Waarom is Hij een hij en geen zij.
Was Jezus nu wel of geen man. Waarom is Hij een hij en geen zij? Deel 1
2018 stond een artikel geschreven door Peter-Ben Smit, hoogleraar contextuele bijbel interpretatie VU Amsterdam. De vraag die gesteld wordt werd, was: was Jezus nu wel of geen man.
Als je iemand kent, weet je wie je voor je hebt. Anders ken je iemand niet. Als je iemand ontmoet, heb je – als je zintuigen in orde zijn – kunnen zien of iemand man of vrouw is. In deze tijd lijkt dat echter maar de vraag te zijn of onze zintuigen ons wel de juiste informatie geven. We gaan twijfelen aan ons gezonde verstand, onze intuïtie, ons gevoel, onze waarneming. Oké, waarneming is niet altijd objectief. Ze kan gekleurd zijn met vooroordelen, onwetendheid of juist met vaste wil iets zo te willen zien zoals jij dat wilt.. of iemand kan zich anders voordoen dan hij is om allerlei redenen. Ook kan iemand vinden dat jij verkeerd waarneemt bijvoorbeeld omdat jij gekleurd waarneemt. Al met al, als we vanuit waarneming met voor- of veroordelingen gaan ‘kijken’, kunnen we bedrogen uitkomen.
We kunnen echter ook vertrouwen verliezen in onze juiste waarneming. Hoe kunnen we op een juiste wijze waarnemen?
De bijbel geeft het antwoord: Gebruik de zuivere liefde in je en je zult het juiste in de dingen of situaties zien, waardoor je richting kunt bepalen en behoed wordt om grote fouten te maken.
Anders gezegd: Laat het de zuivere liefde zijn van waaruit je waarneemt en het zal goedmaken wat de ander krom maakt, rechttrekt of verprutst, verdraait. Nog anders gezegd: wandel met God en het leven zal je niet zwaar vallen. Of nog anders: ‘God zal je ingang en je uitgang behoeden’, of: Zonder de liefde red je het niet, dus alleen door liefde zul je het juiste inzicht hebben enzovoort.
Je zult dan wél – zegt de bijbel – moeten geloven dat die kracht – die jouw waarneming scherpt – in jou zelf aanwezig is. Dan zul je ook standvastig moeten zijn in dat geloof dat dat zo is en je niet moeten laten weerhouden om jouw eigen gezonde gevoel – je hart – te volgen. Dat volgen van je hart is dan – wanneer je werkelijk (dus in het diepst van je hart) de zuivere liefde wilt volgen – de stem van God waarnemen en ook opvolgen. Je hoeft er niet voor naar een kerk. Je hoeft geen oefeningen te doen, geen rituelen. Wat je wél moet doen – zo zegt Gods woord -: die hoogste liefde als doel willen hebben en die naar je vermogen doen zoals dat volgens jouw aard, wezen, talenten en mogelijkheden kan. Je hebt dan gedaan wat je kon, want wat jij aan goeds wilde, was het goede omdat de intentie het zuivere te doen, het enig goede was wat je kon doen om iets bij te dragen aan een wereld van vrede en welzijn, in jezelf en om je heen.
Immers, wie goed doet, goed ontmoet.
Waar het ego in een mens iets anders voor ogen heeft – namelijk eigenbelang en geen offers betreffende onvoorwaardelijke dienstbare liefde wil brengen – zal de mens lijden naarmate hij die zuivere liefde niet voor ogen heeft en dus door de tijd heen verliest. Hij kan dan niet meer goed in zijn hart vernemen wat het zuiver goede is. Hij moet dan inzicht missen. Wat hij waarneemt wordt dan gekleurd door de mate van liefde die hij wél heeft. Hij moet het dan méér hebben van zijn verstand, wat anderen hem vertellen, doen geloven en voorleven
Zintuigen worden door de mate van egoïsme afgestompt omdat ze dan niet meer gevoed worden door de zuivere liefde. Juist deze liefde heeft alle intelligentie in zich heeft om ieder het goede te wijzen. Mensen die egoïstisch zijn, vertrouwen niet meer op hun gezonde intuïtie, vormen zelfs op het laatst geen geweten meer en… verliezen die intuïtie, dat geweten. Ze zullen dan toch – om staande te blijven in de wirwar van het leven – steun zoeken bij die personen, instituten, genootschappen, overheden, geleerden, boeken, techniek, kunstgrepen enzovoort, die zeggen de waarheid in pacht te hebben en met plausibele of gewenste uitleg komen. Hierdoor zullen ze hun ziel en zaligheid laten afhangen van wat men ervan vindt en wat men van je vraagt of ten strijde trekken en andere voortrekkers zoeken en volgen. Je raakt dan jezelf kwijt wat kon gebeuren omdat je niet wist dat God in je te gebruiken is, of je in het geval je niet wilde dat Hij in jou de weg zou wijzen in kleine dingen en ook mega belangrijke zaken die alle zaken in het leven privé en het algemeen betreffen.
