KERST 2023
Het is alweer Kerstfeest. Mensen maken het weer gezellig in huis. Kerstboom, winterboom, of decemberboom; we zoeken gezelligheid en vooral licht en warmte.
Wat betekenen de symbolen eigenlijk die horen bij een (traditionele) kerstviering?
We gaan de begrippen eens langs:
BOOM:
Een teken van vruchtbaarheid die niet voorbij gaat. Teken van nieuw leven en sterk leven. Immers, de dennenboom is en blijft groen, ook in de winter. De groene naalden laten zien dat de liefde die vruchtbaar is, altijd, ook in hartje winter (afwezigheid van liefde) overleeft.
Echte liefde houdt nooit op en blijft altijd trouw, zoals de naalden aan de boom blijven.
De boom is ook je eigen persoon, je levensboom. Dit leven moet je optuigen en versieren met goede deugden. Juist als het winter is. Moeilijk dus in de winter, omdat je ziel juist dan in het donker is, het koud heeft, moe is, de weg kwijt is, je lichaam pijn doet of je gewoon niet goed weet welke richting je moet opgaan om het lichter te laten worden.
De Dennenboom is geen heidens begrip. Het is juist heel mooi, dat toen men de ene God nog niet kende, juist midden in de winter besefte dat het licht juist dan gezocht en ook des te harder gebruikt en gewaardeerd moet worden. Dat men later in plaats van het Kerstfeest dat door Heidenen (heidenen zijn niet minderwaardig, maar kennen God niet!) werd gevierd, het christelijke kerstfeest plaatste was zo vreemd niet. Óók een lichtfeest, alleen van een hogere orde. Immers, de mens hoefde zelf niet meer alleen te zorgen voor licht met pijn en moeite, maar hij wist nu door de geboorte van Jezus dat Hij voor alle licht der wereld zou zorgen en je nieuwe kansen zou geven in vergeving van al je fouten, mitsen en maren. De mens zou voortaan alleen dat grote geschenk van de geboorte van Jezus moeten willen aanvaarden, en zijn liefde moeten laten groeien om op Jezus te gaan lijken. Kerstfeest gaat om het erven van de ‘levensboom’, de liefde die we allemaal zoeken.
NIEUWE KERST FEESTKLEDING
De nieuwe voornemens voor het Nieuwe Jaar en de goede daden die je tot een mooi mens maken, zijn je nieuwe kerstkleding. Je met zorg uitgezochte kleding is een eerbetoon aan het licht dat jouw ook zal gaan sieren. Je ziet er mooi uit met de nieuwe plannen in het teken van naastenliefde, goede wil en een zachtmoedig oprecht leven. Je goede daden, je goede hart zijn de versierselen van je ziel.
In de geestelijke wereld na dit leven vormen je goede hart en de goede daden de kleding die mooier is naarmate je een goed, liefdevol op God vertrouwend mens was. In de geestelijke wereld kun je allerlei zielen zien in de meest lelijke vormen en kleding. Het gaat dan om een ziel die nog heel veel eigen wil heeft, die tégen wat waar en goed is, ingaat. Als een dergelijke ziel groeit, dan wordt de kleding steeds stralender en onvoorstelbaar mooi. Voor de wijze liefdevolle ziel is te herkennen aan de ziel en hoe zij eruit ziet, wie zij werkelijk is. Voor de ziel die nog veel moet leren, lijken de zielen die er prachtig of opvallend uitziet, wijs en goed, maar zij zien de ware aard niet, omdat hun liefde om dat te kunnen zien, nog veel tekort is. Op aarde is het ook zo dat je veel beter kunt herkennen wie, wat van God is of wat, wie ook niet. Het is van grote waarde als mensen het ware in de dingen en de mensen of ook geesten kan herkennen. Alleen liefde willen en doen zorgt voor beter inzicht en hogere kennis. Rituelen, studies, inwijdingen zorgen nooit voor een juist onderscheidingsvermogen of betrouwbare kennis. Ze stellen surrogaat feestkleding voor die tijdelijk verfraaien, maar waaronder je je eigen persoon verschuilt. In deze tijd gaat het er bij veel mensen om om mooi en geslaagd te zijn, strak in het pak, geen ongerechtigheid aan het lichaam te kennen en anders verbouw je het wel. Alles is mogelijk en heb je er voorover. Maar… hoe is het met de ziel zonder al die uiterlijke schijn gesteld? Ook zo mooi of heel onzeker rond wie zij is en wat zij werkelijk wil?
