Veel gebruikte bijbelse begrippen uitgelegd, deel 8

In het 7e deel beschreef ik diverse door Jakob Lorber neergeschreven zaken, die later door de wetenschap bevestigd werden. In die tijd waren deze dingen nog totaal niet aanwezig of aan de orde en leken onmogelijk. Nu de mens meer ontwikkeld is zijn er veel zaken reeds verwezenlijkt en ontdekt en dus waarheid gebleken.
We gaan verder met een aantal bekende maar vaak weer verkeerd begrepen begrippen. In dit 8e deel betekenis van:

Het Heilig Avondmaal: Iedere christen kan het Heilig Avondmaal meedoen, maar ook aanbieden. Wel is het zaak dat je dit dan doet met heel je hart. Immers, je aan iets verbinden, maar er niets mee hebben is natuurlijk tweeledig en dus zwak. Je zult voor iets moeten gáán, net als dat je als je lid van een vereniging bent, je er ook voor inzet of aanwezig bent en niet alleen iets doet als het je uitkomt. Immers, dat is willekeur, terwijl je je verantwoordelijkheid hebt je keus ook werkelijk te onderstrepen. Je bent natuurlijk eens met het beginsel, de visie en doelen. Anders kun je natuurlijk geen lid zijn van ‘iets’.
Het is dus niet perse de Priester, Dominee, Voorganger die dit avondmaal kan houden of kan bepalen of je wel of niet mee mag doen! Niemand die wil, mag worden uitgesloten, tenzij zijn overtuiging en leefstijl anders is dan de grondslag waarop je wilt meedelen in het Avondmaal.
Ooit heeft de mens die zichzelf benoemd tot ‘plaatsvervanger van God op aard’. Dit is nooit Gods bedoeling geweest dat mensen Zijn woord gingen invullen naar hun eigen (beperkt) inzicht hoe goed bedoeld ook. Toch is het eeuwen zo geweest dat mensen voor anderen gingen beoordelen wie wel of niet de hemel waardig was en… wie naar de hel en hoe je moest leven! Veel mensen hebben goed bedoeld maar vaker ook uit angst de wetten, regelgeving van MENSEN gevolgd in plaats die van God! Zo kreeg de Liefde die God bedoelt een knauw, want wie wil nu liefde als wordt uitgelegd dat deze liefde alleen maar af te dwingen is door straf, moeten, rituelen, bepaalde leefstijl, of ‘uitverkoren (uitgekozen) zijn.. Menselijke tekorten hebben geleid tot veel onbegrip. Men heeft God naast prachtige ontwikkelingen uiteraard bij veel mensen niet bepaald geliefd gemaakt. Veel mensen zitten vast aan veel onbegrip, slechte ervaringen, onwaarheid, gevoel dat zegt dat wat ze hebben geleerd niet klopt. Ook misstanden in de naam van God hebben ertoe geleid dat God de schuld kreeg. Eigenlijk heel logisch dan, dat je denkt dat je God niet nodig hebt. Zeker in deze tijd waarin alles voorspoedig lijkt te gaan en je vindt dat – zolang ellende jouw deur voorbij gaat- je God niet nodig denkt te hebben. Ook nu lijken ongeloof maar ook moedeloosheid, doelloosheid zelfs weer sterker aan het groeien te zijn omdat Gods woord niet eens meer als uitgangspunt voor beleid dient omdat veel mensen denken dat God niet bestaat, het niet uitmaakt hoe je het ‘iets dat te groot en niet te bevatten is’ benoemt maar waarvan zelfs de wetenschap moet erkennen dat dat bestaat. Men lijkt de eigen gedachten over dat ‘iets’ belangrijker te vinden dan wat Gods woord zegt. Hij zegt: ‘Ik ben die Ik ben. Noem Mij bij Mijn naam. Ik zal altijd gehoor geven’. Dat lukt natuurlijk niet als je iemand of iets vaag ‘aanroept’ en dus niet bij naam roept. Hoe kan ‘iets’ je helpen als je niet duidelijk laat weten dat je ‘van dat iets’ je hulp wilt hebben? En.. welke soort hulp kun je verwachten als je niet eens de identiteit kent van diegene wiens hulp jij inroept?
De betekenis van het woord dat God de mensheid gegeven heeft – het innerlijke, geestelijke – is voor ieder mens te bevatten, omdat het vermogen hiertoe in ieder mensenhart gelegd is. Helaas moet het ook wel de goede inborst van die mens zelf zijn die dit geweten volgt en niet doet wat de religieuze heersers bepalen als dit zijns inziens indruist tegen de waarheid en liefde.

