Tien geboden bekeken

Tien geboden nader bekeken

Gods adviezen, leefregels, tien geboden zijn niet ouderwets, maar gelden voor alle tijden.

Naast de tien geboden zijn allerlei leefregels gegeven. Deze zijn ondermeer te lezen in Deuteronomium 14-28.
In de Bijbel zijn alle adviezen die God ons geeft opgetekend en heel duidelijk uitgelegd. De mens ging deze regelgeving echter vanuit verstandelijk denken en vanuit het ego uitleggen. Geestelijk inzicht verdween of sloot men (hier en daar) uit, waardoor de mens overging tot wetgeving en leefstijl die nogal eens tegen Gods regels in ging en gaat.
God geeft de goede, dringende raad (niet dwingende raad. Gods wetten zijn geen wetten, die persé gevolgd moeten worden op straffe van dood, hel en verdoemenis, maar liefdevolle, wijze adviezen) die – wil de mens voorspoed en vrede kennen – opgevolgd dienen te worden.
De oudste beschavingen volgden deze adviezen. Zij bleven in de zegen van God
(voorspoed) zolang zij zich hielden aan de gegeven wetten. Toen de mens zich door de tijd heen eigen wetten schiep en op eigen, menselijke wijze Gods wetten ging interpreteren, verloor de mensheid aan welvaart en begon de strijd, ongelijkheid en verval.
De enige weg terug is het zich weer gaan voegen naar de leefregels die de allerhoogste waarheid en liefde ons doet weten in ons hart, dat deemoedig genoeg is om de minste te willen zijn.
We zullen weer terug moeten willen gaan naar ons geweten.
Terug gaan naar wat we altijd al hebben geweten. Want… diep in onszelf weten we wat waar is. We zullen dit ware wat in IEDER mens leeft, ook moeten gaan laten groeien en er naar moeten gaan leven.

- In de Bijbel geeft God al het advies geld niet te beleggen en de raad dat er geen (woeker) winsten moeten worden gevraagd. Geld moet rouleren. Ieder moet er van kunnen profiteren en niet enkelen, wat wel het geval is als geld weggezet wordt. Een gezonde redelijke appel voor de dorst is raadzaam. De een heeft een kleine appel nodig, omdat hij kleine gezonde plannen heeft. De ander heeft meer nodig, voor gezonde grote plannen. Oppotten en meer en meer verzamelen, is wat anders en wordt door God niet bedoeld. Tevredenheid en gezonde werkzaamheid uit dienstbaarheid, delen met de zwakkeren is uitgang bij het sparen en beheren van geld.
- God zegt dat ieder een tiende van zijn inkomsten zou moeten afstaan, zodat met dat afgedragen geld de gemeenschap kan groeien en weduwen en wezen en zieken geholpen kunnen worden. Logisch dat dat geld dan ook eerlijk en nuttig besteed moet worden en niet moet gebruikt voor onzinnige dingen waar de doorsnee mens of de armere burger niets aan heeft.
- God adviseert eens in de zeven jaar de grond niet te betelen, zodat deze zich kan herstellen, waardoor zieken van gewas en dus ook zaad (door uitputting van grond) worden voorkomen.
Wij planten alles echter propvol, bemesten onnatuurlijk, gebruiken veel te veel schadelijke stoffen en putten de grond uit. Verschraling, verdwijnen van structuur leveren minder voedzaam en sterk gewas op. Grote onkosten, maar ook mineraal gebrek in de voeding als gevolg.
- God adviseert de zevende dag van de week te rusten van het harde werken en de zorgen tijdens de werkweek. Deze vrije dag is nodig als break in de week en om weer energie en moed te verzamelen voor de komende werkweek. Hij adviseert ons deze dag te benutten om te genieten van dingen die anders niet kunnen, aandacht te besteden aan gééstelijke dingen waar er anders niet veel van komt.
Maar de mens wil ook deze dag zijn inkopen kunnen doen, allerlei ‘leuke’ dingen kunnen doen, waardoor hij anderen verplicht te werken. Wij willen steeds vreemder vermaak, waarvoor we weer extra geld moeten zien te verdienen. We hebben dan de zondag nodig voor de luxe die we eisen. En voor je het weet doe je er zelf ook hier of daar in mee.
