Onze omgeving, maar ook het klimaat wordt bepaald door wie wij zijn… ALLES resoneert met onze diepe intentie.
Veel wetenschappers over de gehele wereld voorspellen een steeds warmer wordende natuur.
Ook biologen van de Universiteit Wageningen menen dat de komende decennia de natuur ernstig op haar kop zal komen te staan door hittegolven en lange perioden van droogte, afgewisseld met steeds meer extreme buien tussendoor, waardoor we een ‘alles of niets’ natuur krijgen, waarin gewassen, dieren, planten moeizaam zullen kunnen overleven.
Rivieren buiten de oevers, slechtere grondstructuur waardoor oogst ook zal afnemen, bosbranden en meer stormen, verhoogde waterspiegel enzovoort.
Jeugd wordt geïndoctrineerd met het ‘feit’ dat de aarde ziek is, verwoest gaat worden als we niet nu eindelijk eens alles op alles zetten. Kinderen leren al vroeg dat alleen de mens oorzaak is van wat er in het klimaat scheef lijkt te gaan. Grotendeels is dat zo. Dat zullen we verderop lezen. Maar.. het klimaat moet soms ook zo zijn omdat het niet anders kan volgens de orde van de natuur. De mens denkt zo eigenmachtig te zijn dat hij geen hogere macht erkent die alles toch nog ten goede kan leiden en die ervoor zorgt dat ieder koekje van eigen deeg krijgt. Zo is de grondslag van het leven: je oogst wat je zaaide. Je krijgt wat je wilt. Het gaat er dus om dat je goed weet wat je denkt, wilt, doet. Je denken en je acties hebben altijd dezelfde kwaliteit van wat je dacht, wilde en deed. Wie beseft zich dit en wie heeft voldoende inzicht en wil om het goede te doen. Volgende vraag: wanneer is iets dan goed en wanneer niet…
Dat de mens zelf uiteraard moet stoppen met verwoesten, manipuleren, misbruiken van natuur en mensen is maar al te duidelijk. Bewustwording hiervan en aanpassen van wensen en technieken in noodzakelijk. Maar.. wat wordt vergeten is dat dit pas mogelijk is als we minder hebzuchtig, minder materialistisch, egoïstisch worden en vooral weer gaan begrijpen wat de natuurlijke orde eigenlijk is en inhoudt. Juist dit laatste hebben we met voeten getreden. We noemen gezond, ongezond. Hard lichamelijk werken, slavernij. We noemen vrijheid onderdrukking. We elimineren wat ons niet uitkomt, graven uit, boren open wat we willen, zonder te begrijpen en te aanvaarden dat ieder lichaam, iedere steen of zandkorrel ergens om een reden is. We beheren de aarde niet meer vanuit de ‘ware geest’, dus het helende water, kennis van het geestelijke en bekijken alles wat er is vanuit wetenschappelijke waarneming waarin geest is uitgedoofd en niet meer wordt herkend en toegelaten. We voeden onze kinderen dan op met éénzijdige kijk op onze omgeving, het weer, het klimaat en leren er bang voor te zijn of vies te zijn terwijl we zeggen uit voorzorg en voorzichtigheid (goede zorg) te handelen en leren hen niet meer de verbanden in te zien tussen onze eigen overtuiging, wil, kennis en wensen en hoe onze omgeving dichtbij en ver weg het gevolg is van onze eigen wil en gedrag. We leren te wantrouwen in plaats van te vertrouwen. De goddelijke wereld schept zoals wij willen. Dat zullen we weer moeten inzien.
Alles wat is, is een reactie op onze eigen inborst. Daarbovenuit probeert de natuurlijke orde dat te laten zijn wat nodig is om erger te voorkomen. De mens beseft niet meer hoeveel er ‘rechtgezet en voorkomen’ moet worden en ook wórdt door de liefdevolle trouwe inzet van talloze geestelijke wezens in die geestelijke wereld waarvan wij deel zijn. Zij pogen goed te maken en zoveel mogelijk ellende te voorkomen wat de mens heeft veroorzaakt, maar wat hij zich niet bewust is.. Er is in dit Aquarius tijdperk voldoende ‘helend water’ dat wordt aangedragen in de vorm van veel geestelijke werkers op aarde of om ons heen. We letter er niet op, we weten niet meer dat het zo is en verwachten ons heil van techniek en wetenschap. We denken knapper te zijn en verkrachten de natuur en.. ons eigen wezen, nemen genoegen met het stoffelijke en doven onze wezenlijke lichtkracht, onze liefde voor het echt goede uit omdat we als geestelijk wezen halfslachtig in het leven staan. We denken dat ware geestkracht iets is voor het verre verleden, voor legendes, voor sprookjes, voor verhalen die niet echt zijn en voorbehouden aan bijzondere eenlingen. We denken dat het een utopie is, te leven op geestkracht en onze wereld te vormen uit puur licht. We zouden aan onze energiebehoefte kunnen voldoen door minder te willen, minder verspilling, meer natuurlijk bestaan, wat we pas gaan doen en willen als we onze geestkracht weer gaan gebruiken!
Veel mensen zullen hier mee eens zijn en het mooi vinden dat dit weer eens wordt genoemd. Echter haken af als het woordje God erbij komt. Toch is dit die lichtbron die het leven is, in alles doorstraalt en al wat is voedt met wat nodig is omdat al wat is uit dat licht is voortgekomen en net kan bestaan zonder licht.
Zonder licht gaat alles dood, vervalt alles tot stof en zou er geen leven mogelijk zijn.
Ook wij zijn lichtwezens, maar zullen moeten erkennen dat de bron van dat Licht toch echt God is die gekend wil worden. Immers, alle intelligentie zit in het licht als tig prachtige scharkeringen, nuances van de zeven kleuren die de vertalingen, vertegenwoordigingen zijn van Gods eigenschappen. Zonder God kunnen we niet en zullen we nooit heel worden, dus vrij zijn van egoïsme en nooit terecht kunnenkomen in een geestelijk bestaan waar geen enkel lijden meer is.
De aarde is de oefenschool om af te rekenen met geest die in ons en om ons heen:
-nog niet weet dat het gevangen is door zich aangetrokken te voelen tot in de stof zijn,
-of doodgewoon nog niet vrij wil zijn;
-genoegen neemt met de beperkingen van de materie en denken dat dit het summum is;
-er niet los van wil komen;
-ook niet gelooft in een bestaan waar geen enkele beperking meer is.
We kunnen mediteren, rituelen doen, alle reizen van de wereld maken, allerlei studies doen, de indrukwekkendste uitvindingen doen, maar dit alles heeft geen zin als we ons daarbij niet richten op het Hoogste, want we zullen dan misleid kunnen zijn door al die geesten en geestelijke wezens die God nog niet kennen en niet bij Zijn Licht willen horen en denken, vinden dat dat genoeg is, zoals ook op aarde mensen denken, vinden dat de materie voldoende biedt waardoor ze er niet van genoeg krijgen.