VERSIERSELEN VAN DE BOOM:
De versierselen van de boom staan voor de deugden van onze ziel. Ze maken ons een mooier mens. Als we vrede in ons hart hebben, zenden we het ook uit. Zo straalt ons licht ook verder. We maken er alles mooier mee. Er zijn veel deugden die ons versieren en ons huis gezelliger maken: liefde, wijsheid, vaste wil om Gods wil te doen, naastenliefde, doorzettingsvermogen, geduld en barmhartigheid. Dit zijn de 7 kleuren van het licht. Dat licht zit in het natuurlijke licht dat ons via sterren en zonnen wordt aangereikt op aarde. Dat licht zit ook in ons. Ieder mens heeft alle 7 kleuren (soorten geest) in zich, maar voor ieder in weer andere unieke combinaties. We zijn in wezen uit al dat licht opgebouwd. We moeten onze kleuren (eigenschappen, talenten) gebruiken. Zonder dat licht kan niets en niemand leven. Zo kunnen we ook niet leven zonder het licht van de liefde. Liefde bevat allerlei ‘kleur’ als allerlei aspecten van wie we zijn en kunnen zijn. We hebben God nodig, want Zijn licht maakte ons, leeft in ons, doet weten en kunnen wat we nodig hebben.
Zonder licht, liefde, klaar gaan we dood en is ook alles doods. Een boom zonder kerst versiering en zonder licht stelt niets voor. We hebben licht nodig: een goede wil, een goed hart.
KAARSJES:
Kaarsjes zijn de lichtjes die warm en blij maken in de donkere nacht. Ze laten je de weg zien in het donker zodat het warmer wordt rondom je en ook in je. Juist als er geen zonlicht meer is en warmte nihil, hebben we licht, support, richting, warmte nodig. In onszelf en van elkaar. Als dat er niet is, dan weten we tenminste dat Gods licht er is waaruit we kunnen tanken. Dat geeft dan mogelijk nog een klein sprankje hoop, dus ook licht.
KLOK
De klok maakt ons wakker. De gebeurtenis van de geboorte van het Kind in Bethlehem is voor ons allemaal van belang. We moeten immers allemaal uit onze nacht op aarde komen, het licht tegemoet. Dat is de wil van de liefde. Ze roept ons, zoals klokken ons roepen om ergens naartoe te komen, stil te zijn of om op te letten wat iemand te zeggen heeft. Het kind heeft veel te zeggen. Het zegt: ‘kom, geloof dat Ik je leven béter kan maken. Heb lief en heb steeds meer lief en veroordeel niet en doe Mij na en durf offers te brengen. Niet ten koste van jezelf, maar gewoon omdat je weet dat als jij doet en draagt wat zwakkere mensen niet kunnen, het leven voor ieder beter wordt. Jouw leven wordt beter als je meer liefhebt. Ook dat van anderen. Ik haal alle pijn weg. Deze gaat vanzelf weg, als je iets voor een andere gaat doen en je eigen narigheid wil gaan vergeten. Ik breng een groot offer door een lichaam op aarde aan te nemen en door een hel te gaan. Ik ben God, en men kruisigt Mij alsof ik de grootste misdadiger bent. Jouw leven mag dan ook soms op een hel lijken, maar jouw hel zal verdwijnen als je met liefde leeft, al heb je het moeilijk. Ik ben het licht. Wordt ook een licht’! De klok roept ons dus naar de Bron. Daar is het leven brengende water, of te wel de liefde waarin we ondergedompeld moeten worden.