Een vaste rustdag is ons gegund omdat wij daardoor sneller geestelijk kunnen groeien. Een andere dag kan natuurlijk ook een rustdag zijn. Maar regelmaat en vaste tijden voor inspanning en ontspanning zorgen voor een bepaalde orde waardoor gemakkelijker een bepaald evenwicht kan worden beleefd. De mens weet dan waar hij aan toe is en een ander dus ook. Voor ieder dan rust in zekere zin, tenzij het door nuttig, noodzakelijk werk uiteraard niet anders kan. Dan is een andere rustdag natuurlijk noodzaak en dringend advies.
Zondag is dag van de zon. Dag van het licht. Licht is ook inzicht, kennis. Dit licht kunnen we krijgen door naar een kerkdienst te gaan, maar ook door eens te bezinnen op innerlijke dingen. Ook een goede daad verrichten door een bepaald bezoek af te leggen, waar het er anders niet van komt, of jezelf resetten, vormt licht. De vrije rustdag is er voor geestelijke voeding en ontspanning. Voor de ander, dus ook voor jezelf!
God adviseert om de rust te zoeken. Hij weet dat wij immers in die rust en ontspanning weer in contact komen met onze diepste verlangens. In de hectiek van het stressvolle leven met alle verplichtingen ne wensen, weet je vaak niet meer wat eigenlijk je diepste wensen zijn. Je groeit er snel vanaf. Zo vervreemd je van de waarheid in jezelf en … word je onecht! Dát brengt vervolgens verzwakking. God weet dat deze diepste dingen van je hart - die waar en echt zijn omdat ze je maken tot wie je bedoeld bent te zijn - uitgedrukt moeten worden, wil een mens echt gelukkig zijn.
Teveel rust willen hebben, steeds meer vrije tijd en minder werkdagen is ook niet goed. De mens wordt er alleen maar lui van en heeft weer meer geld nodig - in korte tijd verdiend - om op prettige wijze zijn vrije tijd op te vullen… Neem eens rust en zet eens niet de tv of de radio aan. Neem eens tijd voor bezinning en verwerking en hol niet meteen maar weer door naar de volgende activiteit of afspraak.
- God adviseert ons om niet meer te doen dan we nodig hebben, omdat we anders voortijdig opbranden, vanwege het moeten voldoen aan de eisen die de wereld, ons ego, ons lichaam ons stellen.
- God adviseert ons in alles maat te houden, omdat dat onze ziel en ons lichaam gezond houdt, waardoor we in staat zijn bergen te verzetten.
- God adviseert ons niet te stelen. We stelen echter van de zwakken, door zelf meer denken nodig te hebben. Olie, goud, katoen, uranium, hout, diamanten, halen we uit landen, waardoor de bevolking armoede lijdt. We stelen van de staat (belasting ontduiken), van bedrijven, omdat ‘ze toch al genoeg hebben en ze het wel kunnen missen…’En de staat, bedrijven stelen in zekere zin van de burger door te veel te eisen aan regels en inzet. We stelen van onszelf en zoeken vaak belangen in dingen die ons gelukkig lijken te maken, maar vaak slechts tijdelijk geluk brengen en geen blijvend, innerlijke rust in je gemoed.
- God adviseert ons onze vader en moeder te eren. Dat doen we niet en leren dat ook niet altijd meer. We zijn druk met leven en overleven. We gaan stug onze eigen gang en kijken liever niet meer om naar de familie, omdat we het druk hebben met carrière maken, geld verdienen en uitjes, pleziertjes, die er in overvloed zijn. We willen ook wel eens wat en vergeten wat zij voor ons hebben gelaten. Trouwens, met vader en moeder eren, wordt geestelijk gezien het eren, het hooghouden van de waarheid (vader) en de goedheid (de moederliefde) bedoeld. Deze waarheid en goedheid zijn in onszelf te vinden, maar hebben het als het goed is van onze ouders geleerd. Zo niet, dan is het een logisch gevolg dat je niet zo goed met je familie omgaat of zelfs niet zoveel om hen geeft. Je hebt dan immers al genoeg aan jezelf omdat je amper weet wat wijs en goed is..
