Waar het om gaat in het Kerstverhaal dat al eeuwen wordt doorgegeven en dus niet weg te denken is, is de geboorte op een wonderlijke wijze van een klein kind. Het geeft te denken dat het Kerstverhaal nog steeds grote belangstelling heeft. Dat is natuurlijk niet voor niets en toevallig zo. Het verhaal bevat de essentie van waar het er in het leven om gaat…
Het gebeurde in Bethlehem. Niet zomaar een dorpje. Beth – le – hem betekent Broodhuis. Huis van het levende woord. Daar waar je moet zijn om de echte voeding voor jezelf te vinden. Niet in het stadje zelf. Nee in de velden eromheen. In de stad is er geen plaats voor de tere liefde. Heel vaak is het juist in de stad waar liefde doodbloedt vanwege alle materie en liefdeloosheid die dikwijls in de stad makkelijker en vaker zijn weg vindt dan op het platteland. Immers, in een stad vinden we tig mensen uit ellerlei culturen, met allerlei ideeën over wat goed en waar is, bij elkaar en is sociale controle of hulp minder makkelijk te vinden. Dat kan makkelijk zijn en prachtig werken voor wie alle vrijheden zoekt, maar helaas is de rode draad die leven geeft en leven houdt, niet meer te herkennen tussen de wirwar van wat er allemaal mogelijk is en… vooral ook niet gezien wordt. Zo is ook ons hart vaak overvol van allerlei belangen, wensen en neigingen die ons afhouden van goed zijn voor ons echte ik, laat staan voor dat van de ander. Nee, voor belangeloze liefde is weinig plaats in de stad, ons overvolle hart. Op het veld eromheen zijn de verdrieten, de teleurstellingen, maar ook de eenvoud en houd je je meer vast aan het kleine dat er is. Het houdt je recht en zoekend om het zo min mogelijk slecht te hebben. Daarom is ook op het veld in de grot de geboorte van het Kind. Daar wordt het nog verwacht en is het veilig en kan het gekoesterd worden..
Geestelijk gezien is de komst van dit Kind een afdalen van de hoogst perfecte liefde in een menselijk lichaam op aarde om voorbeeld te zijn voor de mens om de weg naar liefde zonder eigenbelangen te vinden.
Lichamelijk, materieel gezien is het de liefde die we kunnen oppakken. Maar om iets op te pakken, moet er eerst iets zijn. Eerst moet iets dus ontdekt worden. Dat ontdekken is verwekken. Er moet eerst een kind verwekt worden, wil het geboren kunnen worden. De verwekking is er als man en vrouw samenkomen en de eicel door de zaadcel tot leven wordt gewekt. Het wonder is – en tegelijk ook niet als je begrijpt hoe dit mogelijk is – dat bij de verwekking van het Kind Jezus géén man als vader nodig was. De Geest van Gód was de Vader van Jezus. Het was deze volmaakte Geest die in Maria het leven kon verwekken. De grote zuiverheid van Maria haar ziel en lichaam maakten het mogelijk dat Jezus’ Geest zich een lichaam kon scheppen. De embryo vond uit het talrijke licht uit Maria’s ziel en lichaam het lichaam dat nodig was om de geest te binden. Wat dat betreft was Maria zeer bijzonder. Er was ontzettend veel voor nodig geweest om dit lichaam te laten worden opdat Jezus er eens uit geboren zou kunnen worden. Er waren vanaf Adam en Eva ontzettend veel eeuwen voor nodig om dat lichaam, die ziel te creëren die Gods volle geest zou kunnen dragen. In de Bijbel staat te leven hoe Maria voorbestemd was, waarom en waarom zij afstammen moest van bepaalde ouders en voorouders. Onzuivere eigenschappen moesten gezuiverd of mochten hun weg niet vinden naar de ziel en het lichaam van Maria. Bepaalde voeding, opvoeding en deemoed dienden er te zijn om later de lichamelijke geboorte van Jezus’ lichaam mogelijk te maken.. Zo bijzonder, maar amper begrepen en beseft door de mens hoe God alles door de tijd heen kan bewaren, sturen, vormen om dát te laten gebeuren wat zijn wil is.. Geen weg, geen omweg, geen mogelijkheid is te gek voor God, al kan ook God de eigen vrije menselijke wil niet dwingen.. Wijzelf zullen uit vrije wil onze lichamen en onze ziel dermate vrij van egoïsme – dus liefdeloosheid – moeten zien te maken, wil er in ons de vonk van liefde uitgroeien tot een dermate sterk licht dat we opnieuw geboren worden. Dat is ons, ieders doel, of hij nu wil of niet, of hij een omweg gaat of een korte weg kiest…
De geboorte van een kind vindt pas plaats als het kind rijp is daarvoor. Niet eerder en niet later. Wij denken dat we er beter aan doen om allerlei praktische en materiële redenen het kind op onze tijd geboren te laten worden. Wat niet in de planning valt vinden we lastig of niet veilig. We bemoeien ons met alles. Maar God weet precies in de lange tijd op aarde wanneer het er de tijd voor is dat mensen ontvankelijk zijn om nieuw leven te ontvangen en geboren te laten worden. Bij ieder persoonlijke mens is er altijd een inzicht dat verwekt wordt. Vaak door lastige, pijnlijke gebeurtenissen klein of groot en langdurige processen van vallen en opstaan. Toch is er eens alles in de mens dat hem klaar doet zijn om licht te ontvangen. Pas dan kan dat licht gaan sterker worden. Gaan groeien dus. Uiteindelijk zegt de mens: ’Nu snap ik het!’ En… een nieuw leven is geboren.. Bevallen is een proces, maar als het proces klaar is, is er iets prachtigs!
Geestelijk gezien is de geboorte van het kind het geboren laten worden van je eigen wil die niets anders meer wil dan Gods wil – dus dat wat de liefde wil – doen. Je bent er rijp voor geworden als je die geboorte ook wil en dus verwelkomt, door je er klaar voor te maken en je voor te bereiden op de komst van het Kind.
Een geboorte is er nooit zonder pijn, al willen we dat en vinden we pijnstilling hoog noodzakelijk. Een geboorte blijft een pijnlijke zaak. Ook het tijdstip wordt meer en meer bepaald, om gunstige datum of tijd te scheppen. Vaak ook zogenaamd omdat het beter is, maar…. is dat altijd wel zo? Spelen in wézen – dus als we echt heel eerlijk zijn – onze eigen angsten, allerlei eigenbelangen en die van het ziekenhuis niet mee? We moeten sowieso afzien met een kindje erbij, je kunt niet zomaar meer flierefluiten. Het leven wordt wat ernstiger. Het kind gaat vóór.
Zo is het ook met onze ziel die moet groeien, toenemen in licht en liefde. Daar moeten we ook offers voor brengen. Immers, we moeten onze eigen wil van die van wat de Liefde wil, leren onderscheiden en die liefde dan gaan volgen, wil die liefde niet verpieteren. Je kunt een kindje willen hebben, en een prachtige kamer, kleertjes en spullen prima passend, maar er voor dit kindje onvoorwaardelijk zijn, is een grotere, belangrijke, maar lastige verantwoording. Ben je er niet en je liefde en wijsheid daaruit zijn zwak of verkeerd gericht, groeit je kind in mega verwarring op en kan het zichzelf en zijn liefde later niet vinden, zeker niet als de wereld zich opdringt aan het kwetsbare kind. En… je kunt het nooit meer over doen met dat kindje…
Een kind hebben en dat volwassen helpen worden is een grootste verantwoording, net als die waarbij je het kind – de prille naar licht hunkerende ziel die je zelf – bent probeert te voeden op weg naar wasdom.
Een kind is pril, moet nog groeien. Zo moet ook je liefde groeien. Je kunt wel het Kind toejuichen of er op bezoek gaan, en een Kerstfeestje bouwen, maar dat zegt niet zoveel. Iets dóén met die liefde, dáár gaat het om. Dat dóén van wat God wil, is het aanbidden van het kindje, of het oppakken van wat dit kind belichaamt. Alleen hierdoor groei je over je ego, je hoogmoed heen… Het kind koesteren maakt je zacht, lief en bescheiden.
Het Kerstkind oppakken is aanvaarden dat je bent zoals je bent en iets doen met jezelf. Dat jezelf zijn is geen schroom hebben om het Kind op te pakken. Je moet je er niet teveel maar ook niet te weinig voor voelen! Je moet je geven zoals je bent. Schaamte is er alleen als je iets van je eigen echte ik niet durft te laten zien.. Maar zolang dat zo is, kun je jezelf nooit liefhebben en dus ook de ander niet.
Het is een feest om je zelf te kunnen oppakken en ervaren hoe blij je dit maakt. Hoe ontspannen zou het net zijn als je mag zijn wie je bent, met je blutsen en tekorten, wat je ook hebt uitgevoerd.. Dat gevoel van vrede is wat je zoekt. Het is het licht in jezelf geboren laten worden. Jezelf nieuw laten worden door het Kind te omarmen, te koesteren.
Kerstfeest is niet toevallig in de winter. Het lichtfeest is er juist als het donker, koud en liefdeloos is in jezelf, in je hart, in je omgeving, in de wereld, in de grot waar er geen leven is. De wereld is de materie, het moeten, het dogmatische, onvrij makende, het kille, het berekende, het dreigende. Dat wat de liefde niet wil verwelkomen en denkt niet nodig te hebben…
Licht in duisternis, is de Ster – de liefde – die aangeeft waar je wezen moet, wil je het Kind – de prille liefde – in je vinden. Die ster is te vinden aan de nachtelijke hemel. Aan de rand van waar jij het niet meer zoekt, niet meer ziet zitten en alles donker is en vastloopt. De ster is voor ieder zichtbaar. Niets, geen gebouw, geen ding, geen afstand zou ervoor zorgen dat iemand die ster niet zou kunnen zien. Geen hobbel is zo hoog dat hij niet te nemen is, als je je richt op de liefde en dit doel – deze liefde te blijven zoeken – volgt.
Het Kind is geboren in een simpele stal te midden van de dieren. De simpele stal – grot waarin de herders hun stal hadden om precies te zijn – staat voor je hart vol eenvoud. Je hart waar het koud en donker is zonder liefde, of te wel dat wat jou het besef geeft dat je lééft. De daar aanwezige dieren zijn je misvattingen, je verleidingen, je hopeloosheid. De ezel is je deemoed die alles kan dragen. De lammeren zijn je onschuldige eenvoud die de waarheid kan herkennen. De os is je verstand dat licht nodig heeft en dom is als dat verstand dat ze het allemaal wel weet. Maria staat voor je ziel die het licht kan grootbrengen als ze de wil van haar wederhelft – de geest van God in haar – volgt, zoals Maria als moeder het Kindje Jezus kan grootbrengen met haar zorg en liefde en er helemaal wil zijn voor dit kindje en eigenbelangen opgeeft. Je ziel heeft een ‘wederhelft’. Dat is de geest van God die die ziel leidt. Jozef staat voor de man van Maria. Haar ‘wederhelft’ die haar leidt en beschermt. Jozef staat voor de geest van God die de ziel leidt, verzorgt en beschermt. Deze geest is de stem van God. Deze stem, wederhelft in de mens beschermt je ziel, zoals Maria beschermd werd door Jozef en Jozef en zijn gezin door God, wat zo is, als je je maar richt op Gód Zijn leiding en advies. Zoals Jozef Gods stem in zich probeerde te volgen en hiermee beschermd is, beschermt Jozef Maria en Maria (je ziel) op haar beurt haar kind of te wel de liefde die nog groeien moet en afhankelijk is van wat jij ermee wil en ervoor over hebt.
De engelen zijn je raadgevers die er ongevraagd zijn, als je God meeneemt op je reis door het onbekende land (je leven) waar je vijanden, de Romeinse overheersers – destijds aanwezig – moet zien te omzeilen. Die vijanden zijn er nog steeds in de vorm van alle dingen die je doen vervreemden van je echte ware zelf zoals God je bedoeld heeft. Alles wat je afhoudt van de liefde, zijn vreemdelingen, vijanden, die je willen overheersen en afleiden van je doel. De vijand is ook die macht die je wil tot slaaf wil maken, bang en onzeker. Deze overheersers moeten genegeerd, bevochten, gemeden worden. Dan ben je veilig. God, de liefde helpt je hierbij. Hij zorgt voor bescherming. Je moet daar dan wel voor kiezen.
De Herders kwamen naar het Kind toe. Herders staan voor de mensen die als uitschot worden gezien en er niet bij horen. Toch waren het de herders die het eerste het Kind kwamen opzoeken. Zij voelden zich niet te min. Zij zagen er niet uit, werden als vies en gevaarlijk of zelfs nutteloos gezien. Zij hadden niets. Niemand wilde met hen te maken hebben. Ze kenden hun plek, maar eisten de liefde op omdat ze erin waren blijven geloven en klein genoeg waren geworden door alle miskenning en uitsluiting dat ze niets meer te verliezen hadden, maar hunkerden naar een beetje licht. Misschien was dat wel hun enige houvast geworden: Gód die hen niet in de steek liet, waar mensen hen veroordeelden omdat ze het beter getroffen hadden, het beter voor elkaar hadden en alles hadden wat hun hart begeerde, behalve rust en echtheid!
Deze herders, de eenvoudigen volgden hun hart waar de in nood gegroeide liefde die werd aangeraakt. Het was de Liefde die hen zei te geloven in zichzelf. Het zijn de armen, de miskenden, de afgewezenen, de veroordeelden die vaak strijden voor een betere wereld, maar niet gezien en niet geloofd worden.
Koning Herodes wilde het Kind doden. Natuurlijk. Herodes staat voor het ego, het kwaad dat alle leven, liefde, vrijheid wil doden. Elite, de mens zonder God, wil de liefde niet en doet alles om het onmogelijk te maken om lief te hebben. Alles moet volgens wetmatige structuur. Zij waarderen alleen gemak, luxe, geld, status. Ieder moet in het gelid… Geen ruimte voor de individu al roepen ze het wel. Ze doen zich anders voor dan ze zijn, zoals Koning Herodes poeslief deed alsof hij Jezus wilde gaan aanbidden. Dat is ook de wens van het kwaad: alle prille liefde in je doden! ‘Wees wie mén – het systeem, je verstand zonderliefde, dus je brein – vindt dat je bent en verlies de moed om het échte in jezelf uit te drukken. God, dat echte is niet nodig, maakt je niet gelukkig. De materie wel’! Een leugen die waar lijkt, totdat je ondervonden hebt dat dat alles liefdeloos en onecht is. Geloven in die leugen duurt zolang totdat je het Kind hebt opgepakt en verwonderd bent over de rust, vrede die die liefde uitstraalt in de vorm van eindelijk inzien dat je een deel van jezelf en je medemens nooit gezien hebt…
Je hart is de kribbe, waar het Kind gratis voor niets geboren werd en kan worden. Het vermogen tot liefhebben ligt immers altijd nog in ieders hart. Alleen… laat je het Kind links liggen met de gedachte God niet nodig te hebben en blijf je zelf maar aanmodderen en blijf je erbij dat de ánder, de regeringen, je status – het kwáád – jouw leven bepalen, of durf je je afhankelijk te maken van een kracht die dat genoegen dat het verstand en de materie je tot nu toe valselijk gaven, overstijgt?
Vóéd het Kind, want alleen dát geeft vrede in je hart en aan de wereld. Voed jouw maat van liefde die alleen maar sterker wil worden en gebruikt wil worden. Dat is de drang van het leven. Dát is God! Weet, geloof je wel dat je liefde bent? Ja, je bent dat. Je hebt liefde. Alleen nu is de vraag: durf je deze liefde te voeden, sterk te maken door die liefde ook te doen!? Niet zeggen dat je niet weet hoe je dat moet doen. Dat is ook weer een ‘ja maar’. De liefde in je hart wijst je vanzelf de weg. Je kent de regel: Eer jezelf, deel van jezelf zoals de Hoogste Liefde die jou gemaakt heeft, is en wil. Doe dat naar je kunnen, belangeloos en vrijlatend en… het zal vrede zijn in je hart! Doe dat en we gaan een mooie tijd tegemoet, waarin liefde het kwaad overwint omdat er vanzelf geen ruimte voor leugen, bedrog, onvrijheid, misleiding, onrecht overblijft als we er niet meer aan mee doen.
Het offer dat we brengen is terug naar de vraag: Wie ben ik echt. Wat wil ik echt. Wat heb ik echt nodig en hoe kan ik de ander, de wereld daarmee van dienst zijn. Veel energie en tijd zal er dan overblijven voor wat écht nodig is. Het geeft rust niet zo veel meer te willen, te hebben en te moeten. Het geeft rust om meer echt te zijn en niet te letten op wat de buitenwereld van je wil of beweert. Het Kerstkind oppakken is ECHT worden en met het hart vol liefde je weg gaan en vasthouden aan wat die stem in je hart je zegt. Heus, je weet het wel!
Maak een keus en weet dat God, de Oerbron van alle Licht je het beste kent, van je houdt, je voedt, je doet leven en je alles geeft. Beslis ervoor dat je dit aanvaardt en je door dit Licht dat Liefde is, laat leiden. Je zult dan beschermd zijn tegen alle kwaad al wil dat niet zeggen dat jou niets naars zal overkomen en het leven simpel zal zijn. Dwing niet af, maar wacht je ontwikkeling af, overeenkomstig je inzet. Wil liefhebben en je ego laten verdwijnen. Immers, dát zorgt voor een zwakte waardoor je geen onderscheid kan maken tussen licht en donker en misleiding jouw deel wordt.
Kies voor het meest zekere: heb lief! Pak het Kerstkind op. Aanvaard het grote cadeau dat het Licht in de wereld kwam en de duisternis overwon. Jij kan dat met geen ritueel, geen priester, engel, meester, healer of goeroe. Een hogere trilling, meer bewustzijn of geestelijk ontwaken is niet af te dwingen. Het wordt alleen ontwikkeld door zelfwerkzaam te zijn in het doen van onbaatzuchtige liefde. Niemand kan je helpen. Je zult jezelf moeten helpen, door lief te hebben. Bij jezelf blijven is zijn zoals de Waarheid in jou dit wil. Waarom zou je van therapeuten, healers of wie dan ook, moeten horen hoe je zou moeten zijn, of waar je aan toe bent, of welk kanaal er nu dan open zal gaan staan of ‘hoever je al zit op je spirituele pad’. Wat een dilemma’s, dat je je ontwikkeling in handen van anderen leggen moet!
Wees zelf werkzaam. Dat is de belofte van het Kerstkind dat zegt: ‘Kom tot Mij, Ik geef je alle kracht, inzicht, wijsheid en rust die je nodig hebt. Hoe meer je Mij liefhebt en Ik zie in je hart dat dat zo is, je verbonden bent met Mij en Ik dus door jou kan werken. Blijf echt of wordt echt. Ontdoe je van wie je niet bent. Want niet echt zijn, IS het kwaad! Liefde willen, zoeken en doen ter ere van de meest zuivere alles vergevende Liefde is het enige dat alle kwaad stopt! Zoek God in je leven en dien deze ene Hoogste Levenswaarheid in jezelf, de ander en de nieuwe wereld van vrede, gelijkheid en vrijheid komt!’
Gera Hoogendoorn-Verhoef
Heel mooi en helder om het verhaal weer te lezen.
In deze tijd is en blijft het moeilijk om het licht te blijven zien.
je moet je best blijven doen, om niet mee gezogen te worden naar het donker.
Kerst ook teken van HOOP. Die gedachte en met het gebed , blijf ik vertrouwen dat alles goed
..komt.
Liefdevolle en hoopvolle Kerstdagen en heel veel lichtpuntjes voor het Nieuwe Jaar