God heeft duidelijk gezegd dat geen mens mag oordelen. Laat staan dat mensen elkaar verwijzen naar hemel, hel en heilig of zondig verklaren. Hier hoort ook bij dat het avondmaal in liefde en dankbaarheid gehouden mag worden door iedereen en niemand iemand mag uitsluiten, tenzij dit duidelijk niet strookt met Gods beginsel. God zegt daarom ook: ‘je mag de parels niet voor de zwijnen gooien’. De zwijnen zijn niet de slechte mensen of mensen die niet bij God zouden horen, maar het zijn de mensen die hun eigen idee en leefstijl willen volgen en voorbij gaan aan die van God. Het betreft ‘de ongelovigen die Mij bespotten en verachten’. Het zijn dus de mensen die onwillend zijn de waarheid en liefde Zoals God is, te zoeken, te leren kennen en te doen. Zij spotten met het leven, het levensbeginsel dat ze niet eens meer de moeite waard vinden, te verkennen, laat staan te aanvaarden en mee te nemen als doel en leidraad. De Parels zijn de grote kostbaarheden in Gods woord. Als je deze waardevolle woorden zou opdringen of uitleggen aan mensen die ze niet willen horen, gooi je parels voor de zwijnen: Zonde van je energie en als mensen ze verkeerd opvatten, komen er wederom veel problemen uit voort. Je hebt dan eerder iets verkeerds gedaan.
een mens moet de parels willen en kunnen herkennen. Hij moet het dus waard zijn.

Met het brood wordt bedoeld Jezus’ lichaam. Zoals brood van goede kwaliteit voedt en ieder mens nodig heeft, is het ook liefde in de praktijk – dat is de belichaming van Gods woord – dat dagelijks nodig is om een samenleving gezond te houden. Jezus’ lichaam wordt gevormd door alle mensen die vanuit het beginsel dat Jezus is, willen leven en dat zo goed mogelijk proberen te doen. Ieder mens behoort tot dat lichaam als ze dit willen! Zoals een lichaam alleen maar gezond kan zijn als er geen verdeeldheid dus verzwakking is, is ook alleen het lichaam van Jezus – de mensen die vanuit Hem willen leven – levensvatbaar en gezond, als zij de geest wasemen van Gods woord. Met andere woorden: je kunt zeggen wat je gelooft, maar niet doen of anders doen. Logisch schept dit verwarring dus verzwakking, verval en chaos. Daarom zal het lichaam ook pas gezond en levenskrachtig zijn als er maar ÉÉN geest waait en dat is die van de onbaatzuchtige niet oordelende dienende liefde die God is. Wie dit niet onderstreept, prima, maar hij heeft dan vanzelfsprekend geen deel aan de ‘voordelen’ die dat lichaam geniet. Hij wil er immers net bij horen. Hij moet het dan zelf uitzoeken …. totdat hij honger heeft en doorheeft dat hij brood nodig heeft.

Met de wijn wordt bedoeld Jezus’ bloed. In het bloed zit het Leven. Dat Gods géést die in het goede zichtbaar is en doet leven. Zonder deze geest is er geen leven! Waar de geest, het leven weg is, klontert het bloed en is dood ingetreden. De wijn is dus het leven brengende, dus het leven zelf, dat wat ‘levendig maakt en doet groeien’. Het tot je nemen van wijn betekent dus dat je doet, gelooft zoals Jezus Zijn geest in je wil en jou sterk maakt, zoals een beetje goed wijn je wat blijer en vrijer kan doen voelen omdat je je wat gesterkt voelt jezelf te zijn. Die kracht van het leven in je, geeft je inzicht om te onderscheiden wat goed of niet goed is en kracht om dat goede te doen. (let wel: één glaasje wijn doet je niet overmoedig en dronken maken, maar kan wel al je verdriet, zelfbeklag of tekort aan zelfvertrouwen even doen wegnemen waardoor je eventjes durft wat je eerder niet durfde…We hebben het hier over de oorspronkelijke zeer goede wijn die nog werkelijke goed bewustzijn bevatte en die de mens kon hebben in die tijd. Nu zijn de wijnen niet meer te vergelijken met de kwaliteit van het bewustzijn in de te persen druiven van lang geleden, kende de mens nog maat, had hij minder behoefte aan surrogaten en was zijn ziel minder materialistisch waardoor hij op de juiste wijze met de goede wijn kon omgaan). De wijn is dus het verlevendigen van het leven. Waar je Jezus’ geest dus opneemt (dringt) en er het goede mee doet, verlevendig je en wordt je meer actief om het goede te doen. Dat goede is dan Gods geest die jou in je hart laat voelen, zien wat je het beste kunt doen of laten. Jezus navolgen is het beste om dat kunnen bepalen wat voor jou je beste weg tot meer levendigheid is.