Waar we waarheid en goedheid in onszelf en de ander hebben geleerd te eren, gaat het ons allemaal goed en komt niemand tekort. Ook je familie niet.
- God adviseert ons een gezin te stichten. Doodeenvoudig om de reden dat er dan een gemeenschap wordt gevormd waarin de liefde de basis is voor zorgzaamheid, hulp, steun, bemoediging en veiligheid. In familieverband is er een samenleving in het klein, waarbij bepaalde uniciteit, individualiteit, saamhorigheid, steun, veiligheid en ruimte is gewaarborgd en samenwerken en samenleven is geleerd. Ook incasseren en respecteren leer je dan. Waar er geen gezin is, zijn er andere wegen om gemeenschappen te vormen in liefde en is dat ook goed als de basis geen egoïsme is!
- God adviseert ons Hem boven alles lief te hebben, te eren en vandaar uit onszelf en onze naasten zoals wij zelf ook willen worden behandeld. God zegt niets anders dan dat wij de hoogste liefde en de hoogste waarheid moeten eren (waard- eren). Dat is het God eren. Als wij dat doen, doen we automatisch het goede. Waar wij God in ons eren, drukken wij ons uit, precies zoals de liefde en de waarheid in ons willen. Daarmee dienen we onze medemens. De mens heeft echter bedacht dat God geen God van liefde is, maar alleen maar een wettisch, oordelend God. Daarmee staat hij zichzelf toe te (ver)oordelen, waar God adviseert dat juist niet te doen…
- God zegt van Zichzelf dat Hij als kiem in ieder mens is gelegd en dat alles wat leeft uit Hem voortkomt. Zolang de mens dat anders ziet en God buiten zichzelf denkt, herkent hij ook het goddelijke niet in zijn medemens en zal hij deze dus kunnen benadelen, manipuleren en overheersen en ook blijven zoeken naar een waarheid buiten zich en niet DE waarheid in hem.
Zo wordt een mens onecht en streeft hij dingen na die niet bij hem passen of hem verzwakken, wat liefdeloos is! En dat terwijl God zegt: ‘heb lief!’
- God heeft gezegd dat de mens de aarde moet bevruchten, en zich moet vermenigvuldigen en de aarde moet bevolken. God heeft niet gezegd dat we maar raak kunnen vrijen met ieder die we maar tegen komen. God heeft richtlijnen meegegeven die er voor zorgen dat we bij de juiste man of vrouw de kinderen verwekken die bij ons passen. Waar wij deze richtlijnen in de wind gooien en te pas en te onpas willen vrijen zullen in allerlei omstandigheden kinderen komen, wat alle betrokkenen problemen - die groter zijn dan we soms aankunnen - oplevert. Liefde was immers niet de basis, maar een tijdelijke, lichamelijke, materiële ‘liefde’ die alleen maar moeite met zich meebrengt. Opvoeden, leven is veel lastiger waar echte liefde ontbreekt. De aarde bevolken beetekent geestelijk gezien ons hart (aarde) vruchtbaar maken door goede daden (bevolken).
- Waar God zegt dat Hij leven geeft en neemt en wij menen dat wij dat kunnen doen, zullen we verkeerde tijdstippen en situaties kiezen om leven te laten ontstaan en te beëindigen. We zullen grenzen dáár leggen waar ze ogenschijnlijk liefdevol lijken, maar in wezen gebaseerd zijn op eigenbelang en angst. We bezorgen onszelf en anderen hierdoor veel zorgen, leed en problemen.
- God zegt dat wij de kinderen tot Hem moeten laten komen en dat wij ze daarbij niet moeten hinderen. We voeden onze kinderen echter lang niet altijd meer op in de ware geest van de ware liefde. Dat is echter toch echt de enige waarheid die de mens tot God (heelheid, vrijheid) doet komen. We geven hen ónze (dus beperkte, gedeeltelijke) waarheden, in welke soms amper ruimte meer is voor dienen, naastenliefde, echtheid, geloof in je diepste kern die van God is, mee.
We zijn zélf niet meer de onschuldige voor geestelijke zaken ontvankelijke, alles vergevende, niet oordelende kinderen. Hoe kunnen we dan deze dingen leren aan onze kinderen?