Zoals je vroeger – en nog steeds – de tijd en richting kon bepalen aan de stand van de zon, zijn de meeste mensen deze vaardigheid verloren, omdat ze kozen voor ander gemak, al is het maar een horloge, GPS, tomtom, timers enzovoort.
Mensen zoeken God nog steeds op de verkeerde plek. God is alleen in de Liefde die in- en uitstroomt waar, hoe, in welke vorm, wanneer dan ook, als… iemand dat wil en volhardt om die zuivere liefde, levenskracht achterna te jagen in… zuivere liefde.
Zuivere liefde verbindt alles wat bij elkaar past en doet uit elkaar gaan, wat niet past. Waar ieder dat met liefde zo laat gebeuren is er voor ieder genoeg en zal het juiste aan de orde zijn, doodeenvoudig omdat niemand anders, het niet-goede meer wil! Het staat en valt dus met wat een mens wil: kiest hij een leven in zoveel mogelijk liefde wat al het goede in zich heeft, of wil een mens dat niet en kiest hij voor zijn ego met al haar materiële wensen, beperking van leven en denken. Kiest hij voor een leven met God of zonder God. Afhankelijk van wat een mens hierin kiest en lééft, heeft hij inzicht.
Deze inleiding was even nodig om verder te kunnen:
Als we iemand echt kennen, weten we zeker met wie we te doen hebben. Anders zouden we niet kunnen zeggen dat we iemand echt goed kennen. We moeten dus onze vriend goed willen kennen. We zullen daarom liefde voor die vriend moeten hebben. Anders zal er nooit een gelijkwaardige communicatie en samenwerking kunnen zijn.
Zeer goede vrienden zullen elkaar ook aanvoelen waardoor maar de helft gezegd hoeft te worden. Veel dingen gaan dan vanzelf.. Wie kent dat?
Als we iemand tot grote, betrouwbare, vaste vriend hebben, zijn er geen geheimen meer die er in een andere situatie nog wel zouden kunnen zijn. Goede vrienden verbergen soms toch nog wel eens wat geheimpjes, die ze niet willen delen. Ergens is er dus nog gêne, iets dat tegenhoudt, of er is nog een ándere waarheid te vertellen. De vraag is hier echter of er dan toch echt wel sprake is van absolute betrouwbaarheid en liefde over en weer. In geval van absolute betrouwbaarheid, vriendschap, zuivere liefde, zou er immers geen oordeel, geen veroordeling zijn en dus ook geen onveilig gevoel. Alles – jouw persoon – wordt dan aanvaard zoals deze is. Alles wordt genomen zoals het is en kan gedeeld waar dit van toepassing is. Hoe iemand eruit ziet, wat hij is maakt dan allemaal niet uit. Het gaat om de vriend die iemand voor je is. Het wézen dat door jou wordt herkend terwijl dit door anderen soms helemaal niet wordt herkend, of zelfs wordt vertrapt.
Of dat het geval is, weet je door die zuivere liefde die je een juist geweten geeft. Niet klakkeloos, maar met behoud van het eigene. Eigenwaarde is er uiteraard als iemand mag zijn zoals hij is en er liefde wordt bespeurd. Iemand die eigenwaarde bezit, kan het eigene behouden en zal dat niet verkwanselen. De offers die gebracht worden, worden dan niet ervaren als offers. Er is dus geen energieverlies, dus geen verzwakking, dus blijft iemand sterk ook al put iemands gedrag je uit of brengt iemand je door zijn relatie met jou – de vriendschap – in een lastig parket.
Er is geen veroordeling, maar een puur accepteren van hoe iemand is. Iemand kan zich dus kwetsbaar opstellen, kan grote fouten maken, grote tekortkomingen hebben, maar de vriend blijft van deze mens houden! Dat is een groot goed. Het waardevolste dat een mens kan kennen buiten de relatie met God in wie iemand de meest echte Vriend kan zien.
Als je zo met elkaar zou kunnen leven, zou er op aarde geen ruzie zijn en zouden er geen misstanden zijn. Mensen zouden elkaar opzoeken of ook loslaten waar leefstijl, levensovertuigingen en doelen niet meer met elkaar matchen.. of niet (meer) nodig zijn. Je hoeft niet alles goed te vinden. Maar als iemand niet past bij jouw waarheid, hoef je niet met die persoon door het leven te gaan. Ieder mag zijn plek hebben. Leven en laten leven. Plek is niet bepaald een materiële plek, maar ook een beleven van mogen zijn en doen wat je aan liefde in je wil. De maat van liefde bepaalt of je zijdelings met elkaar op menselijke wijze om zou kunnen gaan of niet. Heb je weinig liefde, zul je veel veroordelen of zelfs dwarsbomen.. Kwaliteit van leven heeft alles te maken met de kwaliteit van liefde die iemand heeft.