Deelnemen aan het avondmaal betekent dat je goede werken (goede daden) doet door het woord van God als dagelijks brood tot je te nemen omdat je er de waarheid (wijn) in herkent en dit wil. Als je een goed mens bent en het goede beoogt en weet dat Gods adviezen jouw basis vormen en je dit zo goed als je kunt in praktijk wilt brengen en dat ook doet, dan draag je je leven al op aan de Heer. Daarmee deel je al mee in het avondmaal ter nagedachtenis van Hem die jou voedt, kracht en richting geeft. Een goed liefdemaal bestaat uit goed brood (het ware woord) en goede wijn (de juiste sterke geest (wil) om ernaar te handelen.
De echte kerkelijke avondmaalsformule ‘Hoc est enim corpus meum’ (dit is Mijn lichaam!) is dat je ware daden (werken) van de liefde doet. Waar Jezus niet is in de liefde en in het woord, daar is brood en wijn van geen enkele waarde.

Biecht: Geen mens kan jou de biecht afnemen en helemaal geen straf geven en bepalen wat je wel of niet moet doen om vergeven te kunnen worden. Alleen Gód vergeeft. Dat betekent dat je zelf spijt moet hebben van wat je eerder deed en waarvan je mogelijk nu pas inziet dat het niet goed was. Als je God bovenaan in je leven zet, zul je werkelijk dat verkeerde niet meer willen doen. De werkelijke spijt in je hart IS dus eigenlijk al de verbetering in jezelf. God zegt dat als je iets nog goed kunt maken, dit moet doen. Je zult schaamte en trots immers moeten overwinnen. Daarom moet je rechttrekken wat je ooit niet goed deed. Iets is niet goed als het liefdeloos of onwaar is. Waar dit goedmaken of ‘sorry zeggen’ niet meer mogelijk is, maakt God goed voor jou, wat jij ten diepste meent, maar wat voor jou onmogelijk is. Je bent dan vrij om opnieuw te beginnen. God geeft nooit een straf. Hij wil wel dat je tot inzicht komt en meer liefde gaat willen en dat ook laat zien in handel en wandel. Een mens – al vindt hij dat hij plaatsvervanger is van God – kan je nooit je zonden vergeven. Geen mens is immers zelf zondenvrij. Wel kan het zo zijn dat het heel fijn is dat iemand je aanhoort en je je hart kan luchten en je een waardevol advies kan geven, maar ieder ‘gewoon’ mens kan je een goed advies geven. Dat is niet gebonden aan status, ambt of studie. Ieder mens met zijn hart op de goede plaats die God wekelijk kent en Zijn woord begrijpt kan je adviseren of helpen, maar nooit jouw de schulden vergeven. Een mens kan wel jou de schulden vergeven die door jou aan hem zijn begaan. Een mens die niet inziet dat iets fout was of is, kan ook niets vergeven worden. De mens noemt immers iets dat goed is kwaad of iets dat kwaad is goed juist omdat hij Gods liefdeswetten dus blijkbaar niet goed genoeg kent… Een mens zal ooit bewust moeten worden van wat hij wilde of deed tegen de liefde in. Dat kan hier op aarde al gebeuren. Dat is ook de bedoeling door alle te leren lessen die in alle mogelijke mooie en moeilijke gebeurtenissen liggen. Waar deze bewustwording er niet van komt, kan dit bewust worden na dit aardse leven, in de geestelijke wereld. Voorwaarde is dan wel dat een mens alsnóg God zal moeten willen zoeken omdat immers pas in God hij inzicht ontwikkelt in wat goed of niet goed is. Eigenlijk is biechten niets anders dan eerlijk zijn tegen jezelf en dus eerlijk tegen God zijn en vandaaruit leven.