- God zegt ons onze kinderen de liefde voor Zijn wezen (voor de Vader) in te prenten (Deuteronomium 6: 6-8). Daar bedoelt God mee, dat wij de Hoogste Waarheid in God zullen eren, door die hoogste waarheid in onszelf en in die van de ander te eren. Eren is vormgeven in liefde. Er wat mee doen. Je échte wezen laten zien. Als we die Hoogste Waarheid eren - vormgeven dus - hebben we lief… God eren is dus dóén wat de zuiverste liefde is en wil. God zegt dus niets anders dat we er alles aan moeten doen om onze kinderen de zuivere liefde te leren en... voor te leven.
- God zegt dat man en vrouw kinderen dienen op te voeden in een leven van liefde voor God en elkaar.
Dat betekent niet alles maar goed vinden en slikken tot je stikt.Wij denken dat we kinderen in allerlei situaties kunnen opvoeden en denken dat het niet zoveel uitmaakt wie een kind opvoedt. We zien niet in dat er met man (vader) en vrouw (moeder) de onvoorwaardelijke liefde en waarheid worden bedoeld. Waar deze ontbreken is het kind al op weg om ego, hoogmoed, zelfzucht, gemakzucht, leugen te ontwikkelen. Verlies van ware identiteit uit God dus. Hoe moet een kind waarheid en goedheid vinden in zichzelf en de ander als hem deze niet worden voorgeleefd en worden geleerd?
- God adviseert om bij elkaar te blijven, waar mensen voor elkaar, voor het leven hebben gekozen. Dit om allerlei moeilijkheden voor zichzelf, voor de kinderen en ook aangetrouwde families, gezamenlijke vrienden, maar ook voor de aangegane verplichtingen te voorkomen. God zegt dat we niet moeten scheiden wat Hij heeft samengevoegd. We hebben niet meer lief uit onbegrensde, dus perfecte eeuwige liefde, waarin heus niet alles altijd naadloos en naar het zin verlopen zal. We willen alles wat we zelf willen en gaan weg bij iemand wanneer hij ons iets niet geven kan. We stellen niet meer de vraag ‘wat heb ik de ander te bieden’, maar ‘wat heeft hij mij te bieden’. We hebben niet meer onvoorwaardelijk, maar vóórwaardelijk lief, dus begrensd. In een dergelijke liefde is er niet de verbondenheid door God.
Er valt dan dus ook niets te scheiden…
Waar God mensen samenvoegt, zijn deze mensen door werkelijke liefde verbonden en zullen zij vanzelf niet scheiden. De liefde tussen die mensen is eindeloos. Waar wordt deze liefde nog gewild, gezocht en opgebracht? De mens en zijn kinderen lijden door eigen tekort aan liefde en denken dat het onmogelijk is om onbegrensd lief te hebben. Waar is het geven en het nemen? Is het niet meer eerst het némen geworden wat de mens het belangrijkst is gaan vinden?
- God zegt dat de sterke mens voor de armen, de zwakken en ouden van dagen dient te zorgen. We dumpen hen echter vaker dan nodig is (wat is nodig?) in een bejaardenhuis, houden hen in leven eenzaam ‘keurig verzorgd door goede verplegers,’ omdat ‘wij het niet kunnen opbrengen,’ wensen hen soms stiekem dood, uit op enig bezit en erfenis, of gewoon door onze eigen hoge werkdruk, moe van allerlei levensproblematiek. De maatschappij, onze huizen en systemen zijn niet meer afgestemd op het verzorgen van onze zwakkeren. Samenleven doen we liever ieder voor zich. Het kan ook niet meer veel anders.
Voor oudedagsvoorzieningen is er amper geld vrij. Liever maken we dure atoomwapens, nieuwe automodellen, miljoenen kostende films, luxe kantoorgebouwen, investeren we in kostbare alarmsystemen en dure, veelvuldige vakanties.
Het wordt een mens zelfs moeilijk gemaakt om een medemens in eigen huis te verzorgen.