Door het hoogste, het meest zuivere licht door ons heen te willen laten gaan, dus te gebruiken, waarvoor je het natuurlijk wel éérst zal moeten willen opnemen, zul je pas je meest zuivere wezen kunnen kennen, waarderen en gebruiken. Dat licht zul je dan pas uitstralen. Dat bepaalt de hoogst mogelijke kwaliteit op aarde die er voor jou als mens of een andere organisme is.
Het weer, het klimaat is een reactie op de geestelijke grondslag die mensen met hun ideeën en daden hebben.
Is een intentie die de basis is van een ontwikkeling goed – dus overeenkomstig de orde van de natuur – dan verwoest de uitvinding of daad niet. Is de intentie die de grondslag is van een uitvinding of handeling eigenbelang dan is deze nooit overeenkomstig de orde van de natuur, dus dan verwoest dit ergens, een keer.
Want iedere gedachte of handeling uit egoïsme neemt zeer gebrekkig licht (bewustzijn) op, heeft dus veel zuiver licht tekort, waardoor de uitwerking van egoïsme en hoogmoed geen leven brengt of leven ontneemt. Veel zaken stapelen zich op. Er zit tijd tussen aanvang, verloop en uitwerking, waardoor verbanden moeilijk of veel te laat pas op te merken zijn.
Wat de mens zich niet beseft is dat het werkelijk zo is dat het weer, weersverschijnselen een afspiegeling is van wat een mens eerder dacht en deed.
Hagel, onweer, regen, een stortbui, droogte, storm of een zacht windje, al wat is, heeft op de keper beschouwd een geestelijke oorzaak. De mens is een antenne die een bepaalde geest, bepaald bewustzijn aantrekt overeenkomstig zijn eigen wil, overtuiging, aard en daden zijn.
We zijn onze eigen oorzaak.
Het weer, klimaat is natuurlijk een uiting, gevolg van Gods gedachten die perfect zijn. Deze natuurlijke orde is gewoon goed en noodzakelijk al ziet de mens er niet de noodzaak, logica van in en verklaart ze bepaalde verschijnselen of gang van zaken als nutteloos, dom, ziekmakend of verwoestend dus liefdeloos, dus fout. De natuurlijke orde is echter precies goed zoals deze is en is niet te negeren. Waar de mens dit wél doet door er zich tegen te keren, door onwijze, dus liefdeloze gedachten, ideeën en manipulatie, ontstaat de tegennatuurlijke ’natuur’ die wij vervolgens weer manipuleren omdat wij deze ons niet uitkomt en omdat wij denken God te zijn en het beter te weten.
De natuur, het weer, het klimaat dat is ontstaan in de loop der tijden is grotendeels gevolg van menselijk tegennatuurlijk denken en handelen. Dat weten we. Als we plastic of andere gifstoffen produceren, dit laten rondslingeren, lozen en niet kunnen afbreken, dan vormt het een grote bedreiging voor de natuur, dus voor het leven ook dat van de mens. Het weer is een afspiegeling van het steeds meer tegenover elkaar staande eigenschappen van goed en kwaad, van liefde of niet-liefde, van leven of dood. We zien dat deze toespitsing feit is en sterker zal worden in menselijk gedrag, in reilen en zeilen van het leven op aarde, in regelgeving en beleid, maar ook in de natuur.
Jakob Lorber schrijft over deze uitersten. Hij zegt dat die uitersten wel tegen elkaar moeten komen te staan, wil de mens plaats kunnen bepalen. Zonder uitersten kun je immers geen kracht uitoefenen. Je zult optimale kansen moeten hebben om af te kunnen tasten wat of je eigenlijk dus écht vanuit je hart en zeker weten wil. Pas dan kun je met hart en ziel gáán voor datgene wat je kiest. Zonder dat, blijft het een lauwe boel, waarin er niets groeit dan verval, omdat waar men er de geestdrift niet voor heeft, dat goede wat men wel zegt te willen, uiteindelijk niet doet, door gebrek aan goede wil en doorzettingsvermogen. Men doet dus onvoldoende om dat wat men wil of zégt te willen.. Je hart is er dan dus niet voldoende bij. Kortom, je wilde wel iets, maar deed dat niet uit de grond van je hart met overtuiging, maar deed datgene uit plicht, onwetendheid, ongenoegen, slaafsheid of gewoonte, gemakzucht enzovoort.
Waar men geen moeite wil doen voor iets, ziet men natuurlijk ook niet de noodzaak van offers brengen. Je wilt dan niet volhouden om het doel te bereiken. Je wil is te zwak omdat je liefde voor je doel te zwak is.
De mens heeft veel ideeën, doet veelvuldig handelingen, ontwikkelt allerlei, stelt zich vele doelen, waarvan hij echter de wezenlijke waarde en gevolgen ervan niet kent, overschat of zich niet afvraagt of het geen schade zou berokkenen. Hij kiest gemakkelijk voor allerlei belangen in plaats van dat hij zijn geweten volgt, dat hem altijd in harmonie zou laten zijn met de natuurlijke orde die nu eenmaal heer en meester in en rondom ons heen, waar dan ook, is.
Daarom vindt de mens allerlei technieken, hulpmiddelen uit die gemak, welvaart, gezondheid lijken te brengen, maar in wezen de natuur en zijn eigen geest en lichaam belasten, verzwakken en hem afleiden van het in evenwicht zijn met de natuur en ook de gehele atmosfeer beladen met liefdeloze zaken, wat in feite niets anders is dan liefdeloze geest.
Immers, elk molecuul van een stof bestaat in principe uit bepaalde intelligentie. Die intelligentie is nooit liefdevol als dat stukje gewild, bedacht werd uit egoïsme, hoogmoed en verkeerd begrip over wat waar en goed en nodig is.
Geen mens is volmaakt, dus zal hij niet altijd de reikwijdte van iets kunnen overzien. Maar willen, denken en werken vanuit het hart vol liefde beschermt de mens voor het maken van de meest grote fouten. Zou de mens deze natuurlijke orde in hem en de medemens volgen, dan zou het klimaat en de natuur normaal zijn voor plaats, tijd en taak. De mens zou die natuurlijke orde dan respecteren, aanvaarden en er niet tegenin gaan of deze veranderen maar deze laten voor wat het is.
De natuurlijke orde richt zich nooit tegen de mens. Het is de mens die ervoor zorgt door onwetendheid dat hij zich keert tegen het natuurlijke waardoor hij niet meer beschermd is tegen de ‘tegen hem kerende natuur’, waardoor hij ziek wordt of allerlei ellende en gevaren meemaakt.