Zich tonen aan de priester: Vertellen aan, bekennen aan een vertrouwenspersoon dat je een bepaalde fout hebt gemaakt en aangeven wanneer deze zonden door Gods genade in jouw leven zijn afgelegd en je deze fouten niet meer hebt begaan. Het is eigenlijk het veranderd inzicht (dat is een bewustwordingsproces) dat de gemaakte fout niet meer wenselijk is of was en de vaste wil die ervoor zorgt dat diegene de fout niet meer maakt! Als een mens in zijn hart kijkt en WERKELIJK wil en hulp, kracht vraagt aan God, dan slaagt een mens er altijd in om zijn zwakte te overwinnen al gaat dat niet vlekkeloos en meteen. Deze mens wordt zich echter bewust van wat er fout gaat en wil dan vanzelf dat verkeerde niet meer waardoor dat kwaad hem niet meer trekt en hij dus niet meer verleid wordt om het toch te doen. In plaats van offers brengen, giften geven (vroegere aalmoezen) is de beste manier tot kwijtschelding van zonden, de zonden niet meer te doen en werkelijk spijt te hebben van de begane fout (een fout is iets dat liefdeloos is, dus tegen Gods orde ingaat). Daarbij is het zaak al zijn vijanden van harte te vergeven en voor hen te bidden in geest van waarheid. Wie zelf vergeeft, wordt ook vergeven! Een mens kan heel snel veranderen als hij van harte die verandering wil. Het kan echter ook een tijd duren voor effect duidelijk wordt. Dikwijls heeft dat te maken met onvoldoende échte wil en betreft het dus een mens met een zwakke wil en onvoldoende geloof dat de verandering toch echt mogelijk is! ‘Tonen aan de priester is eigenlijk jezelf blootgeven en zien wie, wat je werkelijk bent, het oude verkeerde achter je laten en opnieuw beginnen! De priester staat voor de bemiddelaar die je bij deze inzichten, weg helpt. De priester is ook je eigen diepe geweten dat je weer tot God leidt en je écht doet zijn. Liefdeloosheid is in zekere zin onecht zijn. Niet weten wat je waard bent, jezelf geen leven in liefde uit God gunnen en dus ook jezelf aan je medemens ontzeggen!

De gifbeker drinken: het is het beste om wat een uiterlijke cultus verlangt, te doen om niemand ergernis te geven. Dat betekent dus aanpassen aan de gebruiken van het land, gezin dat jou hulp geeft of opvangt en waar je te gast bent. Dat betekent dus soms tering naar de nering zetten en je eigen idee over iets opzij zetten uit dankbaarheid voor de geboden hulp! Kun, wil je dit niet, dan zul je niet geholpen kunnen worden door diegene die je helpt en waar je te gast bent en begaat de hulpgever geen zonde door jou niet te helpen! De hulpvrager dient zich ‘nederig’ op te stellen en dankbaar te aanvaarden wat hij krijgt. Eisen stellen is niet reëel. Al is die leer of zijn die gewoonten van je weldoener haaks op die van jou, zul je ze dus moeten aanvaarden, al hoef je ze je niet eigen te maken! De gifbeker dringen staat in wezen voor het dermate deemoedig zijn, dat je God in je laat zien. Dat heiligt je en beschermt je voor het ‘gif van het dogma, verkeerde uitleg – onwaarheid dus –
en al wat jou zou ‘doden’. Dat doden is een doden van je geest. Van je intentie. Van je goede inborst.

Het zijn tekenen van de wedergeboorte van je geest dat je slangen en schorpioenen van deze tijd ter hand kan nemen en ze je niet zullen deren en dat je ook de gifbeker kunt drinken. Het gif zal je niet doen sterven. Slangen en schorpioenen van deze tijd zijn de uitgeholde, verdraaide leer van God, die ‘de leer van Babel’ wordt genoemd. Je herkent – als je Gods woord kent en wil doen – het onderscheid tussen waarheid en leugen, liefde en liefdeloosheid. Je kunt ermee omgaan, maar wordt er niet slechter van. Je houdt je staande te midden van de boze wereld die je onderuit wil hebben middels verleiding, verdraaien van waarheid, manipulatie, controle, druk en alles wat verder liefdeloos is en je ziel, je leven kan schaden. Dit gif deert je niet. Je vertrouwt op God, weet dat Hij door je heen werkt en op je pad brengt wat nodig is, waardoor je beschermd bent. Je geest blijft blijmoedig en doet al ‘staande in de wereld’ wat God in je wil met jouw leven. Je ziel sterft dus niet door het gif wat de wereld aan onrecht en leugen over je heen uitstrooit. Je staat er boven. Het beschadigt je ziel niet!
Toen de Priester Jozef en Maria bij zich riep omdat Maria zwanger was en de Priester moest toetsen op grond van wat God hem zei, moesten zij de gifbeker drinken. Niet om bewijs te leveren. Voor de Priester, Jozef en Maria was dat niet nodig. Ook niet voor God. Wél voor het volk, dat natuurlijk tig- ideeën, eigen gedachten en veroordeling had. Jozef en Maria bleken onschuldig omdat ze het gif overleefden. De betekenis hiervan is dat alle onrecht die je wordt aangedaan, wordt goedgemaakt als jouw geweten zuiver is. Geen schade wordt je ziel toegebracht als je ziel het goede heeft gewild en bedoelt. Je ziel sterft dan niet door gebrek aan licht, maar neemt toe aan leven, omdat je het licht in jezelf juist sterker laat worden omdat je het vertrouwt en gebruikt.. Je bent dan sterker dan het kwaad (gif). In onze tijd zijn de meeste mensen niet meer bestand tegen het nemen van gif. Ga dit dus niet doen als proef!