Menselijke liefde is mogelijk zeer groots en tot de dood scheidt en ook over de dood heen, maar echt 100% zuiver kan haast niet, omdat geen mens perfect is. Wel kan een mens een zo perfect mogelijke liefde nastreven, wat ook Gods advies is aan ieder mens: ‘heb lief zoveel je kunt. Neem Mij als hoogste voorbeeld en leiding aan en doe evenzo.’
Bij Jezus Christus hebben we niet te maken met een bepaalde kwaliteit van liefde. Hij is zuiver liefde.
Hij is perfect. Er is bij Hem geen fractie van een tekort. Daarom is er bij Hem geen oordeel en veroordeling. Hij kan gewoon man zijn zoals Hij is. Jezus heeft Gods Geest in zich. Niet een beetje, niet onzuiver, maar geheel en compleet perfect. Daarom hoeft niets in Jezus aangevuld en .. hoeft Hij dus ook niet te leren van een ander, van een tegenpool, van… een vrouw of zoals enkele mensen dus te denken geven, van een man…. Jezus is ondeelbaar Zichzelf. Hij heeft wel een lichaam dat gevormd is uit stof. Die stof bestaat uit bewustzijn dat ooit de weg uit God dacht te kunnen gaan. Alle materie, stof, is niets anders dan intelligentie uit een groep geesten die het zonder God wilden stellen. Een lichaam bestaat dus uit verre van volmaakt bewustzijn. Jezus’ lichaam was heel speciaal. Het moest in staat zijn de perfecte geest van Jezus te huisvesten. Dat is nogal wat…
De familiebloedlijn via David tot in Maria – de moeder van Jezus Zijn lichaam – leverde die voorwaarden en dat soort lichaam dat Jezus nodig had voor Zijn taak en voorbereiding daarop.
Jezus moest dus wel degelijk zien om te gaan met wat Zijn lichaam aan sterke impulsen en noden had. Hij kon dat omdat Hij zich uit eigen wil alleen richtte op Zijn doel de wil van De Vader – Jezus’ geest in hem – te doen.
Daarom kon Hij deze enorme klus ook doen tot het bittere eind. Jezus als mens wist dat alleen volstrekte vrijheid kan komen, waar geen enkel atoom meer hangt aan materie en dus niet-liefde. Daarom kon Hij ook alleen maar via de zuivere wil tot liefhebben Zijn doel bereiken en een voorbeeld zijn voor de mens.
Jezus kwam op aarde om te laten zien wat het wezen van God is. Hij kwam voordoen dat je totale vrijheid kunt bereiken als je materie gebruikt, maar nooit als doel hebt.
Materie is immers niets anders dan in bepaalde mate van liefdeloosheid gevangen dus ernstig beperkt bewustzijn. Door materie – stof – lief te hebben, versterk je die liefdeloosheid en gevangenschap en onvrijheid dus.
Door materie te verloochenen, voeg je licht en vrijheid toe, waardoor je losser komt van de stof, de materie, je lichaam, je bezit enzovoort. Waar één polariteit afneemt, neemt de andere polariteit toe. Daarom is het ook dat God de mens adviseert zijn géést te volgen en niet zijn lichaam. Immers, je neet dan toe aan geestelijk inzicht waardoor je je lichaam veel beter kunt vormgeven, wat dus minder lijden voor jezelf en de medemens tot gevolg heeft. Immers, het hogere inzicht en de wil om Gods wil te doen, geven je betere kennis en dus keuzen, waardoor je minder liefdeloos bent. Vergeestelijken betekent dus toenemen aan liefde, wat afname van lijden tot gevolg heeft, al zal lijden altijd bij het menselijk aardse leven horen omdat je te doen hebt met tijdelijkheid, beperking en tig mensen die allemaal weer iets anders geloven, zeggen, willen en doen. Verdraagzaamheid is ook weer méér mogelijk wanneer iemand meer vergeestelijkt, dus meer liefheeft, waardoor ook weer minder wordt bijgedragen aan allerlei soorten ellende.
Jezus liet zien – door Zich als onschuldige te laten kruisigen – dat Hij verder leefde met een gééstelijk lichaam. Hij liet zien – al tijdens Zijn leven op aarde – dat een mens kan gebieden over hemel, aarde, ziekte, gezondheid, de natuur, dieren, weersverschijnselen enzovoort. Hij liet Gods kracht ongecensureerd, dus in puurheid door zich heen werken, waardoor allerlei materie kon worden omgevormd. Jezus zou dat niet hebben gekund als Gods geest niet totaal en perfect in Hem aanwezig geweest zou zijn. Maar.. al zou Jezus zelf Zijn leven niet in dienst hebben willen stellen om die geest van de onvoorwaardelijke – dus zuivere liefde – volledig te leven, zou Hij geen enkel gezag hebben gehad over de materie, het weer, of wat ook. Zijn missie zou dan mislukt zijn. Als mens was er dus een zeker risico dat Jezus zou falen in Zijn opdracht. Immers, kiezen voor eigenbelangen uit angst is geen mens vreemd.