Of de voorzieningen, aanpassingen zijn er niet goed genoeg, of er is geen vergoeding voor soms hoge kosten, of geen vervanging voor verzorging zodat de verzorger er niet eventjes tussenuit kan. Het lijkt wat zwart-wit, toch is het goed om eens kritisch te kijken naar hoever we dikwijls afgedwaald zijn van de naastenliefde en liefde voor ons eigen diepste wezen, dat we negeren, kleineren, uitputten, niet op waarde schatten.
Natuurlijk zijn er veel goede initiatieven. Maar waar is de steun en bemoediging om die initiatieven die ons échter dus meer liefdevol en sterker maken te laten uitgroeien tot méér en beter?
- God zegt dat zieken genezen kunnen worden in Zijn naam, waar de zieke en de genezer dat vast geloven. De medische stand, de wetenschap noemt deze dingen echter kwakzalverij en verlakkerij en achtervolgt de mens die een keer iemand (die uit eigen vrije wil kiest voor een bepaalde hulp) niet heeft kunnen redden. Er moet echter heel wat gebeuren wil de arts vervolgd worden om de bijwerkingen, zelfs de dood door medicijnvergiftigingen, vaccins die opgedrongen worden omdat ‘ze het enige redmiddel’ zouden zijn, verkeerd gelopen operaties, niet op huisbezoek komen omdat de tijd erop zat, het afzetten van het verkeerde been, enzovoort. De groten zijn niet kwetsbaar. Het is weer de kleine groep, de individu die ánders, vanuit niet door de gevestigde verstandelijke orde erkende kennis hulp biedt, die zwak is en amper beschermd is. Geestelijke waarheden en wijsheden lijken nog steeds ondergeschikt te zijn aan wat de algemene verstandelijke, uiterlijke orde wenst.
- God gaf adviezen voor juiste voeding en gebruik van kruiden bij kwalen en ziekten. De natuurgeneeskunde, de klassieke homeopathie, de kruidengeneeskunde worden dikwijls gezien als een zielig effectloos mislijdend alternatief. Men is het inzicht in samenhang tussen geest en materie kwijt en oordeelt daarom ook zo.
- God heeft gezegd dat de mens het land en de zee met al wat er in is zou overheersen. De mens heeft er van gemaakt dat hij alles wat hij maar wil kan omvormen, vernietigen en doden. God heeft echter met heersen een heersen vanuit wijsheid en liefde bedoeld. Waar de mens dat zou doen, zou er voldoende gezond natuurlijk evenwicht zijn en er geen voortijdig bedreigen en zelfs uitsterven van levensvormen zijn. De mens is zijn eigen grootste vijand. De mens heerst uit hoogmoed en machtswellust. Hij ziet niet meer in dat in alles God is. Dat alles samenhangt met het andere. Dat ALLES ELKAAR NODIG HEEFT. Hij pakt wat hij pakken kan en verstoort broos, perfect op elkaar afgestemde levensvoorwaarden en levensvormen die samen een perfect evenwicht houden.
- God adviseert ons de voorraden die we aanleggen wanneer er een overvloedige oogst is, door wijzen te laten beheren en armen van deze voorraad te geven, en dat de rijken niet meer moeten kunnen kopen dan zij normaal gesproken nodig hebben. Een oproep dus om eerlijk te verdelen en zuinig te zijn.
Ieder mens is echter druk bezig met het verzamelen van geld en goederen, om winst te behalen of toekomst zeker te stellen, maar waarmee we de kwetsbaren onder ons, dichtbij of ver weg benadelen. Maar niet te spreken van het bewaren van goederen voor slechtere tijden. We jagen onze voorraden er door heen en verwachten deze benodigde spullen en voeding wel te kunnen krijgen of anders wel te hálen. We sparen niet meer. We lenen meer dan ooit om ook maar te hebben wat we hebben willen, zonder dat we van plan zijn de tering naar de nering te zetten. Onze hoogmoed is al zo groot dat we niet meer bereid zijn om maar iets te missen…
We bewaren niet meer het hoognodige, maar verspillen het door luxe - die echter tijdelijk is - te bezitten. Waar er extra’s zijn worden deze uitgegeven aan dikwijls ondoordachte of egoïstische zaken, die een bepaalde groep, of slechts een prettig moment dienen, maar zeker niet de zwakken van de samenleving. Gemeenschapsgeld uitgeven is gemakkelijk. Het gaat tenslotte niet uit je eigen zak…
Het lijkt alsof met het spaargelden beleggen enzovoort, de mensheid gediend is. De mensen die dit geld oppotten zullen zeggen dat het de economie krachtig maakt. Dat er verschil moet zijn, dat het de sterke benen zijn die de weelde kunnen dragen, dat zij grotere verantwoording hebben, dat het volk bij hen wel vaart. Dat is echter niet zo. Geld dat weggezet wordt, kan niet gebruikt worden op die plaatsen waar het werkelijk nodig is. Geld dat wordt ingezet om nog meer geld te verdienen, néémt werkgelegenheid en geeft dit niet. Geld dat in handen is van beheerders wordt immers alleen ingezet voor eigen dus beperkte doeleinden, die ook altijd weer geld (en macht) moeten opleveren. Ieder is slaaf van het geld.
- God heeft gezegd dat de mens niet moet begeren wat van zijn naaste is. De mens die egoïstisch is en niet bereid is om te delen van dat wat hij voldoende heeft, zal hier niet mee eens zijn. Bij hem begint de vrede, de gelijkheid dan ook niet. Hij oordeelt dat hij meer rechten heeft dan zijn medemens. Hij vindt dat hij door zwakte, door ziekte, door weinig talent, door weinig moed enzovoort, onvoldoende heeft. Trouwens ook de mens die weinig heeft, heeft toch zijn mogelijkheden. Hij dient daarin gestimuleerd te worden hoe weinig zijn middelen ook zijn. De mens die ontevreden is, heeft geen vrede met wat hij heeft, wie hij is. Hij zal willen hebben wat zijn buurman, familielid, vriend, of een bekende Nederlander heeft. Hij gaat grenzen verleggen, wat hem niet past. Hij dient zijn waarde te ontdekken en te gaan geloven in zijn eigen belangrijkheid of hij veel of weinig bezit of middelen heeft.
Waar hij dit niet doet, oordeelt hij ook. Hij kent God niet in hem die hem precies dat geeft wat hij nodig heeft. Tevreden zijn is overlopen van vrede.
Waar een mens tevreden is, brengt hij vrede.
De mens die werkelijk ziek is, gehandicapt is, zwak naar ziel is, zal deemoedig aanvaarden wat de andere medemens hem in zijn goedheid geeft en ondertussen dat doen wat hij kan om ook zijn (hoe bescheiden ook) bijdrage te leveren aan een medemens, of zelfs een groep. Hij zal tevreden zijn in wat hij heeft te geven en een ander niet benijden om wat hij wel kan en heeft. Hij zal tevreden zijn in het dienen, of dat nu hard werken inhoudt of niet zo hard werken.
Ook dient de mens niet de vrouw van zijn broeder te begeren, zo zegt de Bijbel. De mens in deze tijd verwart lichamelijke lusten met gevoelens van liefde en denkt daarom recht te hebben een ander zijn man, vrouw, vriend of vriendin af te mogen pakken. Overspel is normaal geworden voor velen. Het lichaam is de baas. Het is dikwijls sterker dan menig geweten.
- God heeft niet voor niets gezegd, dat het lichaam ‘gekastijd’ dient te worden waar het te veel eisen stelt. God bedoelt hiermee, dat waar de driften van een lichaam te sterk zijn, je je anders moet gaan gedragen, je moet ophouden met je te vervelen, iets nuttigs moet gaan doen en zinvolle afleiding moet gaan zoeken wat ook anderen goed doet.
Je moet jezelf discipline opleggen en de baas worden met je innerlijke kracht (je vaste wil om het goede te doen ) over de hartstochten van je lichaam die je van God (de waarheid in jezelf) afhouden en die heel vaak alleen maar voor jezelf prettig of leuk zijn.
Je moet jezelf liefdevol en wijs áánpakken.
Seksualiteit is de voornaamste reden voor zwakte en allerlei fouten die de mens begaat. Wellust houdt de mens van de liefde en respect voor de ander af. Vandaar dat veel criminaliteit uit verkeerd gebruik van seksualiteit voortkomt.
Met kastijden wordt niet slaan en mishandelen bedoeld, zoals men nogal eens denkt. Nee, het is niets meer of minder dan het lichaam minder de zin geven, door het af en toe aan banden te leggen en je liefdevolle verstand te volgen dat zegt dat niet alles maar goed voor je is al geeft het je tijdelijk plezier of voordelen. Je kunt niet elke dag een taartje eten…
- God heeft gezegd: ‘als gij wist, gij zijn goden. Gij zoudt in staat zijn om bergen te verzetten.’
In onszelf ligt de kracht tot scheppen. We kunnen - waar we daar vast in geloven - inderdaad het onmogelijke bewerkstelligen. We gebruiken onze krachten uit God echter niet, door ons buiten God (buiten de liefde, de waarheid) te begeven. We vinden het godslastering, te zeggen dat wijzelf scheppen. We begrijpen dan nog niet dat God in ons werkzaam is, zodra wij ons met God verbinden door de liefde en waarheid te leven. Wanneer we ons hierin ontwikkelen zullen we alles gaan weten en kunnen wat we nodig hebben. We boren dan Gods bewustzijn in ons aan en kunnen er ons voordeel mee doen. We zullen dan zieken in Gods naam kunnen genezen (waar dit onze taak is en het de zieke dient). We zullen van alles wat we nodig hebben door Gods macht kunnen toe eigenen als we niet twijfelen. God wil voor ons wat wij in goedheid willen en wensen. Ons eigen ongeloof houdt ons klein. We scheppen wat wij geloven.
- God heeft gezegd dat Hij in de tempel woont. De tempel is het hart van ieder mens. Waar de liefde in iemands hart wordt uitgedrukt, ‘gaat de mens al naar de kerk’. Deze mens luistert al naar Gods woord. Waar hij steun hierin nodig heeft (en dat hebben veel mensen) zegt God, is het goed om naar de kerk te gaan.
Maar niet perse vanaf de preekstoel, maar vanuit zijn eigen hart, waarin God zijn Voorganger is, zal de mens dichter bij God – de waarheid – komen.Waar de mens behoefte en steun heeft aan kerkgang, moet dit natuurlijk kunnen en kan dit heel veel waardevolle, soms zelfs onmisbare steun betekenen. Het risico is echter dat mensen uiteindelijk gaan om de gewoonte, het niet beter weten, soms zelfs verplichting, maar ook uit gemakzucht. Kerkgang, gedoopt worden, communie doen, hoort niets anders te zijn dan actief de liefde leven.
Dit maakt dat een mens Gods kind is. Daar is geen ritueel voor nodig, al is het natuurlijk ook niet verkeerd om met een oprechte intentie bepaalde riten te volgen als dat bij je past.
God heeft nooit bedoeld dat er een uiterlijke kerk en ceremonie rond Hem en Zijn leer zou ontstaan.
- God heeft ook gezegd, dat een mens ‘zich in zijn binnenkamer moet terugtrekken,’ dat rituelen niet in plaats van de liefde mogen komen, dat een ander niet hoeft te zien wat je bidt of dát je bidt, wat je geeft en hóe je geeft. Er is geen bepaalde plek of kamer nodig voor het bidden. De stilte zoeken en even tijd maken voor een gesprek met God, daar gaat het om. Het is het verkennen van de waarheid in jezelf die wacht om herkend, geloofd, gebruikt te worden. Een mens die de nieuwe dag, zijn besluiten, problemen opdraagt aan God, of Hem deze voorlegt, begint heel anders zijn dag, kijkt heel anders naar zijn probleem of plannen. Zijn dag is gemakkelijker.
Hij weet dat hij verzekert is van Gods support en bescherming.
Dit vertaalt zich in allerlei zaken die hem toevallen: een mens die hem troost; zijn oog dat valt op de juiste advertentie; een gevoel iets bepaalds te moeten ondernemen; een gevoel van onvrede dat hem weerhoudt iets (verkeerds) te doen; de moed om het juiste te zeggen of te doen; een geweten dat spreekt enzovoort.