Betreffende het Kerstverhaal:
BETHLEHEM
Bethlehem betekend ‘broodhuis’. Daar waar de ware voeding, warmte, voorzienigheid is. Een veilig thuis met liefde en waarheid, goed voorbeeld dat leidraad is voor het kind dat in dat huis woont. Bethlehem betekent: ‘huis bij God’. Anders gezegd: plek waar veiligheid is om op te groeien. Plek waar waarheid en liefde is. Dát is zijn met God. Bethlehem is de stad waar God in een mensenlichaam van een kind geboren wordt en veilig kan opgroeien. Dat is een metafoor voor de wezenlijke onbaatzuchtige liefde (God die de enige waarheid is) die geboren moet in het lichaam (dat ook een huis is voor de ziel). Daarom zegt de bijbel dat we naar Bethlehem moeten om het Kind te ontmoeten. Anders gezegd: we moeten in ons eigen hart de Liefde zoeken en oppakken, ontmoeten en sterk maken. Ouders zijn het voorbeeld voor het kind. Ze zijn te zien als metaforen voor de wijsheid uit God en de Liefde uit God die het kind doen sterk worden om later met behulp van de wijsheid en liefde in het eigen de weg te vinden in het leven naar Zichzelf en de waarheid, die God is. God is dus wegwijzer, veilige plaats. Gods voorbeeld is ons dagelijks brood, voeding voor ons soms kille, donkere, onzekere hart. Brood, voeding is in Bethlehem – ons eigen hart waar we naartoe kunnen gaan – te vinden.
STER
Sterren in de nacht geven licht waardoor we in de nacht toch vooruit kunnen komen. Zonder sterrenlicht zijn we verloren, want we weten dan niet welke richting we uitmoeten. We stoten ons dan hard, verdwalen en bezorgen ons veel pijn. Sterrenlicht is metafoor voor de Waarheid uit God die licht geeft in het donker. Donker is onwetendheid, maar ook onwil. Dat veroorzaakt onze nacht met somberheid, stuurloosheid en soms uitzichtloosheid. We zijn dan overgeleverd aan het kwaad, de leugen die geen licht geeft of hoogstens schijnlicht. Leugen lijkt soms waar. Luxe lijkt vaak het enig goede en waardevolle, maar luxe en leugen verstikken uiteindelijk en doen verdwalen..
De waarheid heb je nodig om te ontdekken wat leugen is. Waarheid geeft inzicht. Daarom heb je ook licht nodig, vaak als je pas diep zit of lang lijdt… Licht in de nacht wijst de weg zoals de ster van Bethlehem de weg weest naar het ware woord, licht dat geboren werd. We moeten er voor in raken, voor open staan. Ons licht kán ook pas vaak in de nacht geboren worden. Als er al licht is, hoeft er immers niets geboren. Het is al licht genoeg. Juist wanneer er donkerte is, kan ook pas licht geboren worden. Je ziet het dan ook pas!
Alles wat waar en goed is, is licht. Onze nacht is ook onze onwetendheid en liefdeloosheid naar elkaar toe. Waar er een ster is, is er een wegwijzer naar de opening toe. Deze opening is in de grot (ons donkere liefdeloze, twijfelende hart) te vinden. Juist in de donkerte kan het licht pas iets doen..
Daarom wordt ook Jezus in een grot van weinig betekenis geboren. De liefde is alleen daar waar deze er kán zijn. Wie vindt dat hij alles al heeft en alles al weet (dus veel schijnlicht heeft) zal nooit vinden dat zijn hart een grot is, waar nodig licht opgestoken met worden. Hij is verblind door al zijn scherpe, schreeuwde neplicht, dat uitgaat als je het licht uit doet…
Hoog in de boom zet je een grote ster. Daarmee zeg je: het meest belangrijke in mijn leven is dat ik de Ster (licht, waarheid in de nacht (onwetendheid, ellende) volg en mij erdoor laat verwarmen.
KINDJE
Het kind dat geboren wordt in de grot bij Bethlehem is God in een mensenlichaam. De geest die dit lichaam vormde is God. Het lichaam werd opgebouwd uit dat van Maria. Dat was mogelijk omdat in haar haar bouwstenen zó gezuiverd waren en vooral ook via overerving zuiver gebleven waren, dat Jezus zijn lichaam ervan gebouwd kon. Daarbij bood de ziel van Maria die zo zuiver was dat zij leek op hoe God dit bedoelt voor een mens, verder de juiste voorwaarden voor een opvoeding die er toe zou leiden dat Jezus zijn taak waarmee Hij op de aarde kwam, zou kunnen gaan doen.
Zonder lichaam zou God niet zichtbaar op aarde kunnen komen en zou God nooit Zélf dus een voorbeeld als mens kunnen stellen. Mensen waren ondertussen zover weg gegroeid van God, omdat ze Hem als ‘onbereikbaar, hoog verheven te ver weg voor de zondige mens’, buiten zichzelf waren gaan zien! Het kind vormt een wegwijzer naar opperst geluk, oftewel de hemel die in de mens zelf ligt te wachten op ontwikkeling. Dat opperst geluk is een leven in liefde, zodat allerlei strijd, verdeeldheid, oneerlijkheid, ongelijkheid zouden ophouden te bestaan. Zoals een ster aan de hemel staat in het donker is ook het kindje een lichtpunt in onze nacht van allerlei pijn, verdriet en zorg. Door het kind te aanbidden (bovenaan je to do list te zetten, geef je hoogste eer) zeggen we eigenlijk dat we willen doen wat de prille liefde (het kindje dat volwassen en sterk moet worden), van ons vraagt, en ons laat zien. Een kindje gaat groeien. Zo dient ook onze liefde te groeien naar een volwassen onbaatzuchtige dienende liefde. Alleen zulke liefde is waarborg voor welvaart en vrede.
Het kindje vraagt geen enkel offer (ritueel). Alleen maar eerlijkheid, ongekunsteldheid, gelijkheid, warmte voor elkaar, zoals een baby alleen maar de liefde en zorg als voeding nodig heeft en meer niet.
GROT
De grot waar Jezus werd geboren was een grote grot rond Bethlehem die dienst deed als schuilstal voor het vee van de herders. De grot staat symbool voor ons koude hart, waar het soms zelfs vriest (alle warmte erin weg is en we kou lijden). Het kind wordt in een grot geboren zoals de liefde ook pas daar kan gaan komen waar het eerder donker en koud was. Waar liefde niet wordt gewild of niet wordt gewaardeerd, heeft liefde ook geen enkel effect. Je moet het willen.. Je wilt het vaak pas, als je beseft hoeveel kou je lijdt… Maria en Jozef hadden zo hun menselijke gebreken en overtuigingen, maar waren eenvoudige en wijze mensen zoals God dat graag ziet. Ze richtten hun hele leven naar wat God van hen vroeg. Hun hart was goed en eerlijk. Daar gaat het om. Zij namen genoegen met de grot en overnachtten daar om hun veiligheid, wetende dat In de grot (hun eigen hart) altijd Gods stem zal zijn die hen richting geeft en warmte door te weten dat er Iemand is die er voor je is. Niet om hun comfort. Praktisch en feitelijk omdat ze in overtreding waren en niet gezien wilden worden in de stad door de vele soldaten. Er was heus wel plaats voor hen, maar niet bij de ménsen. Ze waren immers niet getrouwd en kregen tóch een kind. Daar stond in die tijd de doodstraf door steniging op. Ook waren de zoons van Jozef deserteurs. Zij waren niet ingeschreven en ontdoken militaire dienst. Ook daar stond doodstraf op. Het gezin had zich niet kunnen vertonen in de stad, waar het wemelde van soldaten.
OS/STIER
Dieren huizen, schuilen in de stal. Ze koesteren zich, zoals onze ondeugden, zwakke punten en hartstochten in de hoeken van ons hart zich schuil houden om maar niet ontdekt te worden. Zou dat wel het geval zijn, zouden we de stal immers moeten uitruimen en schoonmaken. De mens hoort te heersen over de dieren, zoals mensen de baas moeten zijn over hun kwalijke trekken, wensen en zwakten. De dieren moeten niet de mens de baas zijn. Dieren die gecultiveerd zijn door liefde, zijn juist hulp in de stal. Ze zijn tam en dienen de mens met hun bemesten, beweiden, vlees, huid, leder, vacht, melk en verder naar hun aard. Ze verwarmen het kindje – de prille liefde in de mensziel – het hart dat groeien moet en warmte nodig heeft. Als je ingezien hebt wat er in jezelf niet liefdevol en waar is, moet je dat aanpakken. Het ervaren hebben van de moeite, strijd en last die hartstochten, foute gedragingen of overtuigingen veroorzaakten, is metafoor voor de tam gemaakte wilde dieren (de os, de stier). Deze dieren zijn bij het kindje in de grot. Jezus wil ze graag om zich heen. Ze hebben zich immers gebeterd door liefde te willen, aan te nemen en zich er door te laten verwarmen. Op hun beurt geven ze uit eer voor het kindje de warmte die dat kindje – de pril ontwaakte, gekozen liefde – ook weer verwarmt. De dieren houden de familie dus warm in de vrieskou. Het is het gelijkmoedige gemoed (os) dat in zijn onschuld grote dingen (Jezus’ geboorte) meteen kan herkennen als waar en waardevol. Het verstand wil altijd de meest slimste zijn, maar is dat vaak juist niet. Het is het hárt vol liefde en deemoed (de ezel), dat kan begrijpen wat het wonder van het kerstfeest eigenlijk is: de eigen wil en liefdeloosheid afleggen en liefde in het hart (grot) toelaten en koesteren omdat dit voor ieder dit dat wil gewoon is.
EZEL
De ezel droeg Maria naar de grot. Later zou een veulen van deze ezel Jezus op Palmpasen Jeruzalem indragen.
De ezel staat voor deemoed. Een deemoedig mens erkent dat hij het niet alleen kan en uit zichzelf niets kan en weet. Hij weet dat zijn liefde tekort is en weet dat hij hulp nodig heeft. Hij weet dat er ‘iets’ is dat hem de voeding, het licht, sturing geeft die hij nodig heeft. Alleen de deemoedige mens vraagt om hulp omdat hij erkent dat hij die hulp nodig heeft. Daarom zal een mens klein moeten zijn om hulp en leiding te vragen en toe te laten. Pas dan zal hij groot kunnen zijn omdat hij de juiste kennis en kracht heeft om het leven te leven, als hij dit met zuiverste liefde wil leven. Wil een mens die opperste liefde niet als doel hebben, dan zal deze mens het moeten hebben van zijn eigen maat van liefde en kennis. Als dat verkeerd gericht is, of veel te weinig is, dan zal deze mens zich veel builen en pijn bezorgen. Hij maakt dan immers op verkeerde grond en vanuit onzuivere intentie zijn keuzes. Wat hem dan overkomt wijt deze mens ook nog eens aan de ander, waardoor ook strijd, oordeel, veroordeling en strijd en ‘ik ben meer dan jij‘ volgen, waardoor alle ziekte, verval en dood de wereld in komen. De mens in zijn eigen oorzaak omdat hij de betere wil zijn, maar het niet kan zijn als hij niet erkent dat hij God nodig heeft die de enige waarheid en leiding in zijn eigen hart is en wil zijn, maar niet KAN zijn als de mens dat niet wil. Het is de minderwaardige ezel die staat voor de zwakke, arme, zieke mens die de liefde pas toelaat ((Jezus draagt) als die liefde geboren wil worden. Pas dan kan hij alle problemen overwinnen. Immers, de liefde is dan bij hem, omdat hij een klein hartje heeft dat niet de eerste, beste, mooiste wil zijn, maar zijn last wil dragen. Last is liefhebben, omdat de meerderheid van de mensen die belangeloze liefde belachelijk maakt, kleineert en niet in de buurt willen hebben. Zij gaan voor glitter, goud, luxe, aanzien en denken door egoïsme en hoogmoed méér te zijn en méér te bereiken. Ze vinden de eerlijke, echte, natuurlijke dienstbare mens maar een ezel…
HERDERS
Herders waren het uitschot van die tijd. Ze waren verstoten om hun misdaden en werden door ieder geminacht en gemeden. Daarom leefden ze op het veld, weg van de steden.