Het allerbelangrijkste is dat we begrijpen wat de geestelijke oorzaak is van de omwentelingen in de natuur en in het menselijk gemoed. We kunnen er dan wat aan doen, in plaats van verzuchten dat ‘het nu eenmaal toch zo gaat, dat het je lot is, dat het karma is, dat het Gods straf is of Zijn wil’. God is groter dan onze liefde. Daarom laat hij ons vrij om op te nemen wat wij zelf kiezen. Ook God kan niet alles goedmaken wat wij verprutsen tenzij… wij Gods wil boven die van ons erkennen en.. laten gebeuren en vragen aan Hem of Hij ons wil helpen. Dat doe je dan door DE LIEFE DIE GOD WIL te doen, zoals Jezus Christus dit voor heeft gedaan. En dit laatste is wat we nu net niet willen horen. Veel mensen zeggen dan: ’waarom kom je nu met Jezus aan’? Maar, dan begrijp je nog niet dat Jezus de belichaming van wat Gods liefde is. Neem je genoegen met iets anders of wat anderen vertelden, of denk je dat jij alles met je eigen kracht kunt oplossen zonder dat je dat via Jezus’ voorbeeldstelling denkt te kunnen doen, dan heb je tekort aan kennis, liefde, wil, omdat je immers het dan moet doen met jij met je beperkte brein, vermogen kunt doen en weten. Wij zullen niet makkelijk kunnen doen wat Jezus deed, maar wel zoveel mogelijk proberen dat na te leven. Daarbij hoort het dat je je ego opoffert, zelfs al je er nadelen door ondervinden zult. En juist dat laatste willen en durven we niet omdat ónze liefde ons naar iets anders trekt en we dus gevangen blijven van wat de materie ons lijkt te beloven. Jezus stond boven iedere beschuldiging. Hij blééf de Liefde in Hem doen. Hij liet zien hoe de natuur veranderde en gehoorzaamde aan Zijn wil, als dat ergens nodig was. Hij gebood over wilde dieren, over eigen lichamelijke instincten die hem afhielden van wezenlijke macht en kennis. Hij had alle macht en kennis omdat hij volledig God in Hem onvoorwaardelijk dus zonder enig eigenbelang was en dééd. Zouden wij zo doen, dan zijn we weer beschermd tegen de meeste narigheid, zelfs te midden van de groots mogelijke rampen.
Dit geloof, deze wil te doen zoals de onvoorwaardelijke liefde ons in ons hart zegt, zullen we in komende tijd hard nodig hebben als we gaan inzien dat mensen het niet meer weten, het niet meer redden. We zullen onze wil weer moeten richten naar wat God in ons persoonlijk wil. Pas dan kan er ook de beloofde blijde wereld - die ieder zich wenst - groeien. Immers, we doen dan vanzelf niet meer het verkeerde en scheppen dan weer met God, de liefde in ons in plaats van scheppen uit ego, eigenbelangen, heerszucht en machtswellust. Er ontstaat dan weer een ‘nieuwe eenheid’, waarin uitersten van hebzucht en vrijgevigheid, heersen en dienen, verdelen en samenvoegen, oordelen en laten zijn, verenigd zijn in een nieuwe eenheid: een leven vanuit overvloed, lichtvol, levenskrachtig, waarin de kracht van vernietiging geen schijn van kans heeft, buiten de normale natuurlijke waarin verval en dood niet meer zo heftig hoeven te verlopen.
Licht is liefde. Liefde is God. Licht. Licht straalt warmte af. We weten dat licht en warmte onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en beiden nodig zijn om leven te creëren.
Waar licht is, wordt altijd warmte opgewekt. Dat zit zo: Licht is het eeuwig voortgaan van Gods gedachten. Het wezen van Liefde is dat liefde, intelligentie in God eeuwig voortgaat. Liefde, het leven is een altijd, overal, eeuwig willen verbinden met dat bewustzijn, dat leven, om er vervolgens iets door uit te kunnen drukken, er door te kunnen bestaan, er door te kunnen groeien. Leven ontvouwt zich dus zoals God dit wil.
Kunst is dat we ons met ALLES willen verbinden zoals God - dus de perfectie - dit in ons wil.
Wat niet past, is passend voor de ander, want ALLES in God is goed en bruikbaar.
Als wij en die ander zich maar willen verbinden met het hoogst mogelijke - wat het onvoorwaardelijke is - zullen we dus niets tekort hebben en alles kunnen scheppen wat volgens onze unieke waarheid mogelijk is en de bedoeling is.
Door dat eeuwig voortgaan van licht, ontstaan er overal verbindingen met intelligentiedeeltjes die elkaar opzoeken omdat ze elkaar nodig hebben en elkaar kunnen dienen. Al die lichtdeeltjes zijn in eerste instantie geestelijk dus onzichtbaar voor het oog en zeker voor de meetinstrumenten hoe verfijnd ook. Ieder lichtdeeltje heeft het wezen dat God is, in zich. Deze wezenlijke eigenschap is het willen verbinden, wat liefde is en voor groei, ontwikkeling dat het leven is, zorgt. Deze eigenschap noem je cohesie, oftewel de kracht van samengaan, samenwerken, verbinden zonder oordelen dat iets er niet bij mag, opdat er groei en uitdrukkingsmogelijkheden zullen zijn. Dat is het léven: ontwikkeling door en met liefde zodat al het bewustzijn vrij wordt.
De mens schept door zijn mate van liefde ook vormen. Eerst geestelijke, dan steeds duidelijkere vormen, meer en meer zichtbaar en tastbaar. Een mens weeft dus een gedachtenweb, dat steeds dichter wordt naarmate meer mensen hetzelfde wensen. Ze voeden dan dus een bepaalde gedachte of intentie.
Warmte is niets anders dan de energie, bewustzijn, kracht die vrijkomt bij het ‘intunen’ op dat web. De deeltjes worden geactiveerd door de liefde, de aandacht voor datzelfde.
Andere mensen denken en willen weer andere dingen en weven dan weer een ander web. Al die webben lopen door elkaar heen. Mensen pluggen met hun gelijksoortige gedachten en wensen in op bepaalde delen van die energetische gedachtenvelden. Deze worden dan dus sterker. Ze worden geactiveerd, wat wrijving oplevert. Wrijving levert warmte op. Warmte doet uitzetten en de deeltjes minder aan elkaar klitten, waardoor ze vrijer kunnen bewegen. Daarom verdampt warme lucht. Warmte verdringt het koude, zoals liefde liefdeloosheid weghaalt. Het koude wordt zwaar omdat deeltjes elkaar opzoeken uit egoïsme om nog iets steun aan elkaar te hebben. Condensatie is niets anders dan dat licht lucht wordt en lucht water. Gecondenseerd licht is dus hetzelfde als water, alleen totaal onvrij en materieel geworden. Het heeft gewicht gekregen, waardoor alle condens, water in de vorm van vocht, damp, regen naar de aarde afdaalt. De aarde met al haar materie is een ongelooflijk grote conglomeratie van allerlei fasen van licht in talloze ijlere en vaste levensvormen en organismen die het licht in allerlei vormen van koude (sneeuw, regen, zonlicht, bliksem) opneemt. De uitwisseling tussen koude en warmte heeft dus als basis elektromagnetisme, de aantrekking tussen positief en negatief geladen deeltjes, of te wel liefdevol, vrij en liefdeloos, onvrij bewustzijn dat zich weer vertaalt in onzichtbaar en zichtbaar licht.
Door al die verbindingen die gelegd worden, ontstaan uit die deeltjes atomen), moleculen. Het samengaan van deze moleculen vormt weer allerlei stoffen.
Koudere lucht met als oorsprong webben van ándere kwaliteit en aard dat beperkter is, is zwaarder en zakt naar de aarde. Omdat lucht zich verplaatst omdat het ene veld wil stijgen en het andere moet dalen, volgt er een luchtstroom. Daarom heb je ook een koudere of warmere luchtstroom. De verplaatsing van die luchtvelden levert wind op. Zodoende heb je dus allerlei soorten en maten wind, koelte, warmte en licht. Immers, zitten er veel wolken voor de zon, bereikt het zuivere licht ons op een bepaald moment minder. Een heldere hemel geeft geen regen en doet ons allen beter voelen. De wisseling tussen verbindingen negatief en positief bewustzijn bepaalt in grote mate het weer, maar ook onze stemming.
Warmte is dus een verschijnsel van liefde. Van actie. Van beweging. Van plaats zoeken en plaats bepalen. Waar heb jij liefde voor. Wat wil jij voeden. Waar zend jij je energie, aandacht (liefde) naar uit of niet. Waar verbind jij je mee? Wat ben jij mee aan het ontwikkelen? Dit proces van ontwikkeling heeft haar grond in de strijd tussen goed en kwaad. De deeltjes die soortgelijk zijn, ‘weten’ dat ze iets aan elkaar hebben, zullen elkaar opzoeken en een verbinding met elkaar aangaan tot wederzijds nut. Zij versterken elkaar. Deeltjes die geen verbinding willen aangaan, zullen zwaarder zijn. Immers, waar meer verbindingen in vrijheid worden gelegd, stijgen deze ijle velden op. Deze ijle velden zijn dan amper materieel. Er is geen grote dichtheid van de deeltjes, want de deeltjes willen vrij zijn en zijn niet meer gebonden aan de materie. Ze stijgen dus makkelijk op (gas). Ze worden niet of amper aangetrokken tot de aarde. Ze stijgen de vrijheid, ether in. Dat noem je een hoge luchtdruk gebied. Er is dan mooi weer. De lucht is helder. Er zijn geen samenscholingen tussen zwaar geworden deeltjes die meer materieel willen zijn en meer aangetrokken worden tot de aarde door hun negatieve lading.
Dampvorming is niets anders dan veel van dezelfde deeltjes die zich aangetrokken voelen tot elkaar, elkaar nodig hebben en een zwaar veld vormen, dat uiteindelijk zichtbaar wordt in de atmosfeer als vocht, damp.
Damp is niets anders dan gecondenseerd licht. Licht bestaat uit tig soorten geest die vrij zijn. Licht straalt oneindig uit God de ruimte uit. Damp, lucht is niet meer helemaal vrij licht. De deeltjes zijn dan gebonden aan andere lichtdeeltjes die zich meer aangetrokken voelen tot de omgeving van de aarde. De geest erin is dus dan al minder zuiver.
De deeltjes zijn als het ware meer op zichzelf gericht en klitten dan liever bij elkaar dan dat ze bij Gods totale vrije, zuivere licht willen horen. Ze scheiden zich af door zich door de materie – de aarde – aan te laten trekken. Zo worden deeltjes dus zwaar. Uiteindelijk zó zwaar dat de lucht tot damp wordt. De damp wordt vochtig. Deze vochtige lucht wordt steeds zwaarder, totdat lichte wolkjes en uiteindelijk zware wolken ontstaan.
Omdat het altijd de aard van ieder deeltje licht blijft om vrij te zijn (dat is het wezen van liefde dat in alles huist) probeert een deeltje ruimte te krijgen. Dat veroorzaakt wrijving. Deze wrijving - die actie is - levert warmte op. Immers, alles wat beweegt geeft warmte.
Dat is het wezen van elektriciteit: een deeltje met + lading wil vrij zijn en naar ‘boven’. Een deeltje met –lading wil naar ‘beneden’ en behoren bij de materie. Als er veel wrijving is, ontstaat er veel warmte en licht. Dat moet ergens heen. De botsing die er dan tussen grote clusters + en – is, veroorzaakt een plotse ontlading, wat we horen als een knal. Bliksem is het oplossen van de ‘gevangenis’ waardoor deeltjes opstijgen, maar andere deeltjes dalen omdat ze nog niet de vrijheid zoeken omdat de warmte nog niet groot genoeg is! Ze zijn dus zwaar en vormen de regen. Daarom gaat ook onweer gepaard met doorgaans regen. Omdat de deeltjes ondertussen zwaar geworden zijn, vallen zij op aarde als water of schieten zij als flits de aarde in. Daar worden al die lichtdeeltjes opgenomen in water of allerlei organismen die dit water opslurpen, opzuigen of opdrinken. Zo nemen alle levende organismen licht van allerlei soort op via elektriciteit en water. Daarom kan geen enkel wezen zonder licht en water!
Gods uitstralende licht is licht waarin alle bewustzijn in talloze dus oneindige soorten, mate en combinaties het leven is. Eigenlijk zitten Gods gedachten in het geestelijk licht in dat materiële licht.
Het licht dat wij zien, is een materieel licht, al is dit al heel ijl.
Het geestelijk licht is met onze ziel te zien en te voelen. Dat is in gradaties die afhankelijk is van de mate van liefde die die mens bezielt en doet. Hoe meer de mens verbonden is met Gods wezen, des te meer hij kan putten uit Gods geestelijk licht en hij dus meer kennis, kracht, liefde, vermogen, wezenlijke intelligentie (die ertoe doet) heeft. Dit uiteraard voor zover dit volgens Gods orde zo moet zijn voor die levensvorm of mens..
Dieren kunnen makkelijker geestelijk licht dat dicht om de aarde en in levende wezens huist, opmerken. Zo kunnen vogels bijvoorbeeld via lichtsporen die zij eerder door de lucht naar een bepaalde plek maakten, terugvinden. Hun licht blijft ‘hangen’. Ze zoeken dat voor hun speciale licht op zodat ze de weg niet kwijtraken en hun broedplaats, partner of nest (terug) vinden.
De mens heeft dit vermogen ook, maar is dat door het meer materieel worden van zijn ziel en lichaam bijna helemaal kwijtgeraakt. Toch blijft dit vermogen omdat Gods wezen als kiem in ieder mens is gelegd. Zonder dat zou hij namelijk niet kunnen leven. Een mens kan deze kiem smoren, waardoor deze mens werkelijk tot een monster kan worden dat alleen maar liefdeloosheid wil. Toch blijft ook deze mens een kind van God, al wil hij dit niet weten, weet hij dit (nog) niet en veroorzaakt hij de grootste ellende.
Gods wezen (licht, liefde, warmte) heeft overal een vrijmakende, oplossende uitwerking . Ergens is er altijd een bepaalde uitwerking van dat oneindige licht dat van God uitgaat. Waar zuivere liefde is, is er een optimale samenwerking van deeltjes die het gelijke – heelwording – willen, waardoor er iets optimaal ervaren, geleerd, gekend, gemáákt kan worden.
De liefde werkt als enige kracht helend, doet groeien en herstellen (genezen).
Waar er geen zuivere liefde is, is er geen optimale samenwerking tussen allerlei bewustzijnsdeeltjes is en ontstaat er gebrekkige uitwerking die vormen met tekorten maakt. Deze vormen ontbreekt dus van alles, omdat er de zuivere liefde voor ontbrak om het meer volmaakte te vormen. Onvolmaakt zijn, gebrekkig zijn, doet… onvolmaaktheid ervaren en gebrek ervaren. Dat is lijden, wat inherent aan het leven is. Een vorm krijgt dus gebrek als er onvoldoende zuiver licht wordt opgenomen. Dat kan het geval zijn als die vorm geen liefde wil, of er onvoldoende liefde, licht is om er de bouwstenen uit te halen.
Daarom zegt God: ‘zoek in alles Mij’. Anders vertaald: zoek in alles het licht, de waarheid, de warmte, de liefde, waardoor jij stukje bij beetje meer heel wordt.
Immers, neem je meer licht van andere soort op, dan raak jij meer en meer vervuld van dat wat je eerder tekort had. Je heelt dan, waardoor je meer en meer je diepste wezen, je kern opheldert, opschoont, waardoor je meer helder inzicht in jezelf en het leven hebt en dus betere keuzes kan maken die op hun beurt jou weer meer lichtkracht, en dus liefde geven.
Het gaat erom dat je de door jou eerder niet gewilde deeltjes bewustzijn integreert en laat overheersen door liefde. Zo maak je die eerder door jou veroordeelde deeltjes eigen. Je haalt er het oordeel vanaf, waardoor je dat andere tot jouw wezen maakt, zonder dat je ondergesneeuwd wordt en deel wordt van dat andere! Je laat de liefde dan in jou de baas zijn over de niet-liefde. Wanneer je dat doet, zegen je en maak je alles vruchtbaar. Bewustzijn doet niet meer niet-bewustzijn. Als je iets weet, kun je nooit meer zeggen dat je het niet weet. Als je iets doet, kun je nooit meer zeggen dat je het niet deed… Zegen je alles – ook wat jou niet zint - en je laat dus alles zijn zoals het is, heb je zonder voorwaarden lief. Je wilt dan vanzelf geen liefdeloosheid meer, want liefdeloos en egoïstisch zijn is juist het niet willen verbinden met dat wat jou vreemd, niet goed, lijkt of onbekend is! Daarom zegt God: ’oordeel niet opdat jij zelf niet geoordeeld worde’.
Het leven in een materiële vorm op aarde is nooit perfect, omdat geen enkele vorm (lichaam) alles in zich heeft! Er wordt dus altijd maar een deel van iets ervaren, waardoor er vanzelfsprekend een gebrekkig ervaren is… en geen mens alle waarheid in pacht heeft.
Zolang een mens, plant, dier bepaalde zaken ervaart of kent, maar niet alles, lijdt deze ‘vorm’ in zekere zin, vroeg of laat in welke mate dan ook, gebrek. Een mens heeft dus nooit alle kennis, dus kent hij niet de gehele waarheid, het zuivere Licht dat God is. Hij is immers zeer beperkt al is het maar door zijn ziel die meer of minder licht heeft, dus beperkt is en zijn lichaam nog veel meer beperkt is.
Waar hij is gaan lijken op God in het klein, heeft hij zijn licht in hem zoveel mogelijk ‘opgeschoond, verrijkt’, waardoor hij is toegenomen aan liefde en lijdt hij niet meer omdat hem niets meer ontbreekt.
Een mens lijdt dus zolang hij liefde tekort heeft. Hij denkt, wil, doet dan lichtloze zaken, die zijn ziel het licht dát er is, ontnemen. Hij komt dan van de regen in de drup. Hij sluit zich op den duur dan helemaal niet meer aan op de Lichtbron, omdat hij deze bron van licht in zichzelf en de ander niet meer kan vinden of zelfs niet meer wil vinden door bergen teleurstelling. In de kern van de zaak (hart van zijn lichaam) huist dan de dood. Immers, zonder hart geen leven. Zonder liefde is er geestelijke dood.
Waar er helemaal geen liefde is, is er alleen samenwerking tussen die bewustzijnsdeeltjes die kiezen voor de niet-liefde. Zo ontstaan er dan ook – en dat zal toch wel duidelijk zijn – liefdeloze vormen en handelingen die op hun beurt ook weer negatieve gevolgen teweegbrengen. Daardoor wordt er door negatieve (onbewuste) ideeën en handelingen steeds grotere onvrijheid en groter lijden veroorzaakt. Er ontstaat dus wanorde, chaos, als Gods orde waarin allerlei bewustzijn voorradig is en samenwerkt, niet wordt gekend of niet wordt gewild.
Immers, de liefdevolle energie ontbreekt, terwijl de liefdeloze energie - die verdeelt en dus verval veroorzaakt – sterker of vaker aanwezig was, door te denken dat je het goede wilde, of door je niet te storen aan het goede dat je wel kende, maar jou niet uitkwam, je niet wenste of.. jou onbereikbaar bleek, of nog erger omdat je een ander het geluk niet gunde!
Waar de mens uit eigenliefde de alles verbindende liefde (die God is) vergeet, zal hij dus vanzelf in een bepaalde mate bijdragen aan aan elkaar klittende geestelijke bewustzijnsvelden van die kwaliteit die die mens met zijn idee of handeling had, maar die hem ongelukkig en lichtloos maken. Een mens wordt dan makkelijk moedeloos, en depressief. Hem ontbreekt dan geestelijk licht of ook zuiver zonlicht. Vaak gaat dat samen, maar dat hoeft niet perse. Alle uitwerking is immers afhankelijk van de intentie die iemand heeft. Vanuit het geen licht meer hebben op het geheel, wil een mens zich er ook niet meer mee verbinden, blijft dan binnen, wil geen contact meer met anderen. Hij moet het dan hebben van zichzelf, wat niet veel is, omdat in hem het licht amper aanwezig is en dus steeds meer verzwakt door gebrek aan samenwerking, contact en…. er iets mee doen! (ledigheid is des duivels oorkussen).
Hij laat immers heel veel verbindingen die liefde zouden brengen achterwege. De mens zelf schept dus krachten die niet-liefde en dus onvolkomenheid teweegbrengen. Deze velden verdichten zich naarmate de ernst, de kracht van die kwaliteit wil, de wens sterk is en langer duurt.
Hoe meer de mens afwijkt van een liefdevol denken en nalaat te handelen uit een liefdevolle geest zoals God dit de mens heeft aanbevolen, des te meer de natuur om hem heen minder kan verbinden met elkaar. De gehele geziene en ongeziene, te meten en onmeetbare natuur is immers samengesteld uit talloze grote, immens grote en kleine, zelfs onwaarschijnlijk kleine werelden bestaand uit allerlei vormen van bewustzijn die samenwerken.
Dat is de Liefde van God die alles vormt en samenhoudt.
De Liefde van God is te zien als een soort lijm die dingen, gedachten, energieën samenbrengt en samenhoudt.