De mens dient alleen te leven in liefde. Dat is de enige wet die voor God telt. Al het andere heeft de mens er van gemaakt. De mens gelooft nog steeds – hoe bestaat het in onze moderne tijd – dat God alleen tevreden is wanneer een mens bepaalde rituelen doet en zich houdt aan bepaalde voorschriften en dogma’s, zonder ook nog eens daarbij soepel te kunnen zijn in de wijze van invulling. Men ziet nog steeds een oordelend God, die belust is op uiterlijke eer en vertoon, prots en praal. De mens denkt nog steeds dat God een wettisch God is die alleen maar kijkt hoe een mens de wet vervult. De mens begrijpt nog niet genoeg, dat het er altijd weer omgaat, de liefde te leven. Wetten, regels worden opgeheven waar de liefde verschijnt.
Als je voldoende liefde voor de waarheid hebt, dóé je, wíl je vanzelf het kwade, onware niet (meer).
Iedere wet is minder dan de liefde.
De wet brengt altijd beperking, onvrijheid en dwang.
De liefde brengt altijd vrijheid, leven en laten leven.
Dat is de enige waarborg voor het handhaven van ieders uniek zijn.

De wetten die God heeft gesteld, gelden met name voor de mens die materieel is ingesteld. Waar een dergelijk mens zich probeert te richten naar deze wetten van eenvoud, eerlijkheid, soberheid, discipline, vervalt de mens niet nog verder in het slaaf zijn van lichamelijk genot, wellust en egoïsme op welk terrein dan ook. De mens die de liefde volgt, zal vanzelf minder materieel worden qua ziel en lichaam dus minder egoïstisch zijn dan de mens die een meer materiële ziel heeft. Deze mens die uit liefde wil leven, heeft de wet niet nodig. Hij staat boven de wet, zoals ook de onbaatzuchtige liefde zonder oordeel boven iedere wet staat. God staat boven de wet.
Wie de liefde, God volgt, is vrij en láát vrij.
Waarheid is altijd waar. De waarheid die ‘toen’ waar was, is dat nog steeds. God is de enige waarheid. Alles is van God. Alle dingen die er zijn, zijn delen van de enige waarheid.
De waarheid leven betekent voortspoed voor een mens, een volk, een natie, een wereld.
Gods wetten gelden nog steeds. De wetten zijn terug te voeren op twee hoofdgeboden, zoals God in de bijbel spreekt: ‘Heb God boven alles lief, jezelf daarna en je naaste zoals je zelf wil dat jij wordt geliefd’:
Heb de waarheid, de zuivere liefde het meeste lief.
Heb de waarheid, de zuivere liefde in jezelf lief.
Heb de ander zijn waarheid, de zuivere liefde in hem lief.
Het is een noodzaak dat mensen de wetten van de liefde houden en elkaar van zichzelf geven.
Dan is er immers een wederzijds ontvangen en geven. Pas dan groeit er gevoel van betrokkenheid en saamhorigheid tussen mensen, dorpen, leefgemeenschappen, steden, volken, naties. Daartoe heeft God de mens Zijn richtlijnen (wetten, tien geboden) gegeven. Nergens anders voor.
The Great Reset zal volgen als we de liefde weer toelaten en de tien wijze wetten van de liefde weer verkennen en toepassen!
Een nieuwe beter wereld zal het gevolg zijn.
God wil geen wereld die beter is voor een bepaalde groep. Hij wil geen resetten van de hele wereldeconomie, beleid en wetten die mensen onvrij maken. God wil een resetten op grond van Zijn eeuwig wijze woorden van Liefde.

Gera Hoogendoorn-Verhoef.

2 gedachten over “Tien geboden bekeken”

  1. Goedemorgen Gera,

    Dank je wel voor het mooie artikel over de 10 geboden!

    Ik heb gezocht op je website naar de nieuwe wetenswaardigheden rond Covid-19 deel 8 maar zie het nergens staan. Ik zie wel 2x deel 7. Misschien is er iets niet helemaal goed gegaan?

    Hartelijke groet Mieke

    1. Dag Mieke,
      Deel 8 staat er. vreemd dat je ze niet kunt zien staan! Ik zie ook geen 2 x deel 7 staan.. Succes hoor!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *