Veel mensen hebben problemen met bidden: hoe moet dat, wat moet ik zeggen, moet dat op een bepaalde wijze, tijd of plaats’ enzovoort… Er is eigenlijk niet heel veel over te zeggen, dan dat je zegt en vraagt wat diep in je hart aan de orde is. Je zult daarvoor wel even rustig moeten zijn om te voelen, weten wat je nodig hebt, waar je mee zit, wat je wilt weten, waar je een oplossing voor nodig hebt. Rustig zitten is al een heel ding in deze tijd. De dagen zijn gevuld met verplichtingen, school, werk, kinderen, sport, leuke dingen, afspraken, vrijwilligerswerk, reistijd, cursussen, ziek zijn en… moe zijn van dat alles en willen relaxen, of gewoon een boek lezen, film kijken of wat ook. Maar of je bij dit alles toe komt aan een gesprek met jezelf dat in wezen een gesprek met God is, is de vraag. Er is zoveel… dat ons opeist en bezighoudt.
In de bijbel schrijft Mattheus (6:6-13) ‘ga tot uw binnenkamer’. Die binnenkamer is het meest echte in jezelf. Het is het wezen van waaruit je iets hoopt, wilt zeggen of vragen. Er staat geschreven dat je ‘de deur moet sluiten’. Dat betekent niet dat je de echte deur van je kamer perse dicht moet doen, maar dat je je op jezelf concentreert en niet met andere dingen bezig bent. Je sluit je dus af van ‘de andere kamer’ waar de wereld doorgaat (en soms lijkt door te draaien). Het advies is dus dat je alle dagelijkse beslommeringen eerst even moet loslaten. Voordat je dat kunt, zul je eerst juist gedacht moeten hebben aan wat je zorgen, plannen en het werk wat er gedaan moet worden eigenlijk zijn. Pas dan kun je de deur achter je dichttrekken. De deur dien je ook dicht te doen zodat de buitenwereld je niet stoort.
‘Bid in het verborgene’, staat er. Dat betekent niet dat je je moet terugtrekken van het leven en afgezonderd moet zijn. Wél betekent het dat je zonder ophef bidt en dat anderen zouden moeten zien dat je bidt! Bepaalde vrome mensen vinden het belangrijk dat anderen zien dat ze bidden. Voor God is dat geheel onbelangrijk. Hij wil niet dat je om enige uiterlijke vorm laat zien dat je bidt. Niemand kent je diepe harte roerselen. God wel. Bij God is alles veilig. Hij veroordeelt je niet. Hij weet al lang wat je wilt, gaat vragen en wat je nodig hebt.
‘Waarom zou je dan nog moeten bidden’, kun je zeggen. Het is goed als je bewust iets vraagt en bewust onderzoekt wat er leeft en waar je inzicht of hulp bij nodig hebt. Je bent bij bidden als het goed is bewust van je tekorten. Daar gaat het om: te beseffen dat je iets niet in de hand hebt, je klein voelt, hulp, raad, kracht nodig hebt. Je zult dat moeten erkennen. Doe je dat niet, dan zul je ook nooit om hulp vragen..
God weet alles al van je. Dat is logisch als je je bedenkt dat God in al wat is, aanwezig is, dus overal is. Alles is van en uit Hem. Daarom is het dat Zijn geest tot in alle vezels leeft en doordringt. Ook jou. In jou is het God die alles in jou weet. Al wil je het niet of besef je je dit niet, het is in feite Gods gedachte in jou die jou doet denken, hunkeren, afvragen, willen of hopen. Het is je eigen geweten dat Gods stem is. In contact komen met je geweten en ernaar luisteren, is in feite in contact zijn met Gods geest en ernaar luisteren. Je geweten liegt niet en brengt je niet op een dwaalspoor, maar laat je je diepste waarheid kennen. Je hebt zelf de vrije keus om ernaar te luisteren of niet. God volgen is je geweten volgen. Wil je niets meer met liefde te maken hebben, dan treedt je geweten op de achtergrond. Immers, als jij ervoor kiest je eigen zin te doen - wat iets anders is dan luisteren naar je geweten - dan weerstreef je de waarheid, dus God. God trekt zich dan terug. Waar een mens werkelijk kiest om zonder geweten te leven, leeft hij zonder God en is hij zijn eigen heer en meester, dus van God los. Niet omdat Gód hem laat vallen, maar omdat deze mens dit zelf zo kiest! Alles draait om wat hij in zijn soms dierlijke lichamelijkheid wil en denkt met zijn verstand dat niet gevoed is met het geweten, dat wat hij wil goed en juist is. Deze mens heeft dan geen geweten meer dat hem bijstuurt en rechthoudt. Deze mens moet het leven zien te leven op zichzelf en raakt logischerwijze verstrikt in al wat er is, want deze mens gaat vroeg of laat ontdekken dat hij het leven niet in de hand heeft en raakt zicht op wat waar en echt goed is, kwijt!
Veel mensen zien een kerk als de plaats waar God woont. Dat is ooit wel zo geweest dat God zich manifesteerde in de tabernakel, de eerste tempel. God liet als een getuigenis van Zijn aanwezigheid te midden van Zijn volk een nooit dovende vlam branden. Toen men van God af begon te leven en ook vanwege de schijnheiligheid van de priesters, hield de vlam op te branden. God trok zich terug uit het heiligdom. Er was immers geen draagvlak meer voor Zijn aanwezigheid. De priesters lieten toen een nafa vlam branden om de indruk te wekken bij het volk dat zij nog in de gunst van God stonden. God woont niet perse in een (bepaalde) kerk. Zijn woonplaats is in het hart van ieder mens, alhoewel Gods meest wezenlijke centrum - de onweerlegbaar eeuwig durende onbegrensde zuivere liefde en wijsheid - zich niet op één bepaalde plek ophoudt, door geen mens benaderd kan worden, maar geestelijk gezien daar is, waar geen enkel deeltje materie en kwaadheid is maar zuivere liefde. Al zouden alle mensen zo zuiver als maar mogelijk zijn, dan nog zouden alle mensen bij elkaar die ooit geleefd hebben, leven en zullen leven nooit Gods centrum kunnen begrijpen, zien en ervaren. Wel kan een mens van wie de liefde is gaan lijken op die van God, iets ervaren van dat grote geluk dat God voor de mens bedoelt. Een mens is altijd nog een druppel in de oceaan, maar kan nooit de oceaan zijn! Alle druppels samen vormen de oceaan, maar geen druppel kan de oceaan ervaren en overzien. Dáár waar de onbaatzuchtige liefde als doel wordt gesteld en wordt geleefd, wordt iets van Gods wezen ervaren. Dáár is God dan voor die mens en die mens bevindt zich dan eigenlijk al in de hemel bij God, al leeft hij op aarde. Een mens die buiten de liefde leeft, ervaart hel, of hij nu op aarde leeft of in de geestelijke wereld. Gods woonplaats is daar waar er de belangeloze liefde is. Er zijn veel mensen die denken dat je toch echt op een bepaalde plaats moet komen of zijn om God te ontmoeten. Maar hoe zouden we allemaal in een kerk passen en welke dan? Hoe zouden we Jezus kunnen ontmoeten als we allemaal naar 'de berg des Heren' moeten komen? Wat te denken van die mensen die niets met kerken hebben? Nee, je ontmoet God in het wezen van liefhebben, zoals Jezus dat heeft onderwezen en voorgeleefd. Ieder gelovend naarliefde hunkerend hart is de kerk waar Gods boodschap is en kan worden gehoord. Naar de kerk gaan is luisteren naar je diepste hart, waar God de 'Voorganger, dominee of priester' is.
Bidden zonder liefde, zonder geloof en zonder hoop heeft geen enkele zin. Zo heeft het ook geen zin om perse in een kerk te bidden. Thuis, op de fiets, ergens in de natuur, in de gevangenis, in een ziekenhuis, op de operatietafel, bij een graf of in je stoel bij de kachel, in een druk café overspoeld door eenzaamheid; overal kun je bidden. Het is jouw intentie die de juiste ‘plaats’ vormt voor jouw gebed. De juiste plaats is dus een juiste gesteldheid van jouw ziel, je wil, je geest. Daar waar je met andere mensen samenkomt en je je verbonden weet in God, is er de kerk. Die kerk - gemeenschap - is de verblijfplaats van Gods woord, als dit woord in liefde en geloof wordt ontvangen en … gedáán. Daar waar Gods woord wordt gehoord, onderwezen, gewild en gedaan, is God aanwezig. Dat kan dus op iedere plek zo zijn…
Maar hoe moet je bidden en is dat moeten een plicht? Nee, bidden is geen plicht maar een dringend advies, omdat je zonder bidden maar doorjakkert en niet luistert naar je diepste zorgen, hunkeringen, vragen en angsten. In het Groot Johannes Evangelie van Jakob Lorber deel 10 hoofdstuk 32 staat hetzelfde te lezen als hiervoor Toevoeging is dat bidden absoluut geen ceremonie moet zijn. De ‘plek’ waar jij tot jezelf komt, is je geheime liefdeskamertje. Daar waar jij iets te vragen, te zeggen, te horen hebt. Wat dat is, gaat niemand iets aan. Het is iets tussen jou en God, dus heel veilig en privé. Dát wordt dus bedoeld het ‘in het verborgene’.
Bidden doe je zonder eigenbelang. Dat houdt niet in dat je niet mag bidden voor jezelf, maar dat je niet voor je eigenbelangen moet bidden. Immers, als mens loop je over van eigenbelangen omdat je van harte wil dat het je goed gaat, maar bang en onzeker bent en niet altijd - zelfs heel vaak - niet weet wat goed voor je is en wat je nodig hebt. Dat wat je nodig hebt ga je juist vragen in je gebed. Je vraagt advies, moed, kracht, inzicht, een oplossing, een teken, juist om te ontdekken wat goed voor je is of… goed voor de ander, voor wie je bidt.
En als je dan weet wat goed is voor je, ontdek je vaak al dat je midden in een proces zit, dat dat nodige brengt, al begrijp je niet waarom dat goed voor je zou zijn en wil je het helemaal niet. Daarom heb je ook overgave nodig en de wil om Gods wil te aanvaarden. Je dient erop te vertrouwen dat God altijd weet - nog voordat jij het je bedenkt of er achter komt - wat het juiste voor jou of de ander is.
In deel 8, hoofdstuk 92 kun je lezen dat het niet gaat om welke woorden en hoogdravende of geijkte zinnen je gebruikt. Nee, het gaat om wat je met je diepste wanhoop, hoop, liefde, onzekerheid vraagt. Het gaat om de pijlers van het gebed. Die pijlers zijn je vertrouwen, je geloof en je goede wil en je besef dat jij het allemaal niet kunt.
Voor een gebed heb je geen ritueel, ceremonie nodig. Je hoeft geen offer te brengen, tenzij je je stille moment als een offer ziet… Woorden vanuit je hart zijn van belang, omdat alles wat het hart in geloof, hoop, wanhoop zoekt, het enig ware is en in feite is wat God wil. Je zult moeten inzien dat jouw diepste zo zijn door God is gewild en Hij er op jouw vraag alles aan doet om dat met jou en door jou te realiseren!
Wat jij wilt op een bepaald moment is niet altijd het juiste. Je kunt niet vragen om een nieuwe fiets, want die fiets hoeft helemaal niet nieuw te zijn, al wil jij wel een nieuwe om een vast voor jou goede reden. Het gaat erom ‘dingen’ te vragen, waardoor je meer écht wordt die je bedoeld bent te zijn. Het gaat om ‘dingen’, gebeurtenissen, lessen, mensen op je pad, lastig, leuk, lief of helemaal niet, waardoor je toeneemt aan liefde. Het gaat erom dat je leert tot in je tenen te voelen wat God van je vraagt, waarmee Hij je waarschuwt, troost, versterkt of vermaant. Vermanen is een lastig woord in deze tijd. We willen niet dat iemand vermaant of moraliseert. Maar hoe leren we dan en hoe groeien we als we niet zouden leren? Juist liefdevol op de vingers getikt worden, doet ons kunnen realiseren wat er ánders, béter kan.
Tijdens gebed probeer je Gods stem te horen. Het lijkt er vaak op dat God spreekt met jouw stem. Je kunt dan denken dat jezelf aan het woord bent. Dat is vaak zo, omdat je zelf ook al wel wist wat het antwoord of advies zou zijn! Toch herken je ook of de stem, het gevoel de woorden echt van God zijn, of afkomstig zijn van een minder fraaie laag in jezelf! In wezen is God het meest diepe, diepe ik in jouzelf. Het is het jeZELF dat tot je spreekt, maar wat je doorgaans geen ruimte geeft, negeert of verafschuwt omdat het je niet uitkomt, je er bang voor bent, het niet lijkt te kloppen omdat je het anders bent gewend of anders hebt geleerd. Engelen zorgen voor ingevingen die je mag zien als afkomstig van God als jij om inzicht en raad aan God vroeg. Hij zorgt ervoor – ook als jijzelf nog niet rijp bent voor een regelrecht advies of troost van Jezus – dat de voor jou juiste engel op je pad komt die jou het voor jou juiste laat zien of horen.
God kent geen enkel dogma, hokje, grens en maakt alles mogelijk, breekt juist taboes en gewoonten open door allerhoogste eerlijkheid, waardering en liefde voor jou. Hij wil niet anders dan dat je toeneemt aan liefde, omdat je zelf liefde bent en die oervonk die nu nog als kiem in jezelf wacht op ontwikkeling aanspreekt, gebruikt en sterk maakt. Die oervonk is God! Het is Zijn geest die in jou leeft, jou doet leven en erop wacht totdat jij deze geest vrij maakt door de liefde voor de waarheid zonder grens. Het is deze liefde die jou heeft gemaakt, je door en door kent en al dat goede - leven brengende activerende - op jou pad wil brengen omdat dat het goede voor jou is om er gelukkig, gezond, welvarend en sterker door te zijn. Hij wil dat jij door en met jouw eigen talenten die je van God hebt gekregen anderen dienstbaar bent. Dat kan alleen maar als jij echt bent wie je bent en daar aan werkt.
God wil dat jij bent zoals hij is. Zijn naam is: Ik was, Ik ben, Ik zal zijn. Hij wil dat jij als vonkje uit Hem er voor jeZelf, deAnder en God bent, dus dat je op God gaat lijken, dus zoveel mogelijk liefde zonder grens wordt. Gebed is een goede weg in dit proces omdat je zonder stil zijn en zonder vragen nooit zult toekomen aan contact met je meest wezenlijke, diepe kern, je eigen Ik. Je eigen ik is dus Gods Ik. Je hoeft alleen maar te willen wat God wil. Dát vraag je in wezen. Want, wat het beste is voor jou of een ander, weet jij in feite nooit. En al zou je het weten, dan zou je het hoogstwaarschijnlijk niet willen of geloven, omdat je bang bent en allerlei vooroordelen hebt en dus grenzen trekt of gewoon geen zin hebt in verandering omdat die verandering jou moeite zal kosten. Je zou die waarheid ook niet aan de ander willen zeggen omdat je bang bent voor commentaar en je minder geliefd zou zijn. Je zou zeggen dat iets dat je weet vanbinnen toch niet goed is, er niet van komt, niet mogelijk is, en denken dat je het verkeerd hebt opgevat. Je bent een kei in het bedenken van allerlei uitvluchten…
Je zult bereid moeten zijn om te groeien. En je zult al wel moeten willen inzien dat je hulp, inzicht, advies, eerlijkheid nodig hebt om een goed of beter mens te zijn. En al vind je jezelf al een prima prachtig mens, dan hapert er wat. Want… je bent niet perfect. Er valt altijd iets te leren. En al heb je goede stappen gemaakt betreffende een punt, dient zich wel een andere punt aan waar aan valt te werken. Je kunt altijd inzoomen op, en finetunen en bescheiden blijven. Je kunt immers niets zonder God… Al zou je perfect zijn - wat je dus niet bent - dan nog kun je voor anderen, voor de wereld, voor Gods geestelijke wereld bidden.
Je zult dus moeten erkennen dat je hulp nodig hebt en in wezen NIETS bent zonder God. Zonder Hem zou je ter plekke oplossen en… bestond je ziel niet eens! Zonder God kan je lichaam niet leven. Zonder alles om je heen, dat ook door Gods liefde is samengevoegd, zou je niets hebben aan je leven. Je herkent immer jezelf pas doordat je een omgeving hebt. Je groeit immers pas door talloze dingen te ervaren die steeds weer veranderen. Je zult dus deemoedig moeten zijn. Ook al een lastig woord wat niet meer op school geleerd wordt. Deemoedig zijn betekent inzien dat je zelf niets bent, kunt en afhankelijk bent en blijft wie - wat je ook wil, gelooft, bent of wordt - van de hoogste liefde als bron van al wat is.
Soms gaat het je in een periode prima af en heb je niets te wensen. In zo’n periode vergeet je makkelijk te bidden. Je hebt immers geen vragen, geen nood en ach, wensen zijn er altijd wel, maar die komen wel. Je denkt vaak eigenmachtig te zijn en gelooft dat de wereld je wel alles geeft wat je wilt. Alles is immers maakbaar, hoor, zie je om je heen… Misschien heb je er zelf nog nooit over na gedacht waar jij eigenlijk met welk doel vandaan gekomen bent en wat je doel is? Doordat je bidt, besef je dat je klein en afhankelijk bent en gebrek hebt of… kunt krijgen. Je zult moeten aanhouden je vragen te stellen, je stiltes op te zoeken en te blijven geloven en hopen op het goede dat gáát komen! Volharden, volhouden is het parool.
Vaak is een bepaald ritme prettig. Allerlei gewoonten slijten erin. Slechte gewoonten, maar ook goede! Voor het slapen gaan de dag doorlopen en overzien wat er goed was, moeilijk en wat er beter kon, maar ook waar je hulp of verlichting hebt ondervonden is zo’n goede gewoonte. Evenals bidden voordat je gaat slapen en danken voor de dag die toch weer goed is gegaan, waar er problemen zijn opgelost, je een leuk gesprek of een ontmoeting had, je een lief onverwachts telefoontje kreeg van een oude vriend die je nooit meer zag, maar nu sorry zegt voor iets van toen..
Bidden voordat je opstaat en een zegen vragen voor je werk, je kinderen, de juf, je lastige baas, je moeilijke gesprek, je haperende oude auto, de drukke reis, je angst voor de dag.. maken je bewust van waarmee je bezig bent en waar je assistentie bij nodig hebt en geven je troost in het gevoel dat ergens geweten wordt wat je doormaakt, wat je zorgen zijn… Als je midden in de nacht wakker ligt, vraag dan om een goede nachtrust of morgen weer fit op, ondanks wat nachtbraken. Je zult naderhand ontdekken dat het eigenlijk helemaal niet zo erg is als je eens slecht slaapt en er best je dag mee doorkomt. Misschien ga je wel beseffen dat veel dingen veel minder erg en lastig zijn als je er vanuit gaat dat iets in Gods hand ligt en Hij er heus wel voor zorgt dat je op tijd rust. Je gelooft vaker wat mensen zeggen en bent eerder geneigd daarom maar naar slaapmiddelen te grijpen, terwijl gebed in vertrouwen je beste slaapmiddel is. En… als slaap je niet, dan doet het je goed om een en ander in de nacht te overdenken of door te werken, wat je meer rust geeft, al sliep je minder uren…
Je kan veel over jezelf en het leven leren en groeien door regelmatige gesprekken met God.. Voor je het weet is iets voor jou normaal of zelfs prettig en tot steun geworden en mis je die momenten waarin je heel veel inzicht opdoet van waarom, waartoe iets in jezelf, de ander of de buitenwereld is.
Het enig juiste gebed is een gebed dat met heel je hart is uitgesproken of ook is gedacht. Je kunt stil in jezelf bidden maar ook hardop. Als je iets hardop zegt, hoor je jezelf beter. Je bent je dan doorgaans meer bewust van wat je zegt. Je zult beter nadenken over wat je eigenlijk wilt. Woorden omdat het moet, omdat iemand dat vraagt, kunnen goed zijn, maar alleen als je hart erbij is.
Uiteindelijk is het enig wezenlijk juist gebed, doen wat God van je vraagt, jou adviseert en jij dus opvolgt wat je hoort, weet in en van jeZELF, dat God is en wat Zijn wil is! Het DOEN, daar gaat het tenslotte allemaal om. Wat heb je eraan als je bidt en smeekt maar niet van plan bent om er iets mee te doen? Wat heb jij of een ander eraan als je de hele dag en nacht zou bidden en niet gestoord wenst te worden? Wat heeft die ander of jij eraan als je door al je vragen, gepieker, proberen oplossingen of wegen te vinden, die weg niet gáát, die oplossing niet aanneemt, of dat piekeren niet stopt? Bidden is vragen, hopen, zoeken, te rade gaan, maar ondertussen doen wat je goed en waar lijkt. Wat niet goed is, zal je blijken, want God geeft je dat wel aan in een volgend gebed of in een gevoel goed of niet, kort na je handelen. Je geweten is de stem van God.
Er is een gebed, waar alles wat een mens nodig heeft, in verpakt zit. Dat noem je een heilig gebed. Een helend gebed. Een héél gebed dus. Dat is het ‘Onze Vader’. God zegt: ‘bid dat en weet dat je zult ontvangen wat je vraagt’. Dit gebed leren en met je hart bidden, doet in de geestelijke wereld van alles bewegen en dus scheppen. Ook de voor jou onmogelijk lijkende dingen, maar ook wat jij in je onwetendheid of onwil vraagt. Let dus op wát en hóé je vraagt. Het gaat immers om je diepste intentie… Maar weet dat God allang weet wat je wilt en nodig hebt, al komt dat op een andere manier en op een later moment dan jij wilt!
Mensen die hard en liefdeloos zijn, of ook totaal ongelovig, zijn ook kinderen van God. Ook zij zijn op aarde om te leren en om anderen te onderwijzen door hun zo-zijn en voorbestemd om lief te hebben zoals God is. We beseffen ons dit niet, maar we leren allemaal van en door elkaar. Hoe zouden we kunnen toenemen aan liefde als ieder hetzelfde was en er maar één maat en wijze van liefde zou zijn? Nee, de uitingen van liefde zijn heel divers. Alleen… er is maar één ‘soort‘ liefde die wezenlijk het goede brengt en lijden stopt. Dát is de onbaatzuchtige dienende liefde die ieder die op aarde leeft, juist moet leren om zo min mogelijk te lijden. We hebben volgers en leraren nodig. We hebben liefdeloze, zelfs slechte mensen nodig om onze lessen te leren. God wil al die liefdeloosheid niet, maar het is Zijn orde dat de liefde wil dat ieder gaat lijken op God, door juist te leren hoe het niet moet en anders kan! We moeten juist door ondervinding van moeilijke, gemene, kwade mensen en omstandigheden leren wat liefdeloosheid en onwaarheid is. Omdat ieder mens een vrije wil heeft, kiest ieder weer een andere weg, wil ieder weer iets anders hebben, zoekt ieder weer een andere bezigheid, vermaak of doel, ziet ieder mens weer iets anders als belangrijk en leuk. Juist door die enorme diversiteit zijn er zoveel problemen te scheppen omdat geen mens perfect is en dus ook niet overzien kan wat wezenlijk het goede is. En al zag hij in wat dat is, dan nog heeft hij er hoogstwaarschijnlijk onvoldoende kracht voor om vol te houden, zeker te midden van een schreeuwende, hunkerende wereld die God niet kent, niet in zijn leven duldt, vindt dat hij het wel beter weet, zijn eigen keuzen en overtuigingen en doelen stelt en meent gelukkiger te kunnen worden met en door de materie, de wetenschap en alles wat er maar door de wereld belangrijk gevonden wordt. Tegelijkertijd geeft de mens wel de schuld aan God en probeert hij de natuurlijke orde te manipuleren alsof hij God is! Maar… denk na. Hoe zou een mens kunnen groeien en toenemen aan liefde als er geen liefdeloosheid zou zijn? Immers, door juist die liefdeloosheid, hardheid en leugen of dwang leren we juist dat liefde zo bijzonder is, heelt en onmisbaar is. Wat we nog niet hebben ontdekt, kan elke dag echter weer gebeuren. En die hoop en wens op een betere wereld, doet ons klein zijn, vragen en volhouden omdat iets in ons zegt dat die wereld er komt! Bidden is dus bewust in het leven staan en zoveel mogelijk goed doen en beseffen dat we daarbij God toch echt niet kunnen missen. Hij leeft in ieder mens en wil gekend en gebruikt worden!
De volgende keer leg ik de betekenis van dat bijzondere gebed ‘het Onze Vader’ uit.
Gera Hoogendoorn-Verhoef