Omdat God echter niet kan falen omdat Hij perfect is, faalde Jezus ook niet, omdat Zijn liefde perfect en zuiver was, voor wie Hij was (en nog steeds is)!! Jezus had dus geen greintje twijfel (liefdeloosheid) voor zijn Wezen (dat God is). Daarom juist kon Hij wat Hij kon en is Hij nog steeds wie Hij is.
Bij die perfectie past het niet om zich willen verbinden met een partner of zo.
Daarbij past niet geslachtelijke omgang of zo.
Deze dingen waren niet bij Jezus aan de orde, omdat Jezus’ geest en ziel ondeelbaar perfect zijn, dus nooit een toevoeging nodig zou hebben. Jezus kan alles IN en UIT en DOOR Zichzelf.
Hij heeft niemand en niets daarvoor nodig. Het moet logisch te begrijpen zijn, dat iets dat perfect is – hoe dat ook is – geen toevoeging zoekt of nodig heeft en ook niet kán hebben, want waar zou Hij dat andere perfecte dan vandaan moeten halen? Als iets perfect is, wordt er niets gemist. Met wie, wat zou dat iets dan moeten binden?
Daarom is het onzinnig zich af te vragen of Jezus man of vrouw geweest zou zijn of een minnares, huwelijk gekend zou hebben of Jezus wel of niet ‘uit de kast’ gekomen zou zijn enzovoort. Waar deze vragen gesteld worden, geeft dit blijk van onvoldoende inzicht in het wezen dat God, Jezus is.
Er is geen beperking voor Jezus in het man zijn. Hij beleeft Zijn zijn, zoals zijn 100%-tige liefde dat beleeft. Alles is voor Hem mogelijk en precies goed, al is het leven daarmee niet meteen maar 100% makkelijk en perfect.
Een mens kan zélf de juiste intentie hebben en de juiste stappen zetten, maar moet het doen met wat er om hem heen gebeurt als gevolg van wat mensen om hem heen willen en scheppen. Omstandigheden om je heen, kunnen het je moeilijk maken, waardoor wat je wilt niet lukt. Dat heeft zijn voor en zijn tegen, maar wordt toegelaten omdat geen mens perfect is, dus dingen mist, moet leren, ontwikkelen, eigen maken en de vrije wil heeft en ieder in liefde op die situatie dient te reageren, hoe erg liefdeloos deze situatie ook is. Iedere betrokkene leert van hoe iets is en hoe ieder daar mee omgaat. Het gaat er telkens weer om dat een mens dient te aanvaarden, maar ondertussen in liefde zijn weg zoekt, waardoor de omstandigheden juist ten goede kunnen keren, al lijkt dat onmogelijk, of is de tijd of gelegenheid tekort om het resultaat te ervaren en of te begrijpen. Ieder mens heeft medemensen nodig om door hen, door een vriend, partner meer liefde eigen te maken.
Waar een mens in de materie aanwezig is – en dat is het geval betreffende het leven op aarde (een lichaam van een mens is immers materie) – kan hij nooit en te nimmer perfect zijn. Het lichaam is immers gebouwd uit bewustzijn dat de weg in God niet wilde en.. kwijtgeraakt is. Het bewustzijn waaruit een mens is samengesteld is altijd nog wel zeer hoog ontwikkeld, maar altijd weer divers,
‘van alles wat’, maar voor ieder weer uniek in samenstelling, maar nooit alles, dus nooit compleet, dus nooit in die zin volmaakt. Hij is immers UIT God maar niet God ZELF. Hij heft het ZELF van God in zich, maar weet dit niet meer, wil dit niet meer en dient dit juist weer te willen, te zoeken en.. te vinden via onvoorwaardelijke liefde het eigen maken van onvoorwaardelijke liefde. Jezus Christus hoefde dit niet. Hij IS perfecte liefde.
Ook het lichaam moet echter omgevormd in puur geest. Het bewustzijn waar het lichaam uit samengesteld is, is zeer grofstoffelijk, zeer eigenzinnig en dient de ziel te helpen zichzelf te vergeestelijken. Een andere reden voor het hebben van een aards materieel lichaam is er niet. Dat omvormen van dat lichamelijke bewustzijn dat door egoïsme en eigenzinnigheid gevangen wordt gehouden in een cyclus van moeten, waardoor het gelouterd wordt, gebeurt tijdens het leven van de mens. De mens dient zijn lichaam te sturen, te bevelen, te bezitten. Helaas bezit het lichaam vaak de ziel. In dergelijk geval dat dit zo is, noem je iemand meer of minder zinnelijk. Dat kan op allerlei gebied zo zijn. Het lichaam bepaalt dan maar al te vaak wat de ziel wil. De ziel is dan te zwak om te doen wat zijn geest in hem wil en zegt en volgt dan maar ‘makkelijk’ wat het lichaam wil. De ziel verstoffelijkt dan echter meer en weer, waardoor de toegang tot de geest steeds minder wordt en de band met het lichaam veel sterker. Menige verslaving komt hieruit voort: een zwakke ziel, een sterk lichaam.
De mens is een eeuwig gééstelijk wezen met een tijdelijk materieel lichaam. De mens moet niet zijn lichaam en zijn ego volgen, maar zijn innerlijke zo zijn waar Gods geest aan het woord is om deze mens te begeleiden (het meest diepe zelf van de mens: de Godsvonk in hem die hem doet leven).
De mens moet die begeleiding willen, waardoor hij richting, de kracht en juiste ideeën krijgt heeft om zijn lichaam te laten uitvoeren wat zijn hogere ik in hem wil. Dat ‘hogere ik’ is dus de ziel die zich richt naar het hoogst mogelijke levensdoel, het verwezenlijken van de zuivere liefde in zich, of te wel God realiseren.
In de Bijbel is dit proces beschreven als het samengaan van man (geest van God, de liefde) en vrouw (de ziel die zoekt en zich dient te richten op de geest in haar die haar leidt) die een hemels huwelijk sluiten en een kind verwekken.
De mens zijn ziel is dus de vrouw, de bruid.
Deze zoekt het hemelse huwelijk met haar geest, de bruidegom.
Als de ziel (vrouw) deze geest (man) volgt, zal haar niets ontbreken en zal de ziel samensmelten met haar geest met een geboorte van het nieuwe ik (het kind in het aardse huwelijk) tot gevolg.
De nieuwe mens staat dan dus op, (wordt wakker, ontwaakt) als ze haar ego – dat haar afhoudt van liefde – heeft afgelegd.
Ze ziet dan in wie zij is, krijgt alle kracht en gezag die zij nodig heeft om de materie (het lichaam) het hoofd te bieden. Voor mensen in deze tijd is dit nog steeds mogelijk, maar het gebeurt nog maar bedroevend weinig omdat niemand meer zijn hoogste levens doel lijkt te kennen en makkelijk verdwaalt in de overvloed van materiële- en lichamelijke ego belangen die de mensenziel (de vrouw) doen verstrikken, verdonkeren, waardoor het lastig is om het hart (Gods geest, de bruidegom) te volgen! De mens dient dus een huwelijk aan te gaan: de ziel van de mens dient dus als doel te hebben te versmelten met de geest in haar die haar een nieuw bestaan geeft: de echt levende mens in Liefde.
Hoe kan een perfect God – de enige bron die leven kan geven – nog een andere levensbron ‘ernaast’ hebben? Hoe kan God zich verbinden met nog een god ergens, die dan ook perfect en compleet zou moeten zijn?
Hoe kunnen twee of meer perfecte Goden naast elkaar bestaan?
Bestaan zij dan IN elkaar of UIT elkaar? En hoe kan het dan zijn dat zij allebei perfect zijn? Want als één ‘iets’ alles heeft, hoe kan dat andere ‘iets’ dan ook alles hebben? Denk na over deze vraag en kom tot conclusie dat er maar één perfecte Kracht moet zijn die kan scheppen. Dat deze enige Kracht wel moet kunnen scheppen en dat het leven niet ergens anders vandaan kan komen, moet hiermee duidelijk zijn.
Dat deze scheppende leven gevende Kracht zelf het leven is en ook moet zijn, is ook hiermee duidelijk, want er is maar één kracht.
Dat deze Kracht Liefde in volstrekt zuivere vorm moet zijn, moet ook duidelijk zijn, want liefdeloosheid – wat hetzelfde is als dood – kan niet scheppen. Dood laat alle dingen uit elkaar vallen, terwijl waar leven is, dingen aan elkaar ‘plakken’ waardoor juist het leven vorm krijgt.
De samenbindende, samenbrengende, aantrekkende kracht hoort bij Liefde. IS LIEFDE.
Daarom is God liefde.
Alles wat materieel is, vervalt, versplintert en heeft eens een einde. Dat bekent dat de ‘andere kant’ van de materie, de uiterste dus onzichtbare, onmeetbare ‘vorm’ van materie géén verval kent en dus oneindig is. Dat is ook logisch als je je bedenkt dat zuivere geest nooit meer niet kan bestaan en er dus altijd zal zijn. Dat ook weer omdat deze zuivere Geest het leven is en geeft. Alles wat is of was of zal zijn, zal dus altijd voortkomen uit die alsmaar uitstromende, nooit opdrogende geestelijke Bron die we God noemen. Dat God de enige Bron moet zijn, is zo, omdat er niet nog een volmaakt alles in zich hebbende bron kan zijn. Alles wat er is, bestaat dus dankzij de gratie Gods. Dat wil niet zeggen dat alles dat van God uitgegaan nog perfect is.
In principe is dat alles wel perfect, maar gedraagt het zich niet meer perfect omdat het maar onderdelen, gedeelten, momenten zijn. Als deze onderdelen van bewustzijn dan ook nog eens kiezen voor een eigen koers, worden ze zeer onvrij en beperkt en… kennen op den duur hun Bron niet meer. Uit die afgedwaalde eigenzinnige bewustzijnsdeeltjes is de hele materie opgebouwd!
Die onderdelen, momenten zijn optimaal waar er veel liefde aan vooraf ging. Waar er amper of geen liefde aan vooraf ging, zijn de dingen destructief, al lijken ze prachtig en waar. Je kunt God niet kwalijk nemen dat dingen zijn zoals ze zijn. Het is de mens – met zijn hoogst mogelijke intelligentie en kiem van liefde om te willen en te ontwikkelen die dingen uit liefde of wat zijn ego wil en doet – die alle ellende veroorzaakt! Een mens kan zich aansluiten bij het kwaad of bij het goede.. Dat is aan ieder mens persoonlijk.
Om een richtlijn te hebben in dit oerwoud zijn de basisadviezen door God aan de mensheid gegeven in de vorm van de tien geboden en verhalen uit de Bijbel die een geestelijke inhoud hebben, waardoor men kan begrijpen hoe het beste wel of niet te reageren in welke omstandigheid of in welke tijd ook!
Dat wat materieel geworden is (in welke mate en vorm ook), herken je niet meer als van God zijnde, als je de Bron niet kent of negeert. Je zult dan alleen met je donker geworden, vaste, verdoofde zintuigen de tastbare of voor jou aannemelijke zaken of meetbare dingen kunnen zien als waar. Dat levert dan weer een leven in beperking op, terwijl je als je breder zou kunnen denken, herkennen en aanvaarden, minder lijden zou ondergaan en veroorzaken en meer kennis zou hebben waar je je voordeel mee zou kunnen doen. Het is vreemd, maar hoe meer mensen denken vanuit alleen hun verstand en materiële waarneming te kunnen leven, ze juist meer en meer procent van wat waar is, niet meer kunnen herkennen, niet meer kunnen bevatten en deze dingen dus ook niet kunnen meenemen in onderzoek, beleid, plannen maken, protocollen, ontwikkelingen in welke tak van leven of wetenschap ook. Ook studenten denken dus dan ‘alles’ te weten, maar beseffen niet hoe eenzijdig hun studie en voorlichting zijn.
De pure, zuivere geest heeft dus géén verval en geen eind en heeft alles in zich. Dat is zo, omdat de bouwstenen van gebeurtenissen, van vormen dus moeten liggen in die perfecte alles in zich hebbende geest.
Materie kan natuurlijk nóóit uit zichzelf bestaan. Materie heeft altijd een geestelijke bron! Daarom is het van aller wezenlijkst belang dat men éérst de Geest kent en ontwikkelt en vervolgens pas beleid maakt en stappen zet. De puur uiterste vorm van Geest was er altijd al en heeft geen enkele grens. Dat houdt dan meteen weer in dat Geest overal is en overal in doordringt en dus overal iets teweegbrengt. Dat heeft dus weer de consequentie dat materie in wezen geest (bewustzijn) is.
Omdat de mensheid deze dingen niet meer begreep en zijn eigen gang ging door zich te richten op de materie, dreef ze verder weg van God en werd meer en meer liefdeloos en vertwijfeld rond zin, bestemming van het leven. Men ging zelfs van God verder groeien naarmate de zielen van de mensen verdichtten en verzwaarden, waardoor hogere, meer geestelijke inzichten verloren raakten.
Toen de mensheid verstrikt raakte in zoveel liefdeloosheid en het zicht op wat het Wezen van God was, verloor, besloot God om tussen de mensen te gaan leven om een voorbeeld te stellen. Hij temperde zijn onmetelijke Licht door zich te omhullen in een menselijk lichaam gebouwd uit de stof, bestaand uit bewustzijn dat Hem al zoveel eerder ontrouw geworden was (zondeval, val van Lucifer) en begon een leven als Jezus Christus, die de Zoon van God werd genoemd. Het offer dat God bracht, was dus dat Hij letterlijk en figuurlijk afdaalde te midden van de vijand – de liefdeloosheid – die Hij juist niet wilde en de antigeest was van Zijn Eigen Wezen. Die antigeest is dus de materie. Dat bewustzijn, die intelligentie die alles voor zichzelf wil hebben en houden, maar die daardoor zichzelf uiteindelijk de das om doet. Immers, door de eigen koers te willen varen, verwijder je je van God, dus van vrijheid, dus van volmaaktheid en… van liefde.
De verzameling bewustzijn (geesten) die allen uit God dachten te kunnen weggaan, begingen dus grote liefdeloosheid en zijn nog steeds bezig zich van God te verwijderen, alhoewel er ook hele clusters bewustzijn weer gelouterd terugkeren in God. Louteren is ontdoen van ego. Gelouterd zijn is weer de koers van de liefde in God willen varen.