Ook vandaag de dag is het duidelijk dat mensen die goed en natuurlijk leven sterker zijn voor het gif van de wereld, maar ook voor wérkelijke materiële gifstoffen, dan mensen die overal bang voor zijn, niets vertrouwen en Gods orde niet kennen. Zij zullen eerder beschadigd worden door het gif van de wereld omdat zij het niet herkennen of zien als prima, lekker en goed en het van harte tot zich nemen. Ze zullen evenwel die beschadiging of kwalen niet in verband brengen met al die verleidingen die zij als normaal en goed zagen. Ze zullen doorgaans ook eerder ziek kunnen worden van het drinken van melk dat over datum is enz.. Hun geloof dat iets slecht voor hen is, zal iets ook ‘slecht doen bekomen’. Je bent wat je gelooft.
De geestelijke strekking van ‘het kunnen drinken van de gifbeker’ moet nu duidelijk zijn: het doodt (je ziel) niet. En al zou het gif je lichaam doden, dan leef je nóg omdat je niet je lichaam bent, maar het lichaam maar een tijdelijk voortuig is voor je eeuwig levende ziel die nooit gedood mag worden omdat je zonder licht, liefde van God nu eenmaal in de geestelijke wereld doodongelukkig bent of in ieder geval niet in God kan ‘wonen’.

Armoede en pest: Als de bijbel spreekt van ‘armoede en pest’, wordt dit ook weer niet letterlijk bedoeld. Armoede staat voor gééstelijke armoede en schraalheid, schaarsheid dat zich vertaalt in een niet goed beheer van de aarde of van je lichaam. Deze armoede schaadt het leven van jezelf en ook van dat van de ander. Immers, zou je geestelijke rijkdom, overvloed bezitten dan zou je het goede doen, waardoor alles zich beter en makkelijker ontwikkelt. Geestelijke armoede is niets anders dan gebrek aan kennis van wat waar of goed is, waardoor je ook niet altijd door hebt waar je goed aan doet, omdat jou het inzicht ervoor ontbreekt. Vaker is het echter nog de onwil om de waarheid die gestalte in je leven wil aannemen, te doen, omdat je er geen zin in hebt, gemakzuchtig bent, vindt dat een ander maar harder moet werken, je benadeeld wordt enzovoort. Je kunt de echte wezenlijke goedheid dan niet in praktijk brengen.
Als er armoede is, volgt er ziekte. De pest is een ziekte waardoor het leven wegvloeit. Het neemt ook andere zwakke mensen om zich heen, mee. Immers, ieder wordt benadeeld door die persoon die lijdt aan pest en armoede, omdat het uitput maar het leven ook ernstig benadeelt omdat het alle hoop en vrijheid wegneemt. Logisch als je je omringt met mensen die onwetend zijn van waar en goed, je zelf ook eerder de weg kwijtraakt en sowieso verzwakt in het goede te doen.
want… wie steunt je hierbij? Je blijft dan dus beperkt en groeit niet!

Wanneer je de aarde uitput en tegennatuurlijke maatregelen neemt omdat ze je beter uitkomen, is het een te verwachten gevolg dat je biologsch gezien de aarde onvruchtbaar maakt. Ziekten liggen dan op de loer omdat het de gewassen of het vee aan essentiële voedingsstoffen ontbreekt. Als je ziel de juiste voeding mist, verschraalt ook je ziel die afneemt aan licht, leven, dus vertrouwen, geduld, aanvaarding, willen dienen, de mindere willen zijn enzovoort. Je ziel wordt dus zwakker, waardoor zij eerder vatbaar is voor surrogaat voeding die echter doet verslaven en geen (echt) licht toevoegt. Immers, gewassen die kunstmatig zijn gekweekt en het moeten hebben van steenwol, kunstlicht en antischimmel preparaten worden zwakker en op den duur resistent. En… het ontbreekt hen aan diverse essentiële voedingstoffen. Dat komt omdat het die bodem, die gewassen – of dat vee – ontbreekt aan licht, of te wel bewustzijn dat altijd aanwezig is in de natúúrlijke omstandigheden om leven tot wasdom te laten komen. Ook de omgevingssfeer wordt schraal als zonlicht de aarde niet meer kