezus als Verlosser niet erkennen, kruisigen de onvoorwaardelijke liefde, dus Hem. Ze kruisigen, doden in feite de ‘foute’, maar beseffen niet dat ze de verkeerde te pakken hebben. Ze behoren hun eigen ego te kruisigen, wat ze niet willen en kruisigen – doden – de liefde! Daarom herkennen ze de voorspellingen ook niet. Ze zijn er te trots en dus onwetend voor. Want zonder liefde kun je ook nooit het goede zien… Ze dachten dat het belangrijker was om zich aan de wet te houden van het oude testament zoals Mozes dat ooit had opgeschreven. De 10 geboden waren voor hen pure wetten geworden. Alle liefde was eruit. De Farizeeën waren druk met eigenbelang en keurig braaf doen, maar gaven eigenlijk niets om werkelijk goed doen. Ze misbruikten het volk om er beter door te worden en macht te hebben. Ze hadden macht over het volk met het angst aanjagen en met het om de oren slaan van Mozes wetten. Als je je er niet aan zou houden, zou je niet in de hemel kunnen komen. God zou je straffen. Dit idee dat God je zou straffen, heeft voor veel kwaads in de wereld gezorgd.
Het is nog steeds zo. De wereld maakt je bang en dreigt: als je geen prik neemt, wordt je ziek of ben je asociaal. Als je niet veel studeert, bereik je niet veel. Als je niet…
Kortom; alles is op aarde voorwáárdelijk. Bij God is alles Onvoorwaardelijk, dus echt, altijd. Er is geen begrenzing aan de waarheid en werking van wezenlijke liefde die tegelijkertijd alle wijsheid in zich heeft. Zonder wijsheid zou liefde geen liefde zijn! Daarom kan de mens pas werkelijk wijze beslissingen nemen uit liefde. Daarom is ook Liefde altijd DE weg ter voorkoming van welke ellende, onrecht en onvrijheid ook.

Jezus leerde juist dat het niet om de letterlijke wetten en het voorwaardelijke ging, maar om de onbegrensde LIEFDE.
Jezus leerde dat je problemen kunt overwinnen door zachtheid en vrijheid.
Jezus leerde dat God niet straft, maar dat mensen zichzelf straffen door verkeerde ideeën over God, over wat geluk is en verkeerde keuzen maken uit egoïsme of onwetendheid.
Jezus stelde de valse leer van de Farizeeën aan de kaak en daagde hen uit te laten zien dat ze wonderen konden doen in de naam van God. Dat konden ze natuurlijk niet! Ze werden woest. Jezus liet eigenlijk zien dat hun priesterschap eigenlijk leeg en vals was. Dat zinde hen niet. Daarom wilden ze hem kwijt en kruisigden hem.

Joden vieren niet het Paasfeest dat Christenen vieren, maar dus de uittocht uit Egypte. Het feest van de ongezuurde broden (matzes). Daarmee vieren ze dus eigenlijk toch wat de Bijbel bedoelt: Weggaan uit slavernij van wetteloosheid en dwingende, kleinerende slavernij, door Gods stem te volgen (Mozes vertolkte de wijsheid en liefde).
Je hebt een sterke, wijze leider (Mozes) nodig. Zonder een wijze leider wordt het immers niets en doet ieder waar hij zin in heeft in het vreemde land Egypte waar God niet wordt gekend, gevolgd.

De moraal van het verhaal: volg de stem van de liefde (Mozes, Jezus) in je hart, dat in de woestijn (verdriet, narigheid ) zit en je zult in het beloofde land aankomen waar melk en honing (juiste voeding, liefde) is.

Ontvang de Koning (Jezus, de liefde is de Baas) die in Jeruzalem (jouw hart, de stad, woestijn) binnenkomt om het Paasfeest te vieren.
Ieder mens wil Jezus ontvangen. De meeste mensen denken echter dat Jezus een materiële Koning gaat worden.
Veel mensen denken dat je goed genoeg doet als je goed doet en zorgt voor materiële voorspoed. Ze vergeten echter dat de échte dienende liefde pas Koning kan zijn. De Farizeeën zijn juist bang voor die dienende liefde. Daar verdienen ze niets mee en kost hen teveel inspanning. Ze zoeken reden Jezus te doden. De liefde in hen is al dood. Daarom herkennen ze Jezus’ doel niet. Ze verdraaien Gods woord, zetten het volk onder druk, dreigen met hel en willen beloond worden door boetes door zonde (begin van RK kerk. Macht van Paus, die zich als plaatsvervanger van God op aarde zien, macht van de mammon, de materie, angst, leugen, heerszucht, machtswellust).
Veel mensen staan langs de weg om de liefde toe te juichen, maar stappen niet op weg! Ze blijven waar ze staan en kijken ernaar, maar doen niets met die liefde. Ze willen wel het feest, maar niet de verantwoording zélf met liefde (Jezus) op pad te gaan. Toch zegt Jezus als Hij in Jerusalem komt: ‘Ga met vertrouwen vooruit en volg de regels die horen bij het op reis gaan. Dat zijn de 10 adviezen die God ons gaf om op je vakantiebestemming te komen.
Paasfeest is vieren dat je je ego hebt weggedaan (gekruisigd), zodat je werkelijke IK, je ziel, zoals God, de Liefde dit in je wil, leeft’. Dán heb je rust…

Opstaan kun je pas als je eerder gevallen was. Zo ligt menig mens in zijn graf (onwetendheid, kilheid,
met de stenen muur (verstandelijk redeneren, materie volgend) om het hart waar de liefde is begraven. Opstaan is niet mogelijk als je dood bent doordat de liefde uit je is weg gegaan. Je sliep de dood der doden. Je was onwetend van de kracht van liefde. Kil en verlaten.
Maar… je staat op, pas na de derde dag. Dat is als je én de Liefde én de Wijsheid én Gods wil hebt eigengemaakt.
Dat is de heilige drie eenheid, waarin je héél wordt.
Je hebt dan dus je ego – je eigen beperkte wil en inzicht en kracht – afgelegd.
Je bent dan springlevend. Er straalt dan volop licht in je hart, waar eerder de donkerte van een graf was.
Dat is dus pas als je de onbaatzuchtige liefde oppakt (en dus Jezus volgt).
Je ziel is dan eindelijk wie je bedoeld bent te zijn (vrij van Egypte).
Je bent dan los van slavernij van de materie en je verstand dat het eerder dacht allemaal wel te weten.
Dat is symboliek met en het verheerlijkt worden van Jezus’ zijn lichaam na Zijn dood.
Alle geest van Jezus’ lichaam was getransformeerd in liefde. Zo moeten wij dat ook zien te doen. Dat lukt ons ook, als we willen en de Liefde als leidraad nemen.
Satans ego was daarmee een mega stuk bewustzijn ontnomen door de deemoed, die Satan niet heeft, maar Jezus wel!
Als wij dat doen, wordt onze ziel ook getransformeerd in puur, geestelijk licht.
Ook onze ziel staat dus eens op uit de dood (dood is hang naar en bezit van de materie, het kwaad, satan).
Dat is het ingaan in het beloofde land, de hemel, het rijk waar God, de Liefde koning is.
Onze ziel kan, weet in die geheelde staat alles wat er maar is en waar haar liefde haar naartoe leidt.
Het is dan Gods wil in de ziel die dan leiding geeft.
Er is dan geen sprankje materie, ego meer. Alles is liefde. Daarom leeft de ziel die opgestaan is uit de dood
eeuwig in volstrekte vrijheid, blijheid, alles kunnend, wetend. Zij schept er haar eindeloze wereld uit.

Paasfeest is dus werkelijk een herinnering aan het feit dat je kunt ontsnappen uit het slaaf zijn van wat anderen, de overheid, de wereld, je eigen ego, je lijf, je verstand, je angst je zegt.
Je kunt opstaan uit het slaafse wat je ongezond, ongelukkig en onvrij maakt door de hogere dienstbare liefde te zoeken en te doen. Paasfeest is dus een lichtfeest. Een herinnering aan het feit dat Jezus gekomen was om te laten zien dat je alle dood, alle ellende, alle gebrek kunt overwinnen door je te richten op God in je eigen hart die je alles geeft, laat zien, adviseert wat nodig is om… levendig, levend, bevlogen, krachtig, moedig te worden.

Vandaar de symbolen van de kuikentjes als nieuw leven, die pas kunnen groeien als je ervoor zorgt!
De eieren die bebroed moeten worden door zorgzame warmte, aandacht, liefde, opoffering.
De paashaas als symbool van vruchtbaarheid die in het prille begin van een nieuw jaar zorgt voor veelvuldig nieuw leven. Jonge haasjes die knabbelen van het jonge groene gras. Het groene gras als symbool voor vruchtbaarheid en dienende naastenliefde, kleur groen van het hartchakra dat gevoed moet worden door het doen van die liefde.
Immers, als je iets voor de ander doet, wordt je vanzelf blij! Eieren verstoppen hoort ook bij het leven. Niet alles is er kant en klaar. Je moet offers brengen en zoeken totdat je vindt wat je warmte kunt geven. Pas dan ben je klaar met je leven en door het lijden heen. Dat is over - lijden. Over het lijden heen zijn… Opnieuw beginnen aan ‘de andere kant’ van het ego..
Geel, kleur van je ego- wil, óf van Gods wil. Wat kies jij? Voor deze vraag ben je in dit leven en nergens anders om…
Paars, de kleur van het doden van je eigen beperkte wil die goed lijkt maar meestal narigheid brengt als deze wil anders is dan de liefde in je wil. Paars, de kleur van rouwen om het oude achter je laten, maar waardoor je wel opnieuw beginnen kunt.
Wit, de kleur van heelheid die volgt als je je ego achter je laat, bereid bent te investeren door soms moeilijkheden te aanvaarden en te doorwerken, zoals Jezus dit ook deed. Hij had de moed omdat Hij wist dat daarmee een mega deel van satan zou worden krachteloos gemaakt, waardoor hij nooit meer de gehele mensheid voor zich zou kunnen winnen. Jezus vormde de materie van zijn lichaam geheel om, zodat dat nooit meer een deel van satan zou zijn.
Dat is wat Jezus deed. Hij maakte de weg voor de toekomstige mensen – dus ook voor ons – vrij, door niet Zijn eigen wil te doen, maar die van de hoogste Liefde – de Vader – in hem..
We weten nu – door Jezus’ voorbeeldstelling dat ná het aardse leven, het leven doorgaat en het God is bij wie we moeten zijn omdat Hij alle dingen nieuw maakt
Heelheid volgt dan op verdeeld, beperkt zijn en lijden.
Dát is de opstanding door middel van het kruis. Een op je genomen hebben van het kruis dat je sterk maakt, het oude onechte in je doden, je hang naar materialisme en er slaaf van zijn achter je laten waardoor het echte er uitkomt en je lééft en dus bent zoals God je ooit bedoeld had. Dat is de ultieme vrijheid ongebonden aan welke materie, verdriet, kwaad of pijn ook.
Pasen nog belangrijker dan Kerstfeest. Immers, de Liefde mag dan wel geboren zijn, maar als je er niets mee doet – zonder liefde kom je niet ver – dan zweer je ook je ego niet af. Dan kom je dus ook nooit thuis en blijf je in verdeeldheid en ellende zitten! Pasen is het feest van bevrijding uit de woestijn waar het sappelen was en thuiskomen in het beloofde land, waar overvloed en vrijheid voor ieder is omdat je dan niet meer je eigen wil en belang, steun van het verstand en de materie zoekt, maar.. de dienende naastenliefde door er voor elkaar te zijn. Dat is God toelaten en gebruiken ieder, zoals dit voor hem past volgens de in hem gelegde talenten en wil die dán pas goed gericht is als iemand het hoogste goed zoekt, dus God probeert te realiseren. Meer hoeft niet.. De Liefde is de oorsprong, het wezen, het doel en het eeuwig leven en brengt ieder thuis die dat wil. Niet dus je eigen beperkte wil doen, maar doen wat de LIEFDE in je wil!

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Toren van Babel, bolwerk tot in de hemel, kans of lot?

(Dit verhaal staat te lezen in de Bijbel in Genesis 11 voor wie dit eens wil nazien).
Het verhaal gaat over de nazaten van Noach die in Babylonië komen te wonen. Ze vinden de bakstenen uit en maken stenen huizen. Ze besluiten op een keer een toren te maken die hun aanzien vanuit de hele wereld moest geven. Ze wilden met de hoge toren laten zien dat zij de besten waren. Ze moeten halverwege de bouw stoppen. God zorgt voor een ‘Babylonische spraakverwarring’. Tot dan sprak ieder één en dezelfde taal, maar niet die van God, Die ze nog niet kenden. Vanaf dat moment werd communicatie lastig. Men zocht de gelijksprekenden op. Deze groepen van mensen die elkaar verstonden, verspreidden zich over de gehele aarde, zoals God had bedoeld, maar wat er tot nu toch niet echt van gekomen was. Uit de geschiedenis weten we dat inderdaad in die tijd mensen zich verspreidden overal naar toe. In de Bijbel is te lezen wie waar zijn neergestreken door de tijd heen. De natuurlijke betekenis van de Toren van Babel is in het kort hierboven beschreven. De geestelijke betekenis is het hiernavolgende:

Babel staat voor ‘het rijk, de stad van de hoogmoed’ van de mens die denkt niets anders nodig te hebben dan materie, technisch vernuft en verstand dat dat alles kan bedenken en ontwikkelen. Deze mens kent de Liefde niet. Hij werkt slaafs voor en door de materie en kent alleen zijn eigen kracht of hoogstens die van zelfbedachte goden die hem zouden moeten helpen bij het realiseren van zijn vaak egoïstische plannen. De materie en deze aanbidden wat hetzelfde is als deze belangrijker vinden dan gééstelijke waarden die uit liefde en wijsheid volgen, zijn ook metaforen voor Babel. (ondertussen is het hoogste gebouw in de wereld het Burj Khalifa in Dubai met zijn 828 m. hoogte).
De Twin Towers stonden symbool voor het hoogtepunt van dat materialistische bolwerk dat aanzien moet geven. Letterlijk en figuurlijk staat dat ‘instituut’ (gebouw) voor het leidend zijn van het grote geld, de techniek, maar ook de zelfgenoegzaamheid de wereld te laten zien wie de macht heeft. Dat bolwerk is vernietigd (9/11). Niet zomaar ‘toen’. Niet toevallig, maar als teken dat je op je hoogtepunt van je kunnen, weten, bedenken en willen (materialisme) moet inzien dat dingen anders gaan dan je met je ego dacht te kunnen bereiken of dacht te kunnen bewijzen.
De schuld ging liggen bij de terroristen, de islam. Of dat wel of niet zo was of dat er achter de schermen een ander was die de oorzaak was van de ramp, is allemaal maar de vraag. Wie zal precies weten hoe iets zit? Veel fake nieuws, beelden en berichten. Wie, wat kunnen we nog vertrouwen? Ook toen waren er al slimme strategieën die het volk niet kent, maar waardoor leugen wáár, en waarheid leugen was. Laten we hoe of wat maar in het midden houden. Waar het om gaat is dat je ziet, dat als de mens denkt dat hem niets gebeuren kan, er iets gebeuren zal dat hem klein maakt. Dat klein maken kan een ziekte, geldgebrek, honger, een ramp, verlies van werk, beschuldiging, aangedaan onrecht zijn en nog zo veel meer, wat hem in verwarring brengt.
De mens dacht het leven in de hand te hebben, maar dreigt dit te verliezen.

Ook Covid is zo’n mogelijkheid tot inkeer. Klein worden. De mens bouwde zijn eigen toren tot in de hemel. Symbool voor: ’het kan niet op. Mijn geluk ligt in het alles maar kunnen doen, manipuleren, ontwikkelen en hebben wat ik wil en voorkomen wat mij niet uitkomt’. Maar… er wordt een stokje voor gestoken. Het plan van zelfgenoegzaamheid gaat niet door. Al ensceneren mensen van alles en denken zij dat zij het zo gaan krijgen zoals ze willen, zijn er evenwel ándere machten aan het werk. Deze machten gebruiken dat wat de mens in zijn kortzichtigheid wilde en zich had bedacht. Of mensen nu een virus ergens maakten, manipuleerden of niet, of dat dit virus ‘zomaar’ ergens in de natuur ontstond, het zijn hoe dan ook uitingen van liefdeloosheid van de mens zelf:
- waardoor de voedingsbodem ontstond om plannen die mensen hadden konden worden verwezenlijkt door de slaafse volgzaamheid om dat wat de massa zegt, te geloven;
- er een gunstig klimaat ontstond voor virussen om erin te gedijen;
- en deze de verzwakte met vuil belaste menselijk lichaam - en ziel - konden aanvallen.

Waar de mensheid denkt alle problemen te kunnen oplossen, komt de mens er nu – ieder voor zich – achter dat hij niet meer begrepen wordt, niet meer gehoord (verstaan) wordt, niet meer kan zijn wie hij is.
Ieder heeft andere belangen en andere doelen. Dat strookt niet altijd met elkaar. Er groeit dan verwijdering tussen mensen en groepen. Gevolg is dat er verwarring, verstrooiing, tweedeling komen waar een volk niet meer in eenheid leeft.
Spraakverwarring zorgt ervoor dat je elkaars taal niet meer spreekt. Je groeit uit elkaar en volgt je eigen weg.. . Je kunt, wilt jezelf niet meer verbinden met de ander omdat je jezelf beter waant dan die ander en die ander daarom maar misbruikt, of geluk, welvaart misgunt door alles naar jezelf toe te trekken om het beter te kunnen hebben, meer macht te krijgen. Ook angst voor het verliezen van welvaart, belangen, gezondheid zorgt ervoor dat je slaafs navolgt wat men zegt en beweert. Het eigen unieke denken en handelen houdt op, worden verstikt en laten zich ook verstikken in regels omdat je niet meer vertrouwt op je eigen liefdevolle ingevingen die je zouden beschermen waar dit nodig is.

God wil het unieke, dus zal Hij deze verwarring gebruiken. Hij wilde die verwarring niet. Nee, mensen zélf begonnen ‘een andere toon te zingen’, andere taal dan die van de liefde te praten’. God wilde geen kudde waarvan de schapen geen identiteit meer hebben en klakkeloos de hoogste bieder achterna lopen, zoals dat steeds vaker gebeurt. De hoogste bieder is het goud, het geluk dat materie, techniek en verstand lijken te beloven, maar ook de macht die mensen willen.
Die ene taal die wordt gesproken is die van de hoogmoed. Eenheid is daarbij niet mogelijk, omdat immers ieder beter wil zijn dan de ander. Dat is Babel, of ‘het zijn in Babylonië’, waar niet de taal van de Liefde – de taal van God in het hart – wordt gesproken, maar de taal van het ego, het kwaad, de liefdeloosheid. Deze taal brengt versplintering, waarbij samenwerken niet meer mogelijk is.
Geen gewoon uniek mens is gebaat met bolwerken van materialisme. Hij krijgt er niet meer werk, eten, leefruimte of gezondheid door. Sterker nog, het geld, de macht, geluk blijft hangen bij een bepaalde groep. De groep die men opwaardeert, eer geeft of die het hardst om aandacht en onderwerping van anderen schreeuwt maar in wezen over de rug van al die slaven wil groeien. Er volgt door die ene taal van liefdeloosheid, nog meer liefdeloosheid en dus… onderdrukking!
Daarom zorgde God ervoor dat mensen een andere taal gingen spreken dan die van de toen heersende onwetendheid en hoogmoed. Hij liet als reactie op de sterk geworden neiging tot hetzelfde - hetzelfde bedenken, willen, nastreven en doen = dezelfde taal spreken - waarbij ieder aan eenzelfde doel namelijk beter en meer zijn dan de ander moest meewerken, de impuls tot uniek zijn, groeien. Immers alleen hierdoor zou weer vanuit unieke belangen samenwerking mogelijk zijn.
Juist door elkaars unieke eigenschappen en wil te benutten, is er samenwerking ten goede omdat immers ieder er mee gediend is omdat ieder gezien en gewaardeerd wordt om wat hij is en doet. Dát is het doel van God. Hij wil dat we de ene taal van liefde spreken door het unieke – ieders eigen taal – te doen. Dat is juist wat God in de mens is. God heeft dat unieke als iets goddelijks in de mens gelegd. De liefde die God is, wil dat ieder mens deze kans, dit voorrecht dat het leven is, inziet en benut tot wederzijds nut. Het uniek zijn geeft onnoemelijke kracht als dit unieke gedragen wordt door de liefde. Dat is Gód: alles uniek, speciaal door de liefde voor dat unieke, zodat een prachtige samenleving – ook een bouwwerk – tot stand wordt gebracht.

Dat zijn de vele wegen die naar Rome leiden. Het reizen door al die verschillende landen met ieders eigen taal maakt het mooie in het leven en doet allerlei van elkaar leren, verkennen, leren, delen, eigen maken, zodat het goede versterkt of bevestigd wordt.
Het is juist het diverse, unieke waardoor ieder het zijne kan bijdragen en je eigen doel met behulp van de ander verwezenlijkt wordt. Als je een huis bouwt, bouwt de ene de fundering, de ander metselt de muur, de ander het dak, de ander zorgt voor de inrichting. Je benut elkaars expertise, talent en voorkeur. Wat de een niet weet of kan, weet of kan de ander. Door samen te werken kom je verder en kun je een bolwerk maken. Wie daar niet bij past zul je niet laten meebouwen aan je huis omdat dat immers dan niet wordt wat je voor ogen hebt. De ander dient dan zijn ruimte te zoeken en mensen te verzamelen met wie hij zijn huis wil bouwen. Hoe dan ook, samen maak je dat huis tot wat het is. De bewoner – de geest erin – geeft het huis de goede, minder goede of soms slechte uitstraling al naar gelang zijn liefde is en hij een en ander dus vorm geeft. Een mens herkent de aard aan hoe dat huis is, als hij enigszins gevoelig is voor wat waar en echt is. Het bouwwerk vervalt als de geest eruit wegtrekt en het niet meer onderhouden wordt, waardoor het uiterlijke langzaam vervalt, alleen het meest harde overeind blijft.

Je bouwwerk kan tot in de hemel rijken, maar is niets waard en alleen maar klatergoud en dus misleidend als anderen er niets aan hebben of erdoor verzwakken of verdwalen. Als mensen worden uitgebuit en zelf de mogelijkheid om een huis te bouwen wordt ontnomen, is zo’n bouwwerk goddeloos. De mens moet weer gaan inzien dat hij zijn uniek zijn aan het vergooien is en opoffert aan een bouwwerk dat mogelijk werd gemaakt voor een bepaalde groep.. Je bent slaaf zolang je dit goedvindt…
Gods liefde was (is) er om de mens te behoeden voor slaafse uniforme eenheid waarbij gebouwd werd (wordt) aan een afgodentempel, een toren die zogenaamd tot in de hemel moest reiken maar in wezen een vals symbool was voor schijnbare verbinding met God, liefde voor de medemens. Denk aan de huidige plannen voor de Great Reset waarbij de mens slaaf zal zijn van een digitaal controle systeem waarbij zijn uniek zijn totaal onmogelijk geworden zal zijn tot eer van een groep mensen die de taal spreekt van ‘ieder voor zich, maar alles voor mij’ en zegt God te dienen…, maar dienaar is van het kwaad.
De aarde is bedoeld voor iedereen. Niet voor een bepaalde groep die wil heersen over de hoofden van anderen. De gehele aarde moest bevolkt worden zodat ieder zijn eigenheid juist zou bewaren en zou benutten, zijn eigen lied zou zingen, zijn eigen identiteit kon behouden, zijn eigen taal zou spreken. Dat kan niet als er maar één lied de hoogste toon viert die ingaat tegen de kracht en de schoonheid en rijkdom van het uniek zijn en het onmogelijk maakt om iemand zijn eigen unieke toon te zingen!
Daarom was en is het liefde als God zorgt voor verspreiding. Dat is een streep door de rekening van de hoogmoedigen, die denken met grootse materiële plannen en spullen de ‘eenheid’ te bewerkstellingen. Ze zullen bakzeil moeten halen en moeten zien dat hun doel niet bereikt kan worden als ze niet een INNERLIJKE ENE TAAL - en wel die van God die hen wezenlijk verbindt - willen spreken.

Juist door die verspreiding kunnen mensen aan het essentiële van hun aard en wezen werken. Ze zijn dan op zichzelf aangewezen en zullen het moeten hebben van hun eigen innerlijke kracht. Zolang er één materiële leider (heersende geest, moraal) is en mensen onder dwang moeten doen wat die liefdeloze leider wil, dus de taal van die leider spreekt, kun je die toren ook niet bouwen. Vroeg of laat komen de bouwers, de slaven in verzet en blijft de toren onaf. De leider en zijn gelijkdenkende onderdanen zijn nog steeds van mening dat dat wél mogelijk is, maar de diepe waarheid van alle mensen tezamen maakt dat er een uiteenvallen gaat volgen waar dat die nep-eenheid, die schijnbare eenheid van ‘wij voor ons allen’ wordt nagestreefd, maar waar het wezenlijke eenheidsbeginsel ontbreekt. Een toren gebouwd op deze liefdeloosheid heeft een zwakke basis. En ieder weet dat je geen toren op los zand kan bouwen.

God werkt met zijn gelijkgestemden - geesten, overledenen die rijp zijn (engelen), maar ook gewoon de goedwillende mensen op aarde die inzien dat liefde en samenwerken daarvanuit echt eenheid brengt - aan een écht bolwerk van vrede. Dat gaat tussen de bouw van de toren van Babel waar veel mensen aan bouwen kost wat kost, dóór. Voor ieder is het zijne.
Ieder mens zal plaats moeten bepalen omdat immers het diepste innerlijk geweten dat een keer van hem vraagt. Dat zaait een Babylonische spraakverwarring. Immers, de ene zal dit kiezen, de ander dat. Gezinnen, groepen, relaties zullen onder druk komen te staan omdat ieder voor zich een (andere) keuze zal moeten maken.. Ieder zal weer iets anders willen vanuit andere doelstelling, kennis, overtuiging en belangen. Ieder zingt weer een andere lied en spreekt weer een andere taal. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Gods geest is immers in ieder mens, dus de neiging het unieke te willen, blijft. Dat unieke komt juist sterker aan de oppervlakte waar mensen onderdrukt worden en lang genoeg slaaf zijn en inzien dat het unieke een levensvoorwaarde is. Alleen… zal er iets moeten gebeuren dat mensen wakker maakt en moed geeft om te vechten voor dat unieke.
Menigeen vraagt zich in deze tijd af wat hij zal moeten kiezen. Wat is zijn wezenlijke doel of houvast. Leeft hij voor zijn ego, voor de schijnwaarheid, leeft hij in angst, wil hij materie en macht niet loslaten, of durft hij zich hogere doelen te stellen en zich meer bezig te gaan houden met wat werkelijk rust en vrede brengt? Mensen kiezen snel uit angst. Ze willen horen bij de meest grote schreeuwers, de veroordelaars, de oneerlijken, omdat dit hen voordelen lijkt te brengen. Zij lijken immers te winnen. Ze lijken gelijk te hebben, maar de tijd zal leren dat dat niet zo is. Ze treden de zachtmoedigen, de trouwhartigen, de nog steeds in liefde en waarheid gelovende mens, met voeten. Ze vervolgen, schelden uit, discrimineren, benadelen de zachtaardigen die het unieke willen behouden en zich afscheiden van - of afgescheiden worden van - de massa die niet wakker wil worden, eigenbelangen zoekt en uit angst voor benadeling eieren voor haar geld kiest.

Maar God – de liefde, de oprechtheid in ieder welwillende mens – zorgt ervoor dat die scheiding vanzelf volgt. Ieder mens zal vechten voor zijn uniek zijn. Dat geeft echter wel onzekerheid, verwarring. Je weet niet meer welke taal je moet spreken als je zwak en bang bentJe verstaat elkaars taal dan ook niet meer en… wegen scheiden zich. Mensen zullen ook ieder hun eigen weg gaan. Het is maar wat je kiest en… van waaruit je dit doet!
Maar het mooie is dat je door je keus steeds meer op jezelf aangewezen bent, je meer in contact komt met het wezenlijke van jezelf. De verwarring maakt je meer en meer echt. Als het zogenaamde mooie, plezierige, leuke, veilige, je luxe, comfort wegvalt, zul je je doelen moeten herzien. Je zult jezelf dan moeten afvragen wat jou werkelijk waard is en welke offers je daarvoor wilt brengen. Je gáát dan ook je weg en komt mensen die bij jou passen, dus jouw taal spreken, tegen. Je verstaat elkaar. Je herkent elkaar. Je vormt met hen nieuwe samenlevingen. Zo kunnen mensen van allerlei soorten en maten met elkaar werken aan de ene wezenlijke taal die iedereen verbindt en erdoor in leven blijven.

Wanneer techniek, materie, groot geschreeuw en dwang leken te winnen, blijft er van dat bolwerk van schijnkracht niets over, als mensen blijven vertrouwen op het goede in de mens dat altijd vrij blijft, ook al zit je op een eiland. Het zal vreselijk zijn te moeten ontdekken dat iemands toren van Babel niet áfgebouwd kan worden vanwege juist de steeds sterker wordende kracht van liefde die mensen uiteindelijk of ze kwaad of goed willen altijd nog eens verbindt! Dat is God in de mens die hem altijd weer door de grootste ellende heen helpt en uitzicht geeft op een betere wereld. Deze betere wereld komt zodra mensen klein geworden zijn door alle nood en inzien dat hun strategie van groter, beter, meer, macht, dwang wel leek te winnen, maar uiteindelijk bakzeil moet halen.

God gaf aan de mens de mogelijkheid om stenen te maken. De mens was vrij om er het goede mee te doen. Zo is dat met alles wat de mens uitvindt. Hij vindt het niet uit, maar hij herkent ergens iets in zijn gemoed en gaat dat realiseren. Anders gezegd: God geeft een plan. De mens geeft er overeenkomstig zijn (graad van) liefde is aandacht aan en wil dat plan gebruiken. Maar wat God niet kan doen is bepalen of de mens dat plan in liefde of liefdeloosheid uitvoert. Het is de mate van liefde en wijsheid in de mens zelf die bepaalt of hij van zijn nieuwe vondst ook iets goed maakt!
De mensheid heeft van ontelbare prachtige eureka’s mooie dingen gemaakt, maar ze nogal eens verkeerd en grenzeloos toegepast, waardoor er onnoemelijk lijden is ontstaan. Het paradijs - waar Gods taal wordt gesproken - is ver te zoeken, al leeft het nog steeds diep verscholen in ieder mensenhart. Ieder mens kan en wil daar wel wonen diep in zijn hart, maar menigeen heeft er geen geloof meer in…
Menig mens denkt dat hij verdreven is uit het Paradijs voor altijd. Nee, dat is niet zo. Maar soms moet een mens verdeeldheid, verwarring meemaken en een ándere taal gaan spreken – de taal van het hart - juist om zijn kracht weer te vinden en zijn eigen unieke weg (weer of alsnog) te gaan. Zodoende komt hij weer in zijn eigen land terecht – komt hij op de ‘plek’ waar die ene taal gesproken wordt die hij kan verstaan als hij dat wil. Hij zal dus ook moeten geloven in de kracht en werkzaamheid van die taal. Zo ja, dan wordt hij gelukkig en gaat zijn plan bijna vanzelf. Immers, hij heeft er liefde voor en krijgt in zijn innerlijk alle kennis aangeboden die hem leidt naar de juiste info, juiste spullen, juiste mensen, juiste omstandigheden op zijn pad.
De innerlijke toren van Babel is geen toren van Babel meer, maar dan een bolwerk van liefde dat een echt solide basis heeft, waarop inderdaad een ‘ontwikkeling tot in de hemel’ mogelijk wordt. De toren is dus wel mogelijk, maar dan vanuit eensgezindheid, wat evenwel op aarde nooit perfect te realiseren is. Geestelijk gezien wél, omdat in de geest geen enkele grens is voor wie werkelijk, dus grenzeloos liefheeft.

Je kunt met je ego, je hoogmoed of met de grootste zak geld denken de toren tot in de hemel te kunnen bouwen, maar deze zal niet afkomen, als je onderweg in verwarring wordt gebracht door je eigen mislukkingen, moeite, pijn, en ook al die verleidingen die je afhouden van je doel. Je moet iets dan wel echt graag – dus met heel je hart – willen, want anders zijn er veel leeuwen en beren, waardoor je toren niet afkomt. Voor jouzelf is het dus ook weer de vraag welke taal je wilt spreken en of je die wilt léren.
Anders gezegd: je kunt jezelf de hemel in prijzen door je slimme verstand, ontwikkelingen die je uit eigenbelangen maar zogenaamde algemene belangen wil zien te bereiken, maar zo werkt het niet. Liefde is liefde en geen nep-liefde. Hemel is leuk als het hemel is, maar is hel als je liefde en dus je intentie niet liefdevol is! De toren van Babel kan nooit wat worden en bereikt nooit de hemel, omdat hemel bereiken of ontwikkelen tot in de hemel alleen mogelijk is op INNERLIJKE gronden, dus uit waarheid en echtheid en… dus belangeloosheid en wederkerigheid!
Daarom houdt ook het bolwerk wat de mensheid nu opgebouwd heeft aan ego en hoogmoed op te bestaan. Alles, de hele materie zal vervormd worden. Er zal zich een wereld op die puinhopen en op het moeten erkennen van je kleinheid ten opzichte van wat God te bieden heeft, groeien. Maar eerst zal men dit moeten inzien. Eerst zal ieder mens moeten bedenken welke taal hij spréékt en welke taal hij eigenlijk wil spreken. Hij zal niet meer Oost-Indisch doof moeten zijn voor zijn hart waar Gods liefdesadviezen te beluisteren zijn en zeggen: ‘ik wist het niet. Mij is niets verteld. Ik had geen keuze’. Ieder mens - dus ook jij - zal verantwoording moeten nemen voor wie je wezenlijk wil zijn. Verwarring stopt als je jezelf op orde hebt. Je bent dan verlost van slavernij en uit gevangenschap van het rijk van Babel, waarin alleen het onechte, uiterlijke, tijdelijke waar en dus waardevol leek, maar het niet is!

Zoals verwarring groot is wanneer er een verkeerd streven blijkt en het lastig of te laat vluchten blijkt, zal ook innerlijke verwarring voorafgaan aan het groeien van het nieuwe rijk van vrede en eerlijke vrijheid voor ieder die dat wil. Niemand zal moeten proberen om uit te vinden om wie het wel of niet gaat. Ieder weet het voor zich! Als blijkt dat mensen de ontstane problemen niet meer in de hand hebben, zal er verwarring zijn voor wie dat dan inziet, maar inziet er zelf aan meegedaan te hebben. Zoveel mensen hebben in liefdeloosheid geleefd, terwijl ze het nooit beseften. De verkilling van liefde is over de gehele aarde in zwakke harten geïnfiltreerd omdat daar een zwak geloof, een zwak streven was al werd er toch nog op een voorzichtige, overwinning van de waarheid gehoopt. Ze werd echter nog niet nágestreefd met heel het hart omdat er zoveel offers mee gemoeid gingen. Het gemak diende de mens, het goede daargelaten. Het is tijd voor eerlijke verdeling van innerlijke wijsheid, van wezenlijke kansen, van talenten, van goederen. De hele wereld moet bevolkt. Het unieke menselijke hart moet nu eindelijk bewerkt, gecultiveerd, beplant. Het is vruchtbaar. Nog steeds… al is er veel tijd verloren. Dat braak liggen bracht weinig goeds op, maar was een nodige voorbereiding om er dan nu eindelijk iets goeds in te laten groeien. De tijd is rijp. Anders gezegd: alle gebieden van je hart (de aarde) moeten nu worden verkend en ingenomen. Al die gebieden kunnen samenwerken door één taal te spreken. Zolang de mens verdeeld is in zichzelf bouwt hij aan een toren van Babel die nooit afkomt, instorten zal en getuigen zal van liefdeloosheid die niets tot stand brengt dan verval en onvrijheid.
Babyloniërs waren goddeloos. Ze waren inwoners van een land zonder leidende liefde, dus zonder God en Zijn adviezen. Ze waren dus aan zichzelf overgeleverd. Vandaar dat afgoderij ontstond en alles prachtig en mooi werd gevonden als dat ‘de goden maar gunstig zou stemmen’.

Dat ‘de goden gunstig stemmen’ niets anders was dan toegeven aan je eigen liefdeloosheid dat je afhield van goed doen, had men niet door. Men bedacht de grootste offers – zelfs mensenoffers - om de goden maar te pleasen. Zo doen we nu ook. We rekken grenzen maar op en zijn er trots op zo vrijdenkend te zijn dat we geen respect meer voor het leven, het unieke, de vrijheid denken te hoeven hebben. Ook dat is de toren van Babel.

Maar zoals hoogmoed vóór de val komt, komt ook de toren gebouwd uit liefdeloosheid nooit af… ! God werkt nog steeds door ieder mens die volhoudt, in stilte gelooft, hoopt en vertrouwt op de alles vermogende kracht van de ene taal die in ieder mensenhart het vermogen heeft gelegd om überhaupt te horen en te spreken: de zuivere liefde die als enige het leven geeft voor altijd aan hen die dit willen en gelovenof gáán willen of gáán geloven. Vanuit deze taal bouw je een sterke toren tot in de hemel op aarde.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Go with the flow… Welke OVERHEID kiezen we?

Het volk krijgt de leider die het verdient.

De bijbel spreekt ervan dat het volk de leider krijgt die het verdient. Oei! Verdienen? Zijn we dan zo slecht bezig dat er aan onze vrijheid wordt getornd door de regering die we ooit hebben gekozen? Verdienen is recht hebben op iets, door iets wat je deed. Verdienen is verdienste. Een gunst. In kwade zin is het straf. Zo wordt verdienen dus onredelijk, gemeen of een wel verdiende verdienste?
Als we een goed hart hebben en werkelijk het goede voor ogen hebben, gáán we voor dat goede wat we willen. Als we eerder denken aan onze eigenbelangen, frustraties en meningen en meer enthousiast worden voor wat ons zelf dient, dan zal de ver - dien - ste zijn dat gaat komen wat onze gedachte is. Eigenlijk laat het gevolg dus zien wat we hebben gedacht en hebben gewild. We verdienen het dus dat we krijgen wat we wilden..
In die zin laat de regering die verdeeld is, ons iets anders voor ogen houdt en een dubbele agenda lijkt te hebben, ons zien dat wij zelf verdeeld zijn, zelf iets anders voor ogen houden dan we zeggen, en goed voor ons is. We hebben dus zelf ook een dubbele agenda.
Die dubbele agenda ontstaat door van twee walletjes te willen eten:
- We zeggen zelf vrij te willen zijn, maar laten ons betuttelen. Of het gaat om werk, geld, status, studie, inperking van vrijheid, angstig maken of dingen doen of hebben waardoor je hoort tot een bepaalde groep die in de markt ligt of aanzien, status heeft. We maken veel meer uren, werken meer dagen dan we willen. We gaan akkoord met steeds hogere werkdruk, regelgeving enzovoort en zijn hierdoor onvrij geworden. We putten onszelf uit en jagen verkeerde doelen na die ons leegmaken, stress geven en ongelukkig doen zijn. We vinden dat het hoort bij deze tijd…
- We zijn niet bereid concessies te doen. We luisteren niet voldoende naar de ander, maar vormen liever 2 kampen dan water bij de wijn te doen en dingen te laten voor wat ze zijn.
- We willen in alles verzorging, mopperen over duurdere premies maar zijn niet bereid zelf iets meer te betalen - of te doen (of te laten) - voor een eigen gezonde verantwoorde leefstijl hoe je die ook ziet.
- We willen dat er overal meteen hulp komt opdraven, maar kijken zelf niet goed genoeg naar wat we zelf (eerst) kunnen doen.
- We zeggen dat we er direct voor de ander zijn, maar roepen wel dat we nergens tijd voor hebben. Dat hebben we ook niet, want we gaan ten onder aan werk, allerlei plichten, maar ook aan leuke dingen doen. Genieten is de leus.
- We zeggen vertrouwen te hebben in ons lichaam en de natuur, maar maken dat lichaam ziek door vreselijk veel verkeerde voedingsstoffen, tegennatuurlijke gedragingen en dwingen ons in allerlei keurslijven door angst dat we het niet redden en betalen aan van alles en nog wat, om maar niet te hoeven lijden, waardoor we juist lijden.
- We zeggen dat we moeten leven en moeten laten leven, maar doen dat dus niet, want we staan er meteen met onze grote mond bovenop en geven de ander amper ruimte, zeker als deze niet zo’n grote mond heeft. We laten de anders denkende gewoon weg uit de tv uitzending, tenzij hij kijkcijfers zal opleveren…
- We willen van alles genieten, maar bewaren niet het nodige geld voor de noodzakelijke normale kostenposten.
- We zeggen tevreden te zijn, maar weten van gekkigheid, eenzaamheid, en een niet gezien worden niet meer hoe we ons bezig moeten houden. We zijn te moe om iets zinnigs aan te pakken en verzanden dan maar in oeverloos zappen, googelen, facebook. Dikwijls worden we er juist nog onrustiger, machteloos of ontevreden door.
Wie goed doet, goed ontmoet. Maar hoe zit het dan met ons als volk, als natie, als gemeenschap? Zijn we nog wel wie we bedoeld te zijn? Waar is de liefde voor de eenvoud, dankbaarheid voor het werk, voor ons eten, belangstelling voor de ander gebleven? Is het toch niet meer een ieder voor zich geworden? Verwachten we niet vanzelfsprekend dat alles voor ons klaarstaat iedereen het voor ons oplost en willen we tegelijkertijd niet alles zelf oplossen en regelen? Zijn we zelf geen dictators geworden, maar zijn we ondertussen ook niet slaven van het systeem dat ons in de macht heeft? Wat is onze dubbele agenda?
We maken ons druk om meer of minder feestdagen, pretjes, hij of zij, een neergeschoten wolf, Zwarte Piet, maar kunnen ons beter druk maken over onze toekomst waarin wel eens geen enkele vrijheid meer zou kunnen bestaan voor het gewoon vrije leven. Welke spijt zouden we hebben als we dan zouden zien dat we onze vrijheid verloren hebben omdat we ons eerder druk gemaakt hebben over zaken die in geen proportie stonden tot de vrijheden die we verloren! Zijn we soms halfhartig? Ja het woord zegt het al: we leven met een half hart, dus… met liefde tekort.
We zijn de liefde kwijt in wat we doen. Er zijn teveel verplichtingen en verleidingen. Verleidingen zijn dingen die leuk en nuttig lijken maar het niet zijn. Ze zijn eigenlijk niet nuttig alhoewel ze wel leuk zijn. We doen toch vaak liever deze dingen dan dat we investeren in wezenlijke zaken zoals er voor elkaar - of eerst maar eens voor jezelf - zijn, zoals je echt bedoeld bent te zijn. Ook eigenbelangen dienen nooit vrede en vrijheid als andere mensen, groepen die niet eens zijn met waar voor gestreden wordt, worden gedupeerd of beschuldigd als veroorzaker van iets. Náást elkaar leven in respect getuigt van liefde. Nee, deze liefde is geen zoetsappige, plakkerige kleffe liefde die geen liefde is. Werken voor je eigen gelijk is nooit liefdevol. Werken aan een nep ik die zich voedt met surrogaatzaken die dus schijnbaar geluk en vrijheid brengen is ook nét zo liefdeloos.

Go with the flow
Waarom dan nu een regering die niet staat voor wat ze het volk doet geloven, maar bezig is tweedracht en chaos te zaaien? Zou de regering ons de spiegel voorhouden van hoe het er in een gemiddeld huishouden of in je eigen leven aan toegaat: verdeeldheid, angst, onzekerheid, maar ook machteloosheid, eigenbelangen dienen, niet doen wat je wilt, maar doen wat er zich aandient gewoon omdat je dit gewend bent of gemakzuchtig bent? Men zegt zo makkelijk ‘go with the flow’. Maar is het de bedoeling dat je klakkeloos meegaat met wat ‘men roept’, de overheid ‘ziet als het beste voor volksgezondheid’ terwijl alle maatregelen om ‘volksgezondheid te bewaken‘ veel meer ellende en verdeeldheid brengen dan wat de ‘epidemie’ veroorzaakt, terwijl je – als je alert bent en onpartijdig – je ook kunt weten (of misschien al wel weet) dat er zeer veel andere meningen zijn die aantonen dat er geheel iets anders nodig is om volksgezondheid te bewaren? Met welke stroom ga je eigenlijk mee? En.. waarom kies je een bepaalde weg? Is dat weloverwogen bewust of praat je de media na, kies je uit angst, boosheid, eigenbelangen of frustratie?
Als je het meegaan met de stroom als positief ziet, is het prachtig! Maar besef je dat als je meegaat met de rivier die een modderstroom blijkt te zijn, is het eind een eindeloze put met prut, wat je toch vast niet als doel zult hebben. In een dergelijke stroom verdrink je. Je kunt immers niet zwemmen en niet staan in modder. Het is een bodemloze put van ondoorzichtige ellende waarin je wis en waarachtig stikt.
Meegaan met een stroom helder water zal je brengen naar een plek van verzameld water waarin je kunt zwemmen om weer op de kant te komen. Ook niet makkelijk. Het zal je vele moeite kosten, voor je daar bent.. Zeker als die stroom lang en wild is. Maar… je hebt mogelijkheden om houvast in de vorm van bomen of hout enzovoort op je weg tegen te komen. En.. je kunt je laten drijven. Ook meegevoerde obstakels kunnen jouw redding zijn. Je kunt ondertussen dus moed en energie verzamelen. Je hebt in ieder geval overlevingskans. Ook een boot kan varen op een stroom. Kortom, je kunt gered worden.. Maar wat als je jezelf kansen ontzegt door meteen al maar in de stroom te springen zonder te verkennen met welke kwaliteit water je te maken hebt? En.. hoe kun je dan terug als je spijt krijgt?

‘Go with the flow’ klinkt zo leuk en vrij. Maar voordat je meegaat met de stroom zoals deze nu stroomt, dien je je wel af te vragen met wat voor een soort stroom je te maken hebt. Gaat het wel om een heldere stroom of is er straks geen ontsnappen meer aan als je pas laat ontdekt dat het een modderstroom betreft al leek het oppervlaktewater helder…
In deze tijd is ‘go with the flow’ niet wat het hoort te zijn. Meegaan in de stroom van egoïsme en dus eigenbelang, angst, overvloed en onnatuurlijk leven is altijd iets dat ondoorzichtigheid brengt en chaos. Ook prut dus. Weet je wel wat men echt van je wil en weet jij dat eigenlijk wel van jezelf? In hoeverre ben je eigenlijk vrij om te doen wat bij jou past als ‘iedereen’, de maatschappij, de wereld van alles van je eist of verwacht? Wat dan als je niet eens weet wat het doel is van wat men beweert, of zegt te doen en jij jezelf niet eens meer trouw kunt zijn omdat je al veel te lang slaaf bent geweest van het prestatiegerichte systeem?
Als je je ware ik zou volgen, zou je vol vertrouwen kunnen meegaan met de stroom van het leven. Je weet dan dat de enige rivier die levensstroom geeft, liefde laten stromen is. Je weet dan dat wie goed doet, goed ontmoet. Anders gezegd: als je uit zuivere belangeloze liefde iets wilt, zal het je goed gaan. Je zult dat op je pad krijgen wat je zelf aan matrix hebt geweven. Als je halfhartig bent - dus onecht - omdat je niet zelf vrij bent door oneerlijk tegen jeZELF te zijn, moet je niet vreemd opkijken dat je meehelpt aan een onvrije wereld.
Wat je zegt ben je zelf.
Wat je gelooft komt.
Wat je wilt, zal waarheid worden.

Je zult dus heel bewust moeten weten wat je zegt, wat je gelooft en wat je wilt. Als je niet zelf bereid bent om eerlijk te zijn tegen jezelf en jijzelf ook niet werkelijk verantwoording neemt voor je eigen geluk maar dat laat afhangen van de regering, van het ziekenfonds, van het pensioenfonds, van de baas, van de banken, van de gemeenten, van je buren, van je familie, zul je krijgen wat zij willen.
Je gaat dan mee met hun stroom. Ze willen graag dat je dat doet, want het voegt voor hen iets toe. Maar.. geldt dat ook voor jou? Nee, want het helpt je niet sterk te worden in wat jij denkt, gelooft, hoopt en wilt bereiken. Je zult verantwoordelijkheid moeten nemen voor wat jij zelf diep in je hart wilt bereiken. Je zult ruimhartig moeten zijn.
Je bent schepper van je eigen lot. Ieder mens is dat. Daarom moeten we ons afvragen wat we kunnen veranderen als we een andere toekomst dan onvrijheid willen. We zullen meer bij onsZELF - bij God, de belangeloze liefde in ons - moeten kijken. Dáár ligt de stroom van helder water waarop we ons kunnen laten drijven als we te moe worden om te zwemmen.
Zou de kwestie die nu speelt een oproep, kans zijn om in te zien dat we meer vanuit ons hart moeten werken en eerlijker moeten zijn, waardoor we met minder tevreden zouden worden en dus minder geld nodig zouden hebben om deel te nemen aan die maatschappij? Zouden we meer vanuit ons hart moeten werken waardoor we minder verzuimen op ons werk waardoor de baas minder premies hoeft te betalen en waardoor jouw loon dus hoger kan worden? Als we bij schade eerlijk het formulier invullen en niet andere schade willen verhalen bij de verzekeringsmaatschappijen, zouden we minder hoge premies moeten betalen. Zouden we minder vernielen, dan zou de overheid meer geld overhebben voor belangrijkere dingen. Zouden we minder troep laten slingeren, zou er minder op te ruimen zijn. Zouden we aardiger zijn tegen elkaar en minder ruzie zoeken, zouden we minder onkosten maken voor handhaving en minder overlast bezorgen, dus besparen op kosten. Zouden we meer bereid zijn om er niet de kantjes van af te lopen, zou alles goedkoper worden. Zouden we minder ons hand ophouden om maar makkelijker iets te verdienen, zouden we veel minder regels hebben die gehandhaafd moeten worden en zouden we gelukkiger worden. Zouden we vaker tot ánder werk bereid zijn, zou er minder werkeloosheid zijn, dus zouden veel meer mensen kunnen meedoen in de maatschappij en zouden onkosten vanwege werkeloosheid zoveel lager zijn. Zouden we wat meer ruggengraat hebben of niet zo bang of zwak zijn, zouden we ons niet ‘meteen maar’ ziek melden als het ons even niet zo mee zit, waardoor ook controles niet zo nodig zouden zijn. Zouden we niet veel beter onze keuzes in leefstijl kunnen maken als we eerlijker kijken naar wat ons goed doet voelen? Zouden we blijer worden als we met een minder mooi huis of tweedehands meubels tevreden waren waardoor we niet een zo hoge hypotheek moeten zien op te lossen? Zouden we gelukkiger zijn als we vaker bij ons gezin zouden kunnen zijn in plaats van alles maar nalopen aan ‘leuke dingen’? Zouden we minder stress hebben als we met meer overtuiging ons werk zouden doen, onze dagen zouden vullen met meer nuttige dingen zoals omzien naar elkaar omdat daar dan meer tijd voor is? Ach.. we kunnen de rij heel lang maken…
Zie je? We krijgen wat we verdienen en hebben niet eens in de gaten, dat we zelf allerlei onrecht, betutteling, harde regels, bureaucratie hebben veroorzaakt en… blijkbaar nodig hebben! Nodig hebben is ook verdienen… We krijgen dus wat we nodig hebben. We krijgen dus wat we verdienen. Verdienen is dus nodig hebben. Als we het zo zien, kunnen we mogelijk beter en meer positief tegen een lastige regering aan kijken.

Als we het bij ons ECHT WARE onszelf zoeken, krijgen we… macht! Macht over onrecht, oneerlijke verdeeldheid, snode plannen maar ook over onze eigen liefdeloze neigingen en acties. Waar we immers in onze kracht staan - we hebben het hart hoog - zijn we krachtig. Alleen hierdoor krijgen we vat op wat ons klein wil maken of houden. Door krachtig jezelf zijn - dus echt zijn - verdwijnt onrecht. We moeten dan wel weten wie, wat het ZELF dus in ons is! Dat ZELF in ons is onze goddelijke oorsprong. Het is God in ons die ons doet leven en richting geeft, zoals de stroming de gang van de rivier bepaalt.
We hebben een kentering nodig om weer - of alsnog - het goede te verdienen. ‘Alsnog’ is beter gezegd, want dat eerlijke rijk van vrede en gelijkheid is er nog steeds niet van gekomen! We moeten elkaar gaan dienen in plaats van heersen met onze egoïstische belangen. Ja, liefdevolle belangen - soms heel klein - werken al met al iets groots uit. Een stroom van kleine goede daden - dus dienstbaarheid - doet bergen verzetten. Alleen dan is het ‘go with the flow’ aan te bevelen.
We zijn echt liefhebben en waardevolle doelen nastreven vergeten en kwijtgeraakt. Er is zoveel ruis… We zijn vergeten om elkaar te dienen. Dienstbaar te zijn. Kán dat nog wel in een tijd waarin we het te druk hebben met geldzaken, overleven, genieten, studeren, hogerop komen, angst voor ziekte, angst voor van alles en nog wat? We hebben niet eens tijd om bij te komen van wat ons leegmaakt en uitput. En we weten niet eens meer waar werkelijke geluk te vinden is…

Welke leegte is er eigenlijk ontstaan: we zijn onszelf kwijt. Begrijp goed: onsZELF. Ons meest echte menszijn. We zijn slaaf geworden van een systeem dat ons gebruikt. We zijn nummers geworden. Nog even en we mogen blij zijn als we straks mogen meedoen in een maatschappij waarin alles en ieder wordt beheerst. Omdat we onszelf niet zijn, en onszelf niet kennen, kent de overheid zichzelf ook niet. Daarom roept ze ook maar iets en komt ze vaak niet de gemaakte afspraken en beloften na. We houden onszelf niet eens aan de afspraken die we met ons diepste hart hebben gemaakt. We waaien mee met allerlei belangen, waardoor we leegte ervaren. We gaan mee met de stroom van wat de maatschappij van ons verwacht. We menen in een gladgestreken bedje te komen, maar beseffen niet dat dat bed er wel mooi uitziet, maar ons slapeloze nachten bezorgt omdat het niet warm is. We kunnen niet meer uitrusten in het systeem waarin groter, meer, beter, best de leiding heeft en liefde zo goed als verdwenen is. We overheersen ons hart. Wij - onze eigenbelangen, onze lichamelijke behoeften, onze geestelijke afhankelijkheid, ons materialisme - zijn meester over onze zachtmoedigheid, mildheid en liefde. We gunnen ons er geen tijd meer voor. Het brengt ons niets op. Daarom dient de overheid ons niet. Ze heerst over ons omdat wij heersen over onze liefde.
De overheid dient eigenbelangen omdat wij onze eigenbelangen dienen. Ze heerst over ons, omdat wij heersen over ons hart. Dat betekent dus, dat wij uiterlijke belangen laten voorgaan op de innerlijke belangen. Hoe kan dan een overheid innerlijke dingen als doel hebben als wij om uiterlijke vragen? Ze geeft ons een koekje van eigen deeg. De overheid is niet geïnteresseerd in jouw belang, want jij bent niet geïnteresseerd in een anders zijn belang.
Wat ons kan redden en ons de beloofde lichtrijke nieuwe wereld dichterbij haalt, is meer liefdevol worden naar onszelf, maar ook naar de ander. We moeten God dus weer toelaten. Beter gezegd moeten we Jezus Christus weer volgen. We kunnen weten wat de bedoeling is, want het is duidelijk genoeg ondertussen wat bedoeld wordt met elkaar liefhebben en God de meeste eer geven: onbaatzuchtig zijn in alles wat ons beweegt vanuit ons meest echte zo-zijn. Onze wil gelijk maken aan wat de belangeloze liefde wil en hier de meeste eer aan geven, dus de meeste aandacht. Dat is alles…
Als wij dat willen en dus vragen en onze vertegenwoordigers op deze basis kiezen, laat de regering dat ook weer toe. Immers, we kiezen dan op andere gronden onze regering. De regering zal dan doen wat ze zegt vanuit intentie dienstbaar te zijn aan het volk en niet te willen heersen.. Ze kan dan ook niet meer heersen, want we hebben dan zelfrespect. Dat laten we ons dan niet meer afnemen. Maar waar is jouw zelfrespect dat je een ander jouw weg laat bepalen? Waar is jouw vrijheid dat jij je laat dwingen met chantage? Immers de overheid stelt dat je ziek wordt als… Dat anderen ziek worden door jou als… Dat je asociaal bent omdat ….. Dat sommigen meer rechten hebben omdat… Dat anderen minder rechten hebben omdat… of als…
Allemaal voorwaarden, dus voorwaardelijke zorg voor jou. Zorg voor jou tot zover dat het hen niet meer uitkomt. Góds liefde is zónder voorwaarden, is er altijd voor ieder ongeacht wat hij kiest en doet.
We moeten van ons laten horen! We moeten laten zien waar we voor staan. We moeten laten zien dat we het leven zoals dit nu is met al die narigheid als grote geestelijke nood, financiële problemen, verdeeldheid, stress, werkdruk, gemakzuchtigheid, egoïsme, angst, ziekte, scheidingen, ruzies, chaos in ontwikkelingen die tegennatuurlijk zijn, niet meer willen en gedag zeggen!
Mogelijk zullen we vrijheden houden als we ze áánkunnen.
Kunnen we de zovele ‘vrijheden’ die wij als vrijheden zien wel aan? We verzanden in oeverloos zwelgen of hoofd boven water houden en verliezen onszelf in al die vele ontwikkelingen die ons als broodnodig, passend in deze tijd en vrijheid brengend worden voorgehouden. Een stroom van aannamen waar ons geluk liggen moet, waarin we ook nog meegaan. Moet de regering ons daarom een koekje van eigen deeg geven en staan we daarom op punt om onze grondrechten te verliezen? Hoe kunnen we vrijheid houden als we ondertussen verstrikt raken in allerlei tegennatuurlijkheden, liefdeloosheid, verdeeldheid, ongelijkheid, geestelijke nood, indoctrinatie door wat goed lijkt te zijn of zogenaamd hoort?
We zijn misschien wel de grootste vrijheid verloren door God - de liefde - te verliezen omdat we hebben gekozen om niet die mens te zijn die we bedoeld zijn te zijn! En zeg niet dat je het niet wist. Je wist het wel, maar voelde je machteloos, was nieuwsgierig, had ‘niets te verliezen’, stelde je afhankelijk op of had geen idee meer van wat vrij zijn eigenlijk is. Hoe het ook zij, je koos bewust of vaker nog onbewust voor een leven waarbij je zo min mogelijk schade zou lopen. Dat je ziel, je hart al die tijd van concessies doen en leegte ervaren, gebrek lijdt en leeg was, nam je maar voor lief of merkte je niet eens meer op. Je wende eraan om als slaaf van de materie te leven en noemde dat normaal.
Zijn we nog wel de mens die we door de Liefde – God dus – bedoeld zijn te zijn? Nee, we zijn een mager afgietsel geworden van het bijzonder unieke hoogstaande wezen dat God met ons voor had en nog heeft! Dat is goddeloos. Het is goddeloos als je een liefdeloos leven lijdt omdat je kiest mee te gaan met de heersende moraal. Immers, als je geen liefde, respect hebt voor wie je werkelijk wilt zijn en de ander niet meer kunt helpen, is er liefde tekort, dus een tekort aan God. Je bent dan onderdeel van een maatschappij zonder God.

God had ons bedoeld als liefdevol wijs heerser over de natuur. We zouden geen ziekten en gevaren kennen. We hadden nog steeds de geestelijke werelden moeten kennen, gewaar moeten worden, kennis moeten hebben van hoe en waartoe de schepping er was en is, we hadden kunnen gebieden over de wilde dieren, hadden geen angst hoeven hebben voor rampen, hadden niet ziek horen te worden van ons ondertussen in mega hoeveelheden bedreigende situaties, organismen en gedachten. We zijn onszelf verloren en denken met materie en verstand deze hoogste geestelijke krachten en kennis goed te maken. We beseffen maar niet in onze ijdelheid dat zelfs het klimaat onze schuld is. We hebben voor niets meer respect dan voor wat ons zelf het beste uitkomt. We zijn gedegradeerd en moeten bang zijn voor van alles en nog wat.. We roepen om een nieuwe streng DNA en een andere dimensie die ons moet verheffen, maar we beseffen niet meer dat we onze geestelijke vermogens alleen maar weer terug krijgen door te leven in Gods orde!
Dat is egoïsme ten top. Daarom gaat alles kapot. Daarom wordt alles liefdeloos! Daarom krijgen we ook wat we verdienen… tenzij we wakker worden en weer met onsZELF aan de gang gaan en weer inzien wat ons doel is. We kunnen immers dan DOELmatig ons werk doen en ontdekken wie we willen zijn. We gaan dan niet meer voor het uiterlijke, tijdelijke, maar voor het innerlijke, blijvende. God, de liefde, de waarheid die in ons leeft. Het zal ons het leven brengen wat we nodig hebben om ons doel te bereiken. De regering is er dan om dat uit te voeren. De regering is immers de overheid die ons ten dienste staat! De overheid is een verlengstuk van wie wij zijn. Maar weten we wel wie wij zijn? Geven we wel de juiste signalen af? Waar blijven wij met ons rechtsgevoel, gevoel van solidariteit, hang naar vrijheid als we de mens die anders denkt nu veroordelen, als schuldige opzij zetten, benadelen? Is dit niet de basis voor het ontstaan van anarchie? Gaan we dit ook nog goedvinden? Gaan we verdelen en heersen waar juist samenwerken en dienen nodig is?
God heeft nooit de politiek gewild. Dat wilden mensen. God was al bezig te verdwijnen uit de maatschappij omdat er voor Hem - voor de dienende liefde - geen plaats meer was omdat mensen dat zo kozen! Ze kozen hun eigen wijsheid die echter ‘wijs’ was op grond van onwetendheid en eigenbelangen en lieten daarmee het hoogste doel - liefhebben - los. DIENEN doen we al eeuwen niet meer. Het kan al amper meer. Overal is er immers geld voor nodig en overal is er teveel en tegelijkertijd te weinig van het goede echt waardevolle. Het is overal met medeweten en medestemmen van ons wegbezuinigd.
De wereld, de mensheid vraagt om een verandering. Een verandering van mentaliteit. Een mentaliteit van dienen in plaats van heersen en onderdrukken, wat we dus allemaal zelf doen. We heersen met onze beperkte waarderingen over onze echte IK. En we onderdrukken ons echte IK. We kennen ons echte ZELF niet meer, dat God in ons wil zijn.. We moeten onszelf veranderen. Of eigenlijk niet. We moeten ons zelf worden. Laten groeien. Ons onechte zelf moeten we veranderen. We moeten onszelf andere doelen stellen. Mogelijk helpt deze overheid ons daartoe. We worden hopelijk van schrik wakker en gaan onszelf andere doelen stellen door waarden en normen weer op onze verlanglijst te zetten en.. God weer meenemen in wat we willen en als doel nemen. We rekenen dan af met de macht van het grote dat we steeds zochten en ons nu ook werkelijk dreigt te overheersen. We rekenen dan af met de liefdeloosheid, ongelijkheid en onnatuurlijk gedrag waardoor ook de natuur om ons heen onnatuurlijk reageert! Met God terug in ons leven worden we eerlijk en blijven we vrij! Dan kunnen we onbezorgd mee met de stroom van het leven. Immers, God is liefde en wil het kwaad niet. Hij wacht op wat wij kiezen. Als we Gods water (liefdewetten) over onze akkers (harten) laten stromen, komt het goed!
Vragen om oplossingen van problemen zo groot als nu bij mensen doet bedrogen uitkomen. Wij weten geen oplossingen meer. God wel. Hij heeft een leger van tig engelen dat klaar staat om ons te helpen. We moeten dan wel ruimte geven aan die hulp en niet zelf al meteen maar meegaan met wat de overheid klaar heeft, zegt en doet geloven. God als kracht van liefde vloeit overal in de harten die openstaan en geeft ook ons immuunsysteem een boost. Zolang een mens leeft in de illusie dat macht, geld, gewin, eigenbelangen liefde zijn en vrijheid brengen, zal deze mens lijden en lijden veroorzaken. Dus.. is het des te harder nodig dat er mensen opstaan en zich bewust worden van de kracht die liefde heeft. Geen paniek dus, maar vertrouwen in het gebruiken van die Kracht. Het zal ons de nieuwe wereld brengen en een regering die ons dient. Het woord ‘overheid’ zegt het al: een overheid heeft macht. Ze overkoepelt, overschaduwt ons. Een regering niet. Immers, een regering vertegenwoordigt het volk haar wil en voert deze uit.

Ze staat naast ons en dient het volk.  De overheid die we in de wereld zien heeft niets te maken met hoe God wil dat men leiding en richting geeft. 

De enige echte Overheid is die Kracht God die al het leven hoe, waar dan ook in de hand heeft. Niets maar dan ook niets is van iemand of van een overheid. Ook onze overheid die zelf voor God probeert te spelen is in Gods hand. Het vreemde is dat deze overheid mensen onvrij, bang maakt, dwingt en verdeelt, terwijl God vrijheid, vertrouwen is en geeft, vrijlaat, samenbrengt en voor ieder het zijne geeft, hoe verschillend we ook zijn! God noemt Zichzelf trouwens geen overheid. Hij noemt zich de liefhebbende Vader. De keus moet toch makkelijk te maken zijn?
Gera Hoogendoorn-Verhoef.

Uitleg van het Bijbelboek Genesis: de zeven scheppingsdagen. Deel 2

De zeven fasen van ontwikkeling van de mens, mensheid en de schepping. De dagen van de week.

De tweede drie (scheppings)fasen, dagen van de week, donderdag, vrijdag, zaterdag en de zevende dag: zondag.

DE VIERDE DAG: donderdag Genesis 1: 14-19
En God zeide: ’dat er lichten zijn aan het uitspansel des Hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht. Dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren… En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht tot heerschappij over de dag en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren… Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag’.
Dit vers is een struikelblok voor menig onderzoeker. Hoe zouden er immers nú pas lichten geschapen worden door God als Hij aan het begin van de schepping al zegt: ‘Er zij licht’.
Met ‘de lichten’ wordt bedoeld dat de aarde nu pas in deze vierde periode van wording in een vaste baan komt. Er komt ordelijkheid in de chaos. Overal is er wel licht, maar er is nog geen vaste koers. De aarde komt in de vierde periode in een vaste aan om de zon. Anders gezegd: pas als het hart zich richt in een vaste koers rondom Gods woord - de zon die licht in alles brengt - is leven mogelijk. Het menselijk leven draait dus om Gods woord. In deze vierde fase van ontwikkeling krijgt de mens door dat het het hart is waar alle leven begint. Hij kan dus in deze vierde periode ontdekken, beslissen vanuit het hart - de zuivere dienstbare liefde - te gaan leven. Het zal hem gezondheid en welvaart brengen. Daarom heeft het hart de middelste, meest centrale plek tussen de eerste drie ontwikkelingsfasen en de tweede, hogere ontwikkeling. Het hart is de verbinding tussen de binnen- en buitenwereld, de eerdere fases van ontwikkeling en de hogere.
Zoals zonder hart de mens dood is en bij stilstaan van het hart de mens dood gaat, is ook pas door liefde leven mogelijk en leefbaar en verwordt de wereld een wereld in verval die leidt tot dood als je de liefde verliest, niet gebruikt. Alles wordt dan donker en verkilt, waardoor dood feit wordt, geestelijk en lichamelijk gezien. Geen zon, geen leven.
Materieel gezien wordt de vaste koers bepaald vanaf dan door de zon en de maan. De zon is onze zon, de maan is onze maan. Geen bijzonder iets. Maar… het grote licht, Gods licht, de Oerzonnen, waren er al wel al heel lang. Dat was het eerste licht, dat in de duisternis kwam. Deze mega zonnen, ons nog onbekend geven uiteindelijk ook onze zon zijn licht…
Gééstelijk gezien is het grote licht Gods woord. Het geeft scheiding aan tussen dag en nacht. Tussen weten en niet weten. Tussen waarheid en leugen enzovoort. Gods woord dient als leidraad (koers bepaler) om ‘vastigheid’ te geven voor altijd, overal (dagen en jaren). Zo geeft ook de zon haar licht aan de hele aarde door juist haar 'vaste' plaats (  de aarde draait om de zon, maar de zon draait op haar beurt om een mega zon).
Gods woord - alles wat bij liefde hoort (de zon) - dient te heersen als licht over de nacht (de maan, de aarde). Het dient basis te zijn van alle leven, doelen, uitingen, waarden, normen, wetgeving en beleid. De mensheid, de mensenziel kan nooit meer zeggen dat hij niet weet waar het om gaat en waar hij zijn beleid en plannen op moet baseren. Het woord van God werpt immers een duidelijk, helder licht op wat donker, vaag is en waar lijkt maar het niet is! Dat geldt ook voor het zonlicht. Het is er altijd, alleen ziet niet ieder mens dat licht gelijktijdig...
De maan staat voor Jezus Christus die middels Zijn leven laat zien waar het er in de PRAKTIJK om gaat. Hij heeft immers de liefde en Gods woord in de praktijk gebracht en laten zien dat (geestelijke) dood ophoudt te bestaan en overwonnen kan worden, waar je gehele geestkracht die je kunt vinden in het doen van Gods woord, ook DOET zonder angst. Hij liet zien dat er een gééstelijk leven is na de lichamelijke dood. Hij overwon de duisternis met Zijn liefde en Zijn offer als totaal onschuldig mens. Hij was een lichtend voorbeeld te midden van de duisternis die de zogenaamde godsgeleerden veroorzaakten middels hun uitleg van wat Gods woord zou moeten zijn. Ze - de tempelheersers - hielden er een corrupt leven op na en ‘kruisigden het woord van God’ . Ze deden alsof ze God dienden. Erger kan het niet: de waarheid weten en vertellen, maar het niet doen! Materieel gezien waren zij er de oorzaak van dat Jezus - toonbeeld van zuiver liefhebben en zich houden aan Gods woord - werd gekruisigd. Zij konden Jezus niet luchten of zien. Hij herinnerde hen aan hun schijnheiligheid (schijnbare heiligheid (!)).
De Orde van God is in deze vierde periode van ontwikkeling het thema. Die orde is de dienende naastenliefde die in ieder mensenhart de boventoon hoort te voeren, wil hij gelukkig zijn en geluk verspreiden.
Zonder deze orde, dit begrip van de ander dienen vanuit de waarheid die in jou leeft, wordt het chaos. Deze orde is tussen de eerdere drie dagen en de latere drie dagen in geplaatst.
In de volgende 4,5,6e dag herhaalt de opbouw van de eerste drie dagen zich op een hoger niveau.
Waar er in 1-2-3 de These – Antithese – Synthese is te zien, is dat ook het geval in periode 4-5-6 alleen dan meer verdiept.
Liefde (1) en kennis (2) geven een juiste wil (3). Uit polariteiten, uitersten komt iets nieuws voort.
Op hóger niveau gaat het niet meer om de PERSOONLIJKE ontwikkeling. Deze is als het goed is voorspoedig verlopen met het zich houden aan Gods woord in de eerdere drie perioden. Als dat geleerd is, kan er op hoger niveau gedeeld worden door je persoonlijke kwaliteiten zoals deze in ieder mens weer anders en specifiek bedoeld zijn, te gebruiken.
Hogere inzichten, maar ook een meer verfijnde wil in ALGEMEEN BELANG volgen dan, wat ook het doel is van de hele schepping. Geen oordeel meer, geen boycotten van het andere, maar het toelaten van het andere om er zorg, aandacht, liefde aan te geven opdat dat wat niet liefde is en onwaar is, minder zal ontstaan en uitdooft. Dat proces begint met de dienende naastenliefde (4e dag/fase van bewustzijn in wat liefde is).
Er komt inzicht uit voort (5e dag), waardoor de mens(heid) in staat is het veroordelen los te laten waardoor het andere er mag zijn (zesde dag, periode van bewustworden).
Het is een belangrijk gebod van God: ’gij zult niet oordelen, opdat gij niet zelf geoordeeld worde’.
Zolang een mens iets AFKEURT en het geen liefde geeft, zal dat andere nooit liefde kunnen opdoen, waardoor het liefdeloosheid blijft.
Ook kan het zo zijn dat wat je afkeurt, helemaal niet af te keuren valt, al zint dat jou niet, ken je het niet, begrijp je het niet. Zolang je oordeelt, oordeel je dus jezelf, omdat je niet kunt deelnemen aan dat andere, waardoor je dus juist geen bewustzijn aan dat van jou toevoegt, wat nu juist de bedoeling is van je bestaan! Dat betekent overigens niet dat alles goed en waar is, maar… zolang je het bevecht zonder Gods woord, is het jouw strijd en is deze gedoemd te mislukken en vergroot en veroorzaakt deze privé strijd alleen maar ellende van welke aard ook.
Daarom zegt God: ’Eer alleen Mij, heb uw naaste lief, als uzelf en oordeel niet opdat gij niet geoordeeld worde’.
Waar je Gods woord als basis hebt, zul je de juiste kennis, tact, wegen, oplossingen vinden vanuit je hart (in het midden van je lichaam, het vierde chakra in het midden tussen 1,2,3 en 5,6,7) om juist dat andere - wat liefdeloos is - om te vormen of er een basis te scheppen waardoor dat andere wat liefdeloos is, niet kan bestaan! Het hart, de dienstbaarheid zonder oordeel geeft dus leven, zoals het hart bloed stuurt naar ALLE cellen. Je roeit niet iets uit door het te bevechten, of het te negeren, maar door het er te laten zijn en jouw liefde en waarheid groter te maken. Duisternis verdwijnt alleen waar licht verschijnt! Waar jij oordeelt als mens ga je in tegen Gods geboden. Immers, je doet dan mee met het sterker maken van donkerte en onthoudt het andere, de andere mens, de mens die anders denkt of leeft, jouw licht. Daarom kan deze mens nooit omgevormd worden, waar deze werkelijk liefdeloos zou zijn of onwetend van Gods liefde en Gods woord. Daarom zegt God ook: ‘er zijn licht’. Hij wil dat Zijn woord leidraad is voor het wikken en wegen van wat werkelijk goed en waar is of wat niet! Dat betekent dus niet vechten tegen, indoctrineren, of dwingen. Dat is al genoeg gedaan, omdat men God is gaan zien als een wreed, oordelend God die allerlei zaken eist en oplegt.
De orde van God – van de zuivere liefde dus – is in ieders hart te vinden. In de vierde periode dient de mens dit gevonden te hebben, zoals ook de volwassen mens de puberteit (het doen van zijn eigen beperkte wil) achter zich laat en nu het goede dan sterk gaat maken. De volwassen mens kiest bewust zijn weg en maakt deze sterk zoals hij ook huisje, boompje, beestje ‘doet’, waardoor hij juist een basis maakt voor het doen van dat goede. Dat goede is dan met een goed hart doen wat hij middels zijn lichaam, zijn talenten, zijn aard en voorkeuren dat IN DE NAAM VAN GOD kan en wil doen.
Deze vierde periode is de verbindende schakel, midden van de week, halverwege de reis naar heelheid van de schepping, de wereld, de mensheid en de mensenziel.. De wetgeving, sociale waarden en normen, (medische) wetenschappen, economie, biologie, religie zijn in feite altijd nog gebaseerd op Gods woord, al is dit in iedere cultuur, levensbeschouwing verminkt omdat menselijke ideeën voor meer waardevol werden gezien dan adviezen die God had gegeven.
De wil van de mens is dus verkeerd ontwikkeld. Dat begon al door het kwijtraken van wat wezenlijke liefde is, wezenlijke kennis is, wezenlijke goede wil is en hoort te zijn. Hoe kun je dan ook voorrang geven aan de juiste naastenliefde en moed hebben om deze ongeacht wat men – de wereld – er van zegt, doen en sterk maken? We zagen het in de vierde periode van onze schepping, de tijd van de vroege en latere middeleeuwen. Een en al dogma, rituelen wat je wel moest doen en geloven, wilde je niet gemarteld, vervolgd, verbrand worden als goddeloze. Op basis van menselijke meningen en belangen, verdraaide men Gods woord en schiep men op basis van dreigen met de hel en zaaien van angst een klimaat van volgzaamheid, waarin mening individu werd gedood naar lichaam en ziel. De mens was slaaf geworden van een verkeerd beeld van God. God werd gedegradeerd tot een liefdeloze God. Zo werd licht duisternis en duisternis licht…
Als mensheid zitten we aan het eind van de 5e periode. Een lastige periode van vele oorlogen, misstanden en huizenhoge problemen waar de mensheid geen uitweg meer ziet. Omdat God zo goed als kwaad weg is uit de maatschappij, volgen mensen wetenschap en wie de macht hebben en het ‘schijnen te weten’. Men beseft echter niet dat dit een tijd is van balans opmaken en (eindelijk) door schade en schande moeten gaan inzien dat de mens klein is en hulp nodig heeft van God, wil alles nog een beetje goed komen. De mens moet weer terug uit de overdaad, zinloosheid, ‘alles moet kunnen’ naar de orde van de natuur, van het licht. Maar… er is licht tekort. Daarom noemt God deze tijd de eindtijd. Een tijd die op het einde loopt omdat het niet veel erger meer kan! En zoals het ouder worden, de middelbare leeftijd een voorbereiding hoort te zijn voor het sterven dat gaat komen, dient ook het laatste van onze hoogmoed, liefdeloosheid, eigengereidheid te sterven opdat het licht in ons de ruimte krijgt.. In deze tijd dienen we alles te herzien in het licht der waarheid, Gods woord dat nog steeds geldt en altijd zal gelden. We kunnen dor naar periode 6, maar niet zonder slag of stoot. Er is immers zoveel donkerte gegroeid, dat onvrijheid en dood dreigt. Wat gaan we doen? Laten we eerst eens kijken naar de vijfde dag, vrijdag, het bijna eind van de week.

DE VIJFDE DAG: vrijdag Genesis 1: 20-23:
‘En God zeide: dat de wateren wemelen van levende wezens en dat het gevogelte over de aarde vliege langs het uitspansel des hemels’. Toen schiep God de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens, waarvan de wateren wemelen, naar hun aard, en allerlei gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag dat het goed was en zegende het. God zeide: ‘weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de wateren in de zeeën het gevogelte worde talrijk op de aarde’. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag.’
De wateren zijn alle stromingen, levensbeschouwingen, meningen die de mensheid, de mensenziel heeft, gelooft en wil.
Het gevogelte zijn alle hogere idealen, doelen en meningen.’ Zij moge talrijk worden en de aarde vullen’, zegt God. Met andere woorden wil God dat het menselijk hart (de aarde) gevuld wordt met hoge liefdevolle overtuigingen, wensen en daden.
Zeedieren en krioelende wezens zijn ook nodig. Zij zijn de nog latere idealen, wensen, die niet altijd wenselijk zijn, maar wel logisch omdat ieder mens weer anders is, andere dingen meemaakt. Zeker ook de liefdeloze. Veel mensen zijn onwetend van Gods woord en vooral van liefde verstoken, waardoor zij logischerwijze een andere kijk op het leven ontwikkelen en dus anders in het leven staan en andere waarden en normen en doelen hebben. Dat ‘andere’ zegt God, mag er ook zijn, maar: ’breng hen het evangelie, mijn woord van liefde’. Dát is de weg die alle duisternis opheft.
Dát woord van God is het licht. Jezus Christus leefde dat woord voor en was/is ‘het licht der wereld’. Hij kwam licht naar de wereld die in duisternis de weg zocht, brengen. Maar… waar de mens eigenzinnig is en zich beledigd voelt of macht wil hebben, kun je je voorstellen waarom is gebeurd wat er is gebeurd. Godsdienst werd en wordt opgedrongen, mensen worden veroordeeld, vervolgd en onderdrukt. Vrijheid en waarheid is overal in het gedrang waar Gods woord niet wordt gehouden, wordt verwrongen en wordt opgedrongen. Het is alles duisternis. Ook, júíst nu in de maatschappij.
Ook bij deze 5e dag zegt God weer dat al deze dieren meewerken aan meer licht. Immers, door al die verschillende daden ga je balans opmaken en zie je wat werkt en niet werkt. Daarom ontstaan er altijd weer op de puinhopen van zoveel ideeën en visies goede dingen die méér licht geven. God wil dat het hart overloopt van mooie daden in allerlei soorten en mate. Ze moeten immers de mens mogelijk maken om zijn uniciteit te beleven. Dat alles maakt de wonderbare schepping door al die verschillende mensen met verschillende kleur van wensen, leefstijl, gewoonten. God wil alleen dat al die pluriformiteit is geworteld in Zijn licht, in Zijn liefde, in Zijn waarheid. De mens heeft dan genoeg en kan er van alles door in vrede en liefde bereiken! Waar de mens die balans niet opmaakt en hij doorschiet naar goddeloosheid, zal hij sterven… zoals ook de liefde in hem verkilt.
Zoals ook de oudere mens in de middelbare leeftijd de balans opmaakt in zijn leven en inziet waar het er eigenlijk om had moeten gaan, wat hij nog kan doen en wat niet meer, zal ook de mensheid moeten inzien wat van werkelijk nut en werkelijke waarde is. Hij zal moeten gaan willen inzien dat zijn idee van wat waar en goed is, lang niet altijd waar en goed is, waar hij het referentiekader dat God is, heeft losgelaten.
In deze periode moet de mens, de mensheid doorzetten. Het moet hem ernst zijn om zijn doel te bereiken. Dat doel is een nieuwe maatschappij waarin het goed is vertoeven voor iedereen. Het is het eeuwigdurend vredesrijk van God op aarde dat Hij voor ogen heeft met de mens. Het Nieuwe Jeruzalem, de stad van vrede. Jeruzalem is de stad van vrede, het hart gevuld met dienende naastenliefde waardoor de mens is gaan inzien dat zijn idee over wat waar en goed is, dikwijls lijdt tot huizenhoge problematiek (milieuvraagstuk, enorme geestelijke nood, corona, verdrukking, verdeeldheid, onrecht, armoede, steeds meer nood in privé levens, grenzen verleggende, tegennatuurlijke technieken enzovoort).
Inzicht opgedaan hebben of alsnog beginnen opdoen is het thema in deze 5e lastige periode. Het is een lastige periode, want als je je doel niet voor ogen houdt, wil je opgeven. Dat is te zien in het feit dat de meerderheid van de mensen abortus heel normaal en humaan vindt, het goed vindt om te voorkomen dat gehandicapte kinderen geboren worden, zelfmoord overdenkt, euthanasie overweegt of wil, men organen wil overplaatsen, genetische manipuleren, kunstmatige intelligentie, deepfake, kortom grenzen van wat leven en dood is, opschuift. Allemaal om een menselijk doel ter realiseren, waarbij Gods doel ver te zoeken is. Zeg zelf, hoe kun je de wetten van onvoorwaardelijkheid toepassen in al die nieuwe ontwikkelingen? Het kán niet eens meer! De tijd waarin feit is dat de ‘moderne’ dingen, waarden en normen normaal geworden zijn, is een tijd die leidt tot onvrijheid en verval en… dood. Het is een tijd van verdeeldheid zaaien (coronapas), maar ook spelen met het leven en persoonlijke mensenlevens waarbij vrijheid van ieder mens wordt beperkt zogenaamd in het belang van vrijheid, veiligheid, gezondheid, maar juist wordt beknot!
Men zegt niet voor niets als : ’er gaat je een licht op’ en ‘de dag is begonnen’. Door inzicht ontwikkelt alles zich ten goede. In deze moeilijke tijd van vallen en opstaan en door de bomen het bos niet meer inzien, zal inzicht in wat waar en goed is  (het gevogelte) moeten worden verworven, want anders leidt alles tot verval en tot… dood. Die zal er zijn als onze maatschappij van nu doorgaat met het liefdeloze te willen en te doen. We hebben het over liefde, vrijheid, gelijkheid, maar er is ondanks onze beschaving en vele ontwikkelingen door de zo opgewaardeerde wetenschap nog nooit zoveel ziekte en narigheid geweest als nu. Het lijkt van niet, maar juist omdat de technologie, wetenschap zo ver gevorderd is, zou men alle problematiek hebben moeten overwinnen. De medische wetenschap zegt te genezen, maar er zijn nog nooit zoveel zieke en ongelukkige mensen geweest. Hoe kan dat als deze medische wetenschap zo goed is als ze pretendeert? Waar God erin was meegenomen, had ziekte moeten verminderen. Zo geldt dat bij elk facet van het leven.. en ook nu nog!
Helaas is het tegendeel waar. Dat geeft dus aan dat de mensheid de verkeerde richting is ingeslagen: die van de eigen waan, eigenwijsheid, hersenverstand waarin Gods wil ver te zoeken is. Het hart - de aarde - is nog steeds woest en ledig. We zien het in de vele woestijnvorming, verschraling van land, enorme natuurrampen en verlies van biodiversiteit om allerlei tegennatuurlijke redenen. De aarde laat zien dat al dat gevogelte en het gedierte maar zijn gang gaat. Wat natuurlijk is, is onnatuurlijk geworden. Wat onnatuurlijk is, vinden we normaal… Het gaat helemaal niet meer om de hoogste liefde. Het gaat in onze maatschappij om hedonisme, genieten zolang het kan, ongebreidelde hebzucht, alles willen, alles moet kunnen. Nergens is er een grens meer. We worden onvrij en gaan onze ondergang tegemoet. De bijbel waarschuwt niet voor niets voor de ‘Eindtijd’, waarin het de mens is die moet kiezen voor vrede en wezenlijke dienstbare liefde God, óf voor onvrede, eigenliefde en de macht van het kwaad. Tekenen zijn er voldoende. Nu nog herkennen en het goede weer gaan opzoeken en willen..
Maar… er komt weer een nieuwe dag, na de avond. Dus.. er is hoop: er komt een nieuwe kans voor evenwicht tussen goed en kwaad. De zesde dag komt na de vijfde…

DE ZESDE DAG: zaterdag, Genesis 1: 24-31
En God zeide: dat de aarde voortbrenge levende wezens naar hun aard, vee en kruipend gedierte en wild gedierte naar hun aard. En het was alzo… God zeide: ‘laat ons mensen maken naar ons beeld opdat zij heersen over de vissen der zee, het gevogelte des hemels en over het vee en over de hele aarde. God schiep de mens naar zijn beeld. Naar Gods beeld schiep hij hen. God zegende hen en God zeide: ‘ weest vruchtbaar en wordt talrijk. Vervult de aarde en onderwerpt haar. Heerst over de vissen der zee, over het gevogelte des hemels en over al het gedierte dat op de aarde kruipt’. God zeide: ‘zie ik geef u al het zaaddragende gewas op de hele aarde en al het geboomte. Het zal u tot spijze dienen.’ … Toen was het avond geweest en het was morgen gewest: de zesde dag'.
God zegt dat het mogelijk is (‘laat het zo zij het, dat de aarde moge voortbrenge…) dat ieder hart naar zijn aard dát aan goede daden voortbrenge wat maar door dat hart met liefde wordt gewild. Immers, het hart moet gevuld zijn met goed begrip van wat liefde is, een goede wil hebben om dat in de praktijk te brengen. De vijf voorgaande ontwikkelingsfasen zijn nodig om het evenwicht te brengen tussen allerlei uitersten. Er moet een synthese worden gemaakt uit polariteiten (these Periode één en vier) en antithese (periode twee en vijf). Kortom, de lessen moeten geleerd zijn, opdat het hart zonder twijfel geduldig alles duldt wat maar op aarde aan het gebeuren is. Net zoals de oude mens in de soms lastige ouderdom met een zwakker wordend lichaam en vaak allerlei moeite en pijnen, moet wachten op de verlossende dood. De dood is hier dan een sterven van eigenbelangen, de eigenliefde, de liefdeloosheid.
Met als reden, dat de innerlijke, geestelijke liefde dan eindelijk ruim baan krijgt! Deze kans is er nog steeds, alleen… moet al dat ongerief van dat laatste stukje wel worden geduld! Niet stil afwachten, maar werkzaamheid ontwikkelen en vreedzaam Gods woord in de maatschappij weer terugbrengen, onderwijzen en… doen! Wie dat niet wil - zegt de Bijbel - zal niet mee gaan in dat nieuwe rijk. Logisch toch, dat als je iets niet wilt, je dat ook niet hoeft mee te maken? Is het niet heel eerlijk dat wat je niet kiest, ook niet op jou wacht? Dat is de scheiding van schapen en bokken. Voor ieder dus wat hij wil. Je oogst wat je zaaide. Als we dit nu zo zeggen, vinden mensen God ineens cru en liefdeloos. Maar… is het niet juist liefde dat je krijgt waar je om vroeg? Daarom moet je wel weten WAT je vraagt, vanuit WELKE INTENTIE. Vraag je iets, hoop je op iets vanuit eigen belang of vanuit dienstbare liefde waarin het doel is de hoogste vrijheid, geluk, gezondheid, welzijn te realisteren? Welk eigenbelang ook, het hoort hier niet in thuis. Het moet Gods leer, Gods liefde zijn die een mens moet willen. Eigenlijk is de zesde dag een soort herhaling van de derde periode: Wat gaat de puberende mensheid kiezen? Gaat hij voor ego en zijn tijdelijke lijf, leden en goederen of gaat hij voor een altijddurende innerlijke vrede die welvaart voor IEDEREEN brengt? Blijft de oud geworden mens steken in een verlate puberteit van wikken en wegen en stug volhouden aan zijn eigen ego en lichamelijkheid of is hij bereid los te laten en toe te groeien naar een dieper niveau van bestaan waarin het uiterlijke steeds meer wegvalt opdat het innerlijke sterker wordt?
De goede vruchtbare dieren die de aarde bevolken zijn de wensen en daden vanuit een liefdevolle dus goede intentie. Die intentie ligt niet in het hersenverstand, maar in het hártsverstand, waar Gods stem als het goed is stuurt en leiding geeft. Om te zorgen dat mensen overtollige ballast kwijtraken, zal de natuur die verminkt is door gifstoffen, wanorde, belasting enzovoort, laten zien dat de mens met zijn verstand niets in de hand heeft. Daarom zie je veel natuurgeweld in allerlei vormen. Virussen, uitsterven, luchtvervuiling, bodemverontreiniging, meer wilde dieren, meer ziekten en epidemieën en persoonlijke uitzichtloosheid en doelloosheid.
In deze zesde periode gaat het om evenwicht zoeken door geduld te hebben. Alles is geleerd. Alles was er. Alles weet en kan men. Nu moet er gekozen worden voor óf geen liefde of voor de liefde voor het andere. Geen uitstel meer mogelijk, want anders raakt getal zeven niet in beeld. Dat is de zevende dag, zondag, waarin het goed rusten zou moeten zijn na gedane arbeid in de hele week van zes moeizame dagen van werken.
De mensheid, de mensenziel is dan als het goed is echt ontwikkeld tot hoe deze bedoeld is te zijn!
Waar dit niet het geval is, volgt er dood. Dood is gebrek hebben aan licht, inzicht en liefde. Dood is niet levensvatbaar zijn, terwijl God had gewild, had bedoeld dat de mens juist aan het eind van de rit zou heersen vanuit zijn menszijn in de naam van God - dus in belangeloze liefde -  over de hele natuur. In plaats daarvan heeft de mens zichzelf bovenaan de lijst van verwoesters geplaatst, door Gods adviezen ter zijde te plaatsen. Hij was zo hoogmoedig geworden dat het chaos is geworden. Hij heeft geen idee meer van hoe ontzagwekkend groots Gods orde is waarin alles op een juiste tijd juist functioneert en perfect op elkaar is ingesteld. Toch ligt in die chaos die de mens zelf heeft veroorzaakt, altijd nog de kiem van licht, van liefde, van God, die er altijd was, is, zal zijn. De mens wikt, maar God beschikt.
Dat ziet de mens, die God niet wil erkennen, niet. Hij denkt dat hij zelf alles moet oplossen, wat gewoonweg niet mogelijk is, zolang hij denkt dat vanuit de wetenschap, hersengeleerdheid te kunnen doen en anderen dat maar voor hem moeten doen. Zijn HART moet weer op de goede plaats komen! Het is de eindtijd, vlak voor het sterven, het einde van de tijd (periode) vóór het over het lijden heen zijn (overlijden, sterven, doodgaan) van alles wat materieel bedacht werd en zonder liefde werd gewild.
Deze laatste tijd is een zware tijd. Er valt veel te dulden.. Toch is de mens die uitziet op een geestelijk leven het beste af. Hij ziet in de dingen die er gebeuren juist de mogelijkheid om vrij te worden. Letterlijk door de naderende dood en geen problemen en lijden meer hoeven te dulden. Materieel gezien is dit een strijd tussen goed en kwaad, waarin het geestelijke, de liefde zal overwinnen, omdat doodeenvoudig God het laatst woord is. Immers, de aarde kan vergaan, de hele schepping idem, maar het geestelijke dat God is, zal eeuwig blijven met al wat liefde is, erin’ opgelost’ (vrijgemaakt). Déze schepping duurt eeuwig. Wie de liefde van God heeft gezocht en in praktijk gebracht heeft, zal vol bewustzijn leven in die perfecte geestelijke wereld. Er is daar alles te ervaren wat een mensenziel in liefde maar zou willen en had gewild en gaat willen. Voor de mens die deel wil uitmaken van Gods liefde, is die liefde er immers ook! Dat is het zijn in het paradijs, wat later in een ander artikel zal worden beschreven. De mens die geen geloof heeft in de kracht van liefde, God niet als doel heeft, Jezus niet wil meenemen in zijn leven, zal logischerwijs niet kunnen deelnemen in die lichtwereld omdat hij dit niet wilde! Voor hem is er gebrek aan licht zolang hij niet kiest voor meer licht en niet bereid is zijn ego op te geven. Het is niet onrechtvaardig, maar juist liefde dat ieder krijgt wat hij zelf wil! De escape die God is, is dat er altijd en eeuwig te groeien valt voor wie dit gelooft en wil. De mens dient alle egocentrisme, hoogmoed, eigenliefde af te leggen, zodat hij dan pas zal inzien. Zonder deze bereidheid zal een mens immers nooit inzien dus nooit terug kunnen keren in het perfecte vrije bestaan bij God. Deze zesde periode, dag is zaterdag. Goed rusten na gezonde arbeid en je best willen doen. Ook een rare dag van nog even snel alles op orde hebben voor zondag, wil je een leuke vrije dag genieten.
De zesde periode is lastig, maar ook een tijd van hoop. Zoals zaterdag je straatje werd schoongeveegd, je in bad ging om schoon en klaar te zijn voor de zondag, moet je ook als mensenziel, mensheid ‘klaar’ zijn om het oude los te laten zodat je het nieuwe (leven) kunt verwelkomen. Zolang er angst is voor de dood en denken dat alle beperkingen gewoon bij het leven horen, zul je er niet uithalen wat er inzit en is zaterdag een lastige dag.
Zaterdag was voor veel mensen een speciale dag: wat aanrommelen, laatste dingen op orde brengen, boodschappen doen. Een ontspannen dag, maar wel met werk dat toch gedaan moet, maar wel ieder thuis en zijn eigen ding doende.
Dat is wat er ook nu gebeurt: je straatje schoonvegen. Éérst werken voor de welverdiende rust van zondag! Eerst orde op zaken stellen. Eerst herzien. Resetten wat goed leek, maar het niet is of niet blijkt te zijn. Rommel opruimen. Overtollige ballast wegdoen. Dan kun je ook pas genieten na een hele week (leven) hard werken, buffelen zelfs. Op zaterdag is er tijd voor je eigen klusjes. Eerder in de week ging je energie meer uit naar wat je baas, de maatschappij van je verwachtte. Nu zie je in dat je ZELF orde op zaken moet stellen, wil je een fijne zondag hebben. Je eigen huis moet nu op orde, al had je het uitgesteld. Op zaterdag moet je dus zélf plaats bepalen. Slaap je uit, verdoe je je dag, komt er weer niets van troep opruimen, huis schoonmaken, op visite bij je ouders, ben je bezig alleen voor je uiterlijk vertier of ‘ga je naar binnen toe?’ Wat is je motivatie. Van waaruit ‘doe je je ding’ op zaterdag nog even snel? Op zaterdag moet je werkelijk kiezen wat of je wilt en nu niet meer vanuit je ego en onwetendheid die je op woensdag - de derde fase van je leven - had. Toen dacht je dat het opruimen, al je verplichtingen doen wel even kon wachten. Je had nog een halve week voor je! Nu moet je toch echt op een hoger niveau gaan kiezen. Als je daar dan nu pas over na gaat denken, is je ouderdom wel zuur. Dikwijls heb je er de fut niet meer voor na vijf dagen hard werken met ups en downs. En als dan ziekten ongemak steeds vaker om de hoek komen kijken en mensen om je heen gaan wegvallen, is het lastig doorzetten. In deze zesde fase van je ontwikkeling gaat het erom dat je alsnog bezint op wat er verbeteren, veranderen kan en ook moet, wil je kunnen uitrusten van al je strijd en moeite. Of je wilt of niet, je komt toch op die zevende dag terecht. Maar.. heb je daar wel vertrouwen, zin in? Wat heb je dan geoogst?
Op zaterdag - de zesde fase van je ontwikkeling - lijkt het dat je klaar bent, maar niets is minder waar! De schepping - jouw schepping in jezelf - is pas klaar, als alle materie, onzin, strijd, verdeeldheid, veroordeling, ego, hang naar luxe en materie achter je wordt gelaten. Nog even puntjes op de i. Dat is deze tijd. Een eind van de tijd in de materie. Eind van onwetendheid en domweg maar heen en weer rommelen. En deze tijd maakt dan alles nieuw!
Dan heb je het druk, want je ziet in dat er veel dingen nog even aandacht moeten krijgen. Zowel als in je werk, je huis, op het erf, maar ook in jezelf. Je wilt vrij zijn na het harde werken, maar krijgt ook nog eens te horen dat je zondag visite krijgt. Dus, dénk je zaterdag klaar te zijn, moet je toch nog even snel een bloemetje halen, taartbakken, extra eten klaarmaken om je visite leuk en waardig te kunnen ontvangen. Beter vandaag dan nog even doorwerken en morgen echt even lekker vrij!
In de zesde periode is er voor de wereld ook een orde op zaken stellen. Inzien, herwaarderen en herverdelen van geld en goed, macht en wijsheid. Great Reset dus… Dat geeft drukte en verwarring zo op het eind van de week, als je moe bent van al dat werken de afgelopen tijd en al die vervelende dingen die je zwak maken er niet bij kunt of wilt hebben. Het werk is echter sneller gedaan als je jezelf bij je kladden grijpt, aan de gang gaat en mensen om je heen tot steun zoekt. Zaterdag is ook een vriendendag. Bij kletsen, elkaar ontmoeten. Zondag is vaak voor je familie. Vrienden helpen je weer op een andere manier. Ze zijn eerlijk, kritisch, willen je helpen, kennen jou, hebben je leeftijd enzovoort. Familie is prima, je houdt het goed met elkaar, je houdt van elkaar, maar kunt elkaar lang niet altijd opvoeden. Daarom is het ook veilig om jezelf te zijn op zondag, wanneer je doorgaans je familie ziet. Althans…. daarvoor is Zondag bedoeld, zoals je ook na je lichamelijke dood in de geestelijke wereld je je geliefden weer ontmoet en ieder is zoals hij werkelijk is! Daar doe je het met elkaar. Je neemt elkaar zoals je werkelijk bent, zonder enig oordeel. Hoe een geweldige ervaring, ontmoeting en bevrijding zal dat zijn! Daarom moet ook ieder wakker worden en niet op zaterdag blijven slapen, maar ánderen opzoeken zodat je steun ervaart, zodat je láter totaal gelukkig zal kunnen zijn. Wel verleidelijk om zaterdag alleen leuke dingen te doen, maar het is er niet de tijd voor als je eerder alleen maar dacht aan uiterlijke belangen.
Dat betekent dus van te voren al - zodra je mens wordt op aarde - niet onbegrensd je heil zoeken in de materie, maar beseffen dat de materie niet zaligmakend is en deze benutten als middel tot het doel. Dat doel is verlicht worden, ontdaan worden van ballast die je ziel gevangenhoudt in liefdeloosheid en dus begrenzing.
In het gunstige door God beoogde geval is de mensenziel dus uiterlijk in deze zesde fase gevormd en héél! IN deze 6e fase kan hij de materie daarom achter zich laten en zijn lichaam afleggen. Er is immers geleerd wat er moest geleerd worden om weer totaal geest te kunnen zijn in Gods wereld.
God is nog steeds bezig zijn schepping te maken, bij elkaar te houden, want de mensheid is nog steeds lerende. De verloren zoon is nog niet thuis.
De mens die goed ontwikkeld is door de zuivere liefde voor ogen te houden, zal kunnen heersen over al wat is. Anders niet en veroorzaakt hij chaos en dood, zoals nu te ervaren valt, ondanks ook zoveel prachtige ontwikkelingen uiteraard. Heersen over de natuur en de dieren is dan oké, omdat heersen uit wijsheid en liefde altijd goed is en goed gevolg heeft. De dieren, het vee zijn je hartstochten je beperkt denken en willen. Daarover moet je heersen. Als dit feit geworden is, kan de mensheid door naar de welverdiende rustdag, de zevende dag. Daar - dan - heerst de mens in vrede en is de nieuwe wereld begonnen: de liefde in zijn hart is dan gerealiseerd. Dan is het goed vertoeven bij God, in vrede op aarde…

DE ZEVENDE DAG: zondag Genesis 2:1-7 . Sluitstuk van ontwikkeling. Het eeuwig bewustzijn.
God beschrijft hier 'dat Hij dan pas de gehele aardbodem bevochtigde, waardoor er het veldgewas en het kruid kan ontspruiten. God formeerde de mens uit stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus. Alzo werd de mens tot een levend wezen'.
Let wel, de mens was er al op de zesde dag. Die fase waarin de mens echt mens kan gaan zijn. Hij ziet dan immers pas in waar het er in het hele leven omgaat en dat liefde écht alles verandert en wat krom is, (alsnog) recht kan maken. De fases ervoor (fase 1-5) waren allemaal leermomenten van zoeken, vinden, vallen, opstaan pijnlijk, prachtig, moeilijk, maar uiteindelijk goed omdat de mens toch tot inkeer komt. Hij keert dan dus naar binnen en gaat in-zien. Naar binnen kijken in plaats van naar de ander, naar de buitenwereld en wat deze allemaal zegt, wil en belooft, voorspiegelt, beweert, vraagt en zelfs gebiedt.
Met inzien heb je echter je nieuwe inzichten nog niet verwezenlijkt. Dat moet er ook nog van komen. Dat doen, veranderen door dat nieuwe inzicht is wel heel lastig. immers, mensen om je heen zullen je niet meer begrijpen, laten vallen. Ze kunnen of willen immers niet altijd meer met je mee, omdat zij andere ideeën en doelen hebben. Wegen scheiden zich hier... Maar al met al, dat kleur bekennen is de echte mens zoals God dit heeft bedoeld. Immers, pas als de mens zijn meest wezenlijke echtheid vindt, is hij klaar. Want daarmee kan hij alles scheppen in volstrekte harmonie en vrede. Hij lijkt dan op God. God in hem is dan gerealiseerd voor zover dat bij die unieke mens past. Dat is zondag: de fase van de ziel die Liefde in praktijk gebracht heeft en niets anders meer wil.
Zondag is de rustdag van God. Deze 'dag' rust de ziel van de mens die wil en doet wat zijn geweten hem zegt. Daarom is het goed rusten. Gods wezen, kracht werkt dan vanzelfsprekend in de mens omdat diens wil gelijk geworden is aan Gods wil. Daarom kan God ‘uitrusten’. Zijn schepping is voltooid als de mens Gód - dus zijn diepste wezen - heeft ontdaan van alles wat onecht was.
God is - zolang de mensheid leeft - nog steeds bezig zijn schepping te maken, bij elkaar te houden, want de mensheid is nog steeds lerende. De verloren zoon is nog niet thuis.
De zevende dag is onze toekomstige tijd, de tijd waarin er ‘de wederkomst van Christus’ zal zijn.
Dat is de tijd dat de mensenziel zal ‘wandelen met God op aarde’. Voordat het zondag is, moet er nog veel schoongeveegd. De mens zit boordevol van ego en hoogmoed. Dat houdt hem van liefde af. Toch zal de schoonmaak er moeten komen. Daar spreekt het Bijbelboek Openbaringen duidelijk over (lees boek ‘sleutels tot openbaringen’ schrijfster dezes). We zitten in de voortijd, waarin er een scheiding van schapen en bokken zal zijn. We zien het gebeuren…
De mensenziel die van goede wil is, behoort tot het volk van God. Niet dus tot een bepaald volk!! Ieder mens die bij God wil horen, is de Israëliet aan wie God het koninkrijk van God heeft beloofd! Immers Is-ra-Ël betekent: Kind met God.
Iedere mensenziel die de zes fasen van scheppen heeft doorworsteld en God heeft gevonden, door God te willen naderen, door Jezus als voorbeeld na te volgen, bereikt de verdiende rustdag, de zevende dag. De cyclus is dan voltooid.
Dat is de natuurlijke dood van het lichaam, waarbij de ziel vrijkomt. Zonder dood van het lichaam zou de ziel nooit vrij kunnen worden. Er komt met de dood een einde aan lichamelijke, materiële beperking en onvolmaaktheid. Doodgaan is dus ook zondag! Een feestdag omdat je dan als het goed is volledig in Gods orde bent gekomen door je ego te hebben afgelegd. Dat is het ‘ter kerke gaan’, volledig Gods stem horen, Gods aanwezigheid ervaren. Kerkgang op Zondag is niet nodig, als de mens het proces van Gods liefde in zichzelf heeft ontwikkeld, door onbaatzuchtige liefde te willen en te doen zonder voorwaarden! De kerkgang kan als steun dienen voor hen die zwak zijn of snel misleid of nog duizend vragen hebben en niet zelfstandig de weg kunnen vinden door die zeven fasen. In de geestelijke wereld is er ook nog steeds hulp en ontwikkeling. Het is zeker niet zo, dat alleen Bijbellezen, kerkgang, rituelen een plaatsje bij God verzekeren. Pertinent niet! God is liefde en laat ieder, ongeacht geloof toe ’in Zijn Koninkrijk’ (de staat van bewustzijn waar de onbaatzuchtige liefde koning is). De mens die openstaat voor liefde, zal vanzelf - al kende hij Jezus nog niet, of wees hij Deze af, omdat hij een nare smaak kreeg door verkeerde voorbeelden, valse leer, vreselijke verdrietigheden in de naam van God - zal God en Jezus herkennen wanneer dit voor hem de juiste tijd is. Tijdens dit aardse leven, maar ook na de lichamelijke dood! Er is eeuwig groei voor ieder van goede wil. Dat wat liefdeloos was, zal worden goed gemaakt, waar de liefde dit eens - door gegroeid inzicht - zal willen. Zolang iemand dit nog niet wil, mag iemand lijden en beperking ervaren. Ook dat is liefde, dat iemand dát ervaart, wat hij kiest. Eens zal ieder het andere kiezen, waar hij naar toe gegroeid is. Dat is de eeuwig geldende wet die Gods liefde en rechtvaardigheid (= toorn), is, dat ieder krijgt wat hij wil! Wil je het echte, het ware, dan volgt dat. Wil je het onechte, onware, dan volgt dat. Voor ieder wat wils.

De week is dus nog niet voorbij. We zitten als mensheid in ‘het eind der tijden. De eindtijd’. Anders gezegd: het oude leven, het leven uit liefdeloosheid en bijbehorend lijden en beperking gaat voorbij. Het nieuwe leven, het leven uit liefde en vrijheid komt eraan voor wie dit kiest. Wie niet mee wil hierin, zal het oude niet willen loslaten. Dat is zijn goed recht. Waar krom recht en recht krom is geworden, maakt liefde en echtheid alles nieuw. Dat is het ‘vredesrijk, het koninkrijk van God, waar Jezus met de Zijnen zal heersen’. Dat vredesrijk ontwikkelt zich dus eerst in het hart van de mens die die vrede vervolgens uitdraagt, waardoor er een vredevolle samenleving ontstaat.

Deze tijd is er nog niet, maar is bezig zich te ontwikkelen. Alleen.. veel mensen zien dit nog niet, geloven dit niet of willen dit niet.. Veel problemen en verdriet zal echter doen inzien wie, wat het sterkste is. Het is aan de mens zélf wat hij kiest. Durft hij voor de wezenlijke waarheid die liefde is, te gáán of gelooft hij in de kracht van verdeeldheid zaaien, angst, tijd tekort, dwang, discriminatie, ongelijkheid, leugens en volgt hij deze als een lam naar de slachtbank?
Waar de mens het niet weet, zal hij beter maar naar de kerk gaan: te rade gaan in zijn eigen hart of op willen merken wat een ander vanuit zijn hart heeft te zeggen. Het zal een oproep om vrede te bewaren zijn, vrij te blijven en God - die liefde is - om steun, kracht, advies vragen.
De stem van de liefde die God is, wil ieder mens van goede wil horen. Wie wil jij zijn? Ieder mens die door de week heen vertrouwen houdt, hard werkt aan zichzelf, Gods orde zoekt, dus liefheeft, zal die stem horen, elk moment.
Pas wanneer voldoende mensen God weer willen meenemen in het bestaan, zal Hij met al die legers hulpverleners (heiligen, engelen) voor ons, door ons, in ons het grote werk kunnen doen. Hij is al begonnen…

Gera Hoogendoorn-Verhoef.

Uitleg van het Bijbelboek Genesis: de zeven scheppingsdagen. Deel 1.

7 ontwikkelingsfasen van de mensenziel / de mensheid. 1e deel.

De eerste drie fasen van bewustworden: Wat is liefde (maandag); Wat is wijsheid (dinsdag); Wat wil ik (woensdag).

Allereerst: De schepping is niet in 7 dagen gemaakt maar in 7 fasen, of te wel lange, zeer lange, ongekend lange perioden.
Genesis - het eerste boek van de bijbel - verhaalt niet zo zeer het ontstaan van de materiële schepping, maar van de ontwikkelingsweg die de ziel, de mensheid op aarde gaat. Sterker nog, in Genesis wordt de ontwikkeling van de gehele materie tot haar oplossing in geestelijk licht, beschreven. Dit laatste krijgt in dit artikel minder aandacht. Het gaat in dit artikel met name om de ontwikkeling die ieder mens doormaakt.

Deze ontwikkeling naar meer bewustwording, naar meer heelwording, naar leren wat zuiver liefde is, wordt beschreven in 7 perioden van bewustwording, de 7 dagen van de week waarin God de wereld maakt in zeven lange perioden van bewustworden op steeds hoger niveau van wat werkelijke liefde is.  In talloze 'weken', cycles van werken en uitrusten ontwikkelt de mens zich naar - als het goed is - steeds meer inzicht in wat liefde is en hoe je deze liefde in praktijk brengt en wat er door deze liefde allemaal tot stand kan komen. De mensenziel vergeestelijkt steeds meer, waardoor hij zo min mogelijk lijden en problemen veroorzaakt. Het doel van die onvoorstelbaar lange gang door de materie is niet het leven in de materie zélf, maar juist om er lós van te komen en ooit weer deel uit te maken van een geestelijke schepping waarin alles, maar dan ook alles mogelijk is.  Zolang een mens leeft in de materie is hij immers beperkt en onwetend hoe slim hij zich ook vindt en hoe goed hij vindt dat hij het voor elkaar heeft. Er is echter een hoger doel. Dat doel is een geestelijk bestaan in de zuivere liefde waar  alles wat materie is, verlost is en er geen atoom materie meer bestaat en alles zich eindeloos scheppend verder ontwikkelt de eeuwigheid lang.  Dan wel een scheppen in puur liefde, wat een ongekende vreugde geeft en al wat de mens in liefde wil.
Gods ‘wereld’ die Hij begint te scheppen is de verwezenlijkte LIEFDE in ieder persoonlijk mens.
Ik probeer deze ontwikkeling die geldt voor ieder mens persoonlijk, de mensheid, de wereld en de gehele schepping uit te leggen aan de hand van het beschrijven van de specifieke zaken die horen bij die bepaalde fasen. Ze zijn te lezen in het boek Genesis. In de boeken van Jakob Lorber wordt deze materie zeer uitgebreid uitgelegd.

Een ‘dag’ in de bijbel betekent een lange periode van bewustzijn en inzicht opdoen.
Zoals een dag licht heeft en daardoor dag genoemd wordt, is ook bewustzijn (licht) er pas, als er wijsheid is die het donkere gemoed – onwetendheid – verlicht. Onwetendheid wordt minder als inzicht groeit.
Dat licht (levengevende kennis) komt van de zon. Het licht, de zon moet er eerst zijn om het donkere licht te maken. Het donkere is onwetend, liefdeloos. Eigenlijk is dat hetzelfde. Als je de voordelen van liefde zou kennen (zou geloven) zou je die liefde gebruiken en laten groeien. Onwetendheid verdwijnt dan, want alleen liefde doet WETEN, DE WAARHEID KENNEN. God is perfecte liefde. God is de Zon die licht aan alles geeft. God zegt: ’er zij licht en er WAS licht’.
De zon: De zon geeft als enige licht opdat alles kan groeien. Zonder licht is er geen leven mogelijk. Licht is in wezen verdichte geest. In het licht is dus bepaald bewustzijn, bepaalde intelligentie in verschillende toonaarden (kleuren) aanwezig. Uit de bestanddelen van het licht komt leven voort. Geestelijk én materieel leven komt dus voort uit licht. Zonder dat licht komt niets tot leven. Dat houdt in dat licht de enige bron van leven is. Dat houdt in dat licht dus een - dé - levensvoorwaarde is. Lucht is een sterk samengaan, een verdichting van lichtdeeltjes. Daarom is ook lucht onontbeerlijk voor welke levensvorm dan ook.
Water is een nog sterker, duidelijker samengaan, een verdichting van licht. Daarom is ook water onontbeerlijk.
Die bron van het (geestelijk) licht die dat leven is, alle kennis, kracht heeft. Dat is Gods wezen. Onze materiële zon is een van de vele zonnen die het leven brengende licht uit God verspreidt volgens de orde die God is. Talloze kleine en megagrote zonnen vangen het licht van Gods centrum op en geven dat eeuwig door. Zij stralen dus onophoudelijk opdat al wat God wil gevormd wordt naar geest en lichaam (uiterlijke vorm). De inwendige geestelijke zon straalt overal en is perfect. Deze geestelijke zon – Gods hart – is perfecte dus eindeloze liefde die alles kan scheppen, alles bij elkaar voegt en houdt. zon is de enige echte complete waarheid. Het leven zelf wat dat leven allemaal in zich heeft.
Deze onuitputtelijke overal en altijd aanwezige lichtbron is God. Omdat deze bron de enige is en overal, kan het niet zo zijn dat er nog iets anders is dat leven geeft. Daarom is God, Zijn zuivere liefdeslicht eeuwig en onuitputtelijk. Of je dit nu wilt of niet, het is zo, dat het meest zuivere dus perfecte licht een onzichtbaar, onmeetbaar ongrijpbaar GEESTELIJK licht is. Daarom zegt God ook van Zijn wezen: ’Ik ben de Enige, overal en altijd, doorstraal alles, weet alles en vermag alles. Alles is uit Mij en alles is in Mij’.

Zonder licht is er geen leven. In het licht is alles wat er maar nodig is om het leven te vormen en in stand te houden.
Zolang er geen licht in donkerte komt, is er niets en kan niets leven (‘alles was woest en ledig’).
Er was totale chaos. Er was geen sprankje licht.
Daarom zegt God een keer - om alle ideeën die in Zichzelf leven, naar buiten te brengen - :
‘Er zij Licht en er was licht’.

Dat kan ook niet anders, want God is licht en dus IS er al licht. Alleen... God bedoelt met deze zin 'Er zij licht' dat Hij wil dat de mens ontdekt dat Liefde de basis is van licht en dat je moet leven bij dat licht. Anders gezegd is het het wezen van God, van licht dat de mens lief heeft. Zonder het geestelijk licht dat God is, is er geen leven. De mens zal moeten ontdekken dat liefde het wezen is van het leven, of tewel het leven zelf is. Dat God liefde, leven, licht tegelijk is.  Dat met de wens 'er zij licht' al de liefde die God is, blijkt, zal duidelijk zijn. God wil, hoopt, heeft als doel dat de mens de kracht van de Liefde die zijn wezen is, ontdekt en gebruikt.

Dat licht is het begin van een materiële cyclus, waarin alle plannen van God onophoudelijk, eindeloos gestalte krijgen. God wil evenwel dat dat leven een goed, vrij leven is, zoals Hij is.
God is vrij, omdat Hij onbegrensd en de enige is. (waarom dit zo is, leg ik uit in het boek 'Antwoord op vele vragen', maar ook in het 4e boek 'orgaandonatie en - transplantatie geestelijk bezien' (verschijning eind dit jaar).
Daarom geeft Hij regels, adviezen mee. Hij kan niet anders zijn dan Hij is, dus is het Zijn Wezen dat Hij wil dat alles dezelfde vrijheid en volmaaktheid en oneindige groei ervaart. God kan niet anders dan Hij is zoals Hij is.. Daarom is er in ieder kleinst deeltje de drang te verbinden. Om de juiste verbindingen mogelijk te maken heeft God adviezen gegeven aan de mensheid opdat zij voorspoedig en gezond leven met zo min mogelijk lijden en thuis zullen komen in de volmaakte vrijheid die hen wacht (als ze willen). Dit is de verlossing van de Grote Scheppings Mens, thuiskomen van de verloren zoon bij de Vader, Godsrealisatie, bereiken van de hoogste hemel, eenheid met God.
Dat zijn de latere 10 geboden die de mens kan bevatten.

Het gaat erom zoveel mogelijk licht te brengen in het donker, of te wel, onwetendheid van wat liefde en waar is te laten groeien. Kortom, het donkere moet wijken voor het licht.
De chaos moet orde worden en volgens die orde weer zijn plek in God innemen zoals de Liefde die God is, dat wil.

Licht is nodig om alles te doen leven, zoals liefde de enige krachtbron is van alle planten, dieren, mensen op aarde waardoor alles tot stand komt en alles harmonieus verloopt.
Zonlicht is elektromagnetische kracht. Licht is, bestaat uit allemaal bewustzijn (licht)deeltjes die met elkaar op de juiste manier volgens Gods liefde en wijsheid samengevoegd een vorm te schept die levensvatbaar is, als die vorm een bepaald eenheid vormt. Al het daarvoor benodigde bewustzijn is dan voorhanden in die vorm, waardoor die vorm dat kan doen wat het doet al naar gelang dat bewustzijn in die vorm dat wil en is!!!! De (levens) vorm is dan zoals God dat wil. Anders was die vorm er niet! Mensen zouden die vorm niet kunnen scheppen. Ze kunnen alleen materiële zaken bij elkaar voegen tot vormen. Deze vormen zijn echter levenloos, beperkt en tijdelijk. De vormen die God schept zijn er om de mens te dienen om te leven en te leren kiezen. Ze leven dan als het goed is Gods plan en drukken uit wat de liefde en waarheid in die vorm is, dus wíl!

Ieder simpel (lager) eenvoudig samengesteld wezen of ieder (hoger) complex wezen of hoogste wezen (mens) is voorzien van alle bewustzijn uit God in die verhouding, soort en mate bewustzijn dat nodig is om een bepaalde speciale taak te hebben en een bepaald doel te kunnen bereiken. Lager bewustzijn kan nog niet denken en plannen maken. Het volgt ‘automatisch’ de basale wil zoals dit in dat deeltje of die deeltjes is. Hoger bewustzijn kan wal wat meer zelfstandig opereren. . Hoogst bewustzijn is vrij en kan van alles bedenken en bereiken, als de wil er maar is. Daarom heeft alleen een wezen met het hoogste bewustzijn een vrije wil. Deze vrije wil doet de mens thuiskomen in liefde of er ook van verwijderen als deze mens die liefde niet kiest!

Daarom is het evangelie er om de mens - het hoogste wezen - te helpen het in hem verzamelde bewustzijn om te vormen (op te schonen) naar zoveel mogelijk PERFECTE liefde, waarmee de mens gaat lijken op God. Daarom noemt God de mens, een kind van Hem die als doel heeft, te gaan lijken op de Vader, die niets anders is dan pure liefde, wijsheid, wil (Vader, Zoon, Heilige Geest).

Als liefde werkelijk wordt toepast zoals God dit IS en BEDOELT, - als doel heeft dus - zal er een vruchtbare wereld zijn en zal er afgerekend worden met welke onwetendheid, liefdeloosheid en donkerte in al zijn hoedanigheden.
Immers, waar liefde verschijnt is het liefdeloosheid die verdwijnt.
Daarom schept God in Genesis een wereld die vruchtbaar is.
In die wereld schept God de aarde.
De aarde is het hart van de mens dat in principe vruchtbaar is.
Er moet alleen licht over schijnen, zoals over ieder mensenhart inzicht moet komen in wat de bedoeling is van zijn bestaan, van het leven op zich. Zonder licht groeit er niets op aarde.
De mens zijn hart is dus vruchtbaar, maar er moet dan wél liefde in.
De basis van het hart is liefde, want het hart leeft.
Dat is Gods instraling die aan het hart de impuls gaf te leven.
Daarom leeft geen mens zonder God en niet toevallig.
Uit niets kan immers niets ontstaan.
Daarom moet God alles zijn, om alles te kunnen laten ontstaan.
Opdat de mens dit gaat begrijpen is de Bijbel geschreven. De geestelijke inhoud is van grootste belang, maar zijn we kwijtgeraakt.
We beginnen nu met de eerste zinnen van Genesis:

DE EERSTE DAG:
‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde’.
Genesis 1:
De hemel is het vermogen van de mens lief te hebben, het vermogen van de ziel om licht, liefde op te doen. De hemel is dus in aanleg in de ziel van de mens.
De hemel moet echter ontwikkeld worden door in liefde toe te nemen.
De aarde is het hart, waarin die liefde zetelt en als levensbron aanwezig is. Zoals het hart leven geeft, geeft God de mens het leven middels liefde die overal naartoe, doorheen vloeit en alles samenstelt en dus schept. De aarde is vruchtbaar, want de liefde IS ER. Alle bouwstenen zijn er, maar je moet ze wél zien, willen gebruiken en goed toepassen. Je schept dan uit liefde de goede dingen die je gezond houden en blij stemmen. Ze geven je (innerlijke) vrede!
Zonder die liefde, het leven dat God is, is er geen leven hoe, waar, wanneer dan ook, mogelijk.
zonder liefde wordt leven hoe dan ook, vroeg of laat een hel. Hel is een afwezigheid van liefde.

Genesis 1:2:
‘de aarde nu was woest en ledig. Duisternis lag op de vloed’. Anders gezegd: ego ligt op de loer en dreigt het levengevende water smerig te maken. Vies water kun je niet meer drinken. Je gaat er dood aan. Liefdeloosheid, egoïsme, hoogmoed, denken dat je eigen maat van liefde ‘wel genoeg zal zijn omdat het je beter uitkomt’, is vervuiling van het water (dat water is Gods ene liefdesleer, Zijn Woord, dat leven geeft).
'Gods Geest zweefde over de wateren’: Het hart (de aarde) is aanvankelijk leeg. Het hart, de mens die niet gecultiveerd is, niet opgevoed is met liefde en waarheid snapt niets van waarom hij leeft, waar hij vandaan komt en waar hij naar toe onderweg is. De grote hamvraag van ieder mens is vroeg of laat: waartoe is alles? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naar toe? De mens is in principe een geestelijke wezen met een omhulsel van materie: vlees en bloed.
De vloed is het water, Gods leer die leven geeft. In water, het levengevende brood, Gods Woord is dus de voeding van de mens. Het brengt hem tot leven. Het hart van de mens moet doordrongen zijn van Gods waarheid en kracht (dus van de liefde, het levende water). De vloed is er. Maar de mens moet éérst uit liefde en ontzag gaan begrijpen hoe, waarom, waartoe het leven is. De mens kan in deze eerste fase hoogstens God vermoeden, maar kan er niets mee… Het blijft allemaal zweven… Het woord ‘landt’ niet. Er komt niets tot stand als je geen liefde voor iets hebt opgevat. Het blijft bij denken, willen, maar… je hebt geen liefde genoeg om dat wat je denkt en wilt te DOEN.
Duisternis lag op de vloed: Er zijn allerlei gedachten, maar alles is nog chaos. Er is niets gestructureerd. De mensenziel denkt, wil van alles, maar, wat is goed of niet goed? Hij kent God nog niet. Hij denkt dat hij moet geloven, dat hij zus of zo moet geloven. Hij denkt dat hij vast zit aan dogma’s en regels en de wet moet houden omdat hij anders gestraft zal worden. Het is nog donker. Zijn gemoed is bang en beperkt. In deze fase is de mens baby. Hij moet zijn lichaam leren gebruiken door vallen en opstaan. Hij moet leren wie hij is en wat hij kan betekenen in het leven. Zolang de baby baby is, wordt er voor hem gezorgd. Hij is veilig en leert dat liefde er is. Hij hoeft alleen maarliefde te zijn, zoals een baby onvoorwaardelijk is! Hij hoeft nets te winnen, hij hoeft niets te presteren, kan niet veinzen, niet liegen. Hij is écht, zoals liefde echt en onvoorwaardelijk zichzelf is. Dat is het toonbeeld van God. Daarom houdt ieder van een prille onbedorven baby.
Toch moet en gaat deze baby groeien en verliest het zijn onschuld. Maar.. inwendig blijft de ziel in die groter groeiende mens dezelfde als die van de baby…

Genesis 1: 3 en 4:
En God zei: ‘er zij licht, en er was licht. God maakte een scheiding tussen licht en duisternis. Toen was het avond gewest en het was morgen geweest: de eerste dag’.
God maakte een begin door licht te maken. Dat was er al, maar Hij begon het te vormen naar onderdelen van Zijn beeld.
Dat licht is de kiem die in de mens weet dat hij uit licht gemaakt is en door licht kan leven en dat hij dat licht sterker kan maken door Gods wil te doen. We hebben het over de mens die uit liefde leeft en daarom een ‘lijntje heeft met God’. Het licht in hem verlicht alles wat er is waardoor deze mens ziet wat goed is, waarom hij zo is en hij doet er het juiste door, zoals een baby gewoon is zoals hij is. Er is nog geen enkele twijfel of nijd.
Het baby’tje is puur, eerlijk en veinst niet. Zo is de mens die leeft naar Gods wil…
De oorspronkelijke allereerste mens is een gééstelijk levende mens. Hij weet nog van God, kent Diens kracht en laat zich leiden door de liefde die God is. Deze mens vertrouwt God honderd procent. Hij ervaart God in zijn dromen, visioenen, hoort Zijn stem en ziet de geestelijke wereld. Deze mens heeft niet veel nodig, want hij put uit God en laat God zijn leven bepalen, waardoor zijn leven ordelijk, vruchtbaar en goed verloopt, al zal dit niet altijd zonder moeite zijn. Immers, ook deze mens heeft een doel op aarde en moet het doen met de materie die sterfelijk is en zijn lichaam belast, vervormt en doet verouderen. Het aards lichamelijke leven is tijdelijk, totdat de ziel van de mens God heeft gerealiseerd. God is dus in deze fase - net als bij een baby het geval is - nog vanzelfsprekendheid in dit mensenleven. De mens eert dat leven dan als hoogste, zoekt die bron en heeft ook contact met die bron via zijn hart, omdat God nog niet teveel verschilt van de liefde die de mens heeft. Zodra de mens zijn puurheid verliest en baby af is, wordt het sappelen..

Na het beschrijven van een scheppingsdag eindigt een vers met: ’en na de eerste dag, volgde de ochtend. Het werd morgen’. Er wordt hier bedoeld: na een eerste vanzelfsprekendheid dat zuiver liefde het leven is en in de mens werkzaam is en ook moet zijn, leef je vanuit dit begrip en maak je dat licht sterk. Je straalt dus licht (liefde) uit en deelt van dat licht en verlicht zodoende mensen, maar ook de natuur om je heen.
Met dat licht verdwijnt dus onwetendheid en onbegrip (donkerte) en ga je alles helderder zien, word je steeds wijzer en kun je leren omgaan met de vervolgstap.
Eerst pas ná het opdoen van inzicht (dag) wordt het licht (er gaat je een licht op) en wordt het ochtend (het werd morgen). Dat is een pril begin van een nieuwe dag (nieuwe fase) met meer licht (meer inzicht).

DE TWEEDE DAG
Genesis 1:8:
God zeide: ‘dat er een uitspansel in het midden van de wateren zij. Dit make een scheiding tussen wateren en wateren. Hij scheidde de wateren onder en boven het uitspansel. God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag.
Op de tweede dag, de tweede fase gaat de mens nadenken en onderzoeken.
Hij leert zodoende het verschil tussen wat waar en goed en onwaar en niet goed is.
Dat doet hij door kennis te verzamelen. Het vanzelfsprekende is er nog, maar er worden ándere nog onbekende zaken ervaren en geleerd. Het kind moet dus leren ervaren at er méér is. Maar… wat is wijsheid? Wat is goed of niet goed? Wijsheid verzamelen is dus het thema in deze tweede fase van ontwikkeling van de ziel.
Zo is ook bij het jonge kind het tijd dat hij meer van moeder af groeit. Hij leert dingen van de buitenwereld, vriendjes en van school. Zijn wereld wordt groter. Hij moet leren kiezen tussen wat waar en goed (dus liefdevol) is en wat leidt tot onwaarheid, foute acties (liefdeloosheid).
Dat gaat lukken als een kind eerst maar wel heeft geleerd in zijn baby tijd (1e fase van ontwikkeling) dat er vanzelfsprekend liefde was en is en dat zijn ouders er altijd door dik en dun voor hem zijn, hem vergeven, steunen en onvoorwaardelijk liefhebben. Zo leert een kind al dat als zijn ouders er al voor hem zijn en van hem houden, God nog veel meer van hem zal houden, álles kan en álles weet. Het kind doet in een veilige omgeving zelfvertrouwen op en leert dus te vertrouwen in het ZELF dat in hem is. God bepaalt dan richting via het kind zijn hart, biedt veiligheid tegen wat zwak maakt en bedreigt en geeft oplossingen en mogelijkheden. God is er altijd al, want het kind leert in het eigen hart alles te vinden wat het nodig heeft, al doet het leven pijn of raakt het van alles kwijt. Een kind leert zodoende dat het met vertrouwen en nádoen van de liefde die God vraagt, problemen te overwinnen en ontwikkelt een sterk karakter omdat het leert lief te hebben.
Het kind leert dan verschil tussen liefde en niet-liefde en leert een basis te leggen voor het juist kiezen en ontwikkelen van wat het later gaat willen.

In deze tweede fase moet een kind juist eerst leren wat het goede is, waarom ook een kind niet kan en mag worden overgelaten aan zijn eigen wil of die van de buitenwereld. Het kind is immers dan zwak en kan nooit een sterke ziel ontwikkelen omdat hij geen goed beeld heeft ontwikkeld van wie ‘de Vader’, wat de échte liefde is. Hij zal dan zijn eigen gevolgtrekkingen gaan maken en zijn eigen wil gaan zien als goed en deze gaan doordrijven, wat de basis is voor chaos en egoïsme.

In deze tweede fase scheidt God wateren van wateren. Die wateren zijn de verschillende gedachten, meningen, wensen, drang en voorkeuren die mensen hebben over wat waar en goed is. Je zult een referentiekader moeten hebben, wil je weten wat dan goed of waar is en wat niet. Dat kader biedt, IS God. Hij heeft alles in het hart van de mens gegeven. Waar dat er niet is, geeft Hij dat als de mens dat zoekt. De mens moet dat leren zoeken, zoals een kind ook bij zijn ouders terecht kan met al zijn vragen en ouders hem de bescherming, leiding geven die het kind nodig heeft. De ouders geven het kader, zoals ook God het kader aan de mensheid geeft. Ook de natuur heeft een kader waarbinnen alles gezond met en naast en door elkaar kan leven. De mens, het kind kan pas op zoek gaan als alles niet meer zo voorspoedig gaat en hij gebrek gaat ervaren. Dat gebrek komt vanzelf bij het ontdekken van de eigen wil en het andere dat vaak mooier lijkt dan wat het kind leerde en had. Waar een baby nog geen gebrek heeft omdat ieder van dat baby’tje houdt, het leuk is en ieder een baby’tje wil koesteren en beschermen, is dat bij het jonge kind niet meer vanzelfsprekend. Het gaat immers een eigen wil ontdekken en zijn eigen weg willen doen. Dat maakt soms minder geliefd en maakt opvoeden lastig.

De volwassen mens maar ook het kind gaat dingen leren die anders zijn dan God voor die mens had bedoeld en had gewild. De mens is een vrij wezen, dus hij MOET deze vrije wil goed leren gebruiken. Daarom heeft God middels Zijn Woord (in het hart van de mens) en in latere instantie via andere mensen, engelen en geïnspireerde boeken, een leidraad gegeven. Waar de mens deze adviezen volgt, zal hij wijs worden. Hij zal dan geluk en vrede ervaren. Dat is de hemel.
Het uitspansel noemt God daarom hemel.
Hemel is de staat van bewustzijn (ontwikkeling) waarin de mens liefheeft en zijn eigen wil heeft leren opofferen aan de dienstbare liefde. Dat maakt anderen maar ook hemzelf gelukkig en sterk. Het is DE basis van een goede vruchtbare samenleving (de aarde die groen is, maar moet verzorgd worden door de mens).

De scheiding die God zelf aanbrengt is Zijn Woord (uitleg wie God is, wat het doel is van de mens, kortom antwoord op alle levensvragen en de nodige leefregels daartoe) dat de mens in vrede en welvaart houdt en brengt. God brengt dus scheiding aan tussen wat niet goed en goed is, ziekmakend of heelmakend, chaos of orde brengt.
Dat referentiekader is zeer belangrijk, want waar dit ontbreekt, gaat het kind, de mens, de ziel, de mensheid, de schepping zelf zijn eigen gang omdat hij dat zo wil. Hij komt dan vanuit vrede in onvrede, van kennis in schijnkennis, van gezondheid naar ziekte, van gelijkheid naar ongelijkheid, van vrijheid naar controle, van leven naar dood. Immers, waar een mens niet de wijsheid en liefde kent van hoe het er in de wereld aan toe gaat, zal hij die orde bevechten omdat hij denkt dat hij het zelf moet regelen en het beter weet. Hij neemt dan God niet mee in zijn beleid. Mensen gaan dan méér willen worden dan God, omdat ze denken dat Hij liefdeloos en dom is of zelfs niet bestaat. Daarom gaan mensen prat op hun eigen kennis en verliezen ze de waarheid, de kennis van God in het eigen hart (de hemel). Ze moeten het dan van uiterlijke, materiële dingen hebben die echter weer tijdelijk en beperkt zijn, dus nooit vrede, voldoening en vrijheid geven.

God moet dat kader zijn, omdat er geen ander iets is, dat het leven geeft en is.
Daarom kan er alleen maar leven zijn waar licht en kennis uit God is.
Het thema van deze fase van ontwikkeling in ieder mens is het zoeken naar wijsheid.
God legt de kiem van vragen stellen, van het willen weten waar het leven vandaan moet komen en hoe hij dit het beste kan doen, in ieder mens. Er groeit dan vanzelf als de mens gehoor geeft aan de drang tot ontwikkeling, ‘op de tweede dag‘ kénnis die zich op haar beurt weer ontwikkelt door het doen van de daden uit die goede kennis. Waar dit anders verloopt omdat mensen hun eigen hersenverstand zien als waar, goed en alwetend, vervalt de mens in schijnwaarheiden.
De maatschappij die daarop gebouwd is, is gedoemd ellende te brengen omdat immers die ‘kennis’ nooit leidt tot liefde en vrijheid, al lijkt dit wel in eerste instantie of omdat ‘men het zegt’! De afzondering van God wordt immers dan steeds groter en de mens raakt dan het referentiekader dat God had geboden steeds meer kwijt, omdat dat wordt ondergesneeuwd door ideeën, meningen die van mensen zelf afkomstig zijn, dus zeer gebrekkig zijn en gekleurd zijn door hun eigen soms negatieve liefdeloze ervaringen en eigen verkeerde doorgedramde wil.
Een ‘dag’ in de Bijbel staat voor de mate van bewustzijn, kennis opdoen van wie, wat, waar God is.
Het is dus van belang dat mensen via de natuurwetenschappen ontdekken en leren. Immers, waar je leert via de natuur hoe de schepping in elkaar steekt, leer je te weten hoe ‘God werkt’ en zul je Hem meer eren en goed kunnen ‘gebruiken’ in je eigen leven.
‘God Eren’ betekent: De liefde en wijsheid in God herkennen en deze sterk maken in je eigen leven door die orde die God is, te volgen. Je drukt dan dus God uit middels jouw eigen talenten, karakter, zo zijn, je mogelijkheden en drijfveren. Je drukt God zo goed en zuiver mogelijk uit als je God, de liefde wilt dienen. Wil je dat niet, zal het logisch zijn dat je God niet dient! Het blijft dan donker.

DE DERDE DAG
Genesis 1: 8-13:
En God zeide: ‘dat de wateren onder de hemel op één plaats samenvloeien en het droge tevoorschijn komen. En God noemde het droge aarde en het samengevloeide noemde Hij zeeën’. God zeide: ‘dat de aarde jong groen voortbrenge, zaadgevend gewas ,vruchtbomen, welke zaad bevatten op de aarde….. en God zag dat het goed was. Toen het avond geweest was en het was morgen geweest: de derde dag.’

De aarde - het menselijk hart - gaat door het verzameld hebben van de juiste kennis, het juiste doen. Het jonge groen zijn de juiste, dus goede prille daden uit liefde die een mens voortbrengt.
Ze geven zelfs zaad en vruchten. Dus, die goede daden leven voort en ze geven voeding. Namelijk het goede doet de mens goed voelen, tevreden en gelukkig zijn. Zijn plannen en daden ( ook vruchten en zaad) zijn immers goed dus levenskrachtig. De mens, de puber (3e fase van menszijn) ontvangt de voeding in de vorm van liefde, voldoening, helpen en geholpen worden. Goede daden doen en ontvangen is wat hem sterk maakt en .. zichzelf.
Hij heeft liefde geleerd in de babytijd. Hij heeft verstandelijke kennis geleerd in zijn jeugd. In de puberteit kan hij nu de juiste keuzes maken in wat hij zelf nu gaat willen. Een lastige tijd, want je weet niet altijd wat je wilt, je moet nog groeien in weten en ervaren wat wel of niet zo goed is. Kortom; je bent wisselvallig. Je weet wat goed is, maar wil dat net altijd meer. De buitenwereld roept. Je wilt je horizon verbreden, kijkt reikhalzend uit naar dat andere, dat voor jou nieuwe dat ook spannend is of leuk lijkt. Wat wil je nu eigenlijk? De mens, de maatschappij die goed opgevoed is in het Woord van God, kent geen verdeeldheid en onvrede en honger of angst. Alles is goed. Maar… waar de mens zijn eigen wil doet en Gods Woord en dus goede raad in de wind slaat of niet kent, zijn de vruchten wrang en ontkiemen de zaden slecht. Anders gezegd: de daden zijn niet meer uit liefde (1e dag) en wijsheid (2e dag) maar uit eigen wil (3e dag). Een dwarse puber die vaak verkeerde zaken kiest. Daarom wordt de orde in en om hem vaak tot chaos. Hij volgt teveel de eisen van zijn verstand, de buitenwereld, zijn lichaam en klatergoud.. Gods orde komt vaak op de achtergrond.
In deze fase van bewustwording dient de mens niet zijn eigen egoïstische beperkende, verdelende, veroordelende, kapotmakende, dus liefdeloze wil te gebruiken, maar moet hij Gods wil hebben leren kennen en deze willen doen. Natuurlijk kan ook chaos juist door het ontwikkelen van de eigen goede wil verleden tijd worden. De puber maakt zich dan los van bijvoorbeeld een trieste jeugd en gaat dan nu wél de weg van de liefde, waardoor hij zich ontworstelt aan zijn beperkt milieu. Misschien is zijn moeilijke begin wel nodig geweest om orde te vinden uit de chaos!

Elke keer zegt God nadat Hij iets heeft geschapen: ’en Hij zag dat het goed was’. Dan volgt de herhaling van wat God heeft gedaan.
Dit is een bevestiging, een zeker beschouwen, waarin duidelijk wordt dat God werkelijk niet anders kan dan zijn zoals Hij is en dus niet kan afwijken van Zijn eigen wezen, zijn eigen orde. Er valt ook niets bij te stellen, want God ziet dat het goed is, omdat hij Perfect, de enige, de Alomtegenwoordige, de Alfa en de Omega is.
God weet alleen wel dat de mens die gesteld is over de hele schepping als heerser, alles kapot kan maken als ze Gods wetten en adviezen loslaten. God ziet dat met lede ogen aan. Maar… God is vrijheid. Daarom kán het niet anders, dan dat de mens door gebruik van zijn eigen VRIJE wil de heelheid weer moet zien te bereiken, eigen moet zien te maken en dus grote builen kan vallen. Hij is doorgaans de orde die God is (in zichzelf de medemens en in de gehele schepping) verloren, maar moet en zal er weer in terug, omdat het wezen van de liefde nu eenmaal is, dat niets maar dan ook niets uit die liefde er niet bij hoort, dus verloren zou gaan!
De mens schept chaos. God niet!

In de 7 fasen zijn alle 7 aspecten van God te zien in de 7 lichtkleuren (rood, oranje, geel, groen, blauw, paars, violet), 7 muzieknoten, 7 chakra’s, 7 dagen van de week, 7 scheppingsperioden van onze aarde enzovoort. Alles komt dus met elkaar overeen. Alle aspecten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, gaan vooraf aan, volgen op, maken alles compleet. Zoals alle kleuren het witte zuivere licht vormen en geen enkele kleur kan ontbreken omdat anders dat licht dat witte licht niet zou zijn!
Zo kan geen mens een aspect, fase overslaan of niet willen. Hij komt anders nooit terug in de heelheid van het witte licht. Hem ontbreekt immers bepaalde nuance of aspecten of zelfs bijna een hele kleur. Geen mens is perfect. Daarom lijdt ieder mens. Toch, zodra hij inziet en doet wat Gods wil is, wordt hij pas compleet. Hij mist dus tot dán ‘kleur’ (bepaald bewustzijn) en kan dan niet zijn wie hij door God bedoeld is te zijn. Hij lijdt dan dus overeenkomstig de mate dat er een kleur (aspect van liefde) ontbreekt.

In alle fasen zie je de uitleg zoals deze beschreven is in deze korte verhandelingen terugkomen. Zoals het in het ongezien kleine geestelijke feit is, is dit ook in alle geval in alle aspecten van het materiële leven.
Als je eenmaal begrijpt hoe dit alles zich vormt en uit, weet je ook wat er dus goed of niet goed is. Inzicht in deze grote dingen helpt dus - zo de mens wil - heelheid en vrede te bereiken. Hij kan erdoor al zijn wetten, beleid, plannen en gebruik ervan ten goede benutten.
Als het doel is om zo zuiver mogelijk lief te hebben weg is uit de samenleving, dan krijgen we steeds meer huizenhoge problematiek.
We hébben wel liefde, we wíllen wel liefde, maar weten niet meer wat wezenlijke liefde is. En… al weten we dat, dan moeten we dat nog zien te DOEN te midden van ieder die weer wat anders wil, denkt en vindt!
Zolang we God boycotten en onze eigen ideeën en ‘waarheden’ van bijvoorbeeld de wetenschap, de overheid loskoppelen van God, zullen we nooit vrede, gelijkheid, welvaart en gezondheid ervaren.

Daarom zegt God ook: ‘eer Mij als hoogste en niemand anders’. Ook de politiek moet dus niet de meeste eer krijgen. Ook niet de mens met het meeste geld. Ook de mensen met allerlei economische en machtsbelangen, ook niet de groep die het hardste schreeuwt of dwingt, want deze dingen hebben niets met Liefde in haar zuiverste vorm te maken. De politicus, de uitvinder, de leider, de zorggever, de zorgnemer, de genezer, de wetenschapper, de handelsman, de kunstenaar, de ambachtsman, kortom ieder mens die zijn werk en streven opdraagt aan God - de hoogste liefde - zal een zeer wijs en goed mens zijn.

De mens die vindt dat hij buiten God om kan en het beter weet, moet oppassen. Hij veroorzaakt discriminatie, liefdeloosheid, moeten, verdrukking, dwang, ongelijkheid, chaos, enzovoorts.
De weg terug is een weg naar God.
Niet via een moeten, schreeuwen, dwang, onderdrukking, recht van de sterkste, grootste, rijkste. God zegt: ‘Ik ben in het kleine, in het zachte, in de dienstbaarheid. Ik kom niet in de storm, niet in de wind. Je kunt Mij vinden – als dit je ernst is – in de stilte van je eigen hart’.
Niet alle strijd op aarde is te vermijden. Wel het grootste droevigste deel ervan, omdat
het meeste ervan niet nodig geweest zou zijn als we God maar beter hadden gekend, erkend, begrepen en… hadden gebruikt in ons leven!
De mensheid van nu is aanbeland op de bijna zesde dag!

Gera Hoogendoorn-Verhoef

In Deel 2 zullen de 4, 5, 6 en 7e dag in het kort beschreven worden.

Tien geboden bekeken

Tien geboden nader bekeken

Gods adviezen, leefregels, tien geboden zijn niet ouderwets, maar gelden voor alle tijden.

Naast de tien geboden zijn allerlei leefregels gegeven. Deze zijn ondermeer te lezen in Deuteronomium 14-28.
In de Bijbel zijn alle adviezen die God ons geeft opgetekend en heel duidelijk uitgelegd. De mens ging deze regelgeving echter vanuit verstandelijk denken en vanuit het ego uitleggen. Geestelijk inzicht verdween of sloot men (hier en daar) uit, waardoor de mens overging tot wetgeving en leefstijl die nogal eens tegen Gods regels in ging en gaat.
God geeft de goede, dringende raad (niet dwingende raad. Gods wetten zijn geen wetten, die persé gevolgd moeten worden op straffe van dood, hel en verdoemenis, maar liefdevolle, wijze adviezen) die – wil de mens voorspoed en vrede kennen – opgevolgd dienen te worden.
De oudste beschavingen volgden deze adviezen. Zij bleven in de zegen van God
(voorspoed) zolang zij zich hielden aan de gegeven wetten. Toen de mens zich door de tijd heen eigen wetten schiep en op eigen, menselijke wijze Gods wetten ging interpreteren, verloor de mensheid aan welvaart en begon de strijd, ongelijkheid en verval.
De enige weg terug is het zich weer gaan voegen naar de leefregels die de allerhoogste waarheid en liefde ons doet weten in ons hart, dat deemoedig genoeg is om de minste te willen zijn.
We zullen weer terug moeten willen gaan naar ons geweten.
Terug gaan naar wat we altijd al hebben geweten. Want… diep in onszelf weten we wat waar is. We zullen dit ware wat in IEDER mens leeft, ook moeten gaan laten groeien en er naar moeten gaan leven.

- In de Bijbel geeft God al het advies geld niet te beleggen en de raad dat er geen (woeker) winsten moeten worden gevraagd. Geld moet rouleren. Ieder moet er van kunnen profiteren en niet enkelen, wat wel het geval is als geld weggezet wordt. Een gezonde redelijke appel voor de dorst is raadzaam. De een heeft een kleine appel nodig, omdat hij kleine gezonde plannen heeft. De ander heeft meer nodig, voor gezonde grote plannen. Oppotten en meer en meer verzamelen, is wat anders en wordt door God niet bedoeld. Tevredenheid en gezonde werkzaamheid uit dienstbaarheid, delen met de zwakkeren is uitgang bij het sparen en beheren van geld.
- God zegt dat ieder een tiende van zijn inkomsten zou moeten afstaan, zodat met dat afgedragen geld de gemeenschap kan groeien en weduwen en wezen en zieken geholpen kunnen worden. Logisch dat dat geld dan ook eerlijk en nuttig besteed moet worden en niet moet gebruikt voor onzinnige dingen waar de doorsnee mens of de armere burger niets aan heeft.
- God adviseert eens in de zeven jaar de grond niet te betelen, zodat deze zich kan herstellen, waardoor zieken van gewas en dus ook zaad (door uitputting van grond) worden voorkomen.
Wij planten alles echter propvol, bemesten onnatuurlijk, gebruiken veel te veel schadelijke stoffen en putten de grond uit. Verschraling, verdwijnen van structuur leveren minder voedzaam en sterk gewas op. Grote onkosten, maar ook mineraal gebrek in de voeding als gevolg.
- God adviseert de zevende dag van de week te rusten van het harde werken en de zorgen tijdens de werkweek. Deze vrije dag is nodig als break in de week en om weer energie en moed te verzamelen voor de komende werkweek. Hij adviseert ons deze dag te benutten om te genieten van dingen die anders niet kunnen, aandacht te besteden aan gééstelijke dingen waar er anders niet veel van komt.
Maar de mens wil ook deze dag zijn inkopen kunnen doen, allerlei ‘leuke’ dingen kunnen doen, waardoor hij anderen verplicht te werken. Wij willen steeds vreemder vermaak, waarvoor we weer extra geld moeten zien te verdienen. We hebben dan de zondag nodig voor de luxe die we eisen. En voor je het weet doe je er zelf ook hier of daar in mee.
Een vaste rustdag is ons gegund omdat wij daardoor sneller geestelijk kunnen groeien. Een andere dag kan natuurlijk ook een rustdag zijn. Maar regelmaat en vaste tijden voor inspanning en ontspanning zorgen voor een bepaalde orde waardoor gemakkelijker een bepaald evenwicht kan worden beleefd. De mens weet dan waar hij aan toe is en een ander dus ook. Voor ieder dan rust in zekere zin, tenzij het door nuttig, noodzakelijk werk uiteraard niet anders kan. Dan is een andere rustdag natuurlijk noodzaak en dringend advies.
Zondag is dag van de zon. Dag van het licht. Licht is ook inzicht, kennis. Dit licht kunnen we krijgen door naar een kerkdienst te gaan, maar ook door eens te bezinnen op innerlijke dingen. Ook een goede daad verrichten door een bepaald bezoek af te leggen, waar het er anders niet van komt, of jezelf resetten, vormt licht. De vrije rustdag is er voor geestelijke voeding en ontspanning. Voor de ander, dus ook voor jezelf!
God adviseert om de rust te zoeken. Hij weet dat wij immers in die rust en ontspanning weer in contact komen met onze diepste verlangens. In de hectiek van het stressvolle leven met alle verplichtingen ne wensen, weet je vaak niet meer wat eigenlijk je diepste wensen zijn. Je groeit er snel vanaf. Zo vervreemd je van de waarheid in jezelf en … word je onecht! Dát brengt vervolgens verzwakking. God weet dat deze diepste dingen van je hart - die waar en echt zijn omdat ze je maken tot wie je bedoeld bent te zijn - uitgedrukt moeten worden, wil een mens echt gelukkig zijn.
Teveel rust willen hebben, steeds meer vrije tijd en minder werkdagen is ook niet goed. De mens wordt er alleen maar lui van en heeft weer meer geld nodig - in korte tijd verdiend - om op prettige wijze zijn vrije tijd op te vullen… Neem eens rust en zet eens niet de tv of de radio aan. Neem eens tijd voor bezinning en verwerking en hol niet meteen maar weer door naar de volgende activiteit of afspraak.
- God adviseert ons om niet meer te doen dan we nodig hebben, omdat we anders voortijdig opbranden, vanwege het moeten voldoen aan de eisen die de wereld, ons ego, ons lichaam ons stellen.
- God adviseert ons in alles maat te houden, omdat dat onze ziel en ons lichaam gezond houdt, waardoor we in staat zijn bergen te verzetten.
- God adviseert ons niet te stelen. We stelen echter van de zwakken, door zelf meer denken nodig te hebben. Olie, goud, katoen, uranium, hout, diamanten, halen we uit landen, waardoor de bevolking armoede lijdt. We stelen van de staat (belasting ontduiken), van bedrijven, omdat ‘ze toch al genoeg hebben en ze het wel kunnen missen…’En de staat, bedrijven stelen in zekere zin van de burger door te veel te eisen aan regels en inzet. We stelen van onszelf en zoeken vaak belangen in dingen die ons gelukkig lijken te maken, maar vaak slechts tijdelijk geluk brengen en geen blijvend, innerlijke rust in je gemoed.
- God adviseert ons onze vader en moeder te eren. Dat doen we niet en leren dat ook niet altijd meer. We zijn druk met leven en overleven. We gaan stug onze eigen gang en kijken liever niet meer om naar de familie, omdat we het druk hebben met carrière maken, geld verdienen en uitjes, pleziertjes, die er in overvloed zijn. We willen ook wel eens wat en vergeten wat zij voor ons hebben gelaten. Trouwens, met vader en moeder eren, wordt geestelijk gezien het eren, het hooghouden van de waarheid (vader) en de goedheid (de moederliefde) bedoeld. Deze waarheid en goedheid zijn in onszelf te vinden, maar hebben het als het goed is van onze ouders geleerd. Zo niet, dan is het een logisch gevolg dat je niet zo goed met je familie omgaat of zelfs niet zoveel om hen geeft. Je hebt dan immers al genoeg aan jezelf omdat je amper weet wat wijs en goed is..
Waar we waarheid en goedheid in onszelf en de ander hebben geleerd te eren, gaat het ons allemaal goed en komt niemand tekort. Ook je familie niet.
- God adviseert ons een gezin te stichten. Doodeenvoudig om de reden dat er dan een gemeenschap wordt gevormd waarin de liefde de basis is voor zorgzaamheid, hulp, steun, bemoediging en veiligheid. In familieverband is er een samenleving in het klein, waarbij bepaalde uniciteit, individualiteit, saamhorigheid, steun, veiligheid en ruimte is gewaarborgd en samenwerken en samenleven is geleerd. Ook incasseren en respecteren leer je dan. Waar er geen gezin is, zijn er andere wegen om gemeenschappen te vormen in liefde en is dat ook goed als de basis geen egoïsme is!
- God adviseert ons Hem boven alles lief te hebben, te eren en vandaar uit onszelf en onze naasten zoals wij zelf ook willen worden behandeld. God zegt niets anders dan dat wij de hoogste liefde en de hoogste waarheid moeten eren (waard- eren). Dat is het God eren. Als wij dat doen, doen we automatisch het goede. Waar wij God in ons eren, drukken wij ons uit, precies zoals de liefde en de waarheid in ons willen. Daarmee dienen we onze medemens. De mens heeft echter bedacht dat God geen God van liefde is, maar alleen maar een wettisch, oordelend God. Daarmee staat hij zichzelf toe te (ver)oordelen, waar God adviseert dat juist niet te doen…
- God zegt van Zichzelf dat Hij als kiem in ieder mens is gelegd en dat alles wat leeft uit Hem voortkomt. Zolang de mens dat anders ziet en God buiten zichzelf denkt, herkent hij ook het goddelijke niet in zijn medemens en zal hij deze dus kunnen benadelen, manipuleren en overheersen en ook blijven zoeken naar een waarheid buiten zich en niet DE waarheid in hem.
Zo wordt een mens onecht en streeft hij dingen na die niet bij hem passen of hem verzwakken, wat liefdeloos is! En dat terwijl God zegt: ‘heb lief!’
- God heeft gezegd dat de mens de aarde moet bevruchten, en zich moet vermenigvuldigen en de aarde moet bevolken. God heeft niet gezegd dat we maar raak kunnen vrijen met ieder die we maar tegen komen. God heeft richtlijnen meegegeven die er voor zorgen dat we bij de juiste man of vrouw de kinderen verwekken die bij ons passen. Waar wij deze richtlijnen in de wind gooien en te pas en te onpas willen vrijen zullen in allerlei omstandigheden kinderen komen, wat alle betrokkenen problemen - die groter zijn dan we soms aankunnen - oplevert. Liefde was immers niet de basis, maar een tijdelijke, lichamelijke, materiële ‘liefde’ die alleen maar moeite met zich meebrengt. Opvoeden, leven is veel lastiger waar echte liefde ontbreekt. De aarde bevolken beetekent geestelijk gezien ons hart (aarde) vruchtbaar maken door goede daden (bevolken).
- Waar God zegt dat Hij leven geeft en neemt en wij menen dat wij dat kunnen doen, zullen we verkeerde tijdstippen en situaties kiezen om leven te laten ontstaan en te beëindigen. We zullen grenzen dáár leggen waar ze ogenschijnlijk liefdevol lijken, maar in wezen gebaseerd zijn op eigenbelang en angst. We bezorgen onszelf en anderen hierdoor veel zorgen, leed en problemen.
- God zegt dat wij de kinderen tot Hem moeten laten komen en dat wij ze daarbij niet moeten hinderen. We voeden onze kinderen echter lang niet altijd meer op in de ware geest van de ware liefde. Dat is echter toch echt de enige waarheid die de mens tot God (heelheid, vrijheid) doet komen. We geven hen ónze (dus beperkte, gedeeltelijke) waarheden, in welke soms amper ruimte meer is voor dienen, naastenliefde, echtheid, geloof in je diepste kern die van God is, mee.
We zijn zélf niet meer de onschuldige voor geestelijke zaken ontvankelijke, alles vergevende, niet oordelende kinderen. Hoe kunnen we dan deze dingen leren aan onze kinderen?
- God zegt ons onze kinderen de liefde voor Zijn wezen (voor de Vader) in te prenten (Deuteronomium 6: 6-8). Daar bedoelt God mee, dat wij de Hoogste Waarheid in God zullen eren, door die hoogste waarheid in onszelf en in die van de ander te eren. Eren is vormgeven in liefde. Er wat mee doen. Je échte wezen laten zien. Als we die Hoogste Waarheid eren - vormgeven dus - hebben we lief… God eren is dus dóén wat de zuiverste liefde is en wil. God zegt dus niets anders dat we er alles aan moeten doen om onze kinderen de zuivere liefde te leren en... voor te leven.
- God zegt dat man en vrouw kinderen dienen op te voeden in een leven van liefde voor God en elkaar.
Dat betekent niet alles maar goed vinden en slikken tot je stikt.Wij denken dat we kinderen in allerlei situaties kunnen opvoeden en denken dat het niet zoveel uitmaakt wie een kind opvoedt. We zien niet in dat er met man (vader) en vrouw (moeder) de onvoorwaardelijke liefde en waarheid worden bedoeld. Waar deze ontbreken is het kind al op weg om ego, hoogmoed, zelfzucht, gemakzucht, leugen te ontwikkelen. Verlies van ware identiteit uit God dus. Hoe moet een kind waarheid en goedheid vinden in zichzelf en de ander als hem deze niet worden voorgeleefd en worden geleerd?
- God adviseert om bij elkaar te blijven, waar mensen voor elkaar, voor het leven hebben gekozen. Dit om allerlei moeilijkheden voor zichzelf, voor de kinderen en ook aangetrouwde families, gezamenlijke vrienden, maar ook voor de aangegane verplichtingen te voorkomen. God zegt dat we niet moeten scheiden wat Hij heeft samengevoegd. We hebben niet meer lief uit onbegrensde, dus perfecte eeuwige liefde, waarin heus niet alles altijd naadloos en naar het zin verlopen zal. We willen alles wat we zelf willen en gaan weg bij iemand wanneer hij ons iets niet geven kan. We stellen niet meer de vraag ‘wat heb ik de ander te bieden’, maar ‘wat heeft hij mij te bieden’. We hebben niet meer onvoorwaardelijk, maar vóórwaardelijk lief, dus begrensd. In een dergelijke liefde is er niet de verbondenheid door God.
Er valt dan dus ook niets te scheiden…
Waar God mensen samenvoegt, zijn deze mensen door werkelijke liefde verbonden en zullen zij vanzelf niet scheiden. De liefde tussen die mensen is eindeloos. Waar wordt deze liefde nog gewild, gezocht en opgebracht? De mens en zijn kinderen lijden door eigen tekort aan liefde en denken dat het onmogelijk is om onbegrensd lief te hebben. Waar is het geven en het nemen? Is het niet meer eerst het némen geworden wat de mens het belangrijkst is gaan vinden?
- God zegt dat de sterke mens voor de armen, de zwakken en ouden van dagen dient te zorgen. We dumpen hen echter vaker dan nodig is (wat is nodig?) in een bejaardenhuis, houden hen in leven eenzaam ‘keurig verzorgd door goede verplegers,’ omdat ‘wij het niet kunnen opbrengen,’ wensen hen soms stiekem dood, uit op enig bezit en erfenis, of gewoon door onze eigen hoge werkdruk, moe van allerlei levensproblematiek. De maatschappij, onze huizen en systemen zijn niet meer afgestemd op het verzorgen van onze zwakkeren. Samenleven doen we liever ieder voor zich. Het kan ook niet meer veel anders.
Voor oudedagsvoorzieningen is er amper geld vrij. Liever maken we dure atoomwapens, nieuwe automodellen, miljoenen kostende films, luxe kantoorgebouwen, investeren we in kostbare alarmsystemen en dure, veelvuldige vakanties.
Het wordt een mens zelfs moeilijk gemaakt om een medemens in eigen huis te verzorgen.
Of de voorzieningen, aanpassingen zijn er niet goed genoeg, of er is geen vergoeding voor soms hoge kosten, of geen vervanging voor verzorging zodat de verzorger er niet eventjes tussenuit kan. Het lijkt wat zwart-wit, toch is het goed om eens kritisch te kijken naar hoever we dikwijls afgedwaald zijn van de naastenliefde en liefde voor ons eigen diepste wezen, dat we negeren, kleineren, uitputten, niet op waarde schatten.
Natuurlijk zijn er veel goede initiatieven. Maar waar is de steun en bemoediging om die initiatieven die ons échter dus meer liefdevol en sterker maken te laten uitgroeien tot méér en beter?
- God zegt dat zieken genezen kunnen worden in Zijn naam, waar de zieke en de genezer dat vast geloven. De medische stand, de wetenschap noemt deze dingen echter kwakzalverij en verlakkerij en achtervolgt de mens die een keer iemand (die uit eigen vrije wil kiest voor een bepaalde hulp) niet heeft kunnen redden. Er moet echter heel wat gebeuren wil de arts vervolgd worden om de bijwerkingen, zelfs de dood door medicijnvergiftigingen, vaccins die opgedrongen worden omdat ‘ze het enige redmiddel’ zouden zijn, verkeerd gelopen operaties, niet op huisbezoek komen omdat de tijd erop zat, het afzetten van het verkeerde been, enzovoort. De groten zijn niet kwetsbaar. Het is weer de kleine groep, de individu die ánders, vanuit niet door de gevestigde verstandelijke orde erkende kennis hulp biedt, die zwak is en amper beschermd is. Geestelijke waarheden en wijsheden lijken nog steeds ondergeschikt te zijn aan wat de algemene verstandelijke, uiterlijke orde wenst.
- God gaf adviezen voor juiste voeding en gebruik van kruiden bij kwalen en ziekten. De natuurgeneeskunde, de klassieke homeopathie, de kruidengeneeskunde worden dikwijls gezien als een zielig effectloos mislijdend alternatief. Men is het inzicht in samenhang tussen geest en materie kwijt en oordeelt daarom ook zo.
- God heeft gezegd dat de mens het land en de zee met al wat er in is zou overheersen. De mens heeft er van gemaakt dat hij alles wat hij maar wil kan omvormen, vernietigen en doden. God heeft echter met heersen een heersen vanuit wijsheid en liefde bedoeld. Waar de mens dat zou doen, zou er voldoende gezond natuurlijk evenwicht zijn en er geen voortijdig bedreigen en zelfs uitsterven van levensvormen zijn. De mens is zijn eigen grootste vijand. De mens heerst uit hoogmoed en machtswellust. Hij ziet niet meer in dat in alles God is. Dat alles samenhangt met het andere. Dat ALLES ELKAAR NODIG HEEFT. Hij pakt wat hij pakken kan en verstoort broos, perfect op elkaar afgestemde levensvoorwaarden en levensvormen die samen een perfect evenwicht houden.
- God adviseert ons de voorraden die we aanleggen wanneer er een overvloedige oogst is, door wijzen te laten beheren en armen van deze voorraad te geven, en dat de rijken niet meer moeten kunnen kopen dan zij normaal gesproken nodig hebben. Een oproep dus om eerlijk te verdelen en zuinig te zijn.
Ieder mens is echter druk bezig met het verzamelen van geld en goederen, om winst te behalen of toekomst zeker te stellen, maar waarmee we de kwetsbaren onder ons, dichtbij of ver weg benadelen. Maar niet te spreken van het bewaren van goederen voor slechtere tijden. We jagen onze voorraden er door heen en verwachten deze benodigde spullen en voeding wel te kunnen krijgen of anders wel te hálen. We sparen niet meer. We lenen meer dan ooit om ook maar te hebben wat we hebben willen, zonder dat we van plan zijn de tering naar de nering te zetten. Onze hoogmoed is al zo groot dat we niet meer bereid zijn om maar iets te missen…
We bewaren niet meer het hoognodige, maar verspillen het door luxe - die echter tijdelijk is - te bezitten. Waar er extra’s zijn worden deze uitgegeven aan dikwijls ondoordachte of egoïstische zaken, die een bepaalde groep, of slechts een prettig moment dienen, maar zeker niet de zwakken van de samenleving. Gemeenschapsgeld uitgeven is gemakkelijk. Het gaat tenslotte niet uit je eigen zak…
Het lijkt alsof met het spaargelden beleggen enzovoort, de mensheid gediend is. De mensen die dit geld oppotten zullen zeggen dat het de economie krachtig maakt. Dat er verschil moet zijn, dat het de sterke benen zijn die de weelde kunnen dragen, dat zij grotere verantwoording hebben, dat het volk bij hen wel vaart. Dat is echter niet zo. Geld dat weggezet wordt, kan niet gebruikt worden op die plaatsen waar het werkelijk nodig is. Geld dat wordt ingezet om nog meer geld te verdienen, néémt werkgelegenheid en geeft dit niet. Geld dat in handen is van beheerders wordt immers alleen ingezet voor eigen dus beperkte doeleinden, die ook altijd weer geld (en macht) moeten opleveren. Ieder is slaaf van het geld.
- God heeft gezegd dat de mens niet moet begeren wat van zijn naaste is. De mens die egoïstisch is en niet bereid is om te delen van dat wat hij voldoende heeft, zal hier niet mee eens zijn. Bij hem begint de vrede, de gelijkheid dan ook niet. Hij oordeelt dat hij meer rechten heeft dan zijn medemens. Hij vindt dat hij door zwakte, door ziekte, door weinig talent, door weinig moed enzovoort, onvoldoende heeft. Trouwens ook de mens die weinig heeft, heeft toch zijn mogelijkheden. Hij dient daarin gestimuleerd te worden hoe weinig zijn middelen ook zijn. De mens die ontevreden is, heeft geen vrede met wat hij heeft, wie hij is. Hij zal willen hebben wat zijn buurman, familielid, vriend, of een bekende Nederlander heeft. Hij gaat grenzen verleggen, wat hem niet past. Hij dient zijn waarde te ontdekken en te gaan geloven in zijn eigen belangrijkheid of hij veel of weinig bezit of middelen heeft.
Waar hij dit niet doet, oordeelt hij ook. Hij kent God niet in hem die hem precies dat geeft wat hij nodig heeft. Tevreden zijn is overlopen van vrede.
Waar een mens tevreden is, brengt hij vrede.
De mens die werkelijk ziek is, gehandicapt is, zwak naar ziel is, zal deemoedig aanvaarden wat de andere medemens hem in zijn goedheid geeft en ondertussen dat doen wat hij kan om ook zijn (hoe bescheiden ook) bijdrage te leveren aan een medemens, of zelfs een groep. Hij zal tevreden zijn in wat hij heeft te geven en een ander niet benijden om wat hij wel kan en heeft. Hij zal tevreden zijn in het dienen, of dat nu hard werken inhoudt of niet zo hard werken.
Ook dient de mens niet de vrouw van zijn broeder te begeren, zo zegt de Bijbel. De mens in deze tijd verwart lichamelijke lusten met gevoelens van liefde en denkt daarom recht te hebben een ander zijn man, vrouw, vriend of vriendin af te mogen pakken. Overspel is normaal geworden voor velen. Het lichaam is de baas. Het is dikwijls sterker dan menig geweten.
- God heeft niet voor niets gezegd, dat het lichaam ‘gekastijd’ dient te worden waar het te veel eisen stelt. God bedoelt hiermee, dat waar de driften van een lichaam te sterk zijn, je je anders moet gaan gedragen, je moet ophouden met je te vervelen, iets nuttigs moet gaan doen en zinvolle afleiding moet gaan zoeken wat ook anderen goed doet.
Je moet jezelf discipline opleggen en de baas worden met je innerlijke kracht (je vaste wil om het goede te doen ) over de hartstochten van je lichaam die je van God (de waarheid in jezelf) afhouden en die heel vaak alleen maar voor jezelf prettig of leuk zijn.
Je moet jezelf liefdevol en wijs áánpakken.
Seksualiteit is de voornaamste reden voor zwakte en allerlei fouten die de mens begaat. Wellust houdt de mens van de liefde en respect voor de ander af. Vandaar dat veel criminaliteit uit verkeerd gebruik van seksualiteit voortkomt.
Met kastijden wordt niet slaan en mishandelen bedoeld, zoals men nogal eens denkt. Nee, het is niets meer of minder dan het lichaam minder de zin geven, door het af en toe aan banden te leggen en je liefdevolle verstand te volgen dat zegt dat niet alles maar goed voor je is al geeft het je tijdelijk plezier of voordelen. Je kunt niet elke dag een taartje eten…
- God heeft gezegd: ‘als gij wist, gij zijn goden. Gij zoudt in staat zijn om bergen te verzetten.’
In onszelf ligt de kracht tot scheppen. We kunnen - waar we daar vast in geloven - inderdaad het onmogelijke bewerkstelligen. We gebruiken onze krachten uit God echter niet, door ons buiten God (buiten de liefde, de waarheid) te begeven. We vinden het godslastering, te zeggen dat wijzelf scheppen. We begrijpen dan nog niet dat God in ons werkzaam is, zodra wij ons met God verbinden door de liefde en waarheid te leven. Wanneer we ons hierin ontwikkelen zullen we alles gaan weten en kunnen wat we nodig hebben. We boren dan Gods bewustzijn in ons aan en kunnen er ons voordeel mee doen. We zullen dan zieken in Gods naam kunnen genezen (waar dit onze taak is en het de zieke dient). We zullen van alles wat we nodig hebben door Gods macht kunnen toe eigenen als we niet twijfelen. God wil voor ons wat wij in goedheid willen en wensen. Ons eigen ongeloof houdt ons klein. We scheppen wat wij geloven.
- God heeft gezegd dat Hij in de tempel woont. De tempel is het hart van ieder mens. Waar de liefde in iemands hart wordt uitgedrukt, ‘gaat de mens al naar de kerk’. Deze mens luistert al naar Gods woord. Waar hij steun hierin nodig heeft (en dat hebben veel mensen) zegt God, is het goed om naar de kerk te gaan.
Maar niet perse vanaf de preekstoel, maar vanuit zijn eigen hart, waarin God zijn Voorganger is, zal de mens dichter bij God – de waarheid – komen.Waar de mens behoefte en steun heeft aan kerkgang, moet dit natuurlijk kunnen en kan dit heel veel waardevolle, soms zelfs onmisbare steun betekenen. Het risico is echter dat mensen uiteindelijk gaan om de gewoonte, het niet beter weten, soms zelfs verplichting, maar ook uit gemakzucht. Kerkgang, gedoopt worden, communie doen, hoort niets anders te zijn dan actief de liefde leven.
Dit maakt dat een mens Gods kind is. Daar is geen ritueel voor nodig, al is het natuurlijk ook niet verkeerd om met een oprechte intentie bepaalde riten te volgen als dat bij je past.
God heeft nooit bedoeld dat er een uiterlijke kerk en ceremonie rond Hem en Zijn leer zou ontstaan.
- God heeft ook gezegd, dat een mens ‘zich in zijn binnenkamer moet terugtrekken,’ dat rituelen niet in plaats van de liefde mogen komen, dat een ander niet hoeft te zien wat je bidt of dát je bidt, wat je geeft en hóe je geeft. Er is geen bepaalde plek of kamer nodig voor het bidden. De stilte zoeken en even tijd maken voor een gesprek met God, daar gaat het om. Het is het verkennen van de waarheid in jezelf die wacht om herkend, geloofd, gebruikt te worden. Een mens die de nieuwe dag, zijn besluiten, problemen opdraagt aan God, of Hem deze voorlegt, begint heel anders zijn dag, kijkt heel anders naar zijn probleem of plannen. Zijn dag is gemakkelijker.
Hij weet dat hij verzekert is van Gods support en bescherming.
Dit vertaalt zich in allerlei zaken die hem toevallen: een mens die hem troost; zijn oog dat valt op de juiste advertentie; een gevoel iets bepaalds te moeten ondernemen; een gevoel van onvrede dat hem weerhoudt iets (verkeerds) te doen; de moed om het juiste te zeggen of te doen; een geweten dat spreekt enzovoort.

De mens dient alleen te leven in liefde. Dat is de enige wet die voor God telt. Al het andere heeft de mens er van gemaakt. De mens gelooft nog steeds – hoe bestaat het in onze moderne tijd – dat God alleen tevreden is wanneer een mens bepaalde rituelen doet en zich houdt aan bepaalde voorschriften en dogma’s, zonder ook nog eens daarbij soepel te kunnen zijn in de wijze van invulling. Men ziet nog steeds een oordelend God, die belust is op uiterlijke eer en vertoon, prots en praal. De mens denkt nog steeds dat God een wettisch God is die alleen maar kijkt hoe een mens de wet vervult. De mens begrijpt nog niet genoeg, dat het er altijd weer omgaat, de liefde te leven. Wetten, regels worden opgeheven waar de liefde verschijnt.
Als je voldoende liefde voor de waarheid hebt, dóé je, wíl je vanzelf het kwade, onware niet (meer).
Iedere wet is minder dan de liefde.
De wet brengt altijd beperking, onvrijheid en dwang.
De liefde brengt altijd vrijheid, leven en laten leven.
Dat is de enige waarborg voor het handhaven van ieders uniek zijn.

De wetten die God heeft gesteld, gelden met name voor de mens die materieel is ingesteld. Waar een dergelijk mens zich probeert te richten naar deze wetten van eenvoud, eerlijkheid, soberheid, discipline, vervalt de mens niet nog verder in het slaaf zijn van lichamelijk genot, wellust en egoïsme op welk terrein dan ook. De mens die de liefde volgt, zal vanzelf minder materieel worden qua ziel en lichaam dus minder egoïstisch zijn dan de mens die een meer materiële ziel heeft. Deze mens die uit liefde wil leven, heeft de wet niet nodig. Hij staat boven de wet, zoals ook de onbaatzuchtige liefde zonder oordeel boven iedere wet staat. God staat boven de wet.
Wie de liefde, God volgt, is vrij en láát vrij.
Waarheid is altijd waar. De waarheid die ‘toen’ waar was, is dat nog steeds. God is de enige waarheid. Alles is van God. Alle dingen die er zijn, zijn delen van de enige waarheid.
De waarheid leven betekent voortspoed voor een mens, een volk, een natie, een wereld.
Gods wetten gelden nog steeds. De wetten zijn terug te voeren op twee hoofdgeboden, zoals God in de bijbel spreekt: ‘Heb God boven alles lief, jezelf daarna en je naaste zoals je zelf wil dat jij wordt geliefd’:
Heb de waarheid, de zuivere liefde het meeste lief.
Heb de waarheid, de zuivere liefde in jezelf lief.
Heb de ander zijn waarheid, de zuivere liefde in hem lief.
Het is een noodzaak dat mensen de wetten van de liefde houden en elkaar van zichzelf geven.
Dan is er immers een wederzijds ontvangen en geven. Pas dan groeit er gevoel van betrokkenheid en saamhorigheid tussen mensen, dorpen, leefgemeenschappen, steden, volken, naties. Daartoe heeft God de mens Zijn richtlijnen (wetten, tien geboden) gegeven. Nergens anders voor.
The Great Reset zal volgen als we de liefde weer toelaten en de tien wijze wetten van de liefde weer verkennen en toepassen!
Een nieuwe beter wereld zal het gevolg zijn.
God wil geen wereld die beter is voor een bepaalde groep. Hij wil geen resetten van de hele wereldeconomie, beleid en wetten die mensen onvrij maken. God wil een resetten op grond van Zijn eeuwig wijze woorden van Liefde.

Gera Hoogendoorn-Verhoef.

Was Jezus wel of niet een man. Deel 2

Waarom kan Hij geen zij zijn.

Ieder mens wordt uit de geestelijke wereld geboren om op aarde in de materie te leren wat het is om niet lief te hebben, een beetje lief te hebben, om vervolgens te ontdekken dat het gaat om zuiver liefhebben en dit te willen eigen maken. Bij het sterven wordt alle materie en liefdeloosheid achter zich gelaten en ontdekt de ziel (alsnog) wie zij in wezen is, wat er toch nog aan liefdeloosheid in haar is en zal verder groeien – waar die mens dat wil – naar meer en meer volmaaktheid toe. Er is dan geen hang meer naar een materieel leven, omdat men dan (pas) inziet dat een leven in de materie het lange bij na nooit zal halen bij de grootse vrijheid en mogelijkheden die er zijn voor de mens die volgens de zuivere liefde wil leven en ook leeft!
Immers, de bouwstenen voor wat dan ook, zijn niets anders dan zuiver liefde uit Gods licht afkomstig, die in ALLES in bepaalde mate aanwezig is en in IEDER mens ten volle ontwikkeld kan worden door… de weg van de liefde te gaan! De kiem van zuivere liefde is dus in IEDER mens aanwezig en kan groeien als de mens dat wil. Dat is zijn doel en toekomst.

Dit voorgaande leek mogelijk een onnodige uitwijden, maar was nodig om e.e.a. beter te kunnen begrijpen. We gaan weer verder:
Jezus Christus heeft alle liefde – IS alle liefde – dat Hij alles kan aanvaarden dat in zuiver liefde is gewild of is gedaan. Al het andere, past niet binnen Zijn wezen en het doel dat Hij heeft met het ZIJN van 100 procent liefde. Liefdeloosheid wordt toegelaten, maar is niet Zijn wil! Maar waarom wordt het toegelaten? Omdat God zuiver liefde is. Liefde laat volstrekt vrij en veroordeelt niet! Daarom kan de zuivere liefde geen mens die iets wil in liefdeloosheid veroordelen en buitensluiten. De mens oordeelt zichzelf door tekort lief te hebben.

De mens is opgebouwd is uit allerlei gradaties van meer of minder liefdeloos bewustzijn dat ooit de weg buiten God koos (zondeval). De mens moet er zelf achter komen dat je zonder God (zuiver liefde) niet kunt leven en dat leven zichzelf vernietigt, zolang je in liefdeloosheid leeft. Materie – dat niets anders is dan meest liefdeloos, star bewustzijn – stelt de mens in gelegenheid om te leren liefhebben. Op zichzelf wordt alle materie door het dienen van de mens in dit proces van zoeken en vinden ook ‘opgeschoond’ en vindt ook dat bewustzijn waaruit materie bestaat de weg naar meer en meer vrijheid. Geen mens kan gedwongen worden lief te hebben. Daarom zal het proces van thuiskomen in volmaaktheid uit afzondering door liefdeloos te zijn alleen maar kunnen verlopen in vrijheid. Dit is ook de reden van alle lijden: ieder mens heeft en houdt altijd de eigen vrije wil.
Ook God kan dat niet veranderen, want Zijn wezen is zuiver liefde, waar dus geen enkele vorm van dwang, dreiging is en ook niet kan zijn!! Omdat veel mensen geen juist besef meer hebben van het doel dat het leven heeft, God niet kennen, een verkeerd beeld van Hem hebben, Hem de schuld geven van alle ellende, niet geloven dat Hij bestaat en Hem niet meer zoeken in ZICHZELF, zullen zij Hem (begrijpelijkerwijze) niet willen kennen en … het dan zelf maar gaan oplossen met ..wat ze wél kennen: de materie, waarbij ook hersenverstand hoort! Dat zelf oplossen met verstandelijk denken brengt het lijden, want immers denken zonder God is zeer beperkt en kan dus nooit een oplossing brengen en is altijd liefdeloos omdat geen mens hoe slim of gestudeerd ook zuiver in liefhebben is. Hij komt juist om te leren liefhebben. Ja, materiële oplossingen kunnen worden bedacht door het verstand, maar die oplossingen zullen alleen iets goeds teweeg brengen als ze in liefde werden bedacht, worden gewild en worden gepraktiseerd. De kwaliteit van leven staat en valt met denken en doen met of zonder liefde! Waar dingen fout gaan en lijden brengen, is dus iets met tekort aan liefde gewild! God brengt geen enkel lijden, dan dat wat Hij toelaat omdat mensen dit ZELF zo kiezen. Dat de weg van de mensheid een lange, zware weg is als je God er niet in toelaat, zal duidelijk zijn. Kijk naar de geschiedenis en deze leert wat we niet moeten doen!

Al wil je niet te maken hebben met waarheid en zuiver liefde, je kunt het niet ontkennen. Het moet toch eenvoudig te begrijpen zijn, dat waarheid niet te verloochenen is, gewoonweg omdat het bestaat, al is het dan niet voor jou omdat jij in je gebrekkigheid, onwil of onwetendheid niet het goede kan herkennen of ziet. Zelfs voor diegene geldt: Wat jij bent, kun je niet verloochenen. Als ik een auto heb, kan ik niet zeggen dat ik geen auto heb. Ik lieg dan. Mijn groei, verandering kan er wel in zitten als ik mij afvraag waarom ik een auto heb. Heb ik die nodig ? Geeft hij mij status? Maakt hij het mij makkelijker of toch ergens niet..? Ik moet mij dus bewust worden van waarom ik iets wil, heb en doe. Als de intentie wezenlijk goed is, is het goed zoals ik het heb. Als ik liefde heb voor het feit dat ik een auto heb, dan zal ik er niet onduidelijk over zijn, dat ik een auto heb. Anders wordt het, als ik bij mensen terecht kom die het mij om de een of andere manier kwalijk nemen dat ik een auto heb. Ik zal mij waarschijnlijk toch ergens gaan schamen dat ik een auto heb, tenzij ik zo sterk ben, dat ik alle veroordeling wil dragen. Het kan zelfs zo zijn, dat die mensen mij de auto niet gunnen en hem willen afnemen omdat zij er niet mee eens zijn dat ik die auto heb. Ik moet mij dan tegen iets verweren, wat eigenlijk niet mogelijk is. Ik kan immers dan niet meer mijzelf zijn en wordt gedwongen iets dat van groot belang voor mij is af te geven, op te offeren, niet te laten zien, enz. Het is een grootst onrecht dat een mens niet meer kan zijn wie hij is..
Nu is er de vraag: Wie heeft nu liefde en dus kennis tekort? Zij die vinden dat ik geen auto moet hebben, of ik die mij gaat schamen dat ik die auto heb? Wat is onrecht: de auto hebben of niet hebben? Ik zou het nut van de auto kunnen delen… en ik zou dankbaar moeten zijn dat ik de auto kan hebben en de ander moet hem mij gunnen. Hij kan er mogelijk zijn voordeel mee doen! Dat is voor beiden de goede oplossing..
Dit soort dilemma’s lijken een beetje onzinnig, maar toch hebben we in ons leven hiermee te maken.
Denk maar aan vaccineren of niet.. We komen er echter nooit uit, als… we niet de zuivere liefde bezitten die nodig is om te kunnen herkennen wat werkelijk wijs, waar en dus liefdevol is en op de juiste manier omgaan met zaken die wij anders zien dan anderen.
Ook ten aanzien van de vraag of Jezus man of vrouw of ‘genderneutraal’ zou zijn.

Ik hoef mij niet af te vragen of Jezus Christus man of vrouw was. Dat geeft mij rust. Laat ik mij maar druk maken over belangrijkere dingen. Maar weet je waarom ik mij niet hoef af te vragen of Jezus wel of niet een man was? Ik zal het proberen uit te leggen:
Iets dat zuiver geest is, is zuiver liefde. Dat noem je mannelijk. Iets dat materieel is, noem je vrouwelijk. Iets dat materieel is, bestaat uit onzuivere liefde die niet of amper meer te herkennen is als liefde. In de uiterlijke vorm van dat iets (voorkomen, voorwerp, verschijnsel, vorm, lichaam) is wél zuivere liefde aanwezig, maar het wordt niet als zuivere liefde herkend, omdat het eenzijdig en onwetend, dus beperkt en dus onzuiver is. In iedere vorm, voorwerp, lichaam is immers al naar gelang dat iets complex is, meer of minder kennis van bepaalde soort. Die liefde in die vorm, dat lichaam is zich niet bewust dat het behoort tot de zuivere liefde en wil dat niet, of weet dat nog niet of wil dat nog niet weten! Zolang dat het geval is, is er een groot niet bewustzijn van allerlei. Er is dan dus meer of minder onwetendheid. Dat is hetzelfde als gebrek aan zuivere liefde. Immers, waar er zuivere liefde zou zijn, is iets perfect en weet, kan het dingen tot stand brengen die als onmogelijk gezien worden. Daarom zal een mens IN God moeten zijn, wil hij invloed kunnen hebben op de gang van zaken en de orde van de natuur.

Mensen zeggen dat iets niet bestaat, of dat iets niet mogelijk is. Ze hebben er moeite mee te aanvaarden dat er meer is dan ze zien en kunnen bevatten. Ze zijn zich niet bewust van het totaal dat in de zuivere liefde altijd nog aanwezig is, ergens, op welke wijze dan ook, waar, wanneer dan ook. Ze herkennen die zuivere liefde dan ook niet, zolang ze blijven steken in het idee dat alleen zij het weten, de wetenschap het weet of dingen alleen maar zijn zoals zij deze zien. Dat je hierdoor vastloopt is duidelijk te ervaren in al die jaren geschiedenis. We herhalen dezelfde vragen, kunnen levensvragen nog steeds niet beantwoorden, hebben of veroorzaken grote misstanden en brengen en verduren lijden, juist omdat we de zuivere liefde niet meer herkennen en… niet meer als doel stellen te ontwikkelen, omdat…. we er en niet meer in geloven! We zoeken God buiten onszelf en niet meer in onszelf en de medemens! We zweven aan alle kanten, noemen God niet meer bij de naam omdat we vinden dat het voldoende is te weten ‘dat er ‘iets’ is, dat alles liefde is, alles goed is, alles mag in het kader van liefde’.

Geen enkel mens is volmaakt, omdat zijn liefde onvolmaakt is. Maar het doel van ieder mens is om de liefde die hij heeft, te laten groeien. Dat is ook de boodschap in wel iedere religie: heb lief! Deze liefde in de mens maakt de mens meer en meer gelukkig, waardoor hij de juiste stappen kan zetten om een werkelijk leefbare maatschappij te creëren. Dat is het doel van ieder mensenleven. De mens moet weer terug in de zuivere liefde die we God noemen.

Jezus is de belichaming van die zuivere liefde. Hij bracht dus in de praktijk wat de geest (van God) in Hem wil. Anders gezegd: Hij deed zoals de waarheid in Hem was (en nog steeds is). Hij is de geest van God, ondeelbaar dus perfect en  daarom manlijk. Meteen dus het discussiepunt: zou God een ‘haar’ een ‘hem’ of een ‘het’ zijn, hierbij weggenomen.
God is de zuivere liefde, dus liefde met 100%. Geen sprankje minder. Alleen wat zuiver liefde is, kan scheppen. Zonder zuivere liefde worden deelaspecten geschapen die soms kant nog wal raken, wanneer die liefde behoorlijk onzuiver is. Waar de zuivere liefde verlaten wordt, komt ego om de hoek kijken: dat is de eigenliefde. Dat is nu het verschil tussen dienende liefde of eigen liefde is dat verschil tussen werkzaam, waar en onwerkzaam en onwaar.

Ego houdt het leven schijnbaar in stand, net zoals wat we ‘echte liefde’ noemen, ook geen echte liefde is, als er liefde ontbreekt! Weet iemand nog wat werkelijk liefhebben betekent en moet zijn? Nee! Daarom is verdeeldheid, beperking, onwaarheid zo talrijk aanwezig. Deze dingen lijken dan echt en dus waar, maar zijn een mager afgietsel van hoe het bedoeld is door de zuivere liefde die God is. Deze zuivere liefde werkt in alles door. Dat is een manlijke kracht. Dat is zo, omdat iets dat geestelijk is – dus niet materieel – altijd en eeuwig zal bestaan en nooit zal ophouden te bestaan, omdat iets dat zuiver geestelijk is, geen begin en geen eind heeft! Dat is zo, omdat iets dat geestelijk zuiver is, nooit niet kan bestaan, omdat het er altijd al was.
Iets dat materieel is, is daarentegen wel eindig en houdt wél een keer op te bestaan. Het bewustzijn, de intelligentie in die materiële vorm is te liefdeloos om vrij te zijn en heeft zichzelf gebonden door afgezonderd te willen zijn van de zuivere liefde (dat is het geoordeeld zijn waar de Bijbel over spreekt). Alles wat afgescheiden is van heelheid wordt aangeduid met vrouwelijk. Een mens veroordeelt zichzelf naarmate hij niet gelooft in de kracht van de zuivere liefde en deze dus ook niet toepast in zijn leven. Hij oordeelt zichzelf dus tot een leven in beperking, lijden, gebrek.

Gód roept geen oordeel over een mens of mensengroep af, maar we doen het zelf door onszelf te beperken of juist boven de ander te stellen, wat ook een beperking is, dus liefdeloos. Dat proces van oordelen en veroordelen is begonnen bij de zondeval: het afvallig worden van God, die liefde is, waar het goed vertoeven was en alle vrijheid en alle wijsheid en alle kennis was (en is). Niet meer oneindig liefhebben was het gevolg. Er was een kiem van hoogmoed in de afgezonderde intelligentie die dacht buiten God te kunnen leven. Deze geesten zonderden zich af. Door een proces van verdichting, beperking en verzwaring is het eerste atoom (materie) ontstaan. Omdat die liefde zich dus afscheidde van de zuivere complete liefde, waar het totaal vrij was, werd het minder vrij en beperkt. Dat dat zo is en niet anders kan, moet toch ieder kunnen begrijpen: als ik niet wil zijn waar het goed is, ben ik automatisch waar het niet goed is. Als ik geen licht in het donker aansteek, zit ik in het donker. Als ik niet alles weet, zal ik moeten erkennen dat ik maar een deel van de waarheid ken en ken ik dus niet het totaal.
Alle materie die in de mega lange periode gevormd is op deze wijze, moet weer omgevormd (vergeestelijken), waardoor ooit een materiële wereld met haar beperkingen en lijden niet meer nodig zal zijn. Bijbels gesproken is dat het eeuwig leven in God in hoogste gelukzaligheid dat voor ieder mens die dat wil, is weggelegd (een eeuwig leven in de hemel bij God of te wel: een vrij leven in Gods aanwezigheid, waar geen enkele beperking meer is).
De zuivere liefde blijft altijd tot de mens zijn beschikking (God is nabij), maar…. niet voor die mens als deze dat niet wil!!! Ook dat is liefde, dat die mens dat mag kiezen. Daarom is het ontwikkelen van een wil om het goede lief te hebben en ook te doen, van wezenlijk belang! Maar… waar, wie kadert het gebied van wat werkelijke, zuivere liefde is, af?? Mensen denken te weten waar grenzen liggen, maar vergeten hierbij Gods adviezen en maatstaven te hanteren. Hoogmoed is zo gegroeid dat de mens denkt zelf de oplossingen te kunnen aandragen voor alle hoge nood in zichzelf, in de wereld dichtbij en ver weg.

Nu tornen we zelfs aan manlijke en vrouwelijke aspecten van het mens zijn. We zijn niet meer tevreden met leven in een manlijk of vrouwelijk lichaam en proberen zelfs mensen verder van God af te doen bewegen, door te stellen of zich af te vragen of God zelf of Jezus geslachtloos zou zijn of van het andere geslacht. Het is onzin om zich deze vraag te stellen omdat het antwoord logisch is:
Wat volmaakt is, wordt nooit aangeduid met vrouwelijk. Waarvan je niet weet wat, wie iemand is, noem je onzijdig. Zo is dat overal, altijd nog geweest. Omdat we echter begrippen als ‘beter’ of ‘minder waard’ of ‘goed’ en ‘niet goed’ aan aspecten zijn gaan plakken (heb je weer het oordelen wat we nog steeds doen), willen we wel of niet manlijk of vrouwelijk zijn, of genoemd worden. We vervagen verschillen of proberen ze te verdoezelen, proberen ze te veranderen net naar hoe het ons beter uitkomt en leven in groot lijden door niet te aanvaarden wat er is.
We beseffen niet dat alle uiterlijke materiële zaken gevolgen zijn van gééstelijke hoedanigheden!
Waar die geestelijke hoedanigheden in orde zijn, is er geen verzwakking en is al wat er is, precies zoals het moet zijn, om dingen optimaal zo te laten gaan zoals dit moet zijn om iedere betrokkene het meest optimale te laten ervaren om het doel te bereiken. Dat betekent dus geen leven zonder lijden, maar met zo min mogelijk lijden. Voorwaarden hiervoor zijn ons gegeven via Gods woord, dat nog steeds tot onze beschikking staat en niet verouderd is. We hebben de keus om ons te voegen naar die liefdevolle adviezen. Ons hart waar het de intentie is om lief te hebben – wat inhoudt de naaste te dienen met onze hoedanigheid, aard en talenten – zal het leven goed te doen zijn. De liefde blijft stromen, is in al wat is aanwezig in meer of mindere vorm van licht. De mens zelf is een lichtwezen. Wat hij moet doen – wil hij licht uitstralen – is zijn licht gebruiken. Dat is het eer geven aan God. Meer hoeft niet.

Als we ons druk maken over vragen of Jezus wel of niet mannelijk is of God niet beter ‘hen, haar, het’ genoemd kan worden, doe je geen goed aan waar het er om gaat. Je kunt niet zeggen lief te hebben en ondertussen je vriend niet bij zijn naam te noemen. Komt jouw vriend als jij een andere naam roept? Nee, want hij weet niet eens dat je hem roept en .. komt jou dus niet helpen. Je zult dus je vriend bij zijn ware naam moeten noemen en niet je eigen bedachte naam moeten geven. Vind je het niet hoogmoedig en dom om je vriend anders te noemen dan hij is en genoemd wil worden? Wil je juist niet je vriend naar waarde schatten juist omdat hij je vriend is? Je zult hem willen plezieren. Daarom zul je doen wat hij graag ziet. Dat geeft jou een goed gevoel en je vriend ook, waardoor hij veel meer voor je kan doen. Je vriend is altijd bereikbaar en staat voor je klaar.
Deze vriend is Gods licht, Gods wijsheid, Gods waarheid in jou, zoals Zijn liefde dat in jou is. Het kan dan niet fout gaan als je je voegt naar die stem van die waarheid in jouw hart. Wat nodig is, is dat je je wil oefenen om die waarheid in jezelf te weten en te vinden. Waar dat proces bij de conceptie al in gang is gezet, zal een mens het goed hebben in het leven en zich ontwikkelen tot een evenwichtig, sterk mens – als man of vrouw – die zijn of haar talenten inzet ten dienste van de mensheid, waardoor hij/zij er zelf gelukkig van wordt.
Hoe je je ook voelt, wie je ook bent, in welk lichaam je ook zit, je echte vriend noemt jou bij de naam. God is als kracht en wezen manlijk, omdat Hij het enige, zuivere, alomtegenwoordige is dat het leven is en vormt. Je kunt dan wel willen dat Hij ‘zij’ genoemd wordt of dat Jezus vrouwelijk zou zijn, maar je projecteert daarmee je eigen gebrekkige voorstelling van zaken op iemand die gewoon is zoals Hij, Zijn wezen is, waar niemand iets aan kan doen of kan veranderen. Of roep jij je vriend met een andere naam en komt hij dan?
Jezus was en is wie Hij bedoeld is te zijn, ondanks wat men van Hem zegt. Hij blijft het licht dat in hem is onvoorwaardelijk trouw – wat wij niet kunnen zeggen – en wacht eindeloos geduldig en voorziet ieder van het zijne.. als deze dat maar wil. Ook God moet wat de mens kiest, respecteren en dus vrij laten. Wie de liefde niet wil en er niet voor de naaste wil zijn, maar alleen gaat voor zijn eigen gerief kan Gods stem in hem amper horen en wil deze waarschijnlijk ook niet volgen omdat hem dan plezier of gemak wordt ontnomen of zijn eigen weg prettiger uitkomt. Dat er dan extra lijden volgt vroeg of laat, ligt er niet aan dat het donker is omdat het licht er niet is. Het ligt eraan dat de mens zich tevreden stelt met het donker en het licht niet aandoet!

Jezus, God, zuiver geest, zuiver liefde zonder einde, is enkelvoud, heeft alles in zich en is manlijk omdat dit het leven geeft zoals de man het eitje in de vrouw tot leven wekt. Iets dat manlijk is, zal zich niet voordoen als vrouwelijk. Als iets een appel is, ziet het er niet uit als een peer. God is geen meervoud, dus ‘hen’ of ‘het’. God is een Hem. Hij is puur ondeelbare geest, bestaande uit drie peilers: Zuiver Liefde, Zuiver Waarheid, Zuiver geest in kracht en willen, of te wel: De Vader, De Zoon en de Heilige Geest, de Heilige Drie Eénheid. De Heilige Geest (wil en kracht daaruit) voert uit, maakt mogelijk wat de Vader en de Zoon (de liefde en de waarheid) willen.
Zo gaat dat bij ieder mens: de ziel en het lichaam voeren uit wat de Geest in die mens wil. Wil hij het goede, dan zal de ziel zich richten naar dat goede en zijn verstand en lichaam zullen dat uitvoeren wat die mens wil en ziet als goed. De mens heeft de kracht daartoe als hij maar wil uit liefde. Als een mens niét het goede wil, werkt hij niet vanuit de juiste houding en voeren zijn lichaam en verstand ook uit wat de mens zelf met zijn ego, zijn beperkt verstand, zijn lichaam (of de maatschappij, zijn omgeving) wil, wat niet altijd het goede hoeft te zijn. Een mens dient van jongs af de Geest in hem te leren kennen en te volgen. Voor hem zal het leven dan makkelijker zijn.

Iets dat ondeelbaar is, zuiver en compleet, hoeft en kan zich niet aanvullen met iets anders. Wederhelft, antipool om zich te vervolmaken is dus niet nodig en is ook niet mogelijk. Bij mensen is dat anders. Zij zijn juist afgescheiden van heelheid en dienen die heelheid weer te willen zoeken en te vinden. Daarom is ook Gods gebod (liefdevol advies): ‘’verlaat je vader en moeder en hang je eigen man of vrouw aan. Kies deze met zorg en blijf deze trouw’. Wat God heeft samengevoegd, scheide de mens nimmer. Dat betekent: je hebt in je opvoeding als het goed is, het goede geleerd. Blijft trouw aan wat God in je is en je adviseert, want dat leidt tot het goede. Zoek je eigen weg (man, vrouw). Zoek deze met zorg. Blijf de weg die je hart (God de zuivere liefde) je zegt, trouw. Dan hoef je nooit gescheiden te worden van wat je lief hebt, maar wat het je soms ook moeilijk maakt. De liefde geeft je immers de kracht en vindingrijkheid er een weg in te zoeken. Zodoende integreer je de tegenpolen. Gevolg is dan dat man en vrouw één zijn. Anders gezegd: willen en doen zitten op één lijn. Op aarde heb je de tegenpolen nodig om het goede, de zuivere liefde te versterken, te winnen en het verkeerde niet passende, de eigenliefde los te laten. Dat doe je doorgaans via een ‘wederhelft’. Die mens die bij jou past om dat leren winnen of loslaten mogelijk te maken, waardoor beiden gesterkt worden. Je leert elkaar te begrijpen, naar elkaar te luisteren, elkaar te volgen, elkaar te helpen groeien… totdat je ‘klaar’ bent en je ziel hebt ‘opgeschoond van ego ’(totdat de dood je scheidt. Immers, ego doodt de vrijheid van de ziel. Uit elkaar gaan van wat je hart wil en wat je ego wil, leidt dus tot verval en dood). Ziel en geest dienen elkaar te volgen zoals de Bijbel dit uitlegt in hoe man en vrouw met elkaar dienen om te gaan in een verbintenis. Als de ziel haar geest volgt, komt het vanzelf goed en beleeft de ziel van de mens ( de bruid) met haar bruidegom ( de geest in het hart die leiding geeft) een heilige verbintenis (vruchtbaar huwelijk).
In principe gebeurt dat via het aantrekken van dat uiterste, wat op aarde gebeurt als man-vrouw relatie, die vruchtbaar is doordat voortplanting nu eenmaal mogelijk is alleen door samensmelten van man-vrouw. Dat mensen hier anders mee willen omgaan is een vrije keus, maar niet de wil van God die iets heel anders bedoelt met liefde. Zijn liefde die Hij voor ieder mens wil, is niet het plezier of gemak van geslachtelijke liefde, maar van gééstelijke liefde. Dat daarbij geslachtelijke liefde, en andere liefdesuitingen een weg kunnen zijn is een mooi en belangrijk en bijzonder gegeven. Het is echter nooit het doel.

Waar wezenlijke liefde is, is geslachtelijke liefde uiteindelijk niet meer nodig, omdat de mensheid dan ophoudt te bestaan omdat het doel is bereikt. Zolang een mens dat doel nog niet heeft bereikt, zal er geslachtelijke voortplanting en drang daartoe bestaan. Het doel van de materiële schepping is een óóit weer bestaan in zuiver geestelijke liefde, waarbij alle materie dan omgevormd is en er dus alleen maar een gééstelijke oneindige wereld bestaat, waarin ieder mens als geestelijk wezen vrij leeft, ontwikkelt en schept in God, de eeuwigheid lang met ongekende mogelijkheden in het hele zich onbeperkt uitdijende universum, het lichaam van God. De mens heeft zich dan verenigd met zijn tegenpool en wat niet past is dan niet meer mogelijk binnen zijn systeem, doodeenvoudig omdat hij dat dan niet meer wil! Alle eigenliefde is dan omgevormd. Alle donkerte (pijn en beperking) in de ziel en haar bestaan is dan weg. Alle licht en liefde is dan weer helder. Iedere ziel leeft dan vandaar uit in zijn eigen geestelijke lichtwereld die hij heeft geschapen en verder gaat scheppen.
Hij beleeft dan het hemelse huwelijk – samengaan van Gods geest en zijn ziel – in een ongekend geluk, waarbinnen alles mogelijk is zoals dat ook in een goede bestendige relatie met zuiver liefhebben tussen man en vrouw op aarde het geval is.

Jezus Christus is ‘de Bruidegom’. De zielen uit God (alle mensen) zijn ‘de Bruid’. De bruidegom zoekt zijn bruid. De bruid wil een bruidegom om haar te voeden, te beschermen en te versterken. De bruid zal haar Bruidegom tegemoet moeten gaan. Dat doet ze als ze in de Bruidegom de liefde voor haar herkent. Ze wil dan niets liever dan hem dienen, waardoor ze samen een geweldig leven zullen hebben, waar alles aanwezig is, wat maar mogelijk is en wordt gewenst. Ze (de mensenziel dus) weet dat ze de Bruidegom (Gods stem in haar hart) kan vertrouwen omdat ze weet dat wat hij te bieden heeft, haar gelukkig zal maken. De Bruidegom heeft alles voor haar over en beschermt haar als lichamelijk zwakkere vrouw. Dat wil hij omdat hij weet dat hij zonder zijn vrouw zichzelf niet kan uitdrukken. Ze is zijn uiting, zoals ieder mens de belichaming is van de liefde die God is (als het goed is).
Geestelijk gezien, is de waarheid de richtlijn, heeft de Liefde alle kennis en kracht in huis en geeft dat de bescherming die nodig is om het leven te leven.
De bruid heeft een wit gewaad: haar ziel is omhuld met zuivere liefde. Alléén daarmee past ze bij haar Bruidegom die zuiver liefde is. Ze wil niets anders dan deze Bruidegom dienen, plezieren met hoe zij werkelijk  is en de liefde die zij voor de zuivere Liefde heeft. Dat maakt haarzelf ook immens gelukkig: helemaal echt te kunnen zijn zoals zij is, zonder franje, dik doen, leugentje om bestwil, enz. Ze is geliefde om wie zij is. Niet om hoe ze eruit ziet. Ze wil wat Hij wil. Daarom zullen ze één zijn, voor eeuwig verbonden.
De ziel die eerder puberaal gedrag vertoonde en per se zichzelf wilde bedruipen, ziet in dat alleen ook maar alleen is. Ze legt haar hoogmoed en liefdeloosheid af en herkent de liefde die zij tekort heeft, dus nodig heeft. Ze leerde haar eigenliefde op te offeren aan de liefde zodat zij zichzelf weer herkende als liefde en licht en niets anders meer wilde zijn dan zich ‘geven’ aan de liefde van de Bruidegom. Ze beseft dat ze de wederhelft nodig heeft, omdat deze niet in haar zit, maar bij haar hoort.
Ook in deze zin kan Jezus geen vrouw of een ‘onzijdig’ of ‘dubbelzijdig’ of een geslachtloos mens zijn. Hij is immers de ongedeelde zuivere geest die geen aanvulling nodig heeft. Hij bestaat juist uit alle zielen die ooit van Hem uitgegaan zijn. Licht van Zijn licht. Daarom zal Hij niet rusten voordat al dat licht uit Hem weer weet dat het licht in Zijn grote oneindige Licht is. Want dan pas ervaart dat licht dat van Hem uitgegaan was, welke grootheid er voor hem ooit al is weggelegd.. Doordat God alle liefde is, kan en zal Hij niet rusten voor al dat licht in Hem zelf naast Hem medeschepper geworden is in een oneindige wereld waar alles mogelijk is. Ook God kan Zijn licht en Zijn mogelijkheden niet stoppen. Hij plant zich eeuwig en eindeloos voort. Uit Zichzelf… Hij wacht op zijn bruid, de mens die Zijn lichten zijn.

Gera Hoogendoorn-Verhoef

Was Jezus nu wel of geen man. Deel 1

Waarom is Hij een hij en geen zij.

Was Jezus nu wel of geen man. Waarom is Hij een hij en geen zij? Deel 1

2018 stond een artikel geschreven door Peter-Ben Smit, hoogleraar contextuele bijbel interpretatie VU Amsterdam. De vraag die gesteld wordt werd, was: was Jezus nu wel of geen man.

Als je iemand kent, weet je wie je voor je hebt. Anders ken je iemand niet. Als je iemand ontmoet, heb je – als je zintuigen in orde zijn – kunnen zien of iemand man of vrouw is. In deze tijd lijkt dat echter maar de vraag te zijn of onze zintuigen ons wel de juiste informatie geven. We gaan twijfelen aan ons gezonde verstand, onze intuïtie, ons gevoel, onze waarneming. Oké, waarneming is niet altijd objectief. Ze kan gekleurd zijn met vooroordelen, onwetendheid of juist met vaste wil iets zo te willen zien zoals jij dat wilt.. of iemand kan zich anders voordoen dan hij is om allerlei redenen. Ook kan iemand vinden dat jij verkeerd waarneemt bijvoorbeeld omdat jij gekleurd waarneemt. Al met al, als we vanuit waarneming met voor- of veroordelingen gaan ‘kijken’, kunnen we bedrogen uitkomen.
We kunnen echter ook vertrouwen verliezen in onze juiste waarneming. Hoe kunnen we op een juiste wijze waarnemen?

De bijbel geeft het antwoord: Gebruik de zuivere liefde in je en je zult het juiste in de dingen of situaties zien, waardoor je richting kunt bepalen en behoed wordt om grote fouten te maken.
Anders gezegd: Laat het de zuivere liefde zijn van waaruit je waarneemt en het zal goedmaken wat de ander krom maakt, rechttrekt of verprutst, verdraait. Nog anders gezegd: wandel met God en het leven zal je niet zwaar vallen. Of nog anders: ‘God zal je ingang en je uitgang behoeden’, of: Zonder de liefde red je het niet, dus alleen door liefde zul je het juiste inzicht hebben enzovoort.
Je zult dan wél – zegt de bijbel – moeten geloven dat die kracht – die jouw waarneming scherpt – in jou zelf aanwezig is. Dan zul je ook standvastig moeten zijn in dat geloof dat dat zo is en je niet moeten laten weerhouden om jouw eigen gezonde gevoel – je hart – te volgen. Dat volgen van je hart is dan – wanneer je werkelijk (dus in het diepst van je hart) de zuivere liefde wilt volgen – de stem van God waarnemen en ook opvolgen. Je hoeft er niet voor naar een kerk. Je hoeft geen oefeningen te doen, geen rituelen. Wat je wél moet doen – zo zegt Gods woord -: die hoogste liefde als doel willen hebben en die naar je vermogen doen zoals dat volgens jouw aard, wezen, talenten en mogelijkheden kan. Je hebt dan gedaan wat je kon, want wat jij aan goeds wilde, was het goede omdat de intentie het zuivere te doen, het enig goede was wat je kon doen om iets bij te dragen aan een wereld van vrede en welzijn, in jezelf en om je heen.
Immers, wie goed doet, goed ontmoet.
Waar het ego in een mens iets anders voor ogen heeft – namelijk eigenbelang en geen offers betreffende onvoorwaardelijke dienstbare liefde wil brengen – zal de mens lijden naarmate hij die zuivere liefde niet voor ogen heeft en dus door de tijd heen verliest. Hij kan dan niet meer goed in zijn hart vernemen wat het zuiver goede is. Hij moet dan inzicht missen. Wat hij waarneemt wordt dan gekleurd door de mate van liefde die hij wél heeft. Hij moet het dan méér hebben van zijn verstand, wat anderen hem vertellen, doen geloven en voorleven

Zintuigen worden door de mate van egoïsme afgestompt omdat ze dan niet meer gevoed worden door de zuivere liefde. Juist deze liefde heeft alle intelligentie in zich heeft om ieder het goede te wijzen. Mensen die egoïstisch zijn, vertrouwen niet meer op hun gezonde intuïtie, vormen zelfs op het laatst geen geweten meer en… verliezen die intuïtie, dat geweten. Ze zullen dan toch – om staande te blijven in de wirwar van het leven – steun zoeken bij die personen, instituten, genootschappen, overheden, geleerden, boeken, techniek, kunstgrepen enzovoort, die zeggen de waarheid in pacht te hebben en met plausibele of gewenste uitleg komen. Hierdoor zullen ze hun ziel en zaligheid laten afhangen van wat men ervan vindt en wat men van je vraagt of ten strijde trekken en andere voortrekkers zoeken en volgen. Je raakt dan jezelf kwijt wat kon gebeuren omdat je niet wist dat God in je te gebruiken is, of je in het geval je niet wilde dat Hij in jou de weg zou wijzen in kleine dingen en ook mega belangrijke zaken die alle zaken in het leven privé en het algemeen betreffen.
Zoals je vroeger – en nog steeds – de tijd en richting kon bepalen aan de stand van de zon, zijn de meeste mensen deze vaardigheid verloren, omdat ze kozen voor ander gemak, al is het maar een horloge, GPS, tomtom, timers enzovoort.

Mensen zoeken God nog steeds op de verkeerde plek. God is alleen in de Liefde die in- en uitstroomt waar, hoe, in welke vorm, wanneer dan ook, als… iemand dat wil en volhardt om die zuivere liefde, levenskracht achterna te jagen in… zuivere liefde.
Zuivere liefde verbindt alles wat bij elkaar past en doet uit elkaar gaan, wat niet past. Waar ieder dat met liefde zo laat gebeuren is er voor ieder genoeg en zal het juiste aan de orde zijn, doodeenvoudig omdat niemand anders, het niet-goede meer wil! Het staat en valt dus met wat een mens wil: kiest hij een leven in zoveel mogelijk liefde wat al het goede in zich heeft, of wil een mens dat niet en kiest hij voor zijn ego met al haar materiële wensen, beperking van leven en denken. Kiest hij voor een leven met God of zonder God. Afhankelijk van wat een mens hierin kiest en lééft, heeft hij inzicht.

Deze inleiding was even nodig om verder te kunnen:

Als we iemand echt kennen, weten we zeker met wie we te doen hebben. Anders zouden we niet kunnen zeggen dat we iemand echt goed kennen. We moeten dus onze vriend goed willen kennen. We zullen daarom liefde voor die vriend moeten hebben. Anders zal er nooit een gelijkwaardige communicatie en samenwerking kunnen zijn.
Zeer goede vrienden zullen elkaar ook aanvoelen waardoor maar de helft gezegd hoeft te worden. Veel dingen gaan dan vanzelf.. Wie kent dat?
Als we iemand tot grote, betrouwbare, vaste vriend hebben, zijn er geen geheimen meer die er in een andere situatie nog wel zouden kunnen zijn. Goede vrienden verbergen soms toch nog wel eens wat geheimpjes, die ze niet willen delen. Ergens is er dus nog gêne, iets dat tegenhoudt, of er is nog een ándere waarheid te vertellen. De vraag is hier echter of er dan toch echt wel sprake is van absolute betrouwbaarheid en liefde over en weer. In geval van absolute betrouwbaarheid, vriendschap, zuivere liefde, zou er immers geen oordeel, geen veroordeling zijn en dus ook geen onveilig gevoel. Alles – jouw persoon – wordt dan aanvaard zoals deze is. Alles wordt genomen zoals het is en kan gedeeld waar dit van toepassing is. Hoe iemand eruit ziet, wat hij is maakt dan allemaal niet uit. Het gaat om de vriend die iemand voor je is. Het wézen dat door jou wordt herkend terwijl dit door anderen soms helemaal niet wordt herkend, of zelfs wordt vertrapt.

Of dat het geval is, weet je door die zuivere liefde die je een juist geweten geeft. Niet klakkeloos, maar met behoud van het eigene. Eigenwaarde is er uiteraard als iemand mag zijn zoals hij is en er liefde wordt bespeurd. Iemand die eigenwaarde bezit, kan het eigene behouden en zal dat niet verkwanselen. De offers die gebracht worden, worden dan niet ervaren als offers. Er is dus geen energieverlies, dus geen verzwakking, dus blijft iemand sterk ook al put iemands gedrag je uit of brengt iemand je door zijn relatie met jou – de vriendschap – in een lastig parket.
Er is geen veroordeling, maar een puur accepteren van hoe iemand is. Iemand kan zich dus kwetsbaar opstellen, kan grote fouten maken, grote tekortkomingen hebben, maar de vriend blijft van deze mens houden! Dat is een groot goed. Het waardevolste dat een mens kan kennen buiten de relatie met God in wie iemand de meest echte Vriend kan zien.

Als je zo met elkaar zou kunnen leven, zou er op aarde geen ruzie zijn en zouden er geen misstanden zijn. Mensen zouden elkaar opzoeken of ook loslaten waar leefstijl, levensovertuigingen en doelen niet meer met elkaar matchen.. of niet (meer) nodig zijn. Je hoeft niet alles goed te vinden. Maar als iemand niet past bij jouw waarheid, hoef je niet met die persoon door het leven te gaan. Ieder mag zijn plek hebben. Leven en laten leven. Plek is niet bepaald een materiële plek, maar ook een beleven van mogen zijn en doen wat je aan liefde in je wil. De maat van liefde bepaalt of je zijdelings met elkaar op menselijke wijze om zou kunnen gaan of niet. Heb je weinig liefde, zul je veel veroordelen of zelfs dwarsbomen.. Kwaliteit van leven heeft alles te maken met de kwaliteit van liefde die iemand heeft.
Menselijke liefde is mogelijk zeer groots en tot de dood scheidt en ook over de dood heen, maar echt 100% zuiver kan haast niet, omdat geen mens perfect is. Wel kan een mens een zo perfect mogelijke liefde nastreven, wat ook Gods advies is aan ieder mens: ‘heb lief zoveel je kunt. Neem Mij als hoogste voorbeeld en leiding aan en doe evenzo.’

Bij Jezus Christus hebben we niet te maken met een bepaalde kwaliteit van liefde. Hij is zuiver liefde.
Hij is perfect. Er is bij Hem geen fractie van een tekort. Daarom is er bij Hem geen oordeel en veroordeling. Hij kan gewoon man zijn zoals Hij is. Jezus heeft Gods Geest in zich. Niet een beetje, niet onzuiver, maar geheel en compleet perfect. Daarom hoeft niets in Jezus aangevuld en .. hoeft Hij dus ook niet te leren van een ander, van een tegenpool, van… een vrouw of zoals enkele mensen dus te denken geven, van een man…. Jezus is ondeelbaar Zichzelf. Hij heeft wel een lichaam dat gevormd is uit stof. Die stof bestaat uit bewustzijn dat ooit de weg uit God dacht te kunnen gaan. Alle materie, stof, is niets anders dan intelligentie uit een groep geesten die het zonder God wilden stellen. Een lichaam bestaat dus uit verre van volmaakt bewustzijn. Jezus’ lichaam was heel speciaal. Het moest in staat zijn de perfecte geest van Jezus te huisvesten. Dat is nogal wat…

De familiebloedlijn via David tot in Maria – de moeder van Jezus Zijn lichaam – leverde die voorwaarden en dat soort lichaam dat Jezus nodig had voor Zijn taak en voorbereiding daarop.
Jezus moest dus wel degelijk zien om te gaan met wat Zijn lichaam aan sterke impulsen en noden had. Hij kon dat omdat Hij zich uit eigen wil alleen richtte op Zijn doel de wil van De Vader – Jezus’ geest in hem – te doen.
Daarom kon Hij deze enorme klus ook doen tot het bittere eind. Jezus als mens wist dat alleen volstrekte vrijheid kan komen, waar geen enkel atoom meer hangt aan materie en dus niet-liefde. Daarom kon Hij ook alleen maar via de zuivere wil tot liefhebben Zijn doel bereiken en een voorbeeld zijn voor de mens.
Jezus kwam op aarde om te laten zien wat het wezen van God is. Hij kwam voordoen dat je totale vrijheid kunt bereiken als je materie gebruikt, maar nooit als doel hebt.
Materie is immers niets anders dan in bepaalde mate van liefdeloosheid gevangen dus ernstig beperkt bewustzijn. Door materie – stof – lief te hebben, versterk je die liefdeloosheid en gevangenschap en onvrijheid dus.
Door materie te verloochenen, voeg je licht en vrijheid toe, waardoor je losser komt van de stof, de materie, je lichaam, je bezit enzovoort. Waar één polariteit afneemt, neemt de andere polariteit toe. Daarom is het ook dat God de mens adviseert zijn géést te volgen en niet zijn lichaam. Immers, je neet dan toe aan geestelijk inzicht waardoor je je lichaam veel beter kunt vormgeven, wat dus minder lijden voor jezelf en de medemens tot gevolg heeft. Immers, het hogere inzicht en de wil om Gods wil te doen, geven je betere kennis en dus keuzen, waardoor je minder liefdeloos bent. Vergeestelijken betekent dus toenemen aan liefde, wat afname van lijden tot gevolg heeft, al zal lijden altijd bij het menselijk aardse leven horen omdat je te doen hebt met tijdelijkheid, beperking en tig mensen die allemaal weer iets anders geloven, zeggen, willen en doen. Verdraagzaamheid is ook weer méér mogelijk wanneer iemand meer vergeestelijkt, dus meer liefheeft, waardoor ook weer minder wordt bijgedragen aan allerlei soorten ellende.

Jezus liet zien – door Zich als onschuldige te laten kruisigen – dat Hij verder leefde met een gééstelijk lichaam. Hij liet zien – al tijdens Zijn leven op aarde – dat een mens kan gebieden over hemel, aarde, ziekte, gezondheid, de natuur, dieren, weersverschijnselen enzovoort. Hij liet Gods kracht ongecensureerd, dus in puurheid door zich heen werken, waardoor allerlei materie kon worden omgevormd. Jezus zou dat niet hebben gekund als Gods geest niet totaal en perfect in Hem aanwezig geweest zou zijn. Maar.. al zou Jezus zelf Zijn leven niet in dienst hebben willen stellen om die geest van de onvoorwaardelijke – dus zuivere liefde – volledig te leven, zou Hij geen enkel gezag hebben gehad over de materie, het weer, of wat ook. Zijn missie zou dan mislukt zijn. Als mens was er dus een zeker risico dat Jezus zou falen in Zijn opdracht. Immers, kiezen voor eigenbelangen uit angst is geen mens vreemd.

Omdat God echter niet kan falen omdat Hij perfect is, faalde Jezus ook niet, omdat Zijn liefde perfect en zuiver was, voor wie Hij was (en nog steeds is)!! Jezus had dus geen greintje twijfel (liefdeloosheid) voor zijn Wezen (dat God is). Daarom juist kon Hij wat Hij kon en is Hij nog steeds wie Hij is.
Bij die perfectie past het niet om zich willen verbinden met een partner of zo.
Daarbij past niet geslachtelijke omgang of zo.
Deze dingen waren niet bij Jezus aan de orde, omdat Jezus’ geest en ziel ondeelbaar perfect zijn, dus nooit een toevoeging nodig zou hebben. Jezus kan alles IN en UIT en DOOR Zichzelf.
Hij heeft niemand en niets daarvoor nodig. Het moet logisch te begrijpen zijn, dat iets dat perfect is – hoe dat ook is – geen toevoeging zoekt of nodig heeft en ook niet kán hebben, want waar zou Hij dat andere perfecte dan vandaan moeten halen? Als iets perfect is, wordt er niets gemist. Met wie, wat zou dat iets dan moeten binden?

Daarom is het onzinnig zich af te vragen of Jezus man of vrouw geweest zou zijn of een minnares, huwelijk gekend zou hebben of Jezus wel of niet ‘uit de kast’ gekomen zou zijn enzovoort. Waar deze vragen gesteld worden, geeft dit blijk van onvoldoende inzicht in het wezen dat God, Jezus is.
Er is geen beperking voor Jezus in het man zijn. Hij beleeft Zijn zijn, zoals zijn 100%-tige liefde dat beleeft. Alles is voor Hem mogelijk en precies goed, al is het leven daarmee niet meteen maar 100% makkelijk en perfect.
Een mens kan zélf de juiste intentie hebben en de juiste stappen zetten, maar moet het doen met wat er om hem heen gebeurt als gevolg van wat mensen om hem heen willen en scheppen. Omstandigheden om je heen, kunnen het je moeilijk maken, waardoor wat je wilt niet lukt. Dat heeft zijn voor en zijn tegen, maar wordt toegelaten omdat geen mens perfect is, dus dingen mist, moet leren, ontwikkelen, eigen maken en de vrije wil heeft en ieder in liefde op die situatie dient te reageren, hoe erg liefdeloos deze situatie ook is. Iedere betrokkene leert van hoe iets is en hoe ieder daar mee omgaat. Het gaat er telkens weer om dat een mens dient te aanvaarden, maar ondertussen in liefde zijn weg zoekt, waardoor de omstandigheden juist ten goede kunnen keren, al lijkt dat onmogelijk, of is de tijd of gelegenheid tekort om het resultaat te ervaren en of te begrijpen. Ieder mens heeft medemensen nodig om door hen, door een vriend, partner meer liefde eigen te maken.

Waar een mens in de materie aanwezig is – en dat is het geval betreffende het leven op aarde (een lichaam van een mens is immers materie) – kan hij nooit en te nimmer perfect zijn. Het lichaam is immers gebouwd uit bewustzijn dat de weg in God niet wilde en.. kwijtgeraakt is. Het bewustzijn waaruit een mens is samengesteld is altijd nog wel zeer hoog ontwikkeld, maar altijd weer divers,
‘van alles wat’, maar voor ieder weer uniek in samenstelling, maar nooit alles, dus nooit compleet, dus nooit in die zin volmaakt. Hij is immers UIT God maar niet God ZELF. Hij heft het ZELF van God in zich, maar weet dit niet meer, wil dit niet meer en dient dit juist weer te willen, te zoeken en.. te vinden via onvoorwaardelijke liefde het eigen maken van onvoorwaardelijke liefde. Jezus Christus hoefde dit niet. Hij IS perfecte liefde.

Ook het lichaam moet echter omgevormd in puur geest. Het bewustzijn waar het lichaam uit samengesteld is, is zeer grofstoffelijk, zeer eigenzinnig en dient de ziel te helpen zichzelf te vergeestelijken. Een andere reden voor het hebben van een aards materieel lichaam is er niet. Dat omvormen van dat lichamelijke bewustzijn dat door egoïsme en eigenzinnigheid gevangen wordt gehouden in een cyclus van moeten, waardoor het gelouterd wordt, gebeurt tijdens het leven van de mens. De mens dient zijn lichaam te sturen, te bevelen, te bezitten. Helaas bezit het lichaam vaak de ziel. In dergelijk geval dat dit zo is, noem je iemand meer of minder zinnelijk. Dat kan op allerlei gebied zo zijn. Het lichaam bepaalt dan maar al te vaak wat de ziel wil. De ziel is dan te zwak om te doen wat zijn geest in hem wil en zegt en volgt dan maar ‘makkelijk’ wat het lichaam wil. De ziel verstoffelijkt dan echter meer en weer, waardoor de toegang tot de geest steeds minder wordt en de band met het lichaam veel sterker. Menige verslaving komt hieruit voort: een zwakke ziel, een sterk lichaam.

De mens is een eeuwig gééstelijk wezen met een tijdelijk materieel lichaam. De mens moet niet zijn lichaam en zijn ego volgen, maar zijn innerlijke zo zijn waar Gods geest aan het woord is om deze mens te begeleiden (het meest diepe zelf van de mens: de Godsvonk in hem die hem doet leven).
De mens moet die begeleiding willen, waardoor hij richting, de kracht en juiste ideeën krijgt heeft om zijn lichaam te laten uitvoeren wat zijn hogere ik in hem wil. Dat ‘hogere ik’ is dus de ziel die zich richt naar het hoogst mogelijke levensdoel, het verwezenlijken van de zuivere liefde in zich, of te wel God realiseren.

In de Bijbel is dit proces beschreven als het samengaan van man (geest van God, de liefde) en vrouw (de ziel die zoekt en zich dient te richten op de geest in haar die haar leidt) die een hemels huwelijk sluiten en een kind verwekken.
De mens zijn ziel is dus de vrouw, de bruid.
Deze zoekt het hemelse huwelijk met haar geest, de bruidegom.
Als de ziel (vrouw) deze geest (man) volgt, zal haar niets ontbreken en zal de ziel samensmelten met haar geest met een geboorte van het nieuwe ik (het kind in het aardse huwelijk) tot gevolg.
De nieuwe mens staat dan dus op, (wordt wakker, ontwaakt) als ze haar ego – dat haar afhoudt van liefde – heeft afgelegd.
Ze ziet dan in wie zij is, krijgt alle kracht en gezag die zij nodig heeft om de materie (het lichaam) het hoofd te bieden. Voor mensen in deze tijd is dit nog steeds mogelijk, maar het gebeurt nog maar bedroevend weinig omdat niemand meer zijn hoogste levens doel lijkt te kennen en makkelijk verdwaalt in de overvloed van materiële- en lichamelijke ego belangen die de mensenziel (de vrouw) doen verstrikken, verdonkeren, waardoor het lastig is om het hart (Gods geest, de bruidegom) te volgen! De mens dient dus een huwelijk aan te gaan: de ziel van de mens dient dus als doel te hebben te versmelten met de geest in haar die haar een nieuw bestaan geeft: de echt levende mens in Liefde.

Hoe kan een perfect God – de enige bron die leven kan geven – nog een andere levensbron ‘ernaast’ hebben? Hoe kan God zich verbinden met nog een god ergens, die dan ook perfect en compleet zou moeten zijn?
Hoe kunnen twee of meer perfecte Goden naast elkaar bestaan?
Bestaan zij dan IN elkaar of UIT elkaar? En hoe kan het dan zijn dat zij allebei perfect zijn? Want als één ‘iets’ alles heeft, hoe kan dat andere ‘iets’ dan ook alles hebben? Denk na over deze vraag en kom tot conclusie dat er maar één perfecte Kracht moet zijn die kan scheppen. Dat deze enige Kracht wel moet kunnen scheppen en dat het leven niet ergens anders vandaan kan komen, moet hiermee duidelijk zijn.
Dat deze scheppende leven gevende Kracht zelf het leven is en ook moet zijn, is ook hiermee duidelijk, want er is maar één kracht.
Dat deze Kracht Liefde in volstrekt zuivere vorm moet zijn, moet ook duidelijk zijn, want liefdeloosheid – wat hetzelfde is als dood – kan niet scheppen. Dood laat alle dingen uit elkaar vallen, terwijl waar leven is, dingen aan elkaar ‘plakken’ waardoor juist het leven vorm krijgt.
De samenbindende, samenbrengende, aantrekkende kracht hoort bij Liefde. IS LIEFDE.
Daarom is God liefde.

Alles wat materieel is, vervalt, versplintert en heeft eens een einde. Dat bekent dat de ‘andere kant’ van de materie, de uiterste dus onzichtbare, onmeetbare ‘vorm’ van materie géén verval kent en dus oneindig is. Dat is ook logisch als je je bedenkt dat zuivere geest nooit meer niet kan bestaan en er dus altijd zal zijn. Dat ook weer omdat deze zuivere Geest het leven is en geeft. Alles wat is of was of zal zijn, zal dus altijd voortkomen uit die alsmaar uitstromende, nooit opdrogende geestelijke Bron die we God noemen. Dat God de enige Bron moet zijn, is zo, omdat er niet nog een volmaakt alles in zich hebbende bron kan zijn. Alles wat er is, bestaat dus dankzij de gratie Gods. Dat wil niet zeggen dat alles dat van God uitgegaan nog perfect is.
In principe is dat alles wel perfect, maar gedraagt het zich niet meer perfect omdat het maar onderdelen, gedeelten, momenten zijn. Als deze onderdelen van bewustzijn dan ook nog eens kiezen voor een eigen koers, worden ze zeer onvrij en beperkt en… kennen op den duur hun Bron niet meer. Uit die afgedwaalde eigenzinnige bewustzijnsdeeltjes is de hele materie opgebouwd!

Die onderdelen, momenten zijn optimaal waar er veel liefde aan vooraf ging. Waar er amper of geen liefde aan vooraf ging, zijn de dingen destructief, al lijken ze prachtig en waar. Je kunt God niet kwalijk nemen dat dingen zijn zoals ze zijn. Het is de mens – met zijn hoogst mogelijke intelligentie en kiem van liefde om te willen en te ontwikkelen die dingen uit liefde of wat zijn ego wil en doet – die alle ellende veroorzaakt! Een mens kan zich aansluiten bij het kwaad of bij het goede.. Dat is aan ieder mens persoonlijk.

Om een richtlijn te hebben in dit oerwoud zijn de basisadviezen door God aan de mensheid gegeven in de vorm van de tien geboden en verhalen uit de Bijbel die een geestelijke inhoud hebben, waardoor men kan begrijpen hoe het beste wel of niet te reageren in welke omstandigheid of in welke tijd ook!
Dat wat materieel geworden is (in welke mate en vorm ook), herken je niet meer als van God zijnde, als je de Bron niet kent of negeert. Je zult dan alleen met je donker geworden, vaste, verdoofde zintuigen de tastbare of voor jou aannemelijke zaken of meetbare dingen kunnen zien als waar. Dat levert dan weer een leven in beperking op, terwijl je als je breder zou kunnen denken, herkennen en aanvaarden, minder lijden zou ondergaan en veroorzaken en meer kennis zou hebben waar je je voordeel mee zou kunnen doen. Het is vreemd, maar hoe meer mensen denken vanuit alleen hun verstand en materiële waarneming te kunnen leven, ze juist meer en meer procent van wat waar is, niet meer kunnen herkennen, niet meer kunnen bevatten en deze dingen dus ook niet kunnen meenemen in onderzoek, beleid, plannen maken, protocollen, ontwikkelingen in welke tak van leven of wetenschap ook. Ook studenten denken dus dan ‘alles’ te weten, maar beseffen niet hoe eenzijdig hun studie en voorlichting zijn.

De pure, zuivere geest heeft dus géén verval en geen eind en heeft alles in zich. Dat is zo, omdat de bouwstenen van gebeurtenissen, van vormen dus moeten liggen in die perfecte alles in zich hebbende geest.
Materie kan natuurlijk nóóit uit zichzelf bestaan. Materie heeft altijd een geestelijke bron! Daarom is het van aller wezenlijkst belang dat men éérst de Geest kent en ontwikkelt en vervolgens pas beleid maakt en stappen zet. De puur uiterste vorm van Geest was er altijd al en heeft geen enkele grens. Dat houdt dan meteen weer in dat Geest overal is en overal in doordringt en dus overal iets teweegbrengt. Dat heeft dus weer de consequentie dat materie in wezen geest (bewustzijn) is.
Omdat de mensheid deze dingen niet meer begreep en zijn eigen gang ging door zich te richten op de materie, dreef ze verder weg van God en werd meer en meer liefdeloos en vertwijfeld rond zin, bestemming van het leven. Men ging zelfs van God verder groeien naarmate de zielen van de mensen verdichtten en verzwaarden, waardoor hogere, meer geestelijke inzichten verloren raakten.

Toen de mensheid verstrikt raakte in zoveel liefdeloosheid en het zicht op wat het Wezen van God was, verloor, besloot God om tussen de mensen te gaan leven om een voorbeeld te stellen. Hij temperde zijn onmetelijke Licht door zich te omhullen in een menselijk lichaam gebouwd uit de stof, bestaand uit bewustzijn dat Hem al zoveel eerder ontrouw geworden was (zondeval, val van Lucifer) en begon een leven als Jezus Christus, die de Zoon van God werd genoemd. Het offer dat God bracht, was dus dat Hij letterlijk en figuurlijk afdaalde te midden van de vijand – de liefdeloosheid – die Hij juist niet wilde en de antigeest was van Zijn Eigen Wezen. Die antigeest is dus de materie. Dat bewustzijn, die intelligentie die alles voor zichzelf wil hebben en houden, maar die daardoor zichzelf uiteindelijk de das om doet. Immers, door de eigen koers te willen varen, verwijder je je van God, dus van vrijheid, dus van volmaaktheid en… van liefde.
De verzameling bewustzijn (geesten) die allen uit God dachten te kunnen weggaan, begingen dus grote liefdeloosheid en zijn nog steeds bezig zich van God te verwijderen, alhoewel er ook hele clusters bewustzijn weer gelouterd terugkeren in God. Louteren is ontdoen van ego. Gelouterd zijn is weer de koers van de liefde in God willen varen.

In Jezus werd God bereikbaar en zichtbaar voor de mens en kon Hij via de mens Jezus uitleggen en laten zien wat Hij bedoelde met hoe je moest leven en kon overleven op aarde om zoveel mogelijk vrede en welvaart en gezondheid te ervaren. Wie dit niet wilden horen en geloven, haatten Jezus hierom en de geschiedenis heeft laten zien wat er gebeurde. Jezus werd gekruisigd. Echter.. men had niet begrepen dat waar een mens volstrekte liefde leeft en dus zijn geest trouw blijft, zijn geest daarmee – met een leven van dienende naastenliefde – wordt gezuiverd en lijkt op de geest van God, waardoor deze in het geestelijk leven natuurlijk nooit meer niet kan bestaan! De mens die erin geslaagd was zijn ziel volmaakt te laten versmelten met Gods geest in hem, zou perfect vrij zijn en alle materie en geest waar, hoe dan ook, kunnen beheersen. Dat deed Jezus. Hij bleef immers Gods geest totaal trouw zonder enig eigenbelang wat perfecte liefde is! Daarom kon Hij Zich laten zien aan de mens met Zijn verheerlijkt lichaam. Daarom leeft Jezus Christus nog steeds. Immers, wat volmaakt geestelijk is, kan nooit meer niet bestaan!!
In Jezus is – door zijn vaste onwrikbare wil om de wil van de Vader (de zuivere liefde) te doen – Zijn geest totaal één geworden met Zijn ziel. Zijn lichaam en diens noden werden dus totaal ondergeschikt aan het doel dat Jezus voor ogen had en .. blééf houden, ondanks dat Hij wist dat de wereld (de mens zonder liefde) Hem hierdoor zou haten en weg wilde hebben, zodat zij door konden gaan met wat hun ego en lichaam wél wilde.

Jezus heeft geen geslachtelijke vereniging nodig om Zich compleet te manifesteren. Hij ervaart de opperste vrijheid en éénheid met ‘de Vader’ (de geestelijke Bron in Hem die alle leven is en samenvoegt), waardoor het lichaam geen babbels meer heeft, waardoor Jezus aan Zijn doel kon vasthouden en recht bleef en heerste – en nog steeds heerst – over dat wat de materie was en is …. en zal zijn.
De wil van de Vader is dat wat de zuiverste liefde – die de Bron van alle leven is en moet zijn – wil.

De geslachten mannelijk en vrouwelijk in de mens zijn er om als tegenpolen elkaar te laten aanvullen, waardoor uitersten niet meer als zodanig beleefd worden en er dus nieuw leven (bewustzijn op een hoger niveau van liefhebben) ontstaat. Materieel gezien is het verwekken van een kind gevolg van het lichamelijk samengaan van man en vrouw. Het samensmelten van man vrouw gééstelijk gezien, betekent een zich richten van de ziel (vrouwelijk aspect van het leven) naar de hoedanigheid van de geest die richting geeft (manlijk aspect van het leven), dus wat God – de liefde – in hem wil.

Het mannelijk aspect van het leven is God.
De zielen uit Hem – dus al wat leeft – zijn vrouwelijk.
God heeft dus geen vrouw nodig, want wat puur geest is, is ondeelbaar. Alle manlijke en vrouwelijke eigenschappen zijn er in puur, volstrekt harmonieus perfect evenwicht. Daarom is er in God geen strijd en zijn er toch alle, alle mogelijkheden en ontwikkelingen. Er is geen ‘andere kant.’
Op de keper beschouwd is alle materie vrouwelijk. De tegenpool van Gods liefde die mannelijk is.
De puur geestelijke wereld is mannelijk.

De bedoeling van de schepping is het om ooit weer een totaal evenwicht in God te bereiken. Dat betekent dus een eens oplossen van alle materie. Het vrouwelijke is dan niet meer als tegenpool te beleven. Satans kracht is dan ten einde. De eigenliefde is er dan niet meer. Alle zogenaamde levels van liefhebben zijn dan opgeschoond naar de hoogst mogelijk zuiver liefde zoals Gods geest is.
Dat oplossen van materie gebeurt in alle levensprocessen in alle natuurverschijnsels op en in onze aarde en het hele universum.
Alle materie lost zich weer op als het bewustzijn in die materie weer in Gods liefde wil bewegen en niet meer zijn weg van eigenliefde wil gaan.
Er zal dan een eeuwig durende geestelijke schepping zijn waarin het mannelijke en het vrouwelijke niet meer seq gescheiden zijn maar leven in en door elkaar als een onlosmakelijke eenheid waarin er een perfect in evenwicht samenwerken is.
De mens die daar volmaakt geworden is door het zich eigen maken van Gods liefde, schept daar in God de werelden in liefde volgens Gods wil die de zijne geworden is. Alles is daar oneindig mogelijk…

Het evangelie dat aan de mensheid is gegeven, vertelt dit proces in veel verhalen. Helaas begrijpen mensen de geestelijke strekking van de boodschap niet meer en leggen zij e.e.a. materieel en verstandelijk uit, waardoor de boot gemist wordt en men verdwaalt in een woud van onlogische zaken waarbij men de waarheid afdoet als dom, zinloos, toevallig en onrechtvaardig. De boodschap van het evangelie is: richt je als ziel naar de geest van God in je. Doe wat jij kunt in zoveel mogelijk goed doen voor de ander vanuit jouw unieke kunnen en talenten. Vraag bijstand en inzicht aan Gods geest in jou en herken en volg dat in de ander, zodat je elkaar steunt en voedt in zoveel mogelijk liefde zonder eigenbelangen.
Vertaald: De vrouw zal haar man aanhangen en samen zullen zij één zijn.
Anders gezegd: De liefde (vrouw, de mensenziel) zal doen wat de wijsheid (man, Gods geest) wil en samen komen zij tot een perfecte samenleving (huwelijk) tot de dood scheidt (deze verbinding is niet meer te scheiden dus is zij eeuwig)..

Deze leefstijl zal dat scheppen wat je nodig hebt en vraagt.
Gods geest – liefde willen – zal als leiding in je eigen hart aangeven wat je daarvoor zelf kunt of zou moeten doen. Je bent vrij om dat op jouw manier te doen, als je het maar met zoveel mogelijk liefde doet. God heeft via de tien geboden geleerd wat richting geeft in hoe je dat het beste kunt doen. Doe dat. Je ziel zal dan steeds meer vanzelf inzicht en kracht om het juist te doen, krijgen. Als je klaar bent met je taak op aarde (groeien in liefde, waardoor je meer op God gaat lijken), heb je je lichaam niet meer nodig. De geest kan en wil dat lichaam dat haar vasthield zolang ze grip op die geest had, vast. Als door allerlei schande en schade de ziel klaar is en wijs is geworden, is zij zo vol lichtkracht, dat zij teveel is gaan verschillen met het grof materiële, waar het lichaam uit bestaat. Het lichaam dient te verijlen, wat het verouderingsproces ook laat zien. (de oudere mens wordt steeds brozer en zwakker. De ziel heeft steeds minder te maken met materie en wil dat ook niet meer. Het lichaam en die materie wordt te zwaar. Ze is er aan toe het leven en het lichaam los te laten, want het pleziert haar niet meer).

Als de ziel weet (heeft geleerd, ontdekt) dat ze licht is en weer terugkeert als vrij wezen in dat licht waar alles zal zijn, zal ze het leven op aarde makkelijk kunnen loslaten, omdat ze weet dat er voor haar een eindeloos beter leven wacht met ongekende mogelijkheden. Ze weet ook dat ze niet bezorgt hoeft te zijn om mensen van wie ze houdt, omdat ze weet dat ze hen kan volgen als dat nodig zou zijn. Al met al kan een lichaam losgelaten worden in vrede als de ziel liefde heeft geleerd. Het lichaam valt uit elkaar en sterft. Het bewustzijn uit dat lichaam gaat over in een ándere levensvorm en wordt weer gelouterd door dat leven van die vorm. De ziel van de mens ontdekt of weet wie zij in wezen is en gaat verdere ontwikkeling in de geestelijke wereld eindeloos groeiend in liefde met vertrouwen tegemoet … als zij dat maar wil. Waar zij dat niet wil, ervaart ze nog steeds haar narigheid en gevangen zijn, wat je ‘hel’ noemt. Het zijn in de sfeer van liefde die die ziel zelf heeft eigengemaakt, noem je ‘het zijn in de hemel, bij God’.
Wanneer alle materie ooit geleerd zal hebben om zich volledig in God te willen bewegen, zal materie niet meer hoeven, maar ook niet meer mogelijk zijn, omdat immers alle intelligentie (zielen van allerlei soort en niveau van bewustzijn) uit God volmaakt vrij is en er een eindeloze groei door eindeloze mogelijkheden waar dan ook in het gééstelijke heelal zal zijn.

Dit proces wordt bedoeld met het verhaal van de Verloren zoon die thuiskomt na een armoedig, vreselijk bestaan ver van de Vader, waarin alle materie is verkend en verbrast er een groot lijden is geweest en inzicht is gegroeid dat het beter vertoeven is bij de Vader bij wie hij rust had en zichzelf kon zijn.
De zoon in dit verhaal staat voor ieder mens die zoekt middels materie naar dat wat hem rust en vrijheid zal geven: liefde, die hij vindt waar hij zijn ego opgeeft. Nog anders gezegd: de kiem van het kwaad, satan, het kwaad wat is beleefd, maar geen voet meer aan de grond kan krijgen omdat er voor liefhebben wordt gekozen.
Hiermee komt al het bewustzijn dat uit God stroomde in zelfstandige levens, terug in God, waar het helpt mee te scheppen volgens aard en doelen om er een prachtige immer uitdijende wereld – geestelijk dan wel te verstaan – uit te vormen.

Gera Hoogendoorn -Verhoef.

Virus natuurgeneeskundig gezien. Hoe werkt het, wat doet het?

Hoe ernstig is Covid-19?

Virussen zijn zeer kleine organismen. Zo klein, dat je ze met een gewone microscoop niet kunt zien. Ze zijn wel 100 x kleiner dan een bacterie. Op zichzelf kan een virus niets. Eigenlijk is een virusdeeltje niet meer dan een stukje genetisch materiaal (DNA deoxyribonucleic acid of RNA ribonucleic acid ) dat is ingepakt in een laagje eiwitten. Er zijn veel verschillende soorten virussen. Er komen ook steeds nieuwe virussen. Een virus heeft geen celkern, celwand, ademhalings- en verteringssysteem. Afhankelijk van wat je verstaat onder het begrijp ‘leven’ kun je zeggen dat een virus niet of wel levend is. Het kan zich niet zelfstandig delen. Het is hierom beter te zeggen dat een virus niet leeft. Een virus kan immers alleen leven dankzij en met behulp van een (menselijke) gastheercel.
Wat griep is volgens allopathie is wel bekend. Het wordt overal breeduit in de media genoemd. Men ziet griep als een lastige bijkomstigheid, ongewenste reactie die je óf moet uitzieken, óf eerder helaas vaker onderdrukt uit angst voor lange belasting, grote impact op verzuim, last en verdere ongewenstheden. Men wilde daarom ooit een vaccin omdat griep zorgt voor veel ziekteverzuim dus hoge kosten en verlies van arbeid. Helaas is met het stelselmatig inenten gewoon geworden dat een jaarlijkse broodnodige schoonmaak – wat de allopathie helaas anders ziet – wordt voorkomen. Met de intrede van het algemeen inenten tegen helaas steeds meer kinderziekten ontstond veel verzwakking en belasting naast ook verbanden tussen gedrag stoornissen, maar ook andere neurologische schade en het uitbreken van een hoos ernstige systeemziekten sinds dien. Ook komt het veelvuldig voor dat men toch ondanks of door juist de vaccinatie tóch griep krijgt. Het is voldoende bekend dat veel mensen juist griep ontwikkelden terwijl ze voordien nooit griep hadden, of het erger meemaakten, naast ook uiteraard mensen die verschoond blijven van griep, wat echter veel minder vaak het geval is dan wordt beweerd. Immers, alleen de ernstigere griepgevallen worden gemeld. De gewone niet omdat men überhaupt al niet eens bij de huisarts komt met een lichte griep. De verbanden tussen het groter aantal ziekten die ontstonden sinds de gewoonte kinderen in te enten, wordt helaas betwist al zijn uitkomsten van wetenschappelijke onderzoeken duidelijk genoeg.
Wat een virus precies is en doet, is de wetenschap nog steeds niet echt duidelijk. Wat wel duidelijk is en ook moet zijn is dat de gehele schepping, je leefomgeving, overal in de lucht, op, in de aarde in planten, dieren je eigen lichaam miljoenen virussen zitten. Zonder virussen zou er geen leven bestaan, want talloze combinaties van virussen – aminozuur pakketjes – maken leven juist mogelijk. Ook ons lichaam moet ze opnemen en … maakt ze zelf! Eiwitten zijn geestelijk gezien zeer materieel geworden stukjes bewustzijn die de bouwstenen vormen voor allerlei stoffen en organismen. Alles wat materie is, bestaat uit een bonte verzameling steeds weer wisselende of bepaalde vaste rangschikkingen van aminozuren. Aminozuren op zich zijn weer materialisaties van bepaalde geestelijke hoedanigheden. Even kort gezegd: Waar een bepaalde positieve of negatieve sfeer ‘hangt’, ontstaan er aminozuren die diezelfde sfeer, kwaliteit vertegenwoordigen. Een ziekmakend virus kan niet bestaan als er geen eerdere (negatieve) voedingsbodem voor is. Negatieve voedingsbodem is b.v. angst, vervuiling, maar ook verzwakking. Of er een verzwakking is, bepaalt ook of een virus ziekmakend is of niet. Daarom is het ook zo dat de een ziek kan worden van een kwalijk virus, maar een ander totaal niet. Allerlei factoren bij elkaar bepalen of iemand ziek wordt en hoe erg… Op de keper beschouwd, bepalen dus veel omstandigheden of iemand ziek wordt van een ‘ernstig gevaarlijk ‘virus of niet! Men legt de nadruk helaas vaak op het virus zelf. dit krijgt dan de schuld gevaarlijk te zijn, maar… men kijkt onvoldoende of zelfs niet naar de omstandigheden die leidden tot ziek worden! Honger, slechte leefomstandigheden, milieufactoren (straling, kernramp, fabrieken, PCB’s, hormonen in drinkwater, verontreinigd erfelijk materiaal, gifstoffen, medicijnen, stress, maar ook negatieve gemoedsgesteldheid (angst, ongelukkig zijn, boosheid, haat, enz.), geloven in het verkeerde (doemdenken) zijn van die verzwakkende omstandigheden waardoor virussen, schimmels, bacteriën, en andere (micro) organismen vat op ons krijgen.

Doorgaans is men geneigd alle aandacht te geven aan het elimineren van het virus dat Covid-19 zou veroorzaken. Echter.. de voedingsbodem om de ziekte Covid te krijgen wordt niet weggehaald, maar eerder versterkt door… de maatregelen en… angst!
Men staat er onvoldoende bij stil dat een virus meestal door een mens ZELF wordt gemaakt en wel pas als poging om lichaamsvreemde, belastende of giftige stoffen in te kapselen, onschadelijk te maken en uit het lichaam te werken. Heel belangrijk en essentieel: een virus veroorzaakt dus geen klacht, als er geen troep op te ruimen valt! Een mens vertoont dan dus geen of amper reactie!
Als het lichaam wel een reactie vertoont is dit dus volgens de natuur blijkbaar nodig om erger te voorkomen. Immers, als er teveel foute stoffen in een cel zitten, volgt verstoring van een precair evenwicht in die cel, wordt de cel ziek wat voorkomen moet worden omdat de cel anders haar werk niet meer kan doen en het orgaan, of zelfs gehele organisme in gevaar komt. Het is een niet te voorkomen natuurlijk mechanisme dat een cel zich probeert te ontdoen van belastende, foute, gifstoffen, zoals ieder het ook nog normaal vindt dat het kwaad bestreden moet worden en het leven verdedigd moet worden. Dit is de grondwet van het leven, waarbij het sterke sterk wordt door het goede en het kwade verzwakt dus vanzelf geen voeding vindt, als dat kwade niet wordt verdedigd en wordt gewild!
De zwakke cel verkommert. De sterken moeten harder opnemen, afstaan, produceren en ontgiften om in leven te blijven en het werk goed te kunnen doen. In een poging meer zeggenschap te hebben en haar werk te kunnen doen – compensatiedrang - wordt de cel uiteindelijk - na veel noodkreten - aangezet tot wildgroei - wat het wezen van kanker is - wat uiteindelijk dood brengt. Waar er dus veel ballast is in de cel volgt altijd op een bepaald (later) moment wildgroei, uitzaaiing, apoptose (celdood). Een cel is nooit in haar eentje belast, maar die belasting vindt natuurlijk plaats over een geheel weefsel of orgaan.

Als mensen zich regelmatig vaker, beter zouden ontgiften in plaats van dat men
- maar medicijn op medicijn gebruikt en
- pogingen van het lichaam te ontgiften onderdrukt door gebruik van koortsverlagende middelen, pijnstillers, enzovoort
- door blijft gaan met slechte – dus voor die mens foute gewoonten zoals onnatuurlijk leven, drinken, drugs gebruik
- maar ook geestelijk onwel bevinden, stress, onzekerheid, negatieve gedachten, doelloosheid, geen hoop, geloof, steun ondervinden, slecht netwerk, geen sociale contacten, liefdevolle familie.
- en ook niet te vergeten blijft opdoen van, blootgesteld worden aan onnatuurlijke dus ook ziekmakende milieu- en omgevingsfactoren zoals uitlaatgassen, verhoogde (wifi, 5G 60 gigahertz en straks nog hogere) straling, PCB’S enzovoort,
zouden veel ernstige ziekten en complicaties kunnen worden vermeden. Onze lichamen zouden immers minder ziek worden omdat er amper uitgescheiden hoeft te worden. Ons immuunsysteem (afweersysteem) zou dan prima in staat zijn het lichaamsvreemde, ongewenste, giftige er uit te werken. Omdat we echter bij voorbaat (middels b.v. vaccins) of door onderdrukkende ‘medicatie’ symptomen proberen te onderdrukken, merken we de lichamelijke belasting niet op, gaan we door met het opstapelen van ongewenste of afgewerkte maar voor het lichaam ziekmakende stoffen, wat uiteindelijk allerlei symptomen veroorzaakt in dát weefsel of die organen waar deze belasting (te veel) heeft plaatsgevonden. We zien dus aan de soort en mate en combi’s van symptomen waar ons lichaam en niet te vergeten onze ziel is belast en zich van probeert te ontdoen. De kunst is die verbanden te zien. Een holistische kijk op ziekte en onwel bevinden kan zeer veel leed en kosten voorkomen. De allopathie (reguliere geneeskunde) is helaas gewend om in stofjes en chemie te denken, maar laat geestelijke beïnvloeding buiten beschouwing en begint bij de ziekte, terwijl de natuurgeneeskunde kijkt naar hoe de symptomen konden ontstaan en wat deze laten zien. Natuurgeneeskunde heeft als eerste prioriteit de eigen natuurlijke afweer weer te herstellen door het lichaam te ontdoen van de belastende dus ziekmakende stoffen die soms al een leven lang aanwezig waren.

Griep of verkoudheid is eigenlijk pas mogelijk als het lichaam teveel belast is met dus bepaalde (ongewenste) stoffen. Om te voorkomen dat het lichaam teveel belast wordt, maakt het lichaam dus zelf opruimers. Dát zijn virussen, al denken anderen daar anders over. Echter, het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Je kunt virussen opnemen van buitenaf, maar vaker produceer je ze dus zelf!
Daarom is het dus ook zo dat de één bij een infectie ziek wordt en de ander niet!
Daarom kan het zijn dat je je ziek voelt, maar niet positief getest wordt, of
positief getest wordt, terwijl je je niet ziek of maar een beetje verkouden bent!
De één heeft voldoende weerstand en een schoon lichaam. dus kan hij góéd de aanvaller onschadelijk maken, de ander kan dit vanwege verzwakking niet makkelijk of zeer moeizaam of helemaal niet (meer) om allerlei redenen.
Koorts, extra slijmproductie of bijvoorbeeld diarree zijn symptomen waarbij bepaalde eiwitten, aminozuren, ándere lichaamsvreemde stoffen ‘inkapselt, onschadelijk maakt of afbreekt’. Dat wat men ziekte noemt is dus eigenlijk een symptoom. Griep, verkoudheid is dus eigenlijk ‘niets anders’ dan het opruimen van de afval. Zou een mens voorbeeldig leven, dan zou hij amper ziek zijn en geen vuil hoeven ruimen op gezette tijden.
De allopathie heeft al die verschillende pakketjes symptomen (ziekteverschijnselen) namen gegeven. Voor al die ziekten zijn bepaalde medicijnen en behandelingen bedacht. Men legt echter niet het accent op opruimen van gifstoffen, herstellen van disbalans (vaak verzuring), inzien van waarom, waartoe, hoe ziekte verschijnselen konden ontstaan. Men is gaan denken in hokjes.. Zonder hokje, geen medicatie, maar ook geen hulpverlening of vergoeding! In het DSM handboek staan b.v. psychiatrische ziekten gerubriceerd. Heeft men een ziekte niet benoemd, is deze niet vermeld, dan kan er ook geen medicijn of vergoeding op volgen.. . Eigenlijk weet je dus nog niets, als allerlei symptomen in elkaar overlopen, wat heel vaak het geval is. Welke ziekte heb je nu wel of nét niet, enzovoort.
Men zou er beter aan doen om dit punt beter te onderzoeken en zich meer in te zetten voor preventie, want dat is het! Nu onderdrukt men allerlei ziekten en kwaaltjes waarvan niet wordt ingezien waarom ze er eigenlijk zijn. Ze zijn er zoals al eens eerder beschreven als er liefdeloosheid jegens zichzelf is omdat iemand zichzelf niet kan zijn, hij stress ondervindt van buiten of binnenuit. Kortom, de ziel lijdt gebrek, zoekt compensatie, en laat middels een onwel bevinden, later klacht, later ziekte zien, wat er wezenlijk mankeert. Eerst is er dus een geestelijk onwel bevinden, later wordt de ziekte manifest in het lichaam op steeds grotere schaal en dieper niveau. Waar men vroeger genas volgens de leer van overeenstemmingen, wordt dit helaas steeds meer afgedaan als dom en ouderwets. Het is echter van grootst belang om weer de verbanden tussen geest en lichaam, tussen binnen en buiten, in te zien. Oplossingen liggen dichterbij dan je denkt. Weet je dit niet, wil je dit niet weten, dan zul je van ‘buitenaf’ je oplossingen moeten zien te bedenken, vandaar ook de grote geneesmiddelenindustrie gebaseerd op medicatie en vaccinatie. Allemaal prachtig waar het niet anders kan en ziekten geëscaleerd zijn. Het blijven echter – hoe je ook denkt - doekjes voor het bloeden, als er de oorzaak niet mee wordt weggehaald, maar deze juist blijven sluimeren en ondertussen het lichaam zieker maken. Nog meer bijwerkingen, nog meer medicatie en nog meer onwel bevinden en doorgaan met het maken van vaak dezelfde leef- en denkfouten zijn dan vaak gevolg. Je kunt een tumor weghalen, waardoor je het lichaam gelegenheid beter te worden omdat immers ‘de grote vijand’ is weggehaald, maar ook het lichaam dat al zwak was - omdat het immers een tumor kon laten groeien - verder verzwakt door de operatie. Je kunt denken dat alles nu goed is - wat medisch gezien ook zo kan zijn - maar daarmee is de gééstelijke voedingsbodem waarop de tumor kon groeien niet altijd weggehaald. Soms ook wel weer juist door het doormaken van alle narigheid, angst; kortom het gehele ziekteproces, waardoor karaktereigenschappen zijn ‘opgeschoond’, of zijn ontwikkeld en geleerd of ook afgeleerd. Ook het steeds maar stapelen van medicatie op medicatie om bijwerkingen leefbaar te maken of te voorkómen, zorgen voor een hele rij van medicatiegebruik die het lichaam doorgaans niet nodig heeft of.. zelfs extra belast en er niet bij kan hebben. Men zegt dan met de tijd dat er een nieuwe diagnose bijkomt. Maar.. er is geen nieuwe ziekte ontstaan, maar een grotere vergiftiging met meer diepgaande en wijdverbreide symptomatiek waaraan men een naam geeft van een bepaalde ziekte. Als men evenwel accent zou leggen op eerst draineren en versterken van bepaalde organen, zou de ‘ziekte’ niet hoeven te ontstaan, kunnen verminderen of zelfs verdwijnen.

Hoofdpijn, spierpijn, moeheid zijn ook reacties, omdat het gevoelige hersen- en zenuwweefsel belast wordt met stoffen die een soort ‘druk’ geven, waardoor pijn volgt. (wat deze ‘druk’ (pijn) inhoudt leg ik graag een andere keer uit). Dat dit zo is, kan ieder wel beamen aan de hand van momenten uit zijn eigen leven: ’s avonds laat toastjes salade, hapjes, glas wijn of bier. De volgende ochtend wallen onder de ogen, kater, opgeblazen, hoofdpijn, moe… Na teveel alcohol, drugs kennen we de kater. We vinden het dan vanzelfsprekend dat we deze verschijnselen hebben. Ziek ben je dan niet. Je voelt je beroerd, of ziet er beroerd uit, en neemt het voor lief. Je bent niet bezorgd, en daarom noem je deze verschijnselen dan ook geen ziekte, want je kent de oorzaak! Je weet eigenlijk wel wat de schuldige is…
Je gaat juist symptomen ‘ziekte’ noemen omdat je de oorzaak niet kent! Daarom ben je er ook banger voor. Je weet immers niet wat je mankeert. Als je dan nooit op je gevoel, je innerlijke gesteldheid, je drijfveren met die van je lichaam let, of je bent je niet bewust van wat je eet, of je eet altijd al alles door elkaar heen, dan zie je de verbanden niet tussen hoe je je voelde, waarom je iets deed, wat je deed en de reacties die je lichaam je geeft! Je bent dan waarschijnlijk een van die mensen die als eerste maar een paracetamolletje neemt voor de hoofdpijn, zuurremmers neemt voor de oprispingen, cholesterolremmers omdat je cholesterol te hoog is, betablokkers neemt omdat je hart geen goed ritme heeft, bloeddrukverlagers slikt omdat je bloeddruk te hoog is, plaspillen neemt om meer vocht kwijt te raken; kortom je neemt…. doekjes voor het bloeden maar je verandert je leefstijl niet! Zou je dát doen en je doet het goede bij jou passende na bewust geworden te zijn van wat je wezenlijk mankeert– en dat is een kwestie van willen uitvinden en is voor ieder weer anders, zelfs in bepaalde fasen van leven - en je zou na je nieuwe inzicht een nieuwe patroon volhouden jaar na jaar, dan zou je gezond kunnen worden en zelfs van ernstige ziekten kunnen genezen!
Griep, verkoudheid doormaken is je lichaam schoonmaken. De acties die gepaard gaan met de schoonmaak zijn de symptomen, die je de griep- of verkoudheidsverschijnselen noemt. Een virus dat je zou hebben opgedaan via hoesten, contact hoeft dus helemaal de schuldige niet te zijn! Toch kan een test wel een positieve uitslag geven omdat er nogmaals altijd wel dezelfde (specifieke) aminozuren te vinden zijn in een bepaald virus - waarvan men zegt/denkt dat dat de oorzaak is van je ziekteverschijnselen - maar die onderdeel kunnen zijn van zoveel andere virussen óf van antilichamen die je al lang gevormd had bij het doormaken van eerdere infecties! Deze virussen (eiwitonderdelen) vindt je doorgaans in je slijm. In dat slijm zitten echter amper concreet die pakketjes eiwitten waarvan je kunt zeggen dat ze ‘dit of dat virus’’ zijn. Je vindt eiwitten, aminozuren die van ELK virus afkomstig kunnen zijn. De PCR test traceert dus wel bepaalde aminozuren, maar kan niet bepalen van welk virus, van welk pakketje deze afkomstig zijn. Antilichamen kunnen óók dezelfde eiwitdeeltjes bevatten! Zo kun je dus nooit met zekerheid zeggen dat je door DIT of DAT virus was geïnfecteerd of bent geïnfecteerd. Ook niet of je besmettelijk bent of niet! Daarom zegt de PCR feitelijk niets over het feit of je griep kreeg door EEN coronavirus – die altijd al 1000den jaren om en in ons heen bewegen en altijd al griepachtige verschijnselen of verkoudheden veroorzaken, of door ‘HET’ SarsCov2 virus! Dit alles dient goed begrepen te worden opdat men kan afrekenen met angst voor ‘HET’ virus!
In feite is er niets aan de hand rond ‘een zeer gevaarlijk dodelijk virus’. Wat wel aan de hand is, is dat er een nieuwe test in het leven geroepen werd om een bepaalde reden (longarts Wolfgang Wodarg en Internist Claus Köhnlein onderstrepen dit). Is het je wel bekend dat de PCR test al klaar lag voordat het virus goed en wel bekend was? Om een test die een virus moet opsporen, te kunnen ontwikkelen, moet je wel al de veroorzaker kennen! Hoe kan dat als de wereld zich hierover toen duizend vragen stelde? Toch was dus het schuldige virus al aangewezen, want anders had de PCR test nooit ontwikkeld kunnen worden! Het virus was dus allang bekend vóórdat de PCR werd ontwikkeld. Zelfs vóórdat de ‘epidemie uitbrak’ was de PCR test al door de toelatingscommissie en dus aanvaard (eind januari 2020). Geeft dit niet te denken? Door het massaal testen vindt je van alles wat je toewijst aan dat gevaarlijke dodelijke virus dat een ’pandemie’ veroorzaakte, maar wat je anders nooit gevonden zou hebben! Als je niet zou testen zou men misschien wel bijna alle gevallen – die men nu Covid19 noemt - toewijzen aan een behoorlijke griep die nadelig kan uitpakken, wat elk jaar het geval is. Elk jaar zijn er nieuwe virussen in omloop. Elk jaar zijn er complicaties en overlijden er veel mensen aan griep. Elk jaar veranderen virussen. Elk jaar veroorzaken ze of triggeren ze lichamen om schoonmaakprocessen op te starten. Elk jaar overlijden er mensen aan deze processen, dus aan griep!

Het is in wezen niet zo dat het altijd maar virussen zijn die worden ingeademd die mensen ziek maken! Dat ziek maken of worden is er dus dan pas, als een lichaam een reactie vertoont omdat het een reactie KAN vertonen omdat het troep moet opruimen, als deze er is. Als er dus niets op te ruimen valt, is er ook geen reactie! De één kan dus ziek worden, de ander heeft geen reactie. De een maakt een ernstige reactie, de ander amper. Voor enkele mensen kan een reactie fataal zijn, omdat het lichaam dermate beschadigd, belast is dat de afweer niet meer geleverd kan worden. Orgaanstelsels bezwijken dan. Het ligt er dan maar aan welke stelsels dat zijn en hoe de algehele malaise is. Doorgaans gaat het fout als je dan stoffen of behandeling aanbiedt waarbij het zelfgenezend vermogen belemmerd wordt en de broodnodige schoonmaakbevorderende zaken nalaat!
Eigenlijk kan doorgaans een virus een mens niet ziek maken omdat een virus dat in het lichaam komt door de mond, wordt verteerd door de maagsappen die dat virus opsplitsen in aminozuren die later via het gehele verteringsstelsel hun weg vinden en meewerken aan vorming van benodigde stoffen of worden uitgescheiden als ze onbruikbaar zijn. Het virus op zich wordt dus vernietigd en kan zijn werk niet meer doen!
Komt het via het inademen binnen, dan wordt zo’n virus – als dit niet past bij het lichaam - ‘verbrand’ door koorts of ‘opgegeten’ door bepaalde afweercellen, waardoor het virus verteerd wordt. Als de afweer niet groot genoeg is, of er is in b.v. de longen veel slijm, dan is het heel lastig om een virus aan te vallen ( onschadelijk te maken). Daarom zijn respiratoire virussen zo vaak schuldig aan extra longproblemen bij longpatiënten van wie het slijmvlies al dermate beschadigd is of verontreinigd dat het moeizaam haar werk kan doen (bijvoorbeeld door lang gebruik van corticosteroïden. Immers de afweer wordt onderdrukt, waardoor symptomen zich niet voordoen of veel minder. Dat is prettig en soms ook hard nodig, maar… er is nog steeds niets veranderd aan waarom er het longprobleem was!).
Maart ‘21 zegt men bijzonder genoeg dat er NUL (!) griepgevallen zijn. Dat zou komen ‘omdat men zo goed afstand houdt en vanwege de maatregelen als geen handengeven, mondkapjes, enzovoort’. Daar zit natuurlijk iets van in! Minder griep omdat er minder virussen worden aangeraakt en worden doorgegeven. Logisch. Maar…. vreemd genoeg noemt men dus ALLE griep, verkoudheid die er is de ziekte Covid en veroorzaakt door ‘HET’ enge, te bestrijden virus dat voor de besmetting heeft gezorgd. Maar… let dus nogmaals op, wat besmetting en ziek worden in wezen medisch gezien, eigenlijk betekent: Besmet zijn betekent bij lange na niet dat je ook ziek moet of gaat worden! Dat ligt aan je weerstand, zwakte, en mate van beladenheid van al aanwezige ziekmakende factoren!
Als een virus wordt ingeademd, kan het een reactie van het lichaam geven, omdat het lichaam zo’n virus als lichaamsvreemd herkent en het dus weg wil hebben. Dat weg willen hebben is een normale gang van zaken waarbij bv. meer slijm, snot, afscheiding, traanvocht, diarree gevormd wordt. Dat wordt rijkelijk geproduceerd naarmate er meer aanvallers zijn die moeten worden opgeruimd. Als dat opruimen moeilijk lukt, wordt het lichaam zieker en gaat het koorts produceren omdat de hogere temperatuur de virussen (of andere aanvallers als bacteriën) onschadelijk maakt. Spierpijn is het zich ophopen van verzurende stoffen die het lichaam niet voldoende kwijt kan. In later stadium kan spierweefsel zelf zo verzuurd zijn dat het haar werk niet meer kan doen en er moeite met bewegen gaat volgen en ook afbraak van eigen eiwitten uit het spierweefsel, wat ook weer verzuring geeft en disfunctie, maar ook afbraak van botweefsel. allemaal heel logisch en natuurlijk. als je veel gesport hebt en je spieren zijn overbelast, dan kun je ook in de spierpijn dit proces herkennen. Hier vind je het echter normaal, doe je even rustig, drink je veel, blijf je rustig aan in beweging en bouw je voortaan wat voorzichtiger je conditie op. Een mens dient zich te bedenken dat waar je ziet in bijvoorbeeld overbelasting na beweging en spierpijn hebben, dat alle ziekten nét zulke reacties zijn op het niet herkennen en aanvaarden en elimineren van de eerdere aanleidende diverse factoren van binnen en ook buiten uit.
Een lichaam kan soms de benodigde ‘soldaten’ niet goed of snel genoeg leveren, waardoor de ziekte voortschrijdt en het lichaam ondertussen nog zieker wordt. Zeker als er veel afvalstoffen in de cel aanwezig zijn en er ook al verzwakking in de cel is door de lange belasting en uitputting. Allopathie voegt dan geen hulpstoffen toe, om het lichaam te voorzien van op dat moment benodigde extra ‘hulptroepen’ in de vorm van hogere doses vitaminen, mineralen en andere remedies die zuurstof en licht in de cellen brengen, het zelfgenezend vermogen versterken en uitscheiding van gifstoffen bevorderen! Uiteraard is dit ook weer vak- en dus maatwerk en is het niet goed om zomaar alles te slikken. Alles heeft immers zijn interactie! Natuurgeneeskunde in samenwerking met allopathie zou veel meer aandacht moeten krijgen zoals zo vaak al bekend gemaakt.

Als de cel zichzelf al amper in leven kan houden, dan begrijp je dat een virusinfectie in bepaalde gevallen gevaarlijk kan zijn. Zeker als meer orgaanstelsels al zijn aangetast en verzwakt. Soms zie je een allergie optreden of zelfs een auto immuunziekte, wat niets anders is dan een versterkte afweer tegen méér, al in de cel verankerde, gestapelde ziekmakende stoffen of organismen die het lichaam al aan het overnemen zijn. Het lichaam gedraagt zich al (langere tijd) anders, ziekelijk onder invloed van stoffen die eigenlijk bij het lichaam zijn gaan horen terwijl dit niet zo de bedoeling is. Het binnenkrijgen van een belastende ‘nieuw’ pakketje aminozuren is dan een trigger, zeker als er andere belastende factoren in het spel zijn, zoals verhoogde straling.
In het geval van DIERLIJK weefsel wat ‘aan een virus zit’, dus een virus uit een DIER, wordt een reactie van het lichaam veroorzaakt die sterker is, omdat een lichaam een dierlijk deeltje als zeer ongewenst en gevaarlijk ziet. Deze reactie op een dierlijk virus in combinatie met de verhoogde (5G) straling die er sinds eind 2019 was, noemt men dan nu de speciale griep/ziekte Covid.
SARS Cov-2 virus is een dierlijk virus. Immers, het heeft een envelop als omhulsel met spikes. Het scala symptomen dat dus wordt veroorzaakt door bepaald dierlijk eiwit in combinatie met verhoogde straling en lichamelijk verzwakking door veel factoren kun je de ziekte Covid noemen, maar is in wezen een versterkte afweer van meer orgaan- en weefselsystemen.
Het is waar dat een menselijk lichaam sterker reageert zoals al gezegd op dierlijke virussen (aap, vleermuis, rat, schaap, rund, enzovoort). Alle vaccins bevatten deze dierlijke eiwitdeeltjes. Daarom is er ook altijd een milde of hevige ziekte reactie omdat ieder mens – gezond, niet belast - deze dierlijke weefsels vanzelfsprekend te lijf gaat omdat dierlijk weefsel niet past bij menselijk weefsel, zoals ook b.v. in het orgaandonatieverhaal het duidelijk is dat organen afkomstig uit dieren sowieso worden afgestoten. (Daarom is het ook dat men is gaan zoeken naar ménselijke donoren en kweekt men uit ménselijke stamcellen, weefsels. Deze zijn meer lichaamseigen dus minder lichaamsvreemd en worden minder snel afgestoten. Dan nóg is ieder mens zo uniek, dat ook zeker de hogere meer ingewikkelde organen en weefsels van ándere mensen niet spontaan kunnen aanslaan zonder gebruik van middelen die het immuunsysteem onderdrukken. Ook hier zie je weer dat de natuur het vreemde weg wil werken. Het past blijkbaar niet bij het unieke ‘gesloten systeem’, dat een persoonlijk uniek lichaam nu eenmaal is, al willen we daar niet aan.
Er zijn bepaalde pakketjes organismen (trychomonen, niet te verwarren met trychomonas) waarvan men ontdekt heeft, dat deze ‘tot leven komen’ in een menselijk lichaam als er een te groot aantal van in een lichaam verzameld zijn en deze een eigen leven gaan leiden en een cel kunnen aanzetten tot woekering in poging dit organisme verder te laten ontwikkelen. Deze pakketjes komen binnen via b.v. – wat de Bijbel onreine dieren – noemt. (hierover volgt later artikel). Je wordt er niet meteen ziek van, maar op den duur wel. Inname van bepaalde dierlijke partikels zijn verantwoordelijk voor veel van de eenvoudige maar soms ook ernstige allergische reacties. Als je dan via snot en slijm en traanogen deze deeltjes opruimt, kun je lang staande blijven. Doe je dit niet en je onderdrukt door bijvoorbeeld antihistaminica of hormonen deze natuurlijke pogingen tot ontgiften, en je blijft veel van die histamineverwekkers eten, dan ontwikkel je in principe op den lange duur allerlei systeemziekten en … kanker. Ook van kanker veronderstelt de wetenschap dat deze degeneratie veroorzaakt wordt door virussen. Je ziet al… wat een ziekteverwekker precies is, weet men vaak niet. De vraag is of het beeld dat men algeheel van wat een virusinfectie, besmetting, kanker eigenlijk heeft, wel juist is. Beter is het misschien om te aanvaarden dat deze ‘ziekten’ eigenlijk ‘niets anders‘ zijn dan min of meer ernstige pogingen het lichaam te ontdoen van gif en ernstige signalen van geestelijk onwel bevinden en anders zijn dan je ziele-opdracht is, wat liefdeloos is, al ben je je je dat niet bewust en wordt dit in de allopathie dit niet benoemd.

Doorgaans zal een medicus opmerken dat trychomonas een parasiet is die een milde SOA veroorzaakt. Hier heb je weer het verschil in denken. Een parasiet kan natuurlijk op allerlei wijzen in het lichaam komen, maar zich ook …ontwikkelen, als er (ondertussen) maar voldoende bouwstenen in een lichaam voor zijn om er dat organisme uit te bouwen. Ook in deze gevallen geeft het lichaam een afweerreactie in de vorm van het gevecht dat het levert om de parasiet er uit te werken of onschadelijk te maken. Ik heb het hier overigens niet over de parasiet met de naam trychomonas, maar over trychomonen die in cellen van aaseters en onreine te vinden zijn.
Mogelijk zal het later blijken dat het verschil tussen bacteriën, parasieten (één cellige protozoa) en bepaalde pakketjes trychomonen en virussen pakketjes niet zo zeer de aandacht moet hebben, als wel het schoonhouden van het lichaam, waardoor vanzelf weerstand kan worden opgebouwd tegen de meeste organismen die dan amper meer of niet meer kunnen ziek maken, omdat zij niet door de natuurlijke sterke afweerbarrière van het lichaam heen komen. In alles om ons heen of op ons eigen lichaam zweven, plakken, kleven allerlei pakketjes van bepaalde eiwitten die we op allerlei manieren kunnen binnen krijgen.
Nu lijkt het wel alsof men koste wat kost zo hoogmoedig is geworden te denken dat de hele mensheid maar voortaan binnen moet blijven, er geen contact meer mag zijn, enz. om allerlei infecties te voorkomen. Maar.. als men zoveel zorg heeft om volksgezondheid, waarom dan geen zorg voor preventie waarbij gezonde geestelijke en lichamelijke leefstijl die geënt is op de 10 eeuwenoude adviezen die God in de Bijbel heeft gegeven, het lichaam vanzelf ziektevrij zou houden!!!
Gezond en natuurlijk en meer geestelijk ingestelde en levende mensen worden niet, minder vaak, of minder ernstig ziek (door ‘iets’). Ze hoeven immers geen virussen te produceren of bacteriën, schimmels, virussen of andere organismen toe te laten omdat er geen afval op te ruimen valt omdat ze dit minder binnenkrijgen en hun weerstand goed is. Ook ouderen zouden minder afval op te ruimen hebben uit hun lichamen als ze positief, simpel en gezond leefden, dus sterker zijn dan anderen die (al langdurig) heel veel medicatie slikken, maar ook ongelukkig zijn door vereenzaming, zorgen, onnatuurlijk leven, enzovoort.
Als je geestelijk kijkt, is het belangrijk te bedenken dat als je een liefdevol gemoed hebt en je hebt veel licht in je ziel, je een gezonde, sterke lichamelijke natuurlijke afweer hebt. We weten allemaal hopelijk ondertussen dat bacteriën een hekel hebben aan licht en zuurstof. Licht maakt het immers stoffen die géén licht zijn en dus ziek maken, moeilijk te ontstaan en te gedijen. Daar zie je weer, dat de basisbegrippen vrijheid van geest (waarheid, echtzijn, liefde, materialistisch gezien zuurstof en licht) voorwaarden zijn voor een sterk immuunsysteem. De geestelijke kwaliteit bepaalt ALTIJD de materiële kwaliteit!
Waar licht, liefde genoeg is, kan geen ziekte zijn! Oei! Dat is nogal een krasse uitspraak. Want dat zou inhouden dat ik zeg dat een goed mens dus niet ziek zou kunnen worden. Nee, dat is niet zo! Geen mens is perfect, dus heeft ieder op zijn tijd te maken met zeker onwel bevinden, kwaaltjes of ziekten en… dood hoort bij het leven.. Alleen.. wat de mens dán overkomt is nodig
- om doorgaans gééstelijke processen door te maken die de ziel nog losser van het lichaam (of andere materie of foute overtuigingen, wraakgevoelens, haat, kortom zielszwakten) maakt,
- om belasting uit het verleden weg te werken
- om gevolg van een overerving uit te werken, of om erger ervan te voorkomen,
- los te maken van wat belastend is, onvrij maakt, gevangenhoudt, ziek maakt.

Gifstoffen kunnen al tijdens of zelfs vóór de zwangerschap opgedaan of doorgegeven zijn! Ook het doormaken van narigheid, ziekte is dus bij een liefdevol mens net zo goed op zijn tijd of in een bepaalde periode van zijn leven nodig als schoonmaak, waardoor de ziel er later een groot voordeel aan beleeft. Hoe het ook zij, ziekte doormaken is altijd bedoeld als leerproces, voorkomen van erger en kans tot herzien van je levensinvulling, leefstijl, doelen, enz. Kortom een beter mens worden. Béter is meer liefdevol en echt… (men zegt niet voor niets dat je hoopt ‘dat iemand beter wordt’…). Wat op aarde is uitgezuiverd, hoeft in de geestelijke wereld in het leven na de dood dan niet gedaan te worden.

In de natuurgeneeskunde kun je chemische belasting van diverse aard ontstoren. Zodoende maak je middels toedienen van bepaalde frequentie trillingen, stroom of te wel van bepaald bewustzijn oude sluimerende gifstoffen (ook die in haarden (abces, infiltraten, tumoren) onschadelijk (denk aan vaccinatieschade, amalgaanbelasting, pilgebruik, medicatiebelasting/vergiftiging, littekens, enzovoort), herstel je balans tussen zuur en base, verhoog je uitscheidingsvermogen en doorstroming van energiebanen, door verschillende therapieën en medicatie. Met klassieke homeopathie kun je bewustzijn neutraliseren of toevoegen, om zodoende de noodzaak van een ziekte, kwaal weg te halen. Het milieu in de cel maak je dus schoner, lichter, waardoor ziekmakende stoffen er niet meer kunnen zijn. Met acupunctuur kun je stoorvelden en stagnatie van energie herstellen. Tegelijkertijd is er – of dient er – alle aandacht te zijn voor de innerlijke mens, de kwaliteit van de ziel.
Ook wordt het heel moeilijk gemaakt door de hoge straling dat hemoglobuline zich bindt aan het zuurstof in de longen. Zodoende kan iemand door het gebombardeerd worden door de hoge 5G straling afkomstig van een omgeving waar veel straling is (in ziekenhuizen, verpleeghuizen, dicht bij zendmasten, bij gebruik van 5G netwerk op je mobieltje, vaker gamen tijdens lockdowns, meer werk op PC’s, apparatuur, enz.) symptomen krijgen van ernstige ademnood, versnelling van hartslag of hartinsufficiënte, enzovoort. Nog weer even: bacteriën en virussen maar ook bacteriën gedijen evenwel prima of zelfs beter in een klimaat van… weinig zuurstof en… weinig licht en… veel straling!
Bepaalde virussen (bepaalde combinaties aminozuren) in je lichaam kunnen reageren op bepaalde straling. Dat dit zo werkt en hoe dit werkt is nog veel te weinig onderzocht. Door de sterkere straling van b.v. 5G is het mogelijk dat het lichaam reageert in de poging die straling die een bepaalde aminozuurschikking in wanorde brengt, weg te werken. Atomen en moleculen worden als het ware door de voor de mens te hoge straling sterk in trilling gebracht (vergelijk magnetronwerking) waardoor het lichaam verhit wordt, wat je koorts produceren noemt. Koorts doet eiwitten van schadelijke stoffen of ziekmakende organismen uit elkaar vallen, waardoor ze onschadelijk worden. Het residu is dan b.v. pus, slijm.. De koorts veroorzaakt door b.v. straling is echter geen natuurlijke koorts en komt dus doorgaans op een ongelegen, onnatuurlijk moment, waardoor ook het vormen van deze koorts een grotere belasting voor het lichaam betekent! De reactie van het lichaam op b.v. straling en andere te belastende factoren in de vorm van koorts, hoofdpijn, zuurstofgebrek, kortademigheid, enzovoort, geeft je dan dus nogmaals de naam van een ziekte in huidige geval Covid 19, terwijl daarmee evenwel dus aandacht voor de oorzaak – straling, tekort aan zuurstof, tekort aan beweging, vereenzaming, negatieve geestelijke gesteldheid - afleidt! Het lijkt dus dat de ziekte veroorzaakt wordt door een virus, maar er zijn andere oorzaken!
Ook het veelvuldig gebruik van zonnebrandcrèmes, de angst voor huidkanker waardoor veel mensen niet meer voldoende licht op hun huid krijgen, het veel binnen werken, rolgordijnen dicht om inkijk of vanwege andere redenen en veel meer straling zorgen voor gedijen van virussen en… verzwakking van afweer.
Het natuurgeneeskundig advies is altijd al en ook juist nu: naar buiten, weg van straling, meer bewegen, natuurlijke (bio) voeding, meer zuurstof, meer zonlicht, want deze voorkomen verhoogde vervuiling van het lichaam, zorgen voor positief gemoed wat het afweersysteem gezond en sterk houdt of maakt en.. maken ook schadelijke (afval) stoffen minder schadelijk.
Van belang is het hierbij ook dat je zo min mogelijk belastende, chemische stoffen toevoegt, wat evenwel juist gebeurt bij behandeling van ernstige Covid-19 klachten in de vorm van narcose, morfine, en andere medicatie. Natuurgeneeskundigen willen het liefst biologische voeding en supplementen die helpen om de vrije radicalen/gifstoffen op te ruimen. Dit wordt dan in vaak hoge doseringen gegeven wat op zo’n moment van groot belang is. Er is immers doorgaans al een groot tekort van goede stoffen. Dit moet aangevuld, maar ook moet er nog een extra dosis en mogelijkheid komen om de afvalstoffen op te ruimen en ontstane schade te herstellen, waarvoor weer de juiste aminozuren en energie moeten worden geleverd, wat het lichaam dan juist niet kan! Als dit de patiënt niet helpt, kan de arts dextametason óók in de thuissituatie inzetten. Een paardenmiddel dat soms nodig is, náást de natuurlijke afweerversterkende supplementen. Het is van belang de ziekenhuisopname zoveel mogelijk te voorkomen, omdat juist het ziekenhuis verblijf alle factoren in zich heeft die het afweersysteem juist verzwakken!
Er zijn berichten – al horen we daar niet over - dat even voor - of eigenlijk tegelijktijdig met - het installeren van enorm veel 5G masten in Wuhan (najaar 2019) als pilot, een virus (of dat nu rondwaarde, is vrijgelaten of ontsnapt, uit een lab aldaar, of er toevallig in de buurt was) de schuld kreeg van het veroorzaken van de symptomen die we nu Covid-19 zijn gaan noemen, maar wat in werkelijkheid dus niet de boosdoener is, maar (zegt men) als een soort dekmantel moest dienen voor de toch onverwachte grote schade die de 5G masten veroorzaakten. Er waren beelden te zien van hevig trillende, voorovervallende mensen, met acute ademnood, hartproblemen, koorts, terwijl het gewoon gezonde mensen betrof onbekend met genoemde klachten.

Als je nu weet wat een virus is en je weet nu dat alleen de DIERLIJKE component in een virusdeeltje WERKELIJK ziek kan maken omdat het lichaam dan pas – dus in het geval dat het lichaam de (dierlijke) lichaamsvreemde component (weefsel, eiwit, bepaalde aminozuurcombi) herkent - een immuunreactie geeft, is het ook logisch te bedenken dat je juist ziek kunt worden als reactie op b.v. een vaccin waar dat dierlijke in zit en dat minder beweeglijkheid, minder zuurstof, hogere straling, eenzaamheid, angst – wat alles zorgt voor onwel bevinden en verzwakking – juist de COVID klachten veroorzaken!
De vaccins die nu gebruik worden bevatten juist allemaal DIERLIJK weefsel om er het vaccin ‘aan te binden, beter werkzaam’ te laten zijn.
Mensen die gezond zijn, kunnen dus – met de tijd – ziek worden dóór juist het vaccin. Dat hoeft dus niet persé op het moment van vaccinatie, maar kan zich ook pas na jaren openbaren.
Niemand weet hoe of wat. De vaccins zijn niet en zeer onvolledig getest. (is je bekend dat je verzekerd bent als je aantoonbaar bent overleden aan het vaccineren met het coronavaccin, met als reden dat je ’ vrijwillig mee deed aan een experiment! Wist je ook dat je je arts eigenlijk schriftelijk toestemming moet laten geven dat je je vrijwillig inent en dat hij dus erachter staat?? Hij kan dat evenwel niet, omdat het vaccin niet adequaat onderzocht is en het tot stand komen niet veilig te noemen is en er ook niets bekend is over bijwerkingen, zeker die op lange termijn. Hij handelt tegen zijn eed in dat hij jou zal helpen gezond te blijven of te worden, als hij jou dit vaccin adviseert.. Artsen staan hier zelf vaak niet eens bij stil en handelen te goeder trouw. Wist je ook dat als je geen BIG registratie hebt je geen medische handeling mag verrichten? Hoe kan het dan dat nu ‘even opgeleide’ vrijwilligers of ook wel mensen uit de brede zorg jou testen en prikken wat beide medische handelingen zijn? Ja, er is supervisie… zegt men slim. Maar… heb jij die gezien? Kun je ze bereiken? ).

Vaccins die gefabriceerd zijn met vectoren (deeltjes virus) middels genetische manipulatie zijn gevaarlijk omdat niemand weet hoe een dergelijk ‘virus’ zich gaat gedragen. Er kan immers DNA, RNA worden gewijzigd onderwijl dat er gekopieerd wordt. Het kan dan aminozuren uit de gastcel gebruiken en ‘vreemde ongewenste verbindingen’ maken. Een virus zou dan kunnen verworden tot een ontstaan van een proces of organisme dat we niet kennen. Gevolg kan zijn dat men er een andere DNA samenstelling door krijgt waarvan we het effect niet kennen. Zeer onwenselijk en gevaarlijk dus!

Mensen die ziek worden met covid-achtige verschijnselen zijn aan het gif ruimen omdat
-ze al zwak, ziek, oud, belast zijn,
-of hebben te maken met een situatie waarbij 5G straling sterker is,
-er belangrijk zuurstof minder is (binnen blijven ‘op slot, geïsoleerd zijn),
-er minder beweging is,
-er meer zorgen zijn en minder goede stemming.
Het is niet zomaar een of of, maar een en en, wat het lastig maakt te bepalen wat nu de wezenlijke oorzaak is dat iemand ‘griep’ verschijnselen krijgt.
Dat kan een bepaald virus van buitenaf zijn, maar waarschijnlijker van binnenuit, door de mens zelf gemaakt.

Een virus dat dierlijke eiwitten bevat, kan een lichaam niet ziek maken,
-tenzij het lichaam al verzwakt is,
-en het de maag-zoutzuur barrière door komt, waardoor het lichaam inderdaad gaat verdedigen. (het gebruik van maagzuurremmers wordt in de natuurgeneeskunde ook om deze reden als niet wenselijk gezien. Het is juist van groot belang het zoutzuurgehalte goed te houden om schadelijke organismen onschadelijk te kunnen maken.
Ook door verkeerde voedingsgewoonten komen veel ongewenste organismen toch in het lichaam. Als er b.v. maagzuurklachten zijn, moet de leefstijl/voeding worden aangepast! Makkelijker is echter geven van remmers. Mensen willen vaak doorgaan hun (slechte) gewoonten niet opgeven. Natuurlijk geldt ook hier weer, dat geen mens hetzelfde is. Wat voor de één teveel is, is voor de ander een tekort.

-Omdat ook andere eiwitten in aminozuren worden gesplitst, kan de PCR ook op deze aminozuren reageren met positieve test, terwijl dat NIETS zegt over de BRON, soort eiwit van de besmetting.
Deze testen zeggen dus BEPAALD virus te meten, maar ze meten ALLERLEI virussen, waarvan je niet kunt zeggen van welk virus de aminozuren onomstotelijk afkomstig zijn!
-Een positieve PCR test zegt niet dat je met het SarsCov-2 virus besmet was - al zegt men van wel - maar dat je reeds antilichamen hebt aangemaakt als reactie op bepaalde lichaamsvreemde eiwitten, wat een natuurlijke reactie, poging is van je eigen lichaam om rommel op te ruimen.
-Daarbij kan het zijn dat je wel degelijk eerder een virusinfectie hebt meegemaakt, maar zijn de ‘onderdelen’ van dat virus amper meer te herkennen, op te sporen. Artsen hoor je vaak zeggen bij bepaalde infecties: ’het zal wel een virusje zijn’. Ook zij weten meestal niet wie of wat de boosdoener is.
-Daarbij is bekend dat het SarsCov-2 virus nog niet gelokaliseerd is. Niemand kan dus zeggen: ”hier is dat virus dat zo ziek maakt en Covid veroorzaakt’.
-Testen zonder klachten heeft helemaal geen zin (zoals Rutte zelf zegt). Toch wil men gezonde kinderen zonder klachten op school (of andere mensen) laten testen. Maar iedereen - en dat geldt voor jong en oud - kan een virus, of ‘het’ virus in zijn neus of keel of antilichamen in zijn bloed hebben! Maar het zegt niets over dat je ziek bent, ziek wordt of besmettelijk bent!!
-Het aantal van positieve testen en besmettingen worden meegeteld bij vaststellen van de ernst van een epidemie, wat niet juist is, want alleen ZIEKE mensen waarvan je zeker WEET dat zij ziek zijn door dat virus, mogen worden meegeteld. Dan is het nog maar de vraag of het überhaupt reëel is te stellen dat ‘het’ virus echt wel de schuldige is!

Al adem je dus een virus in, slik je het in, wrijf je je met je besmette hand je ogen uit, dan nog kan een virus je niet ziek maken als het niet je cel in kan dringen, als die cel een perfecte afweer heeft, wat zo is als ze gezond is. Al vinden we onszelf gezond, we zijn lang zo gezond niet meer als we van nature zouden horen te zijn. Daarom maken we altijd wel een griepje of infectie ergens mee. Dat is een NATUURLIJKE gang van zaken. Nu ‘ineens‘ vindt men dat je virussen moet weghouden, wat niet gaat lukken, omdat er ALTIJD virussen zijn over de hele wereld. Je moet niet menen virussen weg te kunnen halen, maar je moet je afweer verhogen. Er blijven immers altijd virussen komen en gaan!
Met een vaccin breng je juist virussen binnen!! Wel verzwakt, maar ook dusdanig aangepast, gemanipuleerd, dat ze een zeer ernstige reactie van het lichaam bewerkstellingen.
Dat betekent dat je beter een offer kunt breng door mensen NATUURLIJKE IMMUNITEIT te laten ontwikkelen wat tijd kost. Het zal logisch zijn dat je daarbij de meest verzwakte (en met (onderliggende) ziekten belaste) mensen die infectie moeizaam zullen doormaken of zelfs mogelijk zullen overlijden, wilt beschermen. Maar óf je de gehele mensheid laat kwakkelen, binnenhoudt, rechten ontneemt, sleutelt aan mensenrechten en blijft goedvinden dat ze hun geest en lichaam blijven belasten en dus verzwakken door tegennatuurlijke leefstijl, medicatie, gifstoffen, behandelmethoden zoals bestralen, chemo, uitvoeren van onnodige operaties, onderdrukken van koorts, pijn, enzovoort, is niet wijs en niet liefdevol en leidt alleen maar tot verdere weerstandsvermindering in velerlei opzicht.
Verandering van moraal is van groot belang. De mens dient weer te weten wie hij in wezen is en nog steeds kan worden door aanpassing van zijn eisen. Hij dient zijn persoonlijke verantwoording voor wie hij IN LIEFDE zonder eigenbelang wil zijn, te nemen en dit ook in de praktijk te kunnen brengen, waarvoor de overheid ruimte moet bieden in alle facetten van het maatschappelijk leven. Het ontwikkelen van juiste moraal kan alleen groeien als de meerderheid van de mensen dit inziet en in vrijheid en dienstbaarheid hun weg zoeken. Nog iets: hoe meer dierlijk een mens leeft – dat klinkt behoorlijk vervelend voor wie niet begrijpt wat dierlijk leven betekent – des te heftiger zijn lichaam zal reageren op b.v. een virus. Hij heeft immers meer last van opeenstapeling doorgaans van materiële, synthetische stoffen, omdat hij deze doorgaans meer tot zich neemt, goed vindt, ondergaat en eerder te midden van belastende (gif) stoffen leeft. Ook staan hem soms minder makkelijker gezondere middelen tot beschikking vanwege duurte. Hij maakt zich doorsnee niet druk of veel minder druk om biologische voeding, gezonde, bewuste leefstijl en zal ándere zaken in het leven normaal vinden, opzoeken en gebruiken dan een mens die bewust in het leven staat. Deze zal eerder op een gezonde wijze zich wél druk maken voor zijn geest, zijn ziel, zijn lichaam, zijn omgeving , het milieu, de aarde. Hij zal minder egoïstisch zijn en minder ontevreden. Hij zal - uit het trouw zijn aan de waarheid die hij is - met eenvoudigere zaken meer tevreden zijn en een rustiger mens met een lichtere ziel, dan de mens die alles maar wil hebben, geen grenzen kent en zich ‘verdierlijkt’ door zijn vrije wil fout te gebruiken (tegen de liefde in dus) waardoor hij ontrouw wordt aan de waarheid in hemzelf.
Laten we wel zijn: een ontwikkeld dier eet alleen wat het nodig heeft en doet niet meer dan nodig. Het eet, doet wat bij hem hoort en doet niet iets anders. Het volgt zijn instinct en aanvaardt wat er is, is tevreden, veinst niet en gaat niet over zijn grenzen heen en kan niet anders zijn dat het is. Een mens dient telkens in alles – omdat hij een vrije wil heeft - afwegingen te maken of iets liefdevol, wijs of liefdeloos, onwijs is en dient daar de gevolgen van te dragen. Wat een mens niet in de hand heeft, niet weet, niet kent, kan hij uiteraard niet verhelpen of voorkomen. Hij kan echter wél de verantwoording nemen om zo goed en kwaad als het gaat bewust in het leven te staan, hogere doelen te dienen met zoveel mogelijk liefde en wijsheid. Waar hij alleen denkt aan eigen (lichamelijk) gerief, dus egoïstisch is, zijn remmen vaak los en is hij slachtoffer van dat gedrag, waarbij hij eerder risico’s loopt om ongezond te worden. Hij is dan ook bevattelijker voor virussen, bacteriën of wat ook omdat hij zijn lichaam (onnodig) belast met verkeerde stoffen en liefdeloze gedachten en wil. Als dat lang duurt, kan hij niet anders dan ongezond raken met telkens wel een kwaal, ziekte, infectie, enzovoort.
Geen mens is perfect, waarom dan ook IEDER mens vroeg of laat, meer of min ziekte en ongemak zal meemaken. De mens met licht in zijn ziel zal zich echter eerder voegen naar wijze, liefdevolle goede adviezen en leefstijl, gedachtegang voor ogen hebben, waarbij zijn ziel en lichaam minder te lijden hebben en lichter blijven. De mens met minder licht in zijn ziel, zal eerder willen doen wat de dierlijke, lagere driften in hem willen, waardoor het hem niet zo zal uitmaken wat de uitwerking ervan zal zijn, zeker waar het kwalen en ziekten, onwel bevinden, geestelijke nood enzovoort, betreffen die zich echter pas op de lange duur zullen openbaren. Zijn motto zal eerder zijn: ’wie dan leeft, dan zorgt. Ik leef maar eens’. We zullen moeten aanvaarden dat griep, verkoudheid, ziekte en dood bij het leven horen zolang de mens egoïstisch is en zichzelf en zijn wezen niet kent en verloochent, maar dat er door angst en ‘leef maar raak’, meer en meer vervuiling veel meer doden te betreuren zijn en gezondheidskosten nog nooit zo hoog geweest zijn als nu. Als we anders zullen gaan kijken naar wat we nu echt willen met het, ons leven, zullen we veel schoonmaakbeurten in de vorm van allerlei vreselijke ziekten minder hoeven meemaken of als ze er al zijn, meer gemotiveerd zijn en dus meer kracht hebben om ze het hoofd te bieden op weg naar een gelukkiger, vrij mens kunnen zijn en blijven!
Sonne Hoover

Is de wereld gemaakt in zeven dagen – Wat is een dag?

Is het scheppingsgeloof gevaar voor democratie? Deel 1.

(zie ook het 2e deel van deze beschouwing: De zeven dagen, zeven fasen van bewustwording)

In het Nederlands Dagblad was jaren eerder een artikel te lezen met de titel ‘scheppingsgeloof gevaar voor democratie’. Ik plaats het artikel dat ik destijds als reactie daarop heb geschreven, nog weer eens omdat het naadloos past bij wat er nu aan de hand is in de wereld. In dit artikel een korte samenvatting van de conclusie van het rapport waarover de Raad van Europa destijds zou debatteren en stemmen.
Er viel te lezen: ‘de opvatting dat God de aarde in zes dagen heeft geschapen (het creationisme) vormt een ‘ernstige bedreiging’ voor de mensenrechten. Het geloof in een Schepper is ontstaan uit een ontkenning van de evolutie theorie. Het is niet gebaseerd op feiten en absoluut onwetenschappelijk. Het creationisme is absoluut ongeschikt voor wetenschappelijk onderwijs’. Aanhangers van het creationisme zouden volgens de samenstellers van het rapport de democratie willen vervangen door theocratie.
Een ‘ernstige bedreiging’ door ’religieuze fundamentalisten’, waarop de Raad van Europa moet reageren, ‘voor het te laat is’. De variant op het creationisme (de ‘Intelligent design’ stroming) is ‘niet minder gevaarlijk’.’We moeten oppassen’, aldus samenstellers van het rapport.

We horen overal om ons heen over de Superstaat die gaat komen, waar een bepaalde groep hard voor werkt, middels het onvrij maken van mensen (HAARP (klimaatbeheersingsproject, Chem Trails (smogvangende deken die echter ook zonlicht verhindert de aarde te bereiken waardoor gehele gebieden onvruchtbaar kunnen worden, of gifstoffen worden geconcentreerd), strakker wordende regels, omdraaien van recht, militariseren van politie, inplanteerbare chip, afluister apparatuur, digitale camera’s, GPS, computersystemen, internet, enz. , allemaal zogenaamd om vrijheid, veiligheid, gemak, enz. te waarborgen. Zou de EU, het Europa met zijn nieuwe aangepaste grondwet waar – schrik niet – al zeer veel vrijheden en mensenrechten niet meer zijn gewaarborgd, al begrijp je dit als goedwillende, goedgelovende, op de politiek vertrouwende burger niet direct, die superstaat kunnen zijn, of een poging zijn om deze te verwezenlijken?
We hebben gelezen dat er geen president komt van Europa, dat er geen Europese grondwet komt, enz. Maar wat zijn woorden? Of iemand nu voorzitter genoemd wordt of president, of een reglement nu grondwet of manifest o.i.d. wordt genoemd, maakt geen verschil, de afspraken die er zijn gemaakt worden toch uitgevoerd.. (ondertussen is het 2020/2021. De EU is opgericht in 1993. Uit deze tijd stamt dit artikel).

Waar we ook wonen, waar we ook leven, welke visie we hebben, welke positie we ook innemen, ieder zal kunnen opmerken dat intolerantie ten aanzien van andersdenkenden, religieuze aangelegenheden groter wordt. Vijandschap groeit jegens Christenen, Islamieten, überhaupt gelovigen.
We hebben het over individuele ontplooiing, mensenrechten, zeggenschap, vrij zijn, waarheid, ontwaken, tolerant zijn, niet oordelen, enz., maar het lijkt erop dat deze begrippen aan inhoud verliezen.
In de bijbel is dit proces, de 5e fase in de ontwikkeling van de mensheid beschreven als het Armageddon, de laatste strijd, de Apocalyps, de achtervolging van de vrouw door het beest, de scheiding van de schapen en de bokken, de toename van grote ellende als nooit tevoren, grote wereldomvattende rampen, ziekten, oorlog en geestelijke nood en grote onderdrukking, enz. te lezen (ondermeer in het boek Openbaringen).

Er zijn veel mensen die toch nog geloven dat God in letterlijk 6 dagen de schepping heeft gemaakt. In de boeken van Jakob Lorber valt heel duidelijk te lezen en ook te begrijpen (en na te zoeken) dat een dag verstaan moet worden als een fase en wel als een fase van bewust zijn. Ook de geologie, paleontologie laten zien dat de aarde en het leven met zijn verschillende facetten in fasen is geschapen of zo je wilt, is ontstáán.Iets dat is ontstaan is echter ook geschapen, alleen geleidelijk of zonder duidelijk begin…
Is er meer of minder intelligentie nodig om iets er ‘ineens’ of ‘geleidelijk aan’ te laten zijn?
Kan er uit chaos orde ontstaan als deze chaos geen orde in zich zou hebben?
Kan er uit dood, léven ontstaan of geschapen worden?
Kan er uit niets, íets ontstaan of geschapen worden?
Het is totaal onwetenschappelijk dit te stellen.
Als iets in een bepaalde orde bestaat en functioneert, is het ook uit een bepaalde orde ontstaan, al begrijp je dit niet en kun je die orde niet herkennen en weet je niet waar, hoe, wanneer die orde ontstaat en bestaat. Dat gáát ook lang niet altijd. Helemaal niet als je met je hersenverstand denkt die orde te kunnen aantonen. Immers, denken is beperkt en is alleen mogelijk naar mate en soort van kennis. Denken en gevolgtrekkingen maken daaruit, is en blijft dus een beperkte aangelegenheid. Er is dus in dat denken niet alle bewustzijn voorhanden. Daarom kan het ALLES nooit door verstand worden doorgrond….

Het mag zo zijn dat de creationist denkt dat alle leven ineens is geschapen op een bepaalde dag, de ID (Intelligent Design)-aanhanger of Evolutionist meent dat iets geleidelijk aan is ontstaan, respectievelijk met of zonder ‘intelligente ontwerper’, maar in beide visies is sprake van evolutie en intelligentie. Immers het ‘ineens geschapene’ evolueert door het opdoen van ervaring, voeding, kennis, naar telkens meer inzicht, meer mogelijkheden, mate van bewustzijn of te wel liefde en leven.
Deze liefde uit zich naar aard, wil, bewustzijn en mogelijkheden.
Zo je wil, kun je ook zeggen: naar mate van inzicht, zul je meer weten en meer kunnen.
Of nog anders gezegd: licht haalt duisternis weg. Kennis van wat waar en goed is haalt onwetendheid weg.
Waar liefde is, zal wat waar is duidelijk worden. Het wordt dan lichter.
Waar liefdeloosheid is, blijft er onwetendheid en verdeeldheid, dus donkerte.

Iets dat ‘geleidelijk ontstond’ evolueert óók. Alle levensvormen veranderen zowel innerlijk als uiterlijk, naar mate het bewustzijn zich in die vorm - zover als dit voor die levensvorm mogelijk is - aanwezig is.
Als iets niet zou veranderen, zou er geen evolutie zijn, maar stilstand. Zoals iedere wetenschapper weet, leidt dit geleidelijk of snel naar de dood.

Waar de ziel (het innerlijke, het geestelijke, de intelligentie in de vorm, de bezieling) heeft geleerd wat mogelijk was, lost de uiterlijke vorm (het lichaam) op. De ziel komt dan vrij en ongebonden in een geestelijke staat van zijn. De talloze zielen van mineralen, planten en dieren voegen zich volgens wat er te leren valt, volgens de geaardheid, behoefte, wil en het doel bij elkaar, tot er een meer ingewikkelde ziel ontstaat, die meer mogelijkheden heeft, omdat er immers meer bewustzijn, intelligentie (bouwstenen) voor handen zijn. Deze ziel maakt zich met behulp van de engelen (zo je wil bepaalde krachten met bepaalde intelligentie met bepaalde kennis) die deze processen begeleiden, een lichaam. Door dit lichaam is de ziel in staat om op aarde te zijn en talenten te uiten ten dienste van ander leven en om nieuw, hoger bewustzijn (= meer liefde) op te doen en dan ook dit weer te geven.

Zo ontstaan uiteindelijk meer en meer soorten en ondersoorten. De wetenschap deelt naar vorm, eigenschappen, enz. bij een bepaalde groep, in. Hier maakt zij fouten. Dit komt omdat veel nog niet bekend is en er géén rekening gehouden wordt met de ziel, het gééstelijke van de vorm (in plant, dier, mineraal, mens). Zo kan de wetenschap niet altijd precies bepalen waartoe een levensvorm behoort. Zo kan de wetenschap ook geen onderscheid maken tussen dier (aap) en mens, waardoor dieren opgehemeld worden en mensen verdierlijkt kunnen gaan worden, met verval en verlies van zeden, moraal, enz., als gevolg. Waar men onderscheid zou kennen tussen de ziel van een hoogontwikkeld dier en de ziel van een mens zou men veel fouten niet hoeven en ook niet meer willen maken…
Voordat er leven op aarde ontstond, was er niets dan een keer… licht. Een ‘een en al heen en weer schieten’ van elektriciteit in de poging om verbindingen te maken, waaruit het leven mogelijk zou worden. Uit al die elektriciteit en magnetisme als drijfveer ontstonden warmte en koelte, dus winden, gas en ijs, veel licht of minder licht. Voordat het materiële licht ontstond, was er een puur gééstelijke schepping. Een wereld van licht waar alles in evenwicht was. Er was dus nog geen atoom materie. Dat eerste atoom ontstond omdat bewustzijnsdeeltjes (fotonen) zich een weg dachten te kunnen zoeken uit de bron. Ze dachten er vanaf te kunnen, en zonder die bron te kunnen bestaan. De misvatting was evenwel dat geen deeltje geestelijk licht kan ontsnappen en nooit meer niet kan bestaan of ‘ergens anders heen kan’. Immers. Buiten de oerbron die alles was en is en zal zijn, en dus eeuwig doorstraalt zonder eind en eeuwig ontwikkelt, is logischerwijze niet nog een perfecte bron.

Uiteindelijk is er altijd sprake van evolutie. Want het licht en het elkaar opzoeken van deeltjes bewustzijn of het ook afstoten, zorgde voor allerlei eigenschappen, aspecten van het leven. Als we alleen al kijken naar onze aarde zien we eerst een vormeloze kluit vuur, licht waarin volgens de orde van aantrekken en afstoten – lees liefde en niet-liefde – ik gerichtheid en jij gerichtheid – allerlei verschijnselen ontstaan. Licht dat zich verdicht, wordt lucht. Lucht wat zich verdicht, wordt water. Water dat zich verdicht en uit het licht en de lucht stoffen opneemt, vormt de aarde, enz. Het eerste plantenleven vormde zich aanvankelijk door en uit een steeds vrijer geworden bewustzijn dat was gelouterd door alle beweging. Beweging is een eigenschap van leven. Zonder beweeglijkheid, geen leven. Omdat dood onbeweeglijkheid is en tot gevolg heeft, is niet dood grondslag van het leven, maar het LEVEN ZELF. Omdat door dood alles uit elkaar valt, kan dood ook niet scheppen. Omdat liefde alles wil verbinden en dus allerlei beweeglijkheid wil en veroorzaakt, is liefde het leven zelf..

De bron die het leven zelf is, is een geestelijke bron van allerlei intelligentie waarbij alles in perfecte harmonie bestaat. In deze perfectie is dus volop leven, is alles aanwezig en is er van alles in volstrekte vrijheid te beleven. Waar bewustzijn zich afscheidt van die bron – of dat denkt te kunnen doen - ontstaat er dus beperking, onvrijheid, verdeeldheid en wordt dus heelheid verloren.

In wezen was er dus eerst een geestelijk iets, waaruit materie ontstond. Andersom kan natuurlijk niet! Immers, iets dat beperkt, star, onbeweeglijk, afgezonderd en gedeeltelijk is, kan nooit alle intelligentie in zich hebben en zijn! Zelfs de wetenschap weet dat materie maar een DEEL is van IETS dat wél ALLES is en heeft. Immers, materie op zich is altijd maar een polariteit, een deel: de helft van ’de hele zaak’. Wat je ziet en kan onderzoeken is altijd mar een deel van de waarheid. Die echte waarheid is altijd een geestelijke, omdat waar materie is, er al geen volmaaktheid meer is, dus altijd maar een tijdelijke, gedeeltelijke waarheid. De wetenschap ziet alleen dus maar een deel, dus een gedeeltelijke waarheid!

Alles is geest en in wezen dus liefde. Alles wat minder liefde heeft, ontwikkelt zich uiteindelijk via de stof, via materie dus, dus via een bepaald lichaam en dus ook omgeving / leerschool, naar meer en meer willen dienen, vrij zijn en vrij laten, en uiteindelijk heel worden, waarin alles weer geweten en gekund wordt. Deze drang tot heelworden (en dat is liefde) is in iedere levensvorm aanwezig. Het is de kracht, intelligentie (dat wat levend maakt) wat deze levensvorm samenvoegt, doet groeien en in stand houdt. Dit is te zien bij alle levensvormen, voor wie dit aandachtig onderzoekt. Het is te zien aan het feit dat al wat leeft, licht en voeding nodig heeft.

Hoe hoger een vorm is ontwikkeld, des te meer geest (bewustzijn) er al is vrijgemaakt (er is dus al meer bewust geworden). De geest in die vorm heeft dus door de grotere, bredere intelligentie meer wensen, meer behoeften en dus andere doelen dan de geest die een zeer simpele vorm (lichaam) moet maken. Het zal logisch zijn dat een simpele geest geen ingewikkeld lichaam kan vormen, omdat uiteraard daar de intelligentie, licht, bouwstenen voor ontbreken. Hoe zou dus een laag ontwikkelde ziel die bepaalde bouwstenen liefde niet heeft, deze wel kunnen aantrekken? Zelfs de wetenschap weet dat dit niet mogelijk is. Als een hoog ontwikkelde geest in een eenvoudig lichaam zou huizen, dan zou ze enorm lijden omdat ze haar wezen niet kan uitdrukken. Ze zou dat lichaam niet eens bij elkaar kunnen houden..
Mineralen, planten, dieren hebben allemaal weer andere meer eenvoudige tot zeer complexe geest (bewustzijn) van allerlei aard, soort en mate die het gelijke aantrekt. Waar de ziel, geest puur licht is, trekt zij stoffen van gelijke gehalte aan, die al veel minder licht in zich hebben. Dat veel minder licht in zich hebben, laat zich zien als intelligentie die je materie noemt.
De materie is dus gevormd uit bewustzijn dat onvrij geworden is. Het bewustzijn is gevangen in deeltjes die volgens een bepaalde orde iets zijn of uitwerken. Het bewustzijn is een soort van haar licht ontdaan.

De gehele materiele schepping bestaat uit niets anders dan bewustzijn onderweg, gescheiden van haar lichtbron voor dat deel dat ze dat zelf ooit heeft gewild. Bewustzijn dat totaal v rij is, kan niet gebonden worden in een bepaalde structuur, orde, omdat het geheel vrij is. Dat bewustzijn dat totaal ongebonden is, is volmaakt. Gods bewustzijn is totaal vrij en ongebonden en helemaal perfect en heeft alles in zich. Waar bewustzijn, intelligentie, licht uit God de kosmos instraalt maar zich WIL afzonderen van het zuivere dat God is, dan begint het zich te verdichten, wordt het beperkt, heeft het minder licht, wordt het zich minder bewust van zijn afkomst, wezen en doel. Dat bewustzijn beseft dus wel dat het leeft uiteraard, maar het allesomvattende weten en kunnen, is weg. Het kan pas weer komen als dat bewustzijn zich weer bewust wordt van de eigenheid, het wezen dat haar bezielt, doet leven en leidt. Waar bewustzijn zich dus als onderdeel van de grote onuitputtelijke altijd al aanwezige, eeuwig uitstromende levensbron weet en er weer onderdeel van WIL zijn, vergroot zij haar licht door het zich weer meer en meer willen verbinden met ander bewustzijn.
Door het samenvoegen van bewustzijnsstukjes, ontstaan gassen, atomen, later moleculen, stoffen en later ook mengsels. Uit deze stoffen van allerlei soorten, mate, aard van licht is al wat leeft, samengesteld, of het nu gaat om een mug, een planeet, een virus, koe, dino, schelp, zon of mens.
Door het steeds weer aantrekken van meer, beter passend bewustzijn, ontstaan er andere, meer complexe lichamelijke vormen (dat is evolutie) die dat bewustzijn omhullen en in gelegenheid stellen te leven op b.v. de aarde. Dat aantrekken berust op grond van…. Liefde! Immers liefde voor iets doet iets groter worden, omdat je dat wat jou sterk maakt, dat wat je wilt, aantrekt. Dat is een oer wet die er altijd al was en altijd zal blijven, al herkennen mensen deze wetten en het belang en de onvoorwaardelijkheid ervan niet meer.
Het leven IS liefde, omdat alleen wat liefde is, doet samenvoegen. Alles bestaat uit polariteit. De wetenschap weet dit en kan er niet omheen en gebruikt ook juist deze polariteit om er van alles van te maken en door te kunnen doen. Kijk eens naar stroom, wat bestaat uit een zoeken en vluchten van min- en plusdeeltjes elektriciteit. Electromagnetisme is niets anders dan liefde voor het zoveel mogelijk opheffen van polariteit. Alles in welk leven, waar, hoe dan ook, streeft naar eenheid, vrede, een midden, waarin polariteit ophoudt te bestaan. Waar polariteit er niet meer is, is het bewustzijn totaal vrij en wedergekeerd in haar oorspronkelijke vrije, geestelijke bestaan. Ze is dan onderdeel van Gods geestelijke wereld waar er geen verdeeldheid, beperking, dood en lijden meer is.

De vorm is nodig zolang het bewustzijn beperkt wil blijven. Dat wil ze omdat haar liefde niet genoeg is. Ze heeft allelen liefde voor haar eigen wezen, maar niet voor het andere dat ze niet kent, ontkent, of niet wil opnemen. Ze groeit, ontwikkelt dan dus maar deels. Ze blijft dan dus altijd beperkt en lijdt dan altijd naar de mate dat zij beperkt is of vindt dat ze beperkt is. De materiële vorm is nodig omdat anders het bewustzijn erin nooit tot de vrijheid zou kunnen raken, omdat ze dan immers nooit middels het zijn in de stof zou beseffen dat ze gebrek heeft. Ze ervaart juist DOOR het zijn in de vorm, dat ze beperkt is. Ze wordt als het ware gedwongen bewustzijn op te nemen, waardoor ze zich verrijkt en.. in leven blijft. Dat opnemen doet de levensvorm door ademen, voeding, dus eten en gegeten worden. De ene vorm neemt de andere op, doet er het goede mee, door het passende bewustzijn (bouwstenen) op te nemen en het overtollige uit te scheiden. Dat overtollige (zweet, urine, ontlasting, kortom uitscheiding) dient echter weer ánder leven, dat juist dat bewustzijn weer nodig heeft om er door te groeien.

Leven in de vorm, dus in het lichaam doet dus het afgescheidenheid zijn van de Bron ervaren, waardoor het probeert vrij te worden van de beperkingen, het rad van dood en leven, geboren worden en sterven, lijden door gebrek aan kennis en kunnen. Het materiële, lichamelijke leven is er dus alleen maar om terug te komen in een totaal vrij bestaan, waar alle intelligentie dan weer voor handen is en er geen enkele dood, lijden en beperking meer kan zijn. Bijbels gezien hebben we het dan over een ‘leven bij God in de opperste hemel, waar onbeperkt geluk en ontwikkeling, de eeuwigheid lang zal zijn’.

Het sluitstuk van deze evolutie waarbij allerlei zielen zich samenvoegen tot steeds hoger ontwikkelde levensvormen, is de mens. In de mens is ALLE intelligentie, licht uit God - de levensbron - verenigd in steeds weer unieke samenstellingen door al die verschillende soorten, aard, mate van bewustzijn, dus licht. In een mensenziel ontbreekt er niets, al vinden de meeste mensen wel dat er vaak iets mist. Dat is dan niet zo, maar wat wel zo is, is dat iemand zijn bewustzijn maar deels kent, gebruikt, gelooft en wil, of hij wil iets wat niet bij hem past. Dat alles is nu niets anders dan gebrek hebben aan liefde. Acceptatie van wat, hoe iets is, maakt meer heel, want het zorgt ervoor dat je roeit met de riemen die je hebt, waardoor je juist de geschikte verbindingen kan leggen. Goede, eerlijke communicatie (= verbinding leggen) is dus de bedoeling van de mens. Hij dient dus AL zijn bewustzijn in de strijd te gooien door zich uit zoveel mogelijk liefde te willen verbinden met al dat bewustzijn dat hem sterk en gezond doet zijn. Hij maakt dan met zoveel mogelijk liefde het in zich voorradige bewustzijn (licht, liefde) vrij. Het kiempje van zuiverste licht, liefde in hem waarmee hij nog steeds verbonden is, maakt dat voor hem mogelijk. Dat zuivere licht - Gods wezen - in de mens moet dus gebruikt en geraadpleegd.

Wat een mens niet past, laat hij voor wat het is, veroordeelt hij niet, maar hij gebruikt het gewoon niet voor zichzelf omdat dat niet bij hem past. Dat bewustzijn wat hem niet past, kan bij die ander wél passen. Het is dus een oerwet, een oerwaarde dat een mens niet oordeelt, omdat hij anders ALLES zelf zou willen hebben, of NIETS zou willen opnemen en het ook aan ANDEREN niet zou laten of gunnen. Oordelen is dus een liefdeloos iets, waardoor je nooit de JUISTE verbindingen kunt maken, ontevreden wordt, verzwakt en egoïstisch wordt te denken dat jij alles maar kunt doen wat jij wilt.
Als je dat vanuit liefde zou doen, zou je bergen kunnen verzetten, onmogelijkheden mogelijk maken en zou je gezond zijn.
Waar je uit gebrekkige liefde samenvoegt of afstoot, ontstaan er verzwakkingen, gebreken, houd je deze in stand, waardoor ziekte, narigheid en welke problematiek dan ook groeien.
Daarom is het ook een oerwet dat de mens LIEFHEEFT zoals God liefheeft, alles vrij laat en voor ieder mens alles heeft om er heel door te zijn of te worden. Zou ieder mens zoveel mogelijk leven vanuit de zuivere liefde, zou er maar amper lijden zijn. Maar omdat de mens gebrekkig is, omdat hij nu eenmaal zich niet altijd houdt aan de liefde die in zijn hart als geweten laat weten wat wel of niet te moeten doen en te willen, hoort lijden bij het leven en dus ook dood en verval.

De mens is licht, maar hij gebruikt zijn licht onvoldoende, gelooft niet dat dat licht het leven in hem is, en gunt dat ook zijn medemens niet. Hij erkent ook niet meer dat hij bron is van het Grote Licht dat onbeperkt hem zijn kracht en het leven geeft, wil niets meer horen van onvoorwaardelijke liefde die hij gewoon moet doen, want hij wil zijn eigen zin doen, denkt dat hij het beter weet. Hij gelooft niet meer in de kracht van de zuivere liefde God en richt zich niet meer naar diens adviezen, de 10 geboden, die ook niemand meer schijnt te begrijpen, fout worden uitgelegd en met voeten worden getreden tot eer en glorie van… jezelf, het egoïsme, op macht beluste mens. Daarom gaat het niet goed met de wereld. De mens volgt zijn eigenliefde, maar niet de onvoorwaardelijke liefde waardoor er een zegen zou rusten op wat de mens zou doen. Hij zou dan het goede immers kiezen en hij zou de kennis hebben om uit de problemen te komen. Hij zou ze niet eens veroorzaken.. Intelligentie is pas intelligentie als liefde er de basis van is.. Aan hoe het gaat met de wereld zien we hoe het gesteld is met onze liefde en onze inzet ervoor. We hebben het over vrede, maar hebben nog nooit zoveel onvrede gehad en veroorzaakt als in deze tijd.

In de mens zijn alle voorgaande levensvormen verenigd. In een mens zit dus mineraal, alg, vis, plant, alle dieren bewustzijn in telkens weer andere samenstelling. Daarom is ieder mens uniek. Daarom heeft de ene mens meer liefde voor bos, water, lucht, bergen, binnen of buiten, en ga zo maar door. Die eigenschappen zijn immers inherent aan het bewustzijn, de biotoop, voeding, ervaringen, wensen, dat hoort bij dat mineraal-, planten-, dierenbewustzijn dat onderdeel is van die mensenziel.
Deze kennis, ervaringen blijven altijd in een mensenziel aanwezig, omdat niets dat bewustzijn is, ooit verloren kan gaan! Omdat in de mens AL het bewustzijn uit God in hem verzameld is, is de mens vrij om al dat bewustzijn om te vormen met en naar zoveel mogelijk zuiver liefde. Waar een plant, dier zeer beperkt is en alleen maar kan zijn in zijn orde, kan een méns vrij beslissen HOE hij deze orde waaraan hij onderhevig is, invult. Dat is het mooie van het leven. Al naar gelang de biotoop, omstandigheden waarin en waaruit een mensenziel is samengesteld zijn de rassen, culturen, volken met de eigen gebruiken ontstaan.
Omdat Gods licht dus in ieder mens totaal aanwezig is - zij het in het klein en in andere samenstelling - zegt God dat de mens het enige vrije wezen is dat een vrije wil heeft. De mens dient die vrije wil benutten om liefde toe te voegen, waardoor hij zijn arsenaal aan kennis en kracht versterkt, om zodoende meer en meer zijn licht te zuiveren, waardoor hij gelijk gaat worden aan Gods licht dat in hem is en waardoor hij de noodzaak tot zijn in de materie dus langzamerhand kan loslaten en kan terugkeren in een totaal vrij bestaan, wat het doel is van ieder mens, van de hele schepping.
Evolutie is dus niets anders dan dat bewustzijn dat afgescheiden is uit God en dacht God niet meer nodig te hebben, ontdekt dat liefdeloosheid afgescheiden zijn van heelheid, dus geluk inhoudt en dat de weg tot geluk betekent, méér liefhebben, niet oordelen om dan dus weer los te komen van materie die hem eerder aantrok en vasthield en deze dan ook willen gaan loslaten.

Omdat alle bewustzijn - voor ieder mens dus weer uniek anders - in iedere mensenziel aanwezig is, is de mens pas in staat om terug te keren naar zijn Schepper (zo je wilt afkomst, bron, pure liefdesenergie, het Leven) waar alle Intelligentie, volmaakt is.
Een plant, een dier dat sterft, dus waarvan het lichaam, de uiterlijke materiële vorm oplost, trekt haar intelligentie terug uit die vorm. De overgebleven ziel verenigt met andere zielen die hetzelfde zijn, maar ook met zielen die dat bewustzijn in zich hebben dat die ziel nu dan nodig heeft en wenst. Zo ontstaan er dus clusters zielen die een meer veelzijdig, dus complexer, hoger ontwikkeld lichaam kunnen bouwen overeenkomstig hun dan nu ontstane ingewikkeldere ziel en haar nieuwe behoeften. Het voorgaande heeft dus afgedaan, maar is wel de basis voor een (nieuwe) hogere bestaansvorm. Evolutie is dus samenvoegen van bewustzijn, waardoor er meer mogelijkheden komen en dus meer groei en aantrekking nodig is. Hoe meer bewustzijn van goede kwaliteit, dus zuiver licht er is in een ziel, des te vredevoller die ziel is en des te meer mogelijkheden ze heeft om in vrijheid het andere leven te dienen met wie, wat, waartoe zij is.
Geen enkel wezen - hoe nietig of onbegrijpelijk ook - is er voor niets. Alle levensvormen dienen het gehele leven, waarin er een prachtig afgebakend geheel is waarin dat leven werkzaam is. Alles dient elkaar. Niets is voor niets, teveel of dus nutteloos. (Genetische manipulatie verstoort dus veel meer dan men denkt. Het vormt een omweg met meer lijden, al denkt men lijden juist hierdoor te beperken. Je voegt dus in wezen bewustzijn toe aan een levensvorm en haalt dat bij iets anders weg, terwijl je niet eens weet waarom dat bewustzijn er is of ook niet is).

Aantrekking is naar de aard van wat wordt gewild. Wordt er uit liefde en waarheid gewild, dan is de aantrekking goed en maakt deze een gezond communicatie, dus optimale gezondheid. Wordt er uit eigenliefde en beperkte waarheid gewild, dan is de aantrekking verzwakkend en maakt deze ziek. Daarom ontstaan bij tijden bij ieder mens, in iedere mensheid allerlei hiaten, omdat ieder weer iets anders liefde en waarheid noemt. De polariteiten goed en kwaad, liefde en liefdeloosheid, licht en donkerte, weten en onwetendheid, horen bij het leven. Juist uit deze polariteiten dient het midden waarin alles vrede en goed is, en nieuw leven met zo goed mogelijke gezondheid en kansen, te worden geschapen. Het ligt dus aan de mens zijn maat van liefde wat hij aantrekt en dus schept. De mens is schepper van zijn eigen lot.
Hij schept uit liefde of liefdeloosheid. Hij werkt mee aan vrede en vrijheid óf aan verval en lijden. Een tussenweg is er niet. Daarom zegt God ook: ’dien niet God en de mammon’. Je zult kiezen voor onbaatzuchtige liefde of niet. Half half, kan niet.

Dit proces waarbij intelligentie afgezonderd werd door niet te kiezen voor liefde (bewustzijn, weten, leven, alles), maar voor niet-liefde (dood, niet bewustzijn, onwetend), bracht verdeeldheid. Deze staat van zijn, bracht en is lijden van allerlei soort: het niet meer heel zijn, zijn in gevangenschap, beperking, onvrij zijn, onwetend zijn, het zonder licht, zonder God zijn. De bijbel vertelt dit verhaal in ‘de verloren zoon’.
De reden dat de materiele schepping er is, is deze dat het bewustzijn dat zich meer en meer afzonderde, zich verdichtte tot geestelijke clusters, later nevels en uiteindelijk stofdeeltjes (fotonen, elektriciteit). Door de drang zich te verenigen tot het gelijke (cohesie) en afstoting van het ongelijke (adhesie) ontstonden de eerste atomen. Atomen zijn dus niets anders dan megaverzameling van bepaalde intelligentie, die afgezonderd, dus onvrij geworden is (daarom heeft ook een atoom een bepaalde drang alles bij zich te houden om volmaakt te kunnen zijn. Het neemt elektronen op, of staat het af, onder ‘dwang’. Deze dwang leidt echter uiteindelijk tot verbreding van horizon, omdat mogelijkheden groter worden, door vermenging met ook andere deeltjes. Ook in dit proces is een bepaalde orde te zien, die leven en groei mogelijk maakt). Het is dus liefde dat er dwang is, zolang deeltjes ontevreden zijn en zich willen afzonderen, dwars willen denken en niet willen horen bij de liefde en haar orde waarin alles vrij is.

Als atomen zich met elkaar verbinden, ontstaan er moleculen. Als deze moleculen zich met elkaar verbinden ontstaat er een bepaalde stof. Als stoffen zich verbinden met andere stoffen, ontstaan er mengsels. Door inkrimpen, uitzetten, smelten, verharden - allemaal toestanden van wel of niet vrij willen en kunnen zijn door gebrek aan of teveel aan bepaald bewustzijn - ontstaan er allerlei levensvormen. Uiteindelijk zijn er door het zich willen verbinden (het opgeven van de eigenliefde en het willen opnemen van liefde) dus meer en meer mogelijkheden, waaruit het complexe leven bestaat. Als er gebrek is aan een bepaald ‘stukje’ bewustzijn kan de overeenkomstige uiterlijke vorm (cel, orgaan, lichaamsdeel, enz.) niet of niet goed worden gevormd. De vorm wordt dan dus anders, functioneert minder goed, of vertoont andere eigenschappen dan behorend bij wat we verwachtten. We spreken dan van een verzwakking, afwijking, ziekte, handicap, of mutatie. Het genetisch materiaal bevat dus eigenlijk niets anders dan bepaald bewustzijn (eigenschappen) dat uit de materie fijne maar ook grove stoffen naar zich toehaalt waardoor er uiteindelijk iets zichtbaar wordt. Dat is de weg van het zaad naar embryo en verder.

Als we dit begrijpen zien we vanzelf dat in de Oerbron een eindeloze verzameling is van alle soorten bewustzijn (kracht, energie, licht). Deze eindeloze verzameling kun je God of Schepper noemen. Wat is er nu op tegen dat je deze Schepper eert door eer te geven aan die Kracht die liefde is, door deze liefde te onderzoeken, na te streven en eigen te maken? Want dit is het enige doel van religie: Liefhebben, waardoor alles kan zijn zoals het bedoeld is te zijn en alles volgens aard en bedoeling samenleeft in welvaart, harmonie en gezondheid en alle materie eens oplost waardoor pas een volmaakt leven – in de geest dan – mogelijk is. Uit deze Bron komt leven voort, omdat deze Bron het leven zelf is. Deze Bron is dus Schepper en wel vanuit Intelligentie die liefde is, omdat alleen de liefde de potentie heeft zich te verbinden, waardoor pas groei, vervolmaking, ontplooiing en vrijheid en überhaupt léven mogelijk is. Zonder Bron geen leven.
Zonder liefde kan niets ontstaan (evolueren) of geschapen worden. Waar volmaakte liefde is, is geen stof, materie. Daarom zie je deze wereld ook niet. Waar minder volmaakte liefde is, is stof, dus materie, in allerlei gradaties. Dit is de zichtbare wereld, schepping. Al het leven wat we kennen (en nog niet kennen) is dus een bonte verzameling bewustzijn onderweg naar vervolmaking. Alles is dus uiteindelijk géést, bewustzijn, of anders gezegd: liefde in minder of meer volmaaktere vorm. Al deze vormen tezamen dienen elkaar in samengaan, groter worden, leren, ontplooien, sterker worden, enz.

In het dagelijks leven zien we dit in eten en gegeten worden, geboren worden en sterven, groeien en aftakelen, kortom eindeloosheid in verschillende levensvormen en omstandigheden tot alles geleerd is wat mogelijk was en God dan nu als een klein vonkje van alle bewustzijn meegegeven kan worden met die ziel die alle bewustzijn – zij het in grove vorm – in zich heeft.
Nu kan de ziel zich verbinden met haar Geest van God (totaal, zuiver, volmaakt bewustzijn) waaraan zij gelijk kan worden door het ego (grofste, liefdeloos bewustzijn) te elimineren. De ziel moet het dus willen om de liefde in zich sterker en sterker te laten worden. Ze wordt dan zodoende vrijer en vrijer en komt uiteindelijk dan los van de banden van materie, die ze dan ook niet meer wil en niet meer nodig heeft. Waar ze ooit dacht gelukkiger te zijn juist in en door en met de materie, ziet ze dus uiteindelijk in dat materie altijd lijden brengt, beperkt en doodt!

Een mineraal kan alleen maar zeer onbeweeglijk en zeer langzaam groeien door het gelijke toe te voegen. De kristallen. De meer vrije mineralen worden aangetrokken door oplossen van andere stoffen. Het gelijke of dat wat past, wordt opgenomen, waardoor de mineralen in zekere zin beweeglijk genoemd kunnen worden. Ze zitten overal in en dienen alle levensvormen, maar op zich brengen ze niets tot stand.
Een plant kan alleen maar op de plek waar deze groeit, leven. Een plant kan al delen van zichzelf weggeven.
Dat zijn de beste delen van haar wezen. De sporen voor de lagere planten, de zaden voor de hogere, de vruchten waarin het zaad zit, voor de hoogst ontwikkelde planten.
Een dier kan al meer weggeven van zichzelf. Het heeft dus al veel meer liefde en wil het eigene soms al opgeven. Een tor verbindt zich klakkeloos met de wederhelft en legt eieren en weet niet eens dat het eieren waarin haar wezen is samengebald, heeft gelegd. Een vogel is al veel meer kieskeurig en weegt precies af met wie zij paart omdat zij selectief is. Zij heeft al meer liefde voor het echte en voor de kwaliteit van haar nazaten, dat zij zo kieskeurig is en ook moet zijn. Een krokodil is ook al best liefdevol. Ze verzorgt haar eieren en latere jongen prima, maar laat ze ook meteen weer los. Een leeuw draagt het jong zelf, offert hierbij al veel van zichzelf op en koestert, verdedigt de welp en is bereidt het leven te geven. Hogere dieren herkennen voor altijd hun jongen, waar lagere dieren dit helemaal net eens weten dat ze zich hebben voortgeplant..

En dier kan ‘alleen’ maar zijn zoals de drang in het dier is. Het dier kan bewegen. Het kan zich al verbinden met een tegenpool. Dat is het instinct om te paren, waardoor nieuwe leven volgt. Het volgen van instinct, bepaalde kennis die leidt tot handelen - passend bij dit bewustzijn - in een bepaalde vrijheid, is voor ieder dier weer anders. Hoe meer liefde in het bewustzijn, des te meer ontwikkelde intelligentie dat dier heeft, waardoor de zorg voor het andere groter is, des te meer offers, des te meer beleving en opheffen van polariteit gevolg is. De eigenliefde krijgt steeds minder aandeel. De liefde tot het andere wordt steeds groter.

De mensenziel heeft het in zich om zijn ziel tot volledige volmaaktheid te ontwikkelen, maar ook om dit niet te doen. De mens heeft immers een vrije keus. Hij kan in zich een hemel ontwikkelen, maar ook een hel. Anders gezegd: hij kan zijn licht in zich zuiveren, sterk maken en gebruiken, zodat ‘hem een licht opgaat óf hij kan zijn licht verwaarlozen, zwak maken, niet gebruiken, zodat hij onwetend blijft. Waar een mens het niet als het doel heeft om de volmaakte liefde te ontwikkelen, zien we meer en meer verval, degradatie, verzwakking en uiteindelijk dood. Gods troost voor de mens is dat Hij ons leert dat lijden - wat hoort bij het leven - minder wordt al naar gelang je doet wat de Liefde in je wil. God hoeft niet alle eer in die zin dat het je geld, glamour, glitter of lofzangen of rituelen, of zelfkastijding kost, maar God wil – omdat dit Zijn wezen is - dat je de liefde alle eer geeft. Immers, daarmee sla je dus een brug uit lijden naar minder lijden en volgt er een goede gezondheid, een sterke natuur, vrede en gelijkheid voor ieder.

Via het leven in allerlei vormen wordt dus al met al uiteindelijk het oorspronkelijke afgedwaalde (eigenwijze) verdonkerde bewustzijn dat beperkt was en zich haar afkomst niet meer herinnerde, weer bewust van Alles (God). Dat bewustzijn - die ziel - wil dit meer en meer eigen maken als zij immers de waarheid ervan herkent. Zodoende wordt zij meer en meer het evenbeeld van haar Schepper. Evolutie is dus het zich via allerlei fasen weer eigen maken van ooit verloren, versmaadde Intelligentie, waardoor de mensenziel meer en meer Intelligent wordt.

Deze Intelligentie is een liefdevolle intelligentie. Dat is iets anders dan een wetenschappelijke, verstandelijke intelligentie die zonder liefde is. Deze materiële intelligentie wordt dan wel hevig opgewaardeerd, nu zelfs zo dat alles wat riekt naar ‘geloof’, aannemen, niet bewezen zijn, anders zijn’, niet meer mag en zelfs bedreigend zou zijn! Maar het geestelijke bepaalt altijd nog het uiterlijke. De intentie (geest) bepaalt uitwerking en kwaliteit ervan, of je dit nu wil, gelooft of niet!

Zonder geest kan er nooit van zijn levensdagen materie ontstaan.
Materie kan namelijk niet uit materie zijn ontstaan, omdat materie er nooit altijd geweest kan zijn, omdat materie begrensd is, dus tijdelijk. Ieder weet dat alles dat materie is, eens vergaat, oplost (sterven) en eens begonnen moet zijn met het er zijn (geboren worden). Er kan dus nóóit een begin geweest zijn van materie, als er niet een andere kracht vóórgegaan was en nog steeds is! Deze andere kracht die er altijd wel was en geen begin en geen eind heeft, moet dus wel een geestelijke kracht zijn, want de tegenpool van materie is iets onstoffelijks. Deze kracht is dus niet te onderzoeken en in die zin niet te bewijzen. Deze kracht moet dan ook alles in zich hebben. Want als tegenpool van de materie die beperkt is, is de onstoffelijke, geestelijke kracht dus onbeperkt. Het is dus tegelijkertijd de enige kracht, die overal is en alles in zich moet hebben en dus ook alvermogend en alwetend is. Onbegrensde liefde en alle wijsheid ligt dus in deze kracht, sterker nog, zijn deze kracht. Dat kan alleen maar zuivere liefde zijn, want alleen liefde kan scheppen en laten groeien door te verbinden…
Alleen liefde wil alles bij zich houden, alles vrij laten, laat niets los (‘Het leven ligt in Gods hand. Hij laat niet varen het werk zijner handen’). Die geestelijke kracht, die liefde, die leven doet, is dus in al wat is. Zelfs in ogenschijnlijk dode materie. Immers, het licht dat van God af uitstraalt, heeft geen einde en dus geen enkele beperking. Hier zie je echter zo weinig geest, dat de vorm star en doods lijkt. Van binnen is er echter veel beweging (geest, de bewegelijke atomen, elektronen, fotonen, enz.)
Geen wetenschapper kan hier omheen.

Creationisme, Intelligent Design, Evolutie leer, staan niet op zichzelf en zijn op zich niet te veroordelen. Zij zijn delen van elkaar. Als we goed naar elkaar zouden luisteren en kennis van zaken zouden hebben, dus ook van de bijbelse leer zoals deze verstaan dient te worden (en dat kunnen we heel goed leren uit de boeken van Jakob Lorber, Swedenborg), zouden we inzien dat het de wetenschap is die verkeerd bezig is, door het geestelijke uit te sluiten en daarom niet weet wat ze aan moet met Creationisme, evolutie theorie of Intelligent Design!

Met de stelling dat religie of Creationisme gevaar of dreigement voor de democratie is, klopt al met al niet veel… Ook stelt het artikel dat de voorstanders van Creationisme een theocratie willen maken. Oké, een regering met God, wat is daar mee? God is toch de kracht van liefde en waarheid? Wie heeft daar last van? Welke mensen zouden hier iets op tegen hebben? Een aantal vragen of opties dienen zich aan:
- Waarom zou Evolutie theorie wetenschappelijker zijn dan de ID – theorie (denk aan de Kwantum fysica, Max Planck, enz.)?
- Waaruit blijkt wetenschappelijke objectiviteit als voorstanders van de Evolutieleer beperkende, intolerante houding laten blijken jegens aanhangers van het Creationisme?
- De Raad van Europa vindt dat creationisme een bedreiging is voor de democratie, omdat zij fundamentalistisch zou zijn. Is deze houding dan wel democratisch?
- Wie heeft het recht om een visie te weren uit een samenleving waarin ieder mens recht heeft van meningsuiting en geloof?
- Is het niet zeer onwetenschappelijk om überhaupt het geestelijke te weren in visie en beleid?
Het geestelijke is immers – al ken je het niet en kun je dit terrein ook nooit ten volle beleven en bevatten zolang je in het lichaam gevangen bent – de andere helft van de polariteit. De ene helft is materie. De andere helft moet dan de tegenpool van materie zijn. Deze tegenpool heeft die kenmerken die de materie niet heeft. Zij is dus oneindig, onbeperkt, totaal vrij, onzichtbaar, onmeetbaar.
Omdat zij wetenschappelijk dus niet te meten, te onderzoeken is, mag je nog niet zeggen dat geest dus niet bestaat! Juist dit is nu zeer onwetenschappelijk, omdat die zelfde wetenschap stelt dat alles uit twee uitersten (polen) bestaat!
Waarom dus zo’n drukte en negativiteit als men te maken krijgt met geestelijke zaken, dingen die men niet meten en bewijzen kan?
- De Raad van Europa heeft zich niet te bemoeien met inhoud van het onderwijs in lidstaten, want het druist tegen vrijheid in. Ieder land, iedere cultuur, ieder ras, ieder volk heeft zo zijn eigenaardigheden. Gezondheidszorg, cultuur, onderwijs, sociale structuur, enz. zijn gebaseerd op deze specifieke eigenschappen. Het vormt het unieke en pluriforme van de wereld, van de mensheid. Dat is het grote wonder. Waar we één wet, één staat, één religie (en welke dan, die van: ik heb gelijk, ik ben de sterkste, ik bepaal?) toestaan, is de mensheid gedoemd uit te sterven vanwege gebrek aan ontplooiing en vrijheid. God, de kracht van liefde zal dit niet toestaan en kan dit niet toestaan omdat God vrijheid is en brengt. God zal dus voorkomen dat dit gebeuren zal. Anders gezegd: de kracht van de liefde is niet uit te bannen en zal zorgen voor eliminatie (wat lijden is en brengt) van dat wat tegen die liefde ingaat. We zien dit al gebeuren in tal van leed en groeiende onvrijheid. Weer anders gezegd: Wat niet-liefde is, zal zichzelf de das om doen.
Maar waarom wachten tot dit nog omvangrijker zal plaatsvinden…..

Zie vervolgartikel, deel 2: Zeven dagen, zeven fasen van bewustwording

Sonne Hoover

Het Beest 666 dat de Vrouw achtervolgt

De Nieuwe Wereldorde - World Wide Web - Het Nieuwe Vredesrijk

We zijn in een bijzondere tijd aanbeland. We kwamen langzaam uit een lockdown, stevenden af op een nieuwe 1.5 normaal samenleving, velen wachtten angstig op een tweede golf van Corona die volgens velen reeds is gekomen. We kunnen er niet meer omheen dat men visie heeft moeten herzien, cijfers, verslaggeving, beleid, handhaving niet kloppen en meningen ernstig verdeeld zijn en nog meer verdeeld worden! Het is duidelijk dat bepaalde belangen worden gediend en er onvoldoende geluisterd wordt naar belangen die ánders zijn. Het web - welk web dat eigenlijk is, vragen we ons niet af - lijkt ons wereldwijd in te sluiten. We zijn moe, bang en ook boos, maar ook gemakzuchtig en egoïstisch. We worden verdeeld in twee kampen voor en tegen de maatregelen en info die over ons heen gestort wordt. We mopperen als mensen de maatregelen in onze ogen niet serieus nemen. Anderen mopperen als we dat juist wel doen. Waar we het niet of niet genoeg over hebben is de vraag of alles zo de moeite waard is, als we kijken naar de mate van schadelijkheid van het virus. Kijkend naar de wereldwijde cijfers, moeten constateren dat er voor het eerst in de geschiedenis bijzonder veel buitenproportionele aandacht is voor een griepvirus, waarbij de gevolgen heel nadelig en zelfs dodelijk kunnen zijn, maar waarvan de schadelijkheid veel kleiner is dan menig ander obstakel dat is overwonnen, terwijl men nooit zo ver ging met het nemen van maatregelen als men nu doet, of je nu voor of tegen bent. Er is meer aan de hand. Maar wat dan wel?

World Wide Web
In het Boek Openbaringen wordt verteld dat het Beest met het getal 666 de vrouw in barensnood achtervolgt. Ze baart in de woestijn een jongetje. Het beest probeert het jongetje te doden, maar het groeit op.
Het beest staat voor het materialisme. Het achtervolgt de vrouw. De vrouw staat voor iedere mensenziel. Jij, ik, allemaal. Dat beest, het materialisme, maar ook ons eigen egoïsme houdt ons gevangen. Het achtervolgt ons. We komen niet tot vrijheid, zoals de vrouw zucht in haar weeën en nood en bijna niet meer geloven kan dat ze straks een kindje heeft. Ze is gevlucht naar de woestijn, maar daar is alles doods en levenloos. Voor haar is er geen verlossing te verwachten. Ze zit gevangen in het web dat om haar heen gespannen wordt. Een web van onnatuurlijke leefstijl, materialistische doelen die we ons stellen. Steeds meer, beter, sneller, groter, vrijer. We gaan er in mee en willen niet terug naar het loslaten van al die ballast. Ballast is het zwanger zijn. Het dragen van een grote verantwoording, maar ook van een grote last. De vrouw, de mens die vast zit in het materialisme, komt er niet meer uit. Ze heeft te doen wat de baas, de maatschappij, de politiek, de belasting, de staat heeft bedacht en van haar vraagt. Ze gaat erin mee, want het leek aanvankelijk zo leuk, goed en praktisch. In blijde verwachting… Gaandeweg ziet de vrouw evenwel dat zwanger zijn ook zo zijn nadelen heeft. Als alles goed gaat, is de zwangerschap alleen maar prachtig. Maar, als er iets mis gaat, wordt het een heel ander verhaal!
Ze vlucht naar de woestijn. Ze heeft geen rust. In een woestijn is er echter helemaal niets. Geen brood dat haar voedt. Dat brood is de liefde met al haar eigenschappen. In de woestijn is ook dát zelfs niet meer aanwezig. Er is niets. De vrouw moet het dus doen zonder voeding, zoals een mensenziel niet kan overleven, depri wordt, zwartgallig, donker en agressief, moedeloos als hij er geen gat meer in ziet en niet meer rekent op verlossing. Waarván moet de mensenziel dan verlost worden: Van het beest dat haar achtervolgt.
Het ego. Het materialisme is de ballast. Alle ballen moeten in de lucht gehouden worden. Reizen, feesten, mooiere bank, carrière, kinderen opvoeden en hun zin geven in alles, misdaad ondergaan, dreiging, agressie, familie ruzies, ontslag, thuiswerken, werkloos zijn, hypotheek aflossen, nieuwe auto kopen, schulden hebben, ziek zijn en… geen geloof, geen houvast, geen vertrouwen, geen uitzicht, geen hoop meer hebben! De mens is bezwaard onder het juk van de zogenaamde vooruitgang. Allemaal het beest.

Het getal van het beest is 666, staat er in de bijbel geschreven. 666, de naam van het beest is het getal waarbij er 600 eenheden worden gebruikt voor het ego, voor zichzelf, 60 voor de ander, maar dan nog maar pas nadat de eigenbelangen erin verstopt zitten ( dus ook deze belangen zijn onzuiver en dus egoïstisch) en maar 6 voor de liefde God die de bron van die liefde is.
Getal 666 is ook het getal van God. De naam van de perfecte liefde. Alleen hierbij zijn er 600 eenheden voor de zuivere liefde die God is, 60 eenheden voor de naaste en maar 6 eenheden voor zichzelf. Ooit was er een eenheid in en van alles. Gods perfecte Zijn, waarin alles zuiver was. Later bij het ontstaan van de afscheiding van dat bewustzijn dat geen liefde wilde, kwamen er de uitersten in de wereld. Zo kregen alle perfecte eenheden uitersten in goed en kwaad en leuk - niet leuk, hard - zacht, boven - onder, links - rechts, geduld - ongeduld, liefde - liefdeloosheid, licht-donkerte, dicht – open, en ga zo maar door. Die perfectie, dat ‘midden’, God, waar alles perfect in evenwicht is en alles alleen maar liefde en licht is, is een wereld die er nog steeds bestaat. Gods getal was en is perfect. Alleen sinds de afscheiding en dus het ontstaan van het ego, het kwaad, dat wat geen liefde was, LEEK Gods getal door dat ego een andere, omgekeerde waarheid te hebben. Dat een omgekeerde waarheid niet waar, dus een leugen is, zal duidelijk zijn. In het perfecte is alles helder en duidelijk. In het niet perfecte wordt het steeds meer onduidelijk waar het goede is en het kwade begint. Waarheid lijkt er leugen en leugen lijkt waarheid. Dat is het gevolg van het WEGLATEN van liefde.
Uitersten worden dan de baas, nemen de leiding en worden genomen als uitgangspunt bij van alles en nog wat. Het veilige, vredevolle ‘midden’, daar waar er rust is, is dan ver te zoeken, tenzij je vasthoudt aan het feit dat dat veilige midden er gewoon is, al belééf je dat niet en gelóóf je bijna niet meer dat het bestaat en roepen anderen dat je onzinnig bent om dat te geloven.
De uitersten zijn er omdat dat inherent is aan het materiële leven. Maar omdat die uitersten je ook doen verdwalen gaf God – de zuivere liefde die alle weten, kennis in zich heeft – het dwingende advies de onbaatzuchtige liefde in alles te zoeken en te doen. Het afgescheiden bewustzijn had en heeft daar nog steeds geen oren naar. Het wil perse het beste, meest, hoogste, prachtigste, de meeste macht, eer, aanzien, enzovoorts. Dat ego zit in IEDER mens. Bij de een meer, bij de ander minder. Omdat ego je juist afhoudt van liefde doen, en dan alles leidt tot ellende vroeg of laat, gaf God het advies om je niet zo druk te maken om dat ego middels het toegeven aan wat je lijf wil, je bezit vraagt, de materie zegt, maar wel om het welzijn van de ander, omdat daarmee een evenwichtige vredevolle gezonde samenleving mogelijk zou zijn.

De materie met al wat er bij hoorde - het beest - leek en lijkt zo veelbelovend. Voor veel mensen is het materiële zelfs het enige geworden wat van belang is. Het is voor velen de broodnodige houvast geworden, waar liefde is verdwenen, verwrongen of niet herkend wordt. Het kwaad – de liefdeloosheid als trekkende kracht – dat de kiem is van het ego, wil niets anders dan dat een mens wordt gewonnen voor zijn ‘rijk’. Het kwaad staat immers op zichzelf en heeft geen andere steun dat het zoveel mogelijk naar zich toe halen van dat wat het zelf te kort heeft. Het kwaad wil eigenliefde. Het kwaad haalt alles naar zich toe. Het denkt sterk te worden en te blijven door een afwezigheid van liefde. Een bestaan zonder God dus! Daarom geeft ook satan – personificatie van het kwaad - zichzelf een getal ALS dat van God. Hij denkt daarmee God te zijn, maar hij is het niet. Hij doet zich voor als goed, prachtig, machtig en belooft bergen met welzijn, oplossingen, goud, bezit en macht. Maar hij zelf is misleid, want hij denkt te kunnen zijn en worden als God. Dat is nooit mogelijk en ook bijzonder, want hoe kun je denken als iemand, iets te zijn als die iemand, als je diens eigenschappen niet hebt, sterker nog, niet wilt hebben?! Wat jou vijand is, wil jij toch niet? Anders zou hij je vijand niet zijn!
De mensenziel is gemaakt uit dat afgescheiden bewustzijn. Maar omdat de mensenziel uiteindelijk, in wezen uit God komt, heeft de mens dus én iets Goddelijks én iets egoïstisch in zich. Het hele aardse leven is er op ingericht dat ieder mens een keus gaat maken vóór of tegen de zuivere liefde. Voor of tegen de waarheid, voor of tegen een leven in en bij licht of in of bij duisternis, voor of tegen het kwaad, het ego, macht, ongeduld, enz. Kortom, de mens is op aarde om de eenheid te zoeken door weg te willen uit de polariteit en die eenheid dáárdoor dus te vinden. Om die heelheid te vinden zul je liefde moeten toevoegen. Wie dat niet begrijpt…, wil dat niet begrijpen….
In deze tijd heeft de mens alles geleerd wat nodig was om dan nu in deze tijd een keus te maken. Hij heeft het te bont gemaakt. Hij koos voor eigenbelang, materiële, uiterlijke, tijdelijke belangen en vergat het belang van de ander, het geestelijke, het innerlijke en eeuwige waarden. Hij had geen tijd, want hij volgde het beest. Het leek erop de mens uit de problemen te helpen en beloofde een luilekkerland van gemak, grenzen verleggen, en alles kunnen, mogen, weten en beheersen. Wie wil dat nu niet?
Daarom zit de mens nu verstrikt in het web van al die tijdelijke uiterlijkheden die ook nog eens altijd iets slechts brengen op den duur. Het kwaad, de ‘persoon’ erachter - satan – is heel tevreden. Hij weet dat hij leugen met waarheid zó sterk heeft vermengd dat menig mens er geen weg meer uit kan vinden. De bijbel heeft gezegd dat in deze tijd er een scheiding zal plaatsvinden. De polariteiten zullen op aarde altijd blijven bestaan, maar de mens zal in die polariteiten het midden weer moeten willen dulden. We zijn verstrikt in extremen. Dat is nooit liefde. Het maakt nooit heel, dus kan het nooit van God, van zuivere liefde zijn. Immers, in geval van zuivere liefde en waarheid zou er volstrekte vrijheid, eerlijke verdeling, rust te midden van drukte en chaos zijn. Kortom de mens zou het goed hebben en misstanden zouden er sporadisch zijn. We zien evenwel dat dat niet zo is. Waarom is dat zo?
Omdat we God – de zuivere liefde als doel – uit het oog verloren hebben. Het kwaad, het beest, getal 666 achtervolgt ons in zijn negatieve, materialistische polariteit. Logisch dat we de ‘weg terug’ naar die andere polariteit van pure geestkracht niet makkelijk meer kunnen vinden. Toch is deze er nog wel, want iets dat perfect en eindeloos is, kan er nooit meer niet zijn!
In het geval van de positieve betekenis van getal 666 is er een vredevolle, evenwichtige samenleving, omdat alle wetten, handelingen, regelgeving gebaseerd zijn op het doen van naastenliefde. Je wordt in dat geval gelukkig en sterk door het doen wat die ander helpt, verlicht en plezier geeft. Je wordt er zelf dus blij en gelukkig van. Je leert dan steeds minder egoïstisch te zijn. Je waardeert jezelf dan vanzelf door het jezelf een goed gevoel te geven dat je het goede gedaan hebt, gewoon om de liefde zelf. Je geeft dus daarmee alle eer – die 600 eenheden – aan God, maar indirect aan jezelf. Je zet jezelf op de laatste plaats, maar dat kan ook wel, want daardoor krijg je juist eigenwaarde, waardering, kracht, licht, vreugde terug! Wie goed doet, goed ontmoet.
In het eerste geval, de negatieve betekenis van 666, is het andersom. Je denkt dat je door het doen van je eigen zin, dat wat jou uitkomt, gelukkig wordt, maar dat wordt je niet! Dat komt omdat je wat je doet, niet uit liefde gebeurt, maar uit eigenbelang, wat geen liefde is! Je geeft daarmee God die liefde is, natuurlijk geen eer, en je zet je naaste ook in de kou, want jij vindt wel dat het goed is wat je doet, maar wat je doet uit eigenbelang is nooit goed voor die ander. Met je naastenliefde schiet het dus niet echt op en dat zal die ander je niet willen belonen. Je zet jezelf dus in de kou. Zeker ook, omdat God, die liefde is, niets voor je kan doen, als jij niet wil dat Hij die liefde is, door jou heen werkt!
Het kwaad werkt altijd op eigenliefde en belangen voor en door de materie zonder de intentie lief te hebben….
Dat is ook nu het geval. We zien dat we verstrikt zijn in wettische zaken, regelgeving, wetenschappelijke hoogstandjes die we meteen maar weer achternajagen als goed en heiligmakend. Daar zie je weer wat er gebeurt: als je iets opwaardeert, versterk je polariteit, maar verlies je dat ‘andere’ uit het oog. Als je druk gefocust bent op één bepaalde zaak, verlies je makkelijk de andere zaak uit het oog. Je kunt immers geen twee heren dienen... Je moet het dan doen met dat uiterste wat je wilt, kiest en kent. Je krijgt dan meer en meer gebrek aan dat ‘andere’ waar vanzelf natuurlijk minder of zelfs geen aandacht meer voor over blijft en wat je ook niet kóós. Je liefde ging er niet naar uit… Eerlijk toch dat je dan niet dat andere ervaart als je dat niet wilt??
Het zijn in feite onze eigen egoïstische wensen, onze onnatuurlijke leefstijl en bijzondere doelen die we ons stellen, die ons gevangenhouden en dus onvrij doen zijn terwijl we denken vrijer door die dingen te worden. Deze egoïstische, materiële motieven en zaken vormen het WWW, wereld wijde web van materialisme dat ons omsluit. Dat is het beest dat ons vervolgt, maar doet alsof het goed met ons meent. Het zou ons innerlijk, onze eigen wijsheid, onze eigen liefde (geen eigenliefde) moeten zijn dat ons zou helpen om onderscheid te kunnen maken, waardoor we zouden kunnen herkennen wat het werkelijke goede, waardevolle voor ons of voor de ander zou zijn!

Zoals alles wat je niet wilt opgeven, je gevangenis vormt, is ook ons egoïsme, de hoogmoed te denken beter of meer te zijn dan de ander, het web waarin we vastzitten. Het wereldwijde web is onze eigen zelfgenoegzaamheid, het oprekken van grenzen, waardoor het slechte goed lijkt en het goede slecht. Het web is het denken dat al dat meedoen met wat het materialisme uitvindt en aansmeert als goed, waar we aan kapot gaan. Het web te denken dat we er niet meer buiten kunnen houdt ons vast. Het wereldwijde web zijn onze pogingen om te overleven in dat web. Pogingen als nog harder werken, nog hogere hypotheek, nog meer geld willen hebben, nog meer luxe, nog minder tijd over hebben voor gezin, verdieping, nodige ontspanning, hulp en bijstand bieden hier en daar. Het wereldwijde web is het goedpraten, gedogen, verheerlijken van al die dingen die we menen het moeten doen om uit de problemen te komen, maar waarbij we ons steeds meer verstrikken. We nemen het op de koop toe dat anderen lijden om de eisen die wij stellen en de comfort te willen behouden. We vinden dat dikwijls heel gewoon! We zijn zo onecht geworden dat we ons onnatuurlijke leven als heel natuurlijk zijn gaan zien. We zijn slaaf geworden van ons ego en ons lijf dat alle aandacht wil. We beseffen niet meer dat onze ziel, onze geest gebrek lijdt. De liefde in ons lijdt gebrek. We verkillen en zijn zieker dan ooit te voren ondanks onze ‘hoge’ ontwikkelingstandaard. We zijn DE liefde kwijt. Dat is hetzelfde als God kwijt zijn. Wát ons in leven houdt, het leven geeft, onderzoeken we niet meer. We leven van het een in het ander, maar zoeken geen diepgang meer of raken bij dat zoeken verstrikt in allerlei aannames, goeroes, boeken, regelgeving, uitleg die ons van de regen in de drup brengen en waarbij we nog steeds niet doorhebben dat de essentie van het leven de onbaatzuchtige liefde is, die we gewoonweg zouden moeten willen stellen als doel en basis van ons leven. De oplossing is eigenlijk heel simpel. Gezondheid, eerlijke verdeling, verdraagzaamheid, geduld, respect, blijheid, moed, enzovoorts zouden vanzelf weer een groot aandeel krijgen als we liefde doen ons uitgangspunt laten zijn in plaats van egoïsme en materialisme.
We hunkeren naar gezelligheid, ongecompliceerdheid, eenvoud, natuur, verdraagzaamheid, ruimte, maar zijn er ver van verwijderd. We lijken verdraagzaam, maar verdelen als nooit te voren onszelf in 1000 stukken om maar alle ballen in de lucht te houden, wat ons materialistisch leven ons vraagt. We hebben het over liefde, maar het is de vraag of daarmee de liefde wordt bedoeld die ons gaat helpen. Hebben we het over verkapte eigenliefde? Weten we nog wel wat met echte liefde wordt bedoeld? Verwarren we die zuivere belangeloze liefde niet met wat we leuk vinden, wat we willen hebben omdat we er niet zonder kunnen? We meten de maat van liefde af aan wat het ons brengt aan voordelen. We zoeken er de materiële, prettige voordelen van en zijn teleurgesteld als die ‘liefde’ ons niet brengt wat ons gelukkig of gezond doet zijn. We raken dan teleurgesteld, maar gaan dan niet op zoek naar iets anders. Nee, we verharden, we gaan nog meer grip proberen te krijgen op wat we willen hebben met ons beschadigde brein, ons kille verharde gemoed, onze materiële verlangens en de mensen die ons doen geloven dat je ‘hier of daar moet zijn om gelukkig of sterk te worden. We lopen ieder achterna, vooral als er veel rumoer, veel geld, veel aantallen, veel eer, veel beloningen, veel macht aan verbonden is, want dan lijkt het ons wel goed en betrouwbaar.
We krijgen de soort liefde waarin we geloven.
Dat betekent dus, dat als je gelooft in de waarheid van gebrekkige eigenliefde, je deze zoekt en… ontmoet. Dat betekent dus ook, dat als je gelooft in de waarheid van zuivere liefde, je deze zal zoeken en… ook ontmoet!

Weet je waarom er nu zoveel ellende in de wereld is? Omdat we allemaal genoegen nemen met gebrekkige liefde en deze gebrekkige liefde zoeken omdat we niet meer weten of niet meer geloven dat die echte, zuivere, belangeloze liefde er nog steeds is en… eens winnen zal, als we er maar voor zouden kiezen.
Omdat we echter genoegen nemen met het mindere, krijgen we dat ook! We krijgen koek van eigen deeg. Dat is niets nieuws. Dat is altijd nog zo geweest.
Ook nu met corona en alle maatregelen die belangrijker lijken te zijn dan het virus zelf. Men vertelt ons dat we die maatregelen moeten houden, omdat het het enige is dat ons zal redden. We geloven het en daarom volgen we de maatregelen maar… We nemen er genoegen mee, uit gebrek aan geloof in iets ánders, iets béters! We raken erin verstrikt, want het tegengeluid is er amper en wordt weggezet als ongeloofwaardig en zelfs onverantwoordelijk. Het lijkt wel of men gelijk WIL, MOET hebben, terwijl de bedenkers zien dat het niet werkt en de wereld zucht en kapot dreigt te gaan aan de maatregelen. Vandaag hoor ik weer van 3 mensen die met ontslag zouden gaan na maanden. Ze zijn teruggevallen in hun problematiek binnen een week, omdat ze plots in quarantaine moesten door een geval van besmetting op de afdeling. Ze mogen de kamer niet af, geen bezoek en… grote problemen omdat hun ontslag waarnaar ze hebben uitgezien niet door kan gaan. Dit zijn maar 3 mensen….
We noemen kwaad goed en goed kwaad, zolang het ons maar iets goeds lijkt te brengen. Ja, het LIJKT iets goeds te brengen, omdat het ons zo wordt verteld. Maar in wezen doet de praktijk ons ervaren dat niets is wat het lijkt, want het brengt allerlei ellende. We ontdekken dat het klatergoud is wat we najagen en geloven. We zien dat we onszelf opofferen en onze ziel verkopen aan de duivel, want we ervaren dat we bang worden en nergens terecht kunnen met onze zorgen en vragen. Het volgen van dat wat ons hersenspoelt is dat beest dat ons achtervolgt en niet loslaat.
Lijkt het er niet op dat door allerlei maatregelen en meningen daarover mensen tegen elkaar worden opgezet en er partijvorming komt waardoor het er niet beter komt uit te zien met een vredige samenleving? Wordt er niet door de 1.5 m. regeling en de mondkapjes letterlijke en figuurlijke verwijdering gecreëerd? Je zou het mondkapje kunnen zien als iets dat monddood maakt. Waar blijven we met onze zichtbare mimiek die zo ontzettend belangrijk is bij communicatie? Wat te denken van chronisch zuurstofgebrek in onze cellen, waardoor we – heus niet meteen – later problemen hierdoor zullen gaan opmerken? Weten we dan nog niet dat kankercellen prima gedijen bij gebrek aan zuurstof? Is het niet juist weer de geest van God (pneuma) die schittert door afwezigheid symbolisch in het moeizaam zuurstof, frisse lucht naar binnen kunnen krijgen door de mondkapjes die blokkeren, terwijl die geest, die zuurstof wél degelijk eindeloos voorradig is en beschikbaar hoort te zijn voor iedereen? Is men niet hard bezig de mens, het gezicht, het AANZIEN van de mens tot karikatuur te maken? Is de mens dan zo ver verwijderd van wie hij hoort te zijn dat je zijn WARE GEZICHT niet meer mag, kan zien of laten zien? Verstoppen we ons maar achter een MASKER wat je doet op een gemaskerd bal waarbij je niet wilt dat men ziet wie je bent? Zijn we niet bezig onze ware aard te verloochenen? Krijgen we niet een aapachtig gezicht (uitzicht) door al die maskers en degraderen we ons tot een soort dieren die alles braaf na apen omdat ergens iets wordt ‘gebruld’ (steevast beweren zonder grond)? Waar blijft onze menselijkheid?
Is dat het allemaal waard of kunnen we beter de echte liefde bezigen, waardoor we sterk zouden worden en de moed zouden hebben elkaar tegemoet te gaan zonder angst en beven? Weten we niet dat het de sterken van geest zijn die sterk zijn en dat mensen zwak van geest zwak zijn? Waarom oefenen we ons dan niet in sterk worden? Worden we dat door binnen te blijven en afstand te houden? Of worden we sterk door moedig aangaan wat er zoal speelt en ondertussen onszelf oefenen in goeddoen ondanks risico’s?
Goed, er is al veel over Corona Covid 19 gezegd. Maar is het niet gewoon de moeite waard om eens kritisch te kijken naar waarom er toch zulke tegenstrijdigheden, onlogische, onwerkbare maatregelen zijn terwijl deze door het merendeel van de kenners, wetenschappers of gewone burgers als buitenproportionele maatregelen ten aanzien van de Covid epidemie worden gezien? Nog even en we hebben een biometrisch paspoort. Geen vaccin? Niet getest? Dan ben je een gevaar voor de samenleving en wordt jou de toegang tot allerlei normale levensbehoeften ontzegd. Geen toegang tot banken, verzekeringen, reizen, gelegenheden, activiteiten, enz. Dan nog een basis inkomen voor iedereen, één (betaal) pas waarop je hele hebben en houden staat, waarmee cash betalingsverkeer onmogelijk wordt gemaakt en je o zo gemakkelijk altijd en overal kunt betalen, maar waardoor je te controleren bent vanuit de ether, een app om je te kunnen volgen, gezichtsherkenning via je biometrisch paspoort, overal stations om je temperatuur te meten, zodat deurtjes voor je open kunnen gaan of gesloten blijven, zullen volgen. Wie niet meegaat hierin, zal een outlaw worden.
Is dit horror of is dit niet? Waar blijft de vrijheid, maar ook de stimulans harder of juist zachter te werken of ander werk te doen, als dit allemaal niet meer kan, niet meer mag of niet meer nodig is omdat robots het werk overnemen, anderen bepalen wat normaal en goed is, je geen geloof meer mag hebben en geen identiteit dan een kille pas die bepaalt wat je mag en bent? Geen verschillen meer in mensen, drives, uitingen, waardoor alles uniform wordt? De wereldorde van de liefdeloosheid die God ons voorspelde is in aantocht als we niet oppassen. Dat is het rijk van het beest: de nieuwe wereldorde waar de liefdeloosheid de macht maakt. Zijn we doemdenkers of kunnen we nuchter beschouwen dat dit proces van steeds meer onvrij worden nu langzamerhand zijn hoogtepunt bereikt? Het zal zo zijn, als we zelf niet in liefde groeien.

Waarom bekruipt de gedachte dat het web zich sluit ?
Misschien juist wel omdat we zien dat alle maatregelen van de laatste decennia niet hebben opgeleverd wat men beweerde. We zagen en zien dat er veel zaken niet kloppen, dat veel ontwikkelingen, statements, ideeën en wetenschappelijke vindingen veel erger zijn dan de kwaal. Is dat niet wat sneaky dat de regering zich steeds meer ‘overheid’ gaat noemen? Geen mens heeft een overheid boven zich. Als er één zou zijn die overheid genoemd zou moeten worden, zou het DE LIEFDE moeten zijn die de mens als gezaghebbende overheid boven zich heeft. ‘Regering’ is een beter woord. Altijd nog geweest. Regering heeft iets als ‘die mensen die jullie gekozen hebben om je te leiden’. Overheid impliceert dat je een groep mensen ‘boven je hebt‘ die iets voor je bepaalt en dus controleert en niet mét je bepaalt, maar vóór je bepaalt!
Men, het beest – wie gaat voor eigenbelangen – wil chaos hebben. Die komt er. Straks, na enige tijd van 1.5 m. Want veel bedrijven lukt het dan niet om te blijven bestaan. Veel bedrijven moeten sluiten. Veel beroepen kunnen niet door die 1.5 m. worden uitgevoerd en intermenselijke normale natuurlijke gedragingen op afstand zijn ook niet mogelijk. Dan nog bang maken met persisterende eenzijdige informatie en weghonen van anders luidende onderzoeken en dreigen met nog veel meer ongerief en gevaar met als inzet tekort plaatsen in de ziekenhuizen en overbezet personeel, waardoor we maar al te graag uitzien naar een vaccin. Maar wat zal er in dat vaccin zitten?
Eerder was er al grote angst en commentaar op het ontwikkelen en toepassen van de RFID chip. Immers, wat er aan moois mogelijk was in de technologie, transportwereld, voedingsmiddelen-, of auto industrie, zou ook voor mensen mogelijk zijn. Dat is het ook al langer. We kunnen mensen een chip meegeven of zelfs implanteren, waardoor we weten waar ze zijn. Gevoelige informatie is handig direct bij het lichaam af te lezen. Hoe makkelijk kan het zijn? Het afleesapparaat activeert gegevens in de chip, haalt ze op of stuurt ze verder. Allemaal heel handig, ook als je wil dat mensen worden gecontroleerd. Implanteren is ook handig als je kijkt naar zoekraken, vermissing. Handig bij je fotocamera of een duur paard, maar.. bij mensen? Toch wordt er al volop mee geëxperimenteerd. Als een chip is geïmplanteerd bij mensen kun je nooit meer zeggen dat je niet bent wie je bent. Makkelijk, maar in tijden van een overheid die je zou willen controleren met mensonterende regelgeving en beleid, misdadig, mensonwaardig en gevaarlijk. Dat is het beest dat dan macht heeft. Niet persé een autoritaire overheid hoeft feit te worden. Maar zolang de mens die zich in alle lagen van de bevolking slaaf maakt en laat zijn van wat anderen willen, zeggen en beloven, is die kans er wél! Het beest hoeft dus niet persé zo’n overheid te zijn, maar wordt het wel als de mens zelf, persoonlijk zich niet losmaakt van al die materiële slaafsheid die vrijheid lijkt, maar het niet is!

Begrijp het beeld:
-Implanteren van een chip staat ook voor het in je opnemen van het liefdeloze. Dat wat jou indoctrineert, je leven bepaalt en je gevangen maakt.
-Het merkteken van het beest dragen, betekent meegaan met al dat klatergoud met al zijn valse beloften waarin eigenliefde god is geworden en god, de liefde uit weg is..
- Een dictatuur van de nieuwe wereldorde hoeft geen wezenlijke overheid die gevangen houdt en onvrij maakt te zijn. Het is de macht die het kwaad over de zwakke mens heeft die kiest voor die uiterlijke belangen.

Willen we de kans dat dit alles werkelijkheid gaat worden, overdenken of wijzen we maar weer alles af en blijven we ons leven maar voortleven waardoor het web zich juist eerder gaat sluiten? Is het onzin om te bedenken dat dit zover zou kunnen komen? Is het niet de moeite waard om hier extra voorzichtig mee te zijn in plaats van deze mogelijkheden af te doen als complottheorie die onzinnig is? Wie wil ons volgzaam, angstig en onvrij hebben? Dat is het beest. De machinerie van 666, getal van misleiding en egoïsme. Hij wil geen liefde. Hij gelooft er niet in. Hij gelooft alleen in macht, dwang, angst, eer en.. zijn eigen wijsheid. Heel naar, maar veel wetenschappers gaan prat op hun eigenwijsheid en wensen geen andere mening toe te laten als ze niet behoort tot wetenschap. Hoe intelligent is het om andere meningen niet toe te laten als landsbelang, volksgezondheid voorop horen te staan? Eigenwijsheid die altijd beperkt is en dus nooit iets anders dan nog meer beperking kan brengen, allemaal hetzelfde moeten doen, moeten meelopen in het gelid is niet van God en Zijn getal, maar van e-god, de god van het egoïsme. Het beest achtervolgt de vrouw, maar… ze baart een jongetje. Geloven we nog dat het levensvatbaar is?
Het beest wil dat jongetje - het prille kwetsbare leven, de ieder mens ontroerende vanzelfsprekende liefde die een kindje heeft - doden. Dat kwetsbare jongetje staat ook voor het jonge, nog onschuldige geloof in de liefde, wat makkelijk gedood wordt, door de verleidingen, ogenschijnlijke waarheden die de wetenschap en technologie hebben ontwikkeld. Zoals hang naar materie en uiterlijke belangen alle liefde tegenstreeft, vervolgt ook de draak de vrouw, mensenziel die in barensnood haar toevlucht in de woestijn zoekt. De mensenziel (vrouw) vecht tussen liefde en eigenliefde. Ze wordt heen en weer geslingerd tussen wat goed en mooi is of ook lijkt. Ieder mens wil vrede, maar ze weet niet meer waar ze het zoeken moet. Ze is in de woestijn, waar er niets levensvatbaars te vinden is. De wereld is verkilt. De liefde is eruit gehaald. Geen tijd, geen geld meer voor. We moeten en willen van alles en geven de moed op om te geloven in iets moois! Hier en daar willen we het wel en proberen we het ook, maar het wordt ontmoedigd. Zeggen we iets vriendelijks, wordt men achterdochtig. Wil je helpen, dan ben je een bemoeial. Loop je gezellig op straat, wordt je zomaar neergestoken. Doe je je best, ben je een uitslover. Heb je een grote mond, wordt je voor vol aangezien (denk je). Schreeuw je hard, wordt men bang van je (denk je). Heb je een dure auto, dan heb je het gemaakt (denk je). Niet is wat het lijkt…. .
Ondertussen is de vrouw in grote barensnood. Ze heeft het er voor over, want ze weet dat na de pijn van het loslaten, ze een nieuw leven in handen zal houden. De mens die met vaste wil en hoop op zoek gaat naar het echt waardevolle, zal het vinden, als hij de moed heeft om dat oude klatergoud los te laten. Kleiner huis, minder verre dure reizen, geen wellness meer, maar een vroege ochtendwandeling, eenvoudiger eten, minder vrienden maar wel échte, mindere auto die even goed rijdt, duurzaam kopen en leven…. Het zijn de dingen die hem verlossen van het kwaad, van het web waarin hij gevangen zat. De woestijn staat voor het leven in een afwezigheid van voeding. Voortdurend honger hebben naar iets dat voldoet! Wezenlijke voeding is Gods woord. De boodschap van liefde en bevrijding die adviezen geeft om een vredevolle wereld (jongetje) geboren te laten worden door het goede zonder eigenbelang te doen. De verlossing ligt in het doen van het goede, omdat je daarmee niemand schaadt en zelf gezond en gelukkig wordt zoveel als dat kan, doordat je je gaat begeven in Gods orde van een liefdevol leven, waardoor je bijdraagt aan een nieuwe wereld (orde). Het is hier niet de bedoeling dat je gelukkig wordt van en door de materie, maar van en door het woord van de liefde dat alleen maar in de praktijk gebracht hoeft te worden.

Dat beest dat het getal van de eigenliefde 666 heeft en op God LIJKT, maar het niet is, is een ‘ik ben niet wie ik zeg dat ik ben’. Dat is zijn naam.
God heeft ook het getal 666. Zijn naam is ‘Ik ben die Ik ben’. God is de echte liefde. Hij doet niet alsof. Liefde herken je. Het heeft altijd iets goeds tot gevolg. God, zuivere liefde liegt niet en lijkt niet echt, maar het is echt. Je VOELT je er goed bij. Je wordt er zelf gelukkig door als je liefde geeft.
Satan, het beest zijn naam is ook 666. Erg verwarrend. Maar tegelijkertijd ook niet! Immers, de waarden van liefde zijn omgekeerd. Daarom laat de naam van het beest vanzelf zien dat hij leugenachtig is en alleen maar kracht en macht heeft zolang we dit hem zelf geven en we een verkeerd beeld hebben van wat werkelijk liefde is!!! Het kwaad laat juist zien door zijn aard dat het geen liefde is, dus ook nooit God kan zijn! Het getuigt van zijn eigen leugenachtigheid, zoals alle materie en hang daarna getuigt van eigen verval en verstrikt raken in eigenbelang.
Het beest ’ik ben niet wie ik ben’ is de ‘kracht’ van het onechte, het liefdeloze, het dode, het vernietigende, het onvrije. Kortom, NIET God. Het is een schijnkracht die heerst zolang je gelooft in de kracht van dat beest! Je hoeft er niet door achtervolgt te worden. Je kunt blijven waar je bent, zijn wie je volgens je wezenlijke liefde en aard die God in je is, zijn. Dan heeft het beest geen vat op je! Iemand die werkelijk liefheeft, gaat door roeien en ruiten. De mens die geen gevolg geeft aan de drang van de echte liefde in hem, of die van een ander, wordt liefdeloos, omdat hij uiteraard gebrek heeft aan liefde, omdat hij geen voldoende liefde heeft voor de liefde. Dat is zijn eigen keus! Dat hij daar zelf ongelukkig door wordt, is zijn eigen wil. Maar… hij dient er de ander niet mee, dus is hij dubbel liefdeloos. Deze liefdeloze kracht maakt dat een mens zichzelf niet is en zichzelf haat of niet waardeert. Het is deze liefdeloze kracht die het leven het mooie ontneemt doordat iemand zichzelf en de ander tekort doet! Dat beest dat een mens (merkt) tekent die hem volgt, doet alsof hij kracht heeft om zwak gelovige of niet- gelovige mensen voor zich te winnen. Hij doet alsof de materie het leven is en brengt. Hij zegt dat dat het enige is. Hij misleidt de zwakke mens met al zijn beloften die hij niet nakomt en ook nooit kan nakomen omdat hij liegt en niet kan scheppen in duurzaamheid. Hij verleidt de mens, zodat deze zich druk bezig gaat houden met die ‘nuttige, ware, leuke, zinvolle’ dingen die het helemaal niet zijn! Ja, tijdelijk zijn zij leuk, maar nooit langdurig. Gods beloftes komen altijd uit. Het duurt vaak lang, omdat het kwaad door mensen gekozen zo rijkelijk vertegenwoordigd is, maar … zonder dat kwaad zou er METEEN heling, gelijkheid, vrede, gezondheid zijn!!! Deze mooie dingen zijn er zodra de kracht van het kwaad afneemt.
Dat afnemen van het kwaad is alleen mogelijk als we het zelf niet meer voeden!!
God wil de ellende, verdeeldheid niet. We scheppen zelf onze problemen door het liefdeloze na te streven en te doen. We kiezen er zelf voor, zij het heel vaak onbewust en ook onbedoeld. We zijn onwetend geworden, doordat we God in de ander, maar ook in onszelf helemaal niet meer herkennen, en ook niet meer weten dat God in ons alle kennis en kracht is, die we zouden kunnen gebruiken als we dit weten en erop vertrouwen! Zolang we God – de liefde – buitensluiten in ons leven en onecht zijn, voeden we het kwaad en gaan we mee met al wat er nu wordt beweerd en wordt opgelegd. We volgen dan het beest uit gemak of angst.. We dragen dan zijn teken. We zijn gemerkt door wat het beest wil. We zijn de vrouw in nood…

Het beest probeert ieder mens mee te sleuren en gaat met groot geweld tekeer. Oorlog, ziekte, dreiging, armoe, haat, verdeeldheid, onwaarheid, dwang, leugen, gekonkel, hersenspoelen, bang maken, zijn van hem. Daarom probeert hij deze liefdeloze zaken te veroorzaken, door op mensen hun zwak geloof of materialistische eisen en overtuigingen in te werken en ze te gebruiken voor zijn rijk van liefdeloosheid dat hij wil sterken omdat hij zichzelf verlaten voelt. Hij zou per direct niet meer verlaten zijn, als hij stopt met zijn eigenwijsheid alle eer te geven en weer terug te keren naar Gods liefde waar hij nog steeds een onderdeel van is, zij het door hem ongewild. Daarom is hij in wezen woest. Hij hunkert, maar wil niet. Hij wil niet omdat hij te trots, te hoogmoedig is om te erkennen dat hij gebrek heeft en slaaf is van zijn eigen liefdeloze gedachten over zichzelf en anderen – de wereld – erin meeneemt. De draak, het beest, probeert ieder mens voor zich te winnen, zodat hij maar machtiger kan zijn dan Gods liefde. Hij dwingt mensen respect te hebben voor zijn wezen, wat hij krijgt als mensen geweld, strijd idealiseren. Hij wil verdeeldheid, zodat God de schuld krijgt van alle ellende. Het kwaad kent de bijbel goed en verdraait alles zodoende dat het lijkt alsof het beest gelijk heeft. Hij wijst met de vinger, terwijl liefde dat nooit zal doen. Liefde dwingt nooit. Liefde straft nooit. Liefde maakt nooit onvrij. Liefde maakt niet bang. Liefde doet sterk en moedig zijn. Het beest probeert alles wat mooi is kapot te maken. Het beest verdeelt en versplintert. Het beest maakt alles wat recht is krom. Gód maakt daarentegen alles heel. Hij verbindt. God maakt wat krom is recht! God maakt wat onvrij dreigt te worden, vrij.
Wacht niet op God, maar gebruik God. Dan weef je zelf een gezond, vrij web waarin ALLES kan gebeuren wat mensen in liefde willen.
God heeft jou nodig om dor je heen te werken.
God wacht op jouw intentie het goede te doen zonder slag of stoot en met vast vertrouwen dat de liefde kracht aan iets geeft en het oude ziekmakende kan verwijderen, doen oplossen.
Waar licht verschijnt is het niet donker.
Waar liefde is, is geen haat.
Waar God is, is geen kwaad.

Het beest, de machinerie van de materie, de liefdeloosheid erin doet alsof hij goed wil. Hij lijkt op God, lijkt te doen als God, maar is God niet. Hij ziet er zo uit, zoals mensen het beeld van God hebben. Waar mensen denken dat God straft en veroordeelt en partijdig is, geven zij macht aan het beest omdat deze inderdaad WEL zo is.
God is onpartijdig, eindeloos, niet veroordelend, vergevend, altijd weer en heeft onvoorwaardelijk lief. Door en met liefde en vergeving kun je iedere dag opnieuw beginnen. Bij het beest kan dat niet. Deze achtervolgt je steeds weer met spijt, haat, wrok, genoegdoening willen halen, gebrek aan eigenwaarde, enzovoorts. God houdt altijd van je, wat je ook hebt uitgespookt. God straft niet. Dreigt niet.
Voor het beest ben je nooit goed genoeg. Het moet altijd mooier, beter, sterker, flitsender… Hij dreigt met hel en verdoemenis. God niet.
Waar je denkt dat dat zo is, ben je slecht en fout geïnformeerd of heb je het verkeerd begrepen of… straf je jezelf. God houdt van je zoals je bent, wil het beste voor je. Maar… wil jij dat zelf wel of neem je genoegen met wat het beest je leugenachtig vertelt? Geloof je eerder wat de eigenliefde - het beest – je zegt of doet voelen of aan deed? Is het zo moeilijk van jezelf te houden en jezelf te worden zoals je hart zo ontzettend graag wil en probeert? Is het weer niet de buitenwereld, het liefdeloze, het materiële wat je bang maakt en gevangen houdt in een wereld van beperking en lijden terwijl God zegt dat je daaruit kunt komen door je los te maken van al die leugens en aantrekkingskracht? Het wereldwijde web van recht van de sterkste, macht, aanzien, hielenlikkerij, leugens, valse beloftes, zogenaamde onvrijheid, klatergoud, materialisme houdt je gevangen en lost al je goede bedoelingen die je hebt, op. Je bent ‘de vrouw’ die achtervolgt wordt door het beest met zijn prachtige uitvindingen, grensverleggende technisch vernuft, waardoor je gelukkig of gezond door lijkt te worden. Je bent in barensnood. Maar.. het leven in je roert zich en wil, nee MOET geboren worden. Dat kost pijn, maar het kind wordt geboren. De bijbel zegt dat het geboren wordt, dus het zal zo zijn! Toch voordat dat zover is, beleef je de weeën wel heel erg, zeker als je er geen geloof aan hecht dat het kind geboren gáát worden! Geestelijk gezien raak je dan steeds meer van het padje af, door je naar de buitenkant te richten en daar je steun en toeverlaat te vinden. Zodoende vergeet je wie je zelf bent en werk je niet met de kracht van God die in jezelf – ja ook in jou!- aanwezig is en gebruikt wil worden. Het ligt aan jezelf of dat kind geboren wordt of niet!
Alles wat niet getuigt van liefde en leven, is Gods tegenstander. Dat is Het Beest, de kracht van zelfvernietiging die niets met God te maken wil hebben, omdat het Beest geen erkenning van God boven (in) zich duldt. De mens, die vals is, doet alsof hij goed wil voor je, maar iets anders van plan is. Hij heeft macht om dat te doen, zolang een mens hem die macht toekent. Vanzelfsprekend geeft hij dan aan die mens die vals licht werpt op wat van belang is en wat waar en goed is, bestaansrecht.
Zouden we protesteren, onze mond open doen, rustig, eerlijk, gefundeerd en gestaag, dan zou een overheid eerlijk precies zo moeten zijn. We krijgen wat we verdienen. Als wij zelf eerlijk zijn, bereid zijn onze nek uit te steken, en hierop handhaven door zelf ook eerlijk te zijn, onze nek uitsteken en bereid zijn offers te brengen en terug willen naar duurzaamheid, natuurlijk liefde waarin kansen zijn voor iedereen, kan een overheid nooit buitensporig machtig worden.
Als wijzelf het kwaad, het ego in ons niet dienen, dan heeft het kwaad geen kracht, want we willen het dan immers niet, waardoor het ook geen ruimte krijgt! Goed, we krijgen nooit iedereen mee, maar hoe groter het draagvlak is voor goed doen en dat ook doen, des te minder draagvlak er is voor het kwaad.

Het beest kan ons achtervolgen wat hij wil, maar geen poot aan de grond krijgen, als we niet in zijn voor zijn schijnheilige beloften, regelgeving of beleid.
Het kwaad rukt op. Het is voorspeld. Er zijn meer schrijvers geweest die al 20 jaar hiervoor schreven over dat dit zou gaan gebeuren. Mogelijk niet precies in deze vorm, want hoe zouden we dat precies kunnen weten. Maar dat men bezig is om een nieuwe wereldorde te vestigen en wel die van een bepaalde groep belanghebbenden, was duidelijk.
‘Zover zal het niet komen’ zegt men. ‘Complottheorie‘ zegt men. Maar… mogen we eigenlijk wel de tijd nemen om te kissebissen of dit allemaal waar is of niet? Nee. Dat mag niet, wil je je vrijheid niet verliezen. Vrijheid is notabene het hoogste goed dat een mens kan bezitten! We zullen actie moeten voeren. Vredevol en respectvol. Dan hebben we een kans.
We vechten tegen een geestelijke overmacht. Want deze liefdeloze kracht van het ego dat zich afsplitste van Gods Liefdevolle perfectie, zit er achter. Immers, het leeft in ons allemaal, omdat wij ooit gemaakt zijn uit dat afgescheiden bewustzijn. Geen mens uitgezonderd. We komen juist op aarde om in te zien dat die afgescheidenheid leidt tot niets en dood. We komen op aarde om te gaan kiezen om weer terug te gaan in de vrijheid die God is, om daar een eeuwig prachtig alleskunnend, alwetend bestaan te hebben in God, zoals wijzelf ooit bedoeld waren, al naar onze liefde voor de liefde is. zonder maar 1 jota liefde , zal Gods liefde niet perfect zijn. daarom rust het wezen van de liefde nimmer en nooit, totdat al zijn delen weer bij elkaar zijn! De verloren zoon zal ooit thuiskomen.
Het is makkelijker om te vechten tegen een vijand die je ziet. De vijand waartegen we nu vechten is een gééstelijke vijand. Het is de eigenliefde die de materie voedt. Het is het beest dat er zo geweldig uitziet met haar prachtige uitvindingen die ons echter verstrikt in niet te nemen dilemma’s.

Het beest achtervolgt ieder persoonlijk mens en dwingt ieder vroeg of laat te kiezen tegen of voor stress, uitbuiting, misbruik, teveel, tekort, angst, dwang, beperking, macht, eer, aanzien.
Het is aan ieder mens persoonlijk wat of hij met zijn toekomst wil. Wat wil je dat jou toe-komt!
Wat wil je dat jou toe-valt. Is het toeval dat er gebeurt wat er gebeurt?
Nee, de tijd is nu rijp dat ellende gaat keren. We zitten al zo heel lang - meer dan 100 jaar - in een impasse, waarbij we nog niet eens vonden dat het een impasse was. We maakten de opkomst van de industrie mee, de wetenschap en de techniek. In geen enkele tijd waren er zoveel ontwikkelingen als deze laatste periode. We hadden er het goede mee kunnen doen, maar zijn doorgeslagen. We hebben natuurwetten veronachtzaamd, denken die te kunnen negeren en beschouwen onszelf als oppermachtig, waarbij we God zéker niet meer nodig hebben. We denken zélf God te zijn en beslissen over leven en dood. We hebben onze hogere zintuigen afgestompt, ons verstand opgewaardeerd, waardoor onze emotie ongebreideld wordt geuit, stuurloos, door gebrek aan geestkracht en basis. We zijn zelf hier en daar beest geworden door ongeloof aan de kracht van de dienende liefde. We moesten smart, snel en gebekt, gestroomlijnd en superintelligent en ruimdenkend zijn. Dan zouden we het redden. Het blijkt dat we het juist door die dingen niet redden.
Dat is het wereld wijde web dat ons gevangen houdt. We kunnen eruit, als we onze hogere vermogens in ons hart aanspreken en vertrouwen op een escape die ons nog steeds geboden wordt. Deze escape ligt in het weer toelaten van de zuivere belangeloze liefde in ons hart die ons de weg wijzen zal en kracht zal geven om te doen wat nodig is en het hoofd te bieden aan allerlei wat ons uitdaagt, bezwaart en belaagt. Anders gezegd: ‘God zegt: ’Ik verlaat de mijnen niet. Ik zal zijn als een lamp voor hen die de weg zoeken uit het duister. Komt tot Mij en Ik zal je rust en uitkomst geven’.
God wacht op ons. Hij heeft onze vraag, ons vertrouwen, onze goede wil nodig om het Zijne eraan toe te voegen. Wat wij willen, doet Hij. Zoals wij liefhebben, zal het zijn.
Zo simpel is dat! Het beest heeft in deze tijd zijn laatste kans om ons te bespelen. We zijn ondertussen mondig en ontwikkeld genoeg geworden om te weten waar het in wezen om gaan. Alles is gezegd en geschreven. Niets ontbreekt nog. We zien alleen maar herhalingen in eigentijdse bewoordingen en daden wat de bedoeling is met en door de mens. We kunnen nooit zeggen dat we het niet wisten. Alle kennis en ontwikkeling die we nodig hebben om uit onze grote onoverzichtelijke dilemma’s en problemen te komen, zijn er. We hoeven alleen nog maar te gaan geloven in de kracht van de zuivere liefde en dit veld van licht – want liefde is puur lichtkracht – door ons heen te laten stromen. God de Bron van dit licht – de Liefde zelf – stroomt eindeloos door al wat is en wil in de mens tot leven komen. Dat de mens dan vóór liefde moet kiezen, zal logisch zijn, want zonder liefde is hij uiteraard donker, gebruikt hij zijn licht niet en heeft hij tekort, dus kan hij zijn weg niet vinden.
God gebruikt ook dit virus, deze oorlogsdreiging, rampen, ziekten, radeloosheid, puinhopen hoe, waarom, waartoe ze ook ontstaan zijn, juist in deze tijd om er door plaats te bepalen, te versoberen, te proberen bij de essentie van het bestaan te komen en in te zien, waar het er in het leven om gaat. Geboren worden doet pijn. De vrouw die flink is, weet dat en zet door en kijkt vol verwachting uit naar het jongetje, dat zij kan voeden. Dat zal ze doen met al haar liefde, volhardend, als zij het kind liefheeft. Als de mens de prille liefde liefheeft, gáát hij ervoor en zal hij oplossingen en moed vinden om het nodige aan te gaan. Hij zal met zijn liefde zijn plannen ten uitvoer brengen. Een nieuwe wereld komt er niet zonder slag of stoot, maar… hij komt. De eindweeën zijn het pijnlijkst, maar dan is de geboorte ook snel te verwachten. Een nieuwe wereldorde die men belooft, zal het niet of maar even zijn. Het zal pijn doen en doet al pijn. Maar.. het laatste woord heeft echter de liefde die geboren wordt uit de puinhopen van pogen het egoïsme de macht te geven. Zonder zonlicht kan de spin zijn web niet weven. Zonder licht zou hij niet eens bestaan. Hij bestáát uit licht, bij gratiet van het licht. Voor elk leven geldt dat. Wij welk web wiljij horen. Bij een darkweb of een lichtweb. Bij een web dat vrede is en brengt of een web dat je vrijheid en vrede ontneemt. ... Welk www gaat het worden?
Wat kies jij?

Deel deze uitleg en bemoediging. Zeg niet dat je kennissen dit niets vinden. Schaam je niet en zeg niet dat dit niets helpt. Ieder mens, ook de grootste schreeuwer, ontkenner of dwingeland wil vrede. Mogelijk is ook deze tekst een kleine ingang hiertoe.. Deel en laat vrij! Iemands liefde doet de rest!
Sonne Hoover

Genetische manipulatie

Meer actueel dan je denkt.. Wat vind je ervan?

De eerste grote drukte rond genetische manipulatie is geluwd. Al lang is bekend dat we door genetische modificatie groenten en fruit kunnen telen die méér gezondere stoffen aanmaken en meer voordelen bieden dan ‘normale’. Het is de vraag wie nu eigenlijk bepaalt wat wel of niet gezonder is dan de gezonde natuurlijke appel die er altijd al was. Is de vraag om ‘gezonder’ misschien geboren uit onvrede rond het genoegen nemen met steeds meer onnatuurlijke voeding, kunst en vliegwerk betreffende medicatie of b.v. vaccins?

Gister (8 september)  was er het bericht dat AstraZenica bekend maakte de proeven met het Covid19 vaccin tijdelijk te staken vanwege veiligheidsredenen. Een proefpersoon ontwikkelde een ontsteking aan het ruggenmerg. Eerder waren er gevallen bekend van patiënten die een ontsteking kregen nadat ze een Hepatitis A-vaccin toegediend hadden gekregen. Een andere maal was er in de VS een proef met een DNA/RNA vaccin voor RSV. Er overleden zelfs kinderen. Men staakte de toediening van het vaccin. Deze gebeurtenissen geven aan dat het spelen met DNA/RNA van een dier (in geval van Covid 19 virus een chimpansee ) of ander genetisch niet ongevaarlijk is. De reikwijdte van de uitwerking is niet te overzien... Omdat ook ethiek en religie verdwenen zijn uit de wetenschap wordt ook geen kritische stem gehoord en maakt men belangrijke afwegingen niet. Normaliter is er een groot aantal jaren ontwikkeling en testen nodig om een zo veilig mogelijk vaccin te maken. Nu wil men een vaccin toedienen dat bestaat uit genetisch gemanipuleerd dierlijk materiaal, maar waar er nog geen jaar  onderzoek naar is gedaan. Daarbij gaat het ook nog eens om een  vaccin dat ánders werkt dan de klassieke vaccins.  De gewone burger weet dit niet, maar lijkt ook nergens juiste volledige info te kunnen verkrijgen. De totstandkoming van een medicijn of vaccin zou transparant moeten zijn omdat het IEDER moet dienen, maar niet alleen een bepaalde groep. Niemand weet hoe een mensenlichaam op vaccins die bestaan uit dierlijk DNA  gaat reageren. Wat doet het dierlijk apen DNA, het virus met de menselijke cel?  Zit de blauwdruk van een organisme niet in principe in iedere cel, dus ook in ieder weggehaald, overgezet dus gemanipuleerd stukje genetisch materiaal hoe klein ook? Welke eigenschappen ontwikkelen de ontvanger of de nazaten?  Hoe en in welke omstandigheid, door welke trigger wordt een latent aanwezig stukje informatie actief of verandert dit door b.v. voortplanting? Geen science fiction, maar realiteit.. Ook over generaties heen kunnen ernstige zaken (pas) aan het licht komen. De meeste mensen weten en onderzoeken dit niet en zijn niet kritisch genoeg. Men neemt aan dat het toch zo erg niet zal zijn en men vertrouwt zich toe aan de overheid  'die het wel weten zal', of aan groepen belanghebbenden die andere doelen hebben. Ook artsen weten lang niet waar bijvoorbeeld dit vaccin uit bestaat. Maar wat duidelijk is, is dat waar genetisch wordt gemanipuleerd er  waarschijnlijk onherroepelijke gevolgen zullen zijn die geen mens kan terugdraaien.

We hebben ondertussen voldoende bevestiging gekregen dat iets gezonds wordt gedegradeerd tot iets dat we niet altijd meer gezond kunnen noemen of zelfs gif is, omdat ons de gevolgen nog niet voldoende duidelijk zijn en wetenschappelijke vermoedens of ‘bewijzen’ toch altijd weer afhangen van wat men wil horen, probeert te bewijzen. Dan volgt automatisch de vraag: wie wil wat bewijzen. Welke voordelen zijn er te verwachten of te behalen door wie?
Door de tijd heen zullen we gaan zien of alles wel zo goed is als het leek.

Vaak is ondeskundig (egoïstisch) handelen van de mens debet. Waarom sleutelen we eigenlijk aan natuurlijke voeding? We zien veel nadelen rond natuurlijke voeding als we naar economische belangen kijken: kwetsbaarheid van fruit, schimmel gevoeligheid, vraat van dieren, een vruchtje moet groter, ronder, meer glimmend. Onze groenten moeten langer houdbaar zijn of makkelijker te eten of te verwerken zijn, beter passen in de kratten of zakken, of er gewoon leuker uitzien. Kortom, we zijn niet tevreden met wat de natuur ons biedt. Eigenlijk een zaak van luxe dus..

Men wil niet meteen het volk dagelijks of wekelijks lastigvallen met moeilijke, ethische vraagstukken, die buiten technische kennis ook kennis op het gebied van geestelijke zaken vragen.
Zo af en toe lezen, zien of horen we wat middels de media over gentechnologie. We protesteren hier en daar. De interesse neemt vervolgens weer af, want er volgt wel weer ergens anders iets belangrijkers om je druk over te maken…...
Zo af en toe druppelt er weer een berichtje over ‘voedselverbetering’ binnen. Al met al wennen we er aan. Dat is nu juist misschien ook wel de bedoeling van de slimme promotors. Want door gewenning ben je niet meer zo kritisch en spring je niet meer zo snel op de barricades. De overtuiging ‘ach, het is toch niet meer te stoppen’, of ‘ze gaan verder omdat het klaarblijkelijk toch wel een gezonde ontwikkeling is; ze weten wel wat ze doen’, of: ‘ik moet toch een keer wennen aan nieuwe dingen, we zijn altijd wat huiverig voor nieuwe ontwikkelingen, dus kom op, laat ik niet kinderachtig zijn’, enzovoorts, groeien onder een aanvankelijk ongeruste bevolking.
Deze lauwe houding zorgt ervoor dat de wetenschappers steeds meer ruimte voor hun onderzoeken krijgen en de belanghebbende bedrijven hun gang gaan. Wat nog erger is, is dat de afzetmarkt voor genetisch gemanipuleerde producten groter wordt, omdat men dikwijls e.e.a. niet kritisch meer volgt. Het is ook moeilijk voor de doorsnee burger om goed te weten waar het over gaat.
Zo weten velen b.v. niet dat ‘gemodificeerd’ een ander woord is voor ‘gemanipuleerd’.
Heb je al eens gezien hoe vaak er niet in een product iets zit dat ‘gemodificeerd’ is?
Soms staat er op een product ‘natuur identiek’. Denk je dan soms dat het hier een natuurlijk product betreft? Het product kan zaken bevatten die natuurlijk lijken. Dat is nogal een verschil! Is het wel je bedoeling dat je een dergelijk levensmiddel koopt?

Wist je dat het niet verplicht is te vermelden dat een product genetisch gemanipuleerde ingrediënten bevat, als dit minder dan 1% is? Hierbij kan het trouwens zo zijn, dat een product b.v. gemanipuleerde maïs bevat, maar dat de maïs een klein onderdeel van het product uitmaakt. Je kunt dan al snel uitkomen op minder dan 1 %. Je denkt als consument dat dat toch niet de moeite waard is om je er druk over te maken. Maar besef je je wel dat er hele oppervlakten maïs voor gemanipuleerd moesten worden?
Weet je trouwens ook dat het bij kleine hoeveelheden heel moeilijk is om aan te tonen dat een (grond) stof genetisch gemanipuleerd is? Er is nog niet eens een techniek om dit percentage vast te stellen. Doorgaans heb je daar ingewikkelde, kostbare methoden voor nodig. Deze dure onderzoeksmethoden worden dikwijls in de weg die voorafgaat aan de werkelijke productie niet uitgevoerd, vanwege de hoge kosten en omslachtigheid.
Wist je ook dat bedrijven eerst hun gemanipuleerde grondstoffen mochten opmaken, al werden de nieuwe regels rond het vermelden op het etiket om aan te geven wanneer een product genetisch gemanipuleerde ingrediënten bevat, van toepassing?
Weet je trouwens eigenlijk wel echt wat er nu zo slecht is aan het genetische manipuleren?

Ik zal een paar in het oog springende feiten opnoemen:

- Gentech (wetenschap rond genetische modificatie) maakt gebruik van genen om erfelijke
eigenschappen van levende organismen toe te voegen of uit te schakelen.
Elk gen maakt een eiwit of enzym aan die een cel bepaalde eigenschappen geeft. Met gentech kunnen genen uit het ene organisme rechtstreeks in het andere organisme worden geplaatst. Dat kan bij bacteriën, gisten, schimmels, planten, dieren en…. mensen.
Met deze toegepaste verandering wordt er dus gemanipuleerd met bewustzijn (dus met de
(levens) intelligentie van een bepaalde soort). Een gen is een stukje DNA, dat niets anders is dan een stukje géést, want geest is de blauwdruk, de basis, het diepste wezen van de materie. DNA is een stukje kennis, omhuld door een uiterlijke vorm (b.v. eiwit molecuul). Bij GM wordt dat stukje geest uit een levensvorm (cel, embryo, bacterie, enz. ) weggehaald en ergens anders ingezet, om bepaalde betere (?) eigenschappen te verkrijgen of slechte (?) eigenschappen weg te halen. Het woord ‘manipuleren’ zegt het al: Er wordt iets naar de hand gezet. Gemanipuleerd dus. Manipuleren is iets onder dwang veroorzaken of bewegen, aanzetten tot... Hoe kan er liefde in manipuleren zijn, als er dwang bij aan te pas komt?
Alleen dit al, laat zien dat manipuleren lang zo best niet is als het lijkt. Immers, al wat onder druk leeft, gaat eerder kapot, vernietigt ander leven vroeg of laat, omdat immers alle kunstmatigheid, druk en dwang liefdeloos is.

En wie bevat de wijsheid om te overzien wat er wezenlijk in het gemanipuleerde gaat ontwikkelen?
Het grote probleem is dat een stukje erfelijk materiaal ontzettend gecompliceerd in elkaar steekt.
De wetenschap heeft al veel kennis, maar zij erkent zelf dat zij er nog lang niet in geslaagd is, om de complexe samenstelling en oneindige uitingsmogelijkheden van een specifiek eiwit of enzym te kunnen begrijpen. Laat staan dat de wetenschap iets begrijpt van het feit dat ieder kleinst stukje materie in wezen iets geestelijks is, dus bepaalde kennis is.
Er wordt simpelweg vergeten dat ieder erfelijk stukje zich weer anders ontwikkelt, omdat in ieder stukje andere bewustzijn aanwezig is en de materie doet zijn wat zij is. Ieder stukje bewustzijn ontwikkelt zich ánders, omdat ieder stukje materie uniek reageert op
- milieu, omgeving
- het eigen lichaam
- erfelijk materiaal in de voorgaande generaties,
- stoffen die worden opgenomen (voeding),
- plaats en omgeving (soort warmte, koude, vocht, bodemgesteldheid), maar ook
- opvoeding (de zgn. fenotypische factoren).
Zo kan dus in een levend organisme een stukje genetisch materiaal dat afkomstig is van hetzelfde, geheel anders uitwerken! Het resultaat van GM is dus totaal onvoorspelbaar!

Men richt zich in de GM alleen op de génen van een lichaam. Men let alleen op de téchnische zaak en niet meer op het totale levensvorm of dit nu een plant, dier of mens betreft.
De mens is mens door liefde, vrije wil en waarheid. De mens wordt bepaald door liefde, opvoeding, ervaringen, karakter, gedrag. De mens is méér dan zijn erfelijk materiaal.
Genotype en Fenotype bepalen de mens!
In het Lorberwerk kunnen we duidelijke bewijzen zien voor het feit dat het gééstelijke het uiterlijke bepaalt. Een bepaalde kwaliteit geestelijke wil bepaalt het overeenkomstige lichamelijk functioneren.
Waar de wetenschap voorbij gaat aan het geestelijke in de mens dat grotendeels het uiterlijke van die mens bepaalt, zal zij al helemaal niet begrijpen dat je nooit problemen kunt voorkomen door uiterlijke zogenaamde schadelijke of nutteloze zaken weg te halen uit erfelijk materiaal of b.v. dierlijk of plantaardig erfelijk materiaal over te planten…
Zij zal nooit begrijpen dat iedere manipulatie ergens, ooit een gevolg zal hebben met als kwaliteit, die van het uitgangspunt…..

- Een ander groot probleem is dat waar er iets gemanipuleerd is, het oorspronkelijke nooit meer terug
te vinden is! De manipulatie is dus onherroepelijk. Het houdt ook in dat het gemanipuleerde organisme, of dit nu een bacterie, schimmel, een gewas, een dier of zelfs een mens is, in zijn genetisch materiaal voor altijd dat ‘nieuwe’ in zich draagt, wat ooit een ‘samenwerking’ kan aangaan met een andere levensvorm, wat eerder niet de moeite waard of niet eens mogelijk leek.

- Stuifmeel, zaad van een levend organisme kan in aanraking komen met natúúrlijk
voortplantingsmateriaal. Denk aan bestuiving door de wind. Zodoende kan een natuurlijk gewas ook veranderen in een gemanipuleerd gewas door dat zaad van een ander gemanipuleerd gewas!! Het oorspronkelijke ras is lastig, zo niet terug te manipuleren… Hoe ku