Toch waren zij de eersten die voelden dat de ster iets heel belangrijks voor hen betekende. Zij hadden ook de ruimte letterlijk en figuurlijk om het licht te herkennen. Ze werden niet bezig gehouden met streven naar luxe en zorgen voor hun welzijn. Ze leefden onder simpele vaak minder dan basale omstandigheden en waren gehard naar lichaam, waardoor hun ziel juist meer ontvankelijk was voor wat wérkelijk waardevol, van belang was. Ze hadden alle tijd om te midden van de natuur na te denken en in zichzelf te kijken. Zodoende werden ze gevoelig en rijpte hun intuïtie. Veel wereldse mensen hebben daar helemaal geen gelegenheid voor en ook geen aandacht. Ze worden afgeleid door al die wereldse doelen en verleidingen die hen afhouden van … het meest echte ik in henzelf. De herders volgden eigenlijk automatisch de ster en kwamen zo tot het kind in de grot. Een mens die niet veel te verliezen heeft, staat meer open voor warmte en echte waarheid en kan deze sneller herkennen en ook érkennen omdat het verstand, het ego hem niet zo in de weg staan. Door hun zware moeilijke leven waren zij de eersten in plaats van de laatsten. Zo wil de liefde ook niets anders dan die mensen die van goede wil zijn, tegemoet komen en de last verlichten.
KRIBBE
De kribbe was een voertrog voor de dieren. Een bak waar je dus uit eet. Zo is het kindje ‘ter voeding, als spijs’ neergelegd in de voerbak. Je kunt het kindje zien als voeding voor je hart, zoals licht, warmte, waarheid je goed doen en je doen worden tot een sterk, oprecht mens, zoals God ieder heeft bedoeld. Ieder kan van het ware Woord – het kindje – ‘eten’. Het woord is de kennis en kracht der onbaatzuchtige dienende liefde die alles goed en sterk maakt. Daarom verdwijnt honger lichamelijk en geestelijk gezien pas door eten van goede kwaliteit brood. Dat brood is de liefde die Jezus is en geeft. Zijn leer is het woord dat ons zou moeten voeden. Doet dat het niet en je neemt genoegen met beschimmeld brood dat geen goed brood meer is, stel je je tevreden met onwaarheid dat schijnvoldoening geeft, maar je op den duur ziek maakt. Zo is ook het verdraaide of niet goed uitgelegde woord van God, ziekmakend omdat het op het verkeerde been zet, mensen doet lijden door de strijd en verdeeldheid, die God nooit heeft gewild. Het zijn de ménsen die het brood van slechte kwaliteit serveren en de tafel verkeerd dekken. Je eet dan wel mee en vindt het wel lekker, maar het voldoet niet en maakt uiteindelijk ziek, al kan dat lang duren. Als je uit de ruif wil mee eten, moet je wel goed weten uit wie zijn ruif je mee eet…
DOEKEN
‘Maria wikkelde het kindje in doeken en legde het in de kribbe’. De doeken zijn de overtuigingen vanuit het verstand die nog sterker zijn dan het innerlijk weten. Het verstand is een kei in het verhullen van wat waar en goed is. Zo kan menig hart in een graf veranderen als het in ‘doeken van verstandelijk beredeneren gewikkeld is. Het maakt het leven uiterst ingewikkeld en op den duur verkilt het hart. Er komt geen warmte meer binnen, maar er ook niet meer uit. Dat is metafoor voor de innerlijke, geestelijke dood, waaruit je moet opstaan. Het wordt dan tijd om ‘iets uit de doeken doen’ en ‘ontwikkelen’. Doeken houden de mens vast in zijn verkeerde neigingen, overtuigingen of geloof en leiden af van wat er had kunnen zijn, namelijk een makkelijker leven vanuit meer dienstbaarheid. Maria deed wat de engel haar vertelde. Maria is het symbool voor de kinderlijke onschuld in de mens die zegt: ’niet mijn wil maar de uwe zal geschiede’. Ze aanvaarde Gods wil dat zij zwanger zou zijn. Ze vroeg in kinderlijke onschuld niet verder, maar aanvaarde en ‘deed’. Maar echt volwassen was haar gedrag nog niet. Ze begreep de grote dingen nog niet echt, al probeerde ze de wil van God te volgen en kon ze deels het wonderlijk grote ervan te zien. Haar ‘doeken’ haar intentie verwarmde echter Jezus. Ze had in onschuld en deemoed de verstandsdoeken afgelegd. Ze deed gewoon wat God van haar vroeg, al begreep zij nog maar een beetje. De liefde kon bij Maria dus groeien en werd goed verzorgd.