De mens is bedoeld als een verlengstuk van God. Hij is ervoor bedoeld om werelden te scheppen waarin Gods geest (van liefde en waarheid) heerst, dus er voldoende licht is om verbindingen te maken die de mens in staat stellen uit te voeren wat zijn liefde wil. Waar een mens als hoogste doel God eren heeft (dus de liefde waardeert), zal hij iets moois en natuurlijks scheppen. Waar de mens uit een andere kwaliteit ‘liefde’ schept dan die God bedoelt, krijgen we problemen. Dat weten en ervaren we allemaal vroeg of laat, meer of minder. De natuur laat dit ook zien door meer regen, of minder, meer wind of minder, meer zon of minder.
Hoe droger het op aarde wordt, des te meer de mens tekort heeft aan de soort liefde die God bedoelt. God bedoelt de alles samenvoegende liefde, die niet oordeelt en dus bereid is om te verbinden met al wat is. Zoals water alles doordrenkt en zich met alles verbindt en alles oplost maar ook leven geeft, iets doet groeien, is het ook de geest van God in de vorm van geestelijk water dat het leven in de ziel van ieder mens brengt. Zonder water droogt alles op en verdort alle begin van groei. Liefde wordt dan dus in de kiem gesmoord, heel letterlijk zelfs in het feit dat een kiem in een zaad verdort omdat het niet levensvatbaar is doordat het tekort aan water, warmte = liefde = waarheid krijgt. In iedere cel ligt de potentie (kiem) tot verbinden, (gezondheid, heling, groei, instandhouding), maar als er geen water en warmte bij komt, verschrompelt de cel en houdt deze op den duur op te bestaan nadat de cel tig pogingen heeft gedaan om het precaire evenwicht dat in hem het leven was, te gebruikten tot wederzijds nut van de omliggende cellen, waarmee die ene cel een bepaald weefsel vormt dat op haar beurt het gehele lichaam voedt, waar het deel vanuit maakt.
Het vertrouwen dat dát verbonden wordt wat Gods Almacht en Wijsheid en Liefde goed lijkt, moet er zijn. Dat kan alleen maar daar zijn, waar men honderd procent liefde voor de Waarheid die God is, heeft. Er kunnen dan immers pas optimale verbindingen die krachtig zijn om uit te drukken wat de aard, het wezen in zich wil, ontstaan. Dit is vrede: een samengaan, verbinden in liefde tot wederzijds nut, dat groei is.
Leven in Gods wil brengt dus vruchtbaarheid en vrede voort. Zonder liefde is er geen leven mogelijk, want bepaalde eigenschappen worden dan niet gezocht en niet verbonden, dus veroordeeld, terzijde gelaten. Er is daar dan ter plekke een meer of minder gebrekkige uitvoering van de liefde.
We noemen deze liefde dan gebrekkig alsof dat niet zou moeten. Toch zal het nooit zo zijn dat een mens perfect in de liefde zal zijn zolang hij op aarde is. Hij kan wél proberen optimaal om te gaan met liefde. Dat is zijn verantwoordelijkheid. Waar de liefde dus voor ons gevoel gebrekkig of zelfs fout of onterecht uitwerkt moeten we niet de vergissing maken dat deze liefde fout zou zijn. De gebrekkige uitwerking is er dan om er van te leren. Dat is noodzakelijk. Daarom laat God de gebrekkige toepassingen toe. Ze zullen echter minder leed brengen, waar de mens groeit in liefde. Gods liefde laat onvolkomendheden toe juist uit liefde om de mens te laten ervaren wat deze zelf heeft gekozen! De mens zint en begint, maar God maakt dat mogelijk.
Daar is alles om begonnen…..
Als het te droog wordt, - dus als er liefde ontbreekt – komt er regen. Regen is niets anders dan licht, dat zo verdicht is, dat het tot water is geworden. Het bewustzijn in het licht werd al door een bepaalde grote mate van eigenliefde zó tot zichzelf en dat wat gelijk aan zich was aangetrokken dat het zich verdichte en tot een zichtbare vorm groeide. De regendruppel is niets anders dan zwaar, onvrij geworden bewustzijn dat op aarde valt, omdat het aangetrokken wordt door de materie. Tegelijkertijd is het Gods liefde die dit veroorzaakt.
Want het wezen van de liefde is dat het dáárheen gaat waarheen de liefde trekt.
Doordat het licht in de vorm van de regendruppel op aarde valt, komt dit licht en het bewustzijn, de intelligentie, de gedachte (geest) die in dat deeltje zit, ook op aarde en wordt opgenomen in de grond, in een zaadje, in een dier, of mens dat het water drinkt.
Zo komt er dus bewustzijn via licht, vocht, water op aarde om het leven te voeden en in staat te stellen om te groeien (om te leren, te ervaren dus) en begint het zelf de weg van verlossing door opgenomen te worden, te dienen en losgelaten te worden wanneer de uiterlijke vorm oplost of sterft. Met het oplossen zitten er dus ook andere stoffen afkomstig van het organisme in het water, vocht, sap dat eerder door dat lichaam werd opgenomen uit de omgeving, voeding, grondstoffen, behuizing enzovoort. Zo ontstaat er water dat zich steeds meer verrijkt met waardevolle voedingsstoffen die in wezen licht, bewustzijn zijn of… besmeurt met giftige stoffen die in wezen liefdeloos bewustzijn zijn. Daarom is kwaliteit van licht en water weer bepalend voor verzwakking of versterking van organismen klein en groot.
Al die ijle of vastere stoffen worden weer door andere of nieuw te vormen levensvormen, verwekte lichamen, embryo’s opgenomen, ook weer ter verrijking of.. verarming.
Zo ontstaat steeds meer diversiteit en complexiteit van leven en levensvormen. Ook is er logischerwijze steeds meer verarming mogelijk doordat er meer en meer negatief bewustzijn wordt opgenomen, afkomstig uit bijvoorbeeld chemische stoffen door de mens gemaakt, rondgestrooid en gegeten en opgenomen via allerlei wegen.
De mens had op God kunnen gaan lijken, maar hij is juist meer verdierlijkt doordat hij zich wilde ontworstelen aan Gods natuurlijke orde van Liefde die in hem de kiem van Gods wezen had kunnen laten groeien. De mens is nog steeds een lichtwezen, maar… gebruikt zijn licht niet en verkwanselt het in ruil voor materieel tijdelijk beperkt genot. Hedonisme lijkt de weg voor menig mens het doel geworden. God past daar niet bij.
De cyclus van verdampen, condenseren, verijlen en verdichten, uitzetten en inkrimpen, is de cyclus van Gods orde, waardoor leven mogelijk is en dit leven toeneemt in vrijheid en geluk voor zover dat uiteraard past.
Het is dus Gods liefde dat er regen valt. Het is noodzakelijk om de droge aarde tot leven te wekken. Zo is ook het liefdeloze hart net als de aarde een bodem die liefde (licht) kan opnemen. Waar de liefde, licht, waarheid komt en wordt opgenomen kan er vrede komen. Daarom dient lijden dus altijd het leven….
Er kunnen dus buiten Gods liefde geen levensverwekkende verbindingen ontstaan.
Een woestijn is alleen daar, waar er de liefde - Gods orde - niet was. Heel vroeger waren de woestijnen van nu vruchtbare plaatsen. Door het loslaten van Gods orde - die Waarheid en Liefde is - ontstonden er dus gedachten en handelingen met tekort aan liefde. Zij zorgden voor verschraling en uiteindelijk opdroging van vruchtbare grond. Toch liggen er ontelbare zaden en potenties voor nieuw leven te wachten in de bodem. Ook in die van de woestijn. Ook in die van het liefdeloze hart.
Gods liefde, orde, weet alleen wanneer een streek (hart) rijp is om vruchtbaar te worden.
Soms pakt de mens het zo verkeerd aan door eigengereidheid, machtswellust, ontevredenheid, hoogmoed enzovoort, dat er een uitputting ontstaat van energieën die nodig zijn om nieuw leven ergens te laten groeien. De mens is immers een vrij wezen dat ‘mag’ doen wat hij kiest.
God waarschuwde de mens van het begin af aan - en Hij doet dit nog steeds - om te denken en te handelen naar Gods adviezen (Gods Woord), zodat het hem goed zou gaan.
Het is niet Gods wil dat er droogten zijn en overstromingen, orkanen, zeebevingen, aardbevingen, gebrek aan voedsel of leefruimte, maar ook geen liefdeloze harten zijn. Het is het gevolg van Gods orde dat er droogte of water is, waar het er moet zijn, omdat de mens iets niet begrepen heeft en Gods adviezen niet heeft opgevolgd! Alle oneerlijkheid is er omdat de mens die zo heeft veroorzaakt! De mens hoort ‘God úit te voeren’. Te doen zoals de Liefde in hem wil. Maar als dan de mens zijn eigen maat van liefde en kunnen bovenaan zet en hij erkent God als referentiekader niet, is het toch logisch te bedenken dat het goede van de liefde wel ontzettend op de achtergrond gaat verdwijnen en allerlei ellende ontstaat. Nogmaals: het is niet Gods wil of Gods schuld.
Met het afnemen van de liefde bij de mens, zal er droogte ontstaan. Dat leidt natuurlijk tot herstelbewegingen die van God uit, volgens Zijn wil en wet (orde) noodzakelijk zijn om leven in stand te houden of te laten groeien waar dat ook weer volgens Zijn orde zo moet zijn.
God is oneindig en ziet ook oneindige mogelijkheden om dingen die mensen verprutsen te verbeteren. Dat dingen minder fraai gaan dan ze zouden hebben kunnen gaan, komt niet door God maar door de mens die Gods orde verstoort.
Dat alles gaat zo om de mens te dienen. Het gaat immers om de mens die de weg terug uit de materie naar de geest dient te gaan en waarvoor trouwens ieder mens op aarde eens zelfstandig, uit vrije wil voor gekozen heeft.
De mens is een hulp van God. Hoe kan een mens een goede hulp van God zijn als hij Diens orde niet aanvaardt of kent en met voeten treedt? God kan niets anders doen dan uitvoeren wat de mens zelf koos. God is niet afhankelijk van de mens. Natuurlijk niet. God kan alleen niets tegen dat wat de mens zelf koos ingaan, omdat Zijn orde een orde van liefde en vrijheid is, waarin de liefde leven schept en de liefdeloosheid verval schept.
Daarom is het een mens zijn verantwoordelijkheid te groeien in onbaatzuchtige liefde. Er zou dan overal een natuur en een vegetatie en klimaat zijn waarin ieder vredevol en welvarend zou kunnen bestaan.
Iedere verstoring in de natuur wijst op een verstoring in het beoefenen van Liefde zonder grens. Ieder verval, dood, mislukken van oogst, opdroging van aarde, stormen, stortbuiten waar dan ook op de wereld zijn door de mens veroorzaakt.
Waar ze er zijn door Goddelijke wil, zijn zij er om noodzakelijke redenen die de mens dienen en ernstige rampen helpen te voorkomen.
Allerlei gedachten, ideeën en handelingen vanuit liefde en waarheid of liefdeloosheid, ego en dus onwaarheid, veroorzaken het weer en het klimaat en ook de omgeving om jezelf heen.
Daarom gaan er dingen beter, slechter of heel goed. Daarom heeft de ene mens meer last van iets en de ander helemaal niet. Daarom kan de ene mens gezond blijven in een lastige situatie, maar wordt de ander ziek in een gezonde omgeving. Immers, je put met jouw intentie dát uit je omliggende sfeer – ook afkomstig van je medemens - wat jij diep van binnen nodig hebt of… wilt. Daarom is het van cruciaal belang dat een mens zich bewust is van wie hij is, wie hij wil zijn, wat hij daar mee kan doen.
We moeten putten uit de juiste bron. Wat voor de een goed is, is voor de ander destructief.
Het gaat erom dat je via je eigen hart weet, voelt, wil, doet wat bij JOU past en JOU in staat stelt jezelf uit te drukken zoals God dat in je wil. Je moet dus willen wat de waarheid wil en … dat doen!
Als we dat met z’n allen zouden doen, zouden de weersgesteldheden optimaal zijn en dus op de plekken waar dat zus of zo moet zijn, precies de goeden zijn..
Wij zouden vanuit gepaste houding waarbij je de orde van God niet wil tarten en dus tevreden bent met de natuurlijke gang van zaken die gevolg is van liefhebben, tering naar de nering zetten en tevreden zijn met wat iets aan mogelijkheid te bieden heeft. Zolang wij meer willen, een ander iets misgunnen, ongelijk verdelen, veroordelen, verbinden we ons niet met dat wat onze hulp, kennis, liefde nodig heeft. We zetten onszelf daarbij in de kou, omdat we immers niet de voldoening zullen ervaren van de verbinding die mogelijk had geweest, wanneer we hadden willen dienen. We zetten dan ook de ander in de kou omdat we meer voor onszelf willen dan voor die ander. We lijden dan zelf doordat we de ander laten lijden. Doordat de ander gebrek heeft, hebben we zelf gebrek. Daarom wordt de wereld nooit beter zolang we de ander buitensluiten, onvrij maken of houden. Zolang we onszelf niet vrij maken van egoïsme en denken te kunnen leven zonder wezenlijk liefhebben, zullen we onvrij zijn, dus lijden en lijden veroorzaken. De eeuwige cyclus van hebzucht, materialisme zullen we moeten doorbreken om vrij te worden ervan en torenhoge problemen kunnen oplossen en voorkomen.
We zien in Nederland vele nieuwe planten- en dierensoorten in de afgelopen twintig jaar. Als gevolg van stijgende temperatuur. Daarnaast zie je dat zeer veel planten en dieren worden bedreigd. We zien veel planten en dieren verdwijnen, kwaliteit van frisse lucht afnemen. Dat geeft verandering, nieuwe levenskansen naast verval en dood, als we dit begrijpen en we niet de accenten leggen op de materiële zaken alleen. We moeten begrijpen dat de kwaliteit van liefde dient te groeien. Daar kunnen we ieder voor zich, allemaal iets aan doen.
Er is geen excuus om dat niet te doen. We kunnen dan niet meer zeggen: ‘Ik heb er geen vat op, geen verstand van, het helpt toch niet, wat kan ik in mijn eentje doen, het is zaak voor de wetenschap, het is te ver gegaan; we redden het niet meer’ enzovoort.
Toenemende droogte, verschraling en uitputting vraagt om besprenkeling met licht, dus water. Daarom zullen zonlicht en water toenemen. Het is Gods genade, oftewel: de remedie om iets toch vruchtbaar te houden, waardoor verandering, dus leven mogelijk blijft.
We kunnen verandering met vertrouwen tegemoet zien als we zelf ondertussen groeien in Liefde zoals God dit bedoelt. We zullen dan meer respect voor het leven ontdekken en pas op de plaats kunnen maken waardoor we ruimte geven aan allerlei organismen groot en klein, en uiteraard medemensen, zodat ieder aan zijn trekken kan komen.
Wanneer we ons druk maken over uiterlijke, materiële factoren die het milieu beïnvloeden, redden we het niet meer. We zullen eerst betere, eerlijkere ideeën moeten willen ontwikkelen, zodat we de natuur, onszelf en de lucht om ons heen vanzelf niet meer veranderen en uitputten. We zullen de klimaatproblemen die er zijn het hoofd kunnen bieden door liefdevoller in het leven te staan.
Denk hier over na en weet dat al die straffe maatregelen waar veel bepaalde mensen en groepen weer de dupe van zijn, onnodig zijn, zelfs liefdeloos en dus schadelijk. Veel regels die genomen worden om het milieu te redden, zijn niet uit God, omdat ze onvrij maken en prachtige initiatieven onmogelijk maken en doden. Weer gaat het om eigenbelang van een grote groep mensen die voor de kar van macht, aanzien en eigenbelangen wordt gespannen.
We weten dat we allemaal werkers van het licht kunnen zijn en we kunnen elkaar erop wijzen. We zijn zelf verzamelingen van licht die als gedachten uit God met elkaar verbindingen moeten aangaan, waarbij we niemand uitsluiten.
We dienen ons licht te laten stralen zover we kunnen. Als we er onze kleine omgeving door voeden, de mens die naast ons staat of de mens ver weg, maken we de wereld beter.
Het klimaat, het wéér volgt ons mensen. God doet wat wij willen.
Hoe groot we zijn, hoe machtig we zijn als we Gods licht in ons dóór ons heen laten stralen, beseffen we niet. Ooit zal iemand die dit wil, begrijpen. Ooit zal hoe dit alles in elkaar steekt, duidelijk worden. Als je bewust leeft, zul je echter zien dat dit hier en daar al zo is en zul je je lichtkracht ten volle inzetten, zonder te letten op eigenbelang omdat je weet dat je continue verbonden bent met de Lichtbron en dus nooit tekort krijgt, maar alleen maar hoeft te aanvaarden wat er is aan licht. Al zie je de nuances niet. Al ken je het verloop niet en weet je nog niet waarom nu dát wat er is nuttig of nodig is, je zult in je grootheid klein zijn en kunnen zeggen: ‘niet mijn wil maar Uw wil geschiede’. Ik ben beschermd en krijg wat ik nodig hebt omdat Uw licht mij voedt’.
En als er dan een zware periode is en je denkt dat er nu geen licht meer is, gloeit dit licht overal in de goede mensen die nog steeds de sterke overtuiging en wil hebben dat het licht nooit uit te doven is. Wat je dan alleen nog maar nodig is, is niet meedoen aan het uitzenden van zogenaamd licht. Bij jou kan het slechte weer, de nare sfeer, ongezond klimaat in je huis, in je lichaam, in je dorp, in je land minder worden.
Doe niet mee aan wat valse schijn is. Doe je best om het ware licht dat gezondheid, vrijheid en vrede brengt uit te stralen, ook al kun je weinig. Besef dat al heb je geen middelen, zit je eenzaam op een eiland – letterlijk of figuurlijk – je kunt zorgen voor een enorme mobilisatie van beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld waar jij om vraagt. Weet dat geesten dichtbij, om je heen, in het heelal waar dan ook harten kunnen bewegen, harte milder kunnen maken. Zij kunnen zorgen voor omvorming van dat wat liefdeloos is, als…. er maar een draagvlak voor is. Er moet dus een wens zijn bij een groot deel van de mensheid om dat goede geboren te laten worden. Doe daaraan mee. Je bent belangrijk en een onderdeel van een geheel waarin alles met elkaar dient samen te werken in liefde dan wel te verstaan.
Bidt, werk, denk, wil, lééf het echt goede. Het maakt de nieuwe wereld waarop we wachten.
Heus, het kwaad vecht, stuiptrekt, maar heeft geen schijn van kans als mensen er niet aan mee doen, er niet bang voor zijn er niet in geloven.
Ken je (licht) kracht dat God in jou is.
Gebruik dat en voedt de aarde, je daden, je omgeving, je land, je huis, je lichaam, je ziel.
Waar wij ons hart bevloeien met het helende water wordt het vruchtbaar en de aarde dus ook… We zitten in het tijdperk Aquarius, de waterdrager. Er wordt ons volop waarheid dat licht is voor onze ziel en aarde aangereikt. De mensheid is er rijp voor, alleen… moet de mens heel persóónlijk een keus maken om die waarheid ook gestalte te geven en geen slaaf zijn ego en van materie, die fijn, prachtig, mooi en noodzakelijk is, maar niet het doel en de redding!
Richt je niet op de indoctrinatie dat alles een gevaar is. Juist de maatregelen die men wil opdringen, de eenzijdige info die je hoort, de hersenspoeling die gaande is doen je kiezen voor het verkeerde, je moedeloos worden of juist overmoedig te denken dat de méns die kiest voor dwang en onvrijheid, het weet. Wézenlijke kennis uit liefde en waarheid geeft kracht en inzicht om het juiste te willen, te zien en te doen .
Waar Gods liefde is, is leven. Dat is het water dat alles doet leven. Dit tijdperk van de waterdrager is de tijd waarin de waarheid aan het licht komt en gebruikt gaat worden om een nieuwe betere wereld te maken met elkaar. Waar Gods licht er is, is er voldoende warmte, maar zal deze nooit verwoesten, buiten dat wat volgens Gods orde er aan toe is om bevrijd te worden om zo weer verder te groeien naar een hogere fase van bestaan.
Als we dan kunnen vertrouwen op Gods licht en we benutten ons eigen licht optimaal, moet er altijd het goede gebeuren. Dus waarom angst voor de toekomst? Vertrouwen is een eigenschap van leven, van liefde. Trouw zijn is verbonden blijven aan dat wat je sterk maakt, licht geeft. Vertrouwen en onderwijl groeien in liefhebben en niet oordelen zal dan dus niets anders kunnen doen dan leven en vruchtbaarheid brengen…
Gera Hoogendoorn-Verhoef
Dank je wel, zo fijn te lezen
Daar ben ik blij mee. Daar is het ook voor!