In Jezus werd God bereikbaar en zichtbaar voor de mens en kon Hij via de mens Jezus uitleggen en laten zien wat Hij bedoelde met hoe je moest leven en kon overleven op aarde om zoveel mogelijk vrede en welvaart en gezondheid te ervaren. Wie dit niet wilden horen en geloven, haatten Jezus hierom en de geschiedenis heeft laten zien wat er gebeurde. Jezus werd gekruisigd. Echter.. men had niet begrepen dat waar een mens volstrekte liefde leeft en dus zijn geest trouw blijft, zijn geest daarmee – met een leven van dienende naastenliefde – wordt gezuiverd en lijkt op de geest van God, waardoor deze in het geestelijk leven natuurlijk nooit meer niet kan bestaan! De mens die erin geslaagd was zijn ziel volmaakt te laten versmelten met Gods geest in hem, zou perfect vrij zijn en alle materie en geest waar, hoe dan ook, kunnen beheersen. Dat deed Jezus. Hij bleef immers Gods geest totaal trouw zonder enig eigenbelang wat perfecte liefde is! Daarom kon Hij Zich laten zien aan de mens met Zijn verheerlijkt lichaam. Daarom leeft Jezus Christus nog steeds. Immers, wat volmaakt geestelijk is, kan nooit meer niet bestaan!!
In Jezus is – door zijn vaste onwrikbare wil om de wil van de Vader (de zuivere liefde) te doen – Zijn geest totaal één geworden met Zijn ziel. Zijn lichaam en diens noden werden dus totaal ondergeschikt aan het doel dat Jezus voor ogen had en .. blééf houden, ondanks dat Hij wist dat de wereld (de mens zonder liefde) Hem hierdoor zou haten en weg wilde hebben, zodat zij door konden gaan met wat hun ego en lichaam wél wilde.
Jezus heeft geen geslachtelijke vereniging nodig om Zich compleet te manifesteren. Hij ervaart de opperste vrijheid en éénheid met ‘de Vader’ (de geestelijke Bron in Hem die alle leven is en samenvoegt), waardoor het lichaam geen babbels meer heeft, waardoor Jezus aan Zijn doel kon vasthouden en recht bleef en heerste – en nog steeds heerst – over dat wat de materie was en is …. en zal zijn.
De wil van de Vader is dat wat de zuiverste liefde – die de Bron van alle leven is en moet zijn – wil.
De geslachten mannelijk en vrouwelijk in de mens zijn er om als tegenpolen elkaar te laten aanvullen, waardoor uitersten niet meer als zodanig beleefd worden en er dus nieuw leven (bewustzijn op een hoger niveau van liefhebben) ontstaat. Materieel gezien is het verwekken van een kind gevolg van het lichamelijk samengaan van man en vrouw. Het samensmelten van man vrouw gééstelijk gezien, betekent een zich richten van de ziel (vrouwelijk aspect van het leven) naar de hoedanigheid van de geest die richting geeft (manlijk aspect van het leven), dus wat God – de liefde – in hem wil.
Het mannelijk aspect van het leven is God.
De zielen uit Hem – dus al wat leeft – zijn vrouwelijk.
God heeft dus geen vrouw nodig, want wat puur geest is, is ondeelbaar. Alle manlijke en vrouwelijke eigenschappen zijn er in puur, volstrekt harmonieus perfect evenwicht. Daarom is er in God geen strijd en zijn er toch alle, alle mogelijkheden en ontwikkelingen. Er is geen ‘andere kant.’
Op de keper beschouwd is alle materie vrouwelijk. De tegenpool van Gods liefde die mannelijk is.
De puur geestelijke wereld is mannelijk.
De bedoeling van de schepping is het om ooit weer een totaal evenwicht in God te bereiken. Dat betekent dus een eens oplossen van alle materie. Het vrouwelijke is dan niet meer als tegenpool te beleven. Satans kracht is dan ten einde. De eigenliefde is er dan niet meer. Alle zogenaamde levels van liefhebben zijn dan opgeschoond naar de hoogst mogelijk zuiver liefde zoals Gods geest is.
Dat oplossen van materie gebeurt in alle levensprocessen in alle natuurverschijnsels op en in onze aarde en het hele universum.
Alle materie lost zich weer op als het bewustzijn in die materie weer in Gods liefde wil bewegen en niet meer zijn weg van eigenliefde wil gaan.
Er zal dan een eeuwig durende geestelijke schepping zijn waarin het mannelijke en het vrouwelijke niet meer seq gescheiden zijn maar leven in en door elkaar als een onlosmakelijke eenheid waarin er een perfect in evenwicht samenwerken is.
De mens die daar volmaakt geworden is door het zich eigen maken van Gods liefde, schept daar in God de werelden in liefde volgens Gods wil die de zijne geworden is. Alles is daar oneindig mogelijk…
Het evangelie dat aan de mensheid is gegeven, vertelt dit proces in veel verhalen. Helaas begrijpen mensen de geestelijke strekking van de boodschap niet meer en leggen zij e.e.a. materieel en verstandelijk uit, waardoor de boot gemist wordt en men verdwaalt in een woud van onlogische zaken waarbij men de waarheid afdoet als dom, zinloos, toevallig en onrechtvaardig. De boodschap van het evangelie is: richt je als ziel naar de geest van God in je. Doe wat jij kunt in zoveel mogelijk goed doen voor de ander vanuit jouw unieke kunnen en talenten. Vraag bijstand en inzicht aan Gods geest in jou en herken en volg dat in de ander, zodat je elkaar steunt en voedt in zoveel mogelijk liefde zonder eigenbelangen.
Vertaald: De vrouw zal haar man aanhangen en samen zullen zij één zijn.
Anders gezegd: De liefde (vrouw, de mensenziel) zal doen wat de wijsheid (man, Gods geest) wil en samen komen zij tot een perfecte samenleving (huwelijk) tot de dood scheidt (deze verbinding is niet meer te scheiden dus is zij eeuwig)..
Deze leefstijl zal dat scheppen wat je nodig hebt en vraagt.
Gods geest – liefde willen – zal als leiding in je eigen hart aangeven wat je daarvoor zelf kunt of zou moeten doen. Je bent vrij om dat op jouw manier te doen, als je het maar met zoveel mogelijk liefde doet. God heeft via de tien geboden geleerd wat richting geeft in hoe je dat het beste kunt doen. Doe dat. Je ziel zal dan steeds meer vanzelf inzicht en kracht om het juist te doen, krijgen. Als je klaar bent met je taak op aarde (groeien in liefde, waardoor je meer op God gaat lijken), heb je je lichaam niet meer nodig. De geest kan en wil dat lichaam dat haar vasthield zolang ze grip op die geest had, vast. Als door allerlei schande en schade de ziel klaar is en wijs is geworden, is zij zo vol lichtkracht, dat zij teveel is gaan verschillen met het grof materiële, waar het lichaam uit bestaat. Het lichaam dient te verijlen, wat het verouderingsproces ook laat zien. (de oudere mens wordt steeds brozer en zwakker. De ziel heeft steeds minder te maken met materie en wil dat ook niet meer. Het lichaam en die materie wordt te zwaar. Ze is er aan toe het leven en het lichaam los te laten, want het pleziert haar niet meer).
Als de ziel weet (heeft geleerd, ontdekt) dat ze licht is en weer terugkeert als vrij wezen in dat licht waar alles zal zijn, zal ze het leven op aarde makkelijk kunnen loslaten, omdat ze weet dat er voor haar een eindeloos beter leven wacht met ongekende mogelijkheden. Ze weet ook dat ze niet bezorgt hoeft te zijn om mensen van wie ze houdt, omdat ze weet dat ze hen kan volgen als dat nodig zou zijn. Al met al kan een lichaam losgelaten worden in vrede als de ziel liefde heeft geleerd. Het lichaam valt uit elkaar en sterft. Het bewustzijn uit dat lichaam gaat over in een ándere levensvorm en wordt weer gelouterd door dat leven van die vorm. De ziel van de mens ontdekt of weet wie zij in wezen is en gaat verdere ontwikkeling in de geestelijke wereld eindeloos groeiend in liefde met vertrouwen tegemoet … als zij dat maar wil. Waar zij dat niet wil, ervaart ze nog steeds haar narigheid en gevangen zijn, wat je ‘hel’ noemt. Het zijn in de sfeer van liefde die die ziel zelf heeft eigengemaakt, noem je ‘het zijn in de hemel, bij God’.
Wanneer alle materie ooit geleerd zal hebben om zich volledig in God te willen bewegen, zal materie niet meer hoeven, maar ook niet meer mogelijk zijn, omdat immers alle intelligentie (zielen van allerlei soort en niveau van bewustzijn) uit God volmaakt vrij is en er een eindeloze groei door eindeloze mogelijkheden waar dan ook in het gééstelijke heelal zal zijn.
Dit proces wordt bedoeld met het verhaal van de Verloren zoon die thuiskomt na een armoedig, vreselijk bestaan ver van de Vader, waarin alle materie is verkend en verbrast er een groot lijden is geweest en inzicht is gegroeid dat het beter vertoeven is bij de Vader bij wie hij rust had en zichzelf kon zijn.
De zoon in dit verhaal staat voor ieder mens die zoekt middels materie naar dat wat hem rust en vrijheid zal geven: liefde, die hij vindt waar hij zijn ego opgeeft. Nog anders gezegd: de kiem van het kwaad, satan, het kwaad wat is beleefd, maar geen voet meer aan de grond kan krijgen omdat er voor liefhebben wordt gekozen.
Hiermee komt al het bewustzijn dat uit God stroomde in zelfstandige levens, terug in God, waar het helpt mee te scheppen volgens aard en doelen om er een prachtige immer uitdijende wereld – geestelijk dan wel te verstaan – uit te vormen.
Gera Hoogendoorn -Verhoef.