MUZIEK:
Je maakt muziek als je blij bent of blij wilt worden. Denk maar eens aan het gezegde: ’dat klinkt als muziek in mijn oren’. De herders hoorden engelen zingen. Zingen is altijd al een manier geweest om gevoelens te uiten en er ook hoop door te krijgen. Zingen zorgt voor heel fijne trillingen die iets kunnen veranderen in je lichaam, ziel of zelfs om je heen. Daarom kan muziektherapie of gewoon zelf muziek maken, zingen of ernaar luisteren heel veel goeds voor je doen. Zo kan ook bepaalde muziek vanuit een chaotisch of verward brein je ook heel onrustig maken of zelfs negatief beïnvloeden.
Door de mens bedachte gewoonten, rituelen, symbolen:
FEESTELIJKE TAFEL, SAMEN ETEN
Als de mens feest viert, doet hij dit met zijn geliefden. Eten met elkaar is teken van samenzijn, delen, genieten. Je deelt van wat je hebt en zet je beste voedsel en spullen op tafel. Metafoor voor: wat jij hebt, heb je te bieden. Je deelt van je overvloed met wie je lief is en met wie je wilt zijn of met die mensen die je wilt steunen, voor wie je iets wilt betekenen. De tafelversiering staat voor het meest beste wat je hebt, laten zien. Dat moet niet ontaarden in ‘kijk mij nu, ik ben de beste en heb dit alles’, maar een gebruiken van je huisraad naar kwaliteit die jij blijkbaar ‘in huis hebt’.
Lekker eten: Voedsel is dat wat je in je moet opnemen om je lichaam te voeden. Het grove in die voeding voedt je grofste lichaam. Het minder grove, voedt je organen. Het meest ijle, zuivere, voedt je ziel. Uit je voeding haal je dus verschillende niveaus van voeding. Heb je geen goede, (natuurlijke zuivere) voeding, dan komt dus sowieso je ziel er bekaaid af. Er is in slechte voeding immers geen leven meer. Voeding die bestaat uit chemische bestanddelen en geen licht meer bevat kan dan wel ergens je lichaam ‘voeden’, maar voedt nooit je ziel, omdat je ziel alleen maar van geestelijk licht dat in gezonde voeding aanwezig is, kan gedijen. Sterker nog, als je je alleen maar voedt met onnatuurlijke, slechte voeding – al is deze lekker – dan verdonkert je ziel door de belasting van negatief bewustzijn waar die chemische voeding uit bestaat! Zonder zuivere voeding verdicht de ziel waardoor het vermogen tot opnemen van hogere bestanddelen uit de voeding, afneemt. Vindt dit langdurig plaats, dan verdonkert de ziel, heeft zij amper of geen inzicht in verbanden tussen geest en materie, wordt ze meer en meer depressief, agressief en kan zij niet meer het licht in de dingen (het wézen der dingen) zien. Ze maakt daardoor verkeerde inschattingen, neemt verkeerde keuzes en wil ook het verkeerde en trekt ook het verkeerde aan. Ze maakt immers minder onderscheid tussen wat goede en minder goede kwaliteit van voeding. Ze kán dat door gebrek aan licht immers niet (meer). Er wordt niet voor niets gezegd: ’je bent wat je eet’. Goede voeding is ook dat wat je in dankbaarheid en liefde nuttigt. Al heb je amper of iets slechts te eten, dan nog is dat geen probleem als je dat eten in dankbaarheid en werkzaamheid nuttigt of ervoor werkt. Tevredenheid is immers aspect van belangeloze liefde. Een zegen vragen voor je eten is geen dom gebruik en hoort ook geen automatisme te zijn, maar is bedoeld om even bewust dankbaar te zijn voor wat je hebt en de weg te openen voor talloze engelen die precies weten hoe, waar, wanneer je lichaam het beste gediend is met welk bestanddeel in die voeding. Als je je open stelt voor het goede, maar zelf niet weet wat het goede precies is, of je moet genoegen nemen met te weinig of slechte voeding of zelfs geen, kan de geestelijke wereld aanvullen wat nodig is. Een mens die dankbaar en tevreden is, heeft minder snel honger of last van slechte voeding. Een betere vertering is gevolg. Een vrijgevige gastheer die wil delen van wat hij heeft en je neemt zoals je bent is metafoor voor Jezus die je uitnodigt aan tafel om zijn woord te horen (het brood te delen) de waarheid ervan in te zien (de wijn tot je nemen) om er gezond door te worden. Gezond worden is helen (genezen) naar hart en ziel. Dát heeft vaak tot gevolg dat ziekte of misstanden uit je leven verdwijnen om beter te handelen zijn. Dit is de betekenis van de wens ’een goede bekomst, of wel moge het je bekomen’, na het eten.
AMANDELSPEIS
Spijs is een zoete kostbare voeding voor ons lichaam, zoals het woord van het Kind voeding is voor onze ziel die hunkert naar vrede (als je goed gegeten hebt, dan voel je je voldaan en vredig).Zoals onze honger gestild wordt, wanneer wij lekker gegeten hebben, zal ons lijden minder worden wanneer wij erop vertrouwen dat het kind Jezus ons door dik en dun blijft helpen. Zijn stem is immers altijd in onszelf aanwezig. We hoeven alleen ‘het woord dat we in ons horen (geweten) aan te nemen als goede voeding (zoete koek).
We moeten dan natuurlijk wel het brood (spijs) willen eten en er het goede mee doen! Zolang we tégen ons hart in leven, gaat het ons niet goed, al merken we dat niet altijd meteen. We zijn dan immers niet zoals God in ons wil. We lijden dan honger en gaan surrogaten zoeken.
KERSTCADEAUTJES
Heel vroeger gaf men nooit geschenken met Kerst. Eind 20ste eeuw is het voor veel mensen normaal geworden om elkaar met kerst cadeautjes te geven. Sieraden van goud en zilver, zelfs diamanten en grotere andere cadeaus zijn voor veel mensen belangrijk. Het echte geschenk was (is) de geboorte van God in Jezus op aarde en… de liefde in je eigen ziel. Dat je dat wilt en er blij mee bent, bezorgt jezelf al een groot cadeau. Als het goed is, zul je er een beter en blijer mens door worden die minder ellende veroorzaken zal en beter kan omgaan met tegenslag en pijn. Je weet dan immers, dat al die narigheid eens is afgelopen en je kan gaan leven bij God in een prachtig pijn-, moeitevrij geestelijk leven, waarin je alles zal hebben wat je wil en nodig heeft. Dát te weten is een groot cadeau. Daar kan geen duurste gouden sieraad tegenop.
Kerstfeest is een lichtfeest. Het herinnert ons dat de liefde in ons geboren moet worden. Onze kille grot (hart, levensomstandigheden) die ons kou doet lijden, moet wijken voor een tempel van licht waar we in onszelf de stem horen van vrede. Wanneer we dat gaan doen en gaan leven naar de wil van de liefde die ook in ons leeft, maar echt geboren wil worden, wordt zachtjesaan ons eigen kind in ons geboren. Dat kind is ons wezen dat altijd nog hunkert naar gezien worden, geliefde zijn en weten dat je goed bent zoals je wezenlijk bedoeld bent en dat gebruiken door dik en dun in het volste vertrouwen dat je ermee thuiskomt!
Gera Hoogendoorn-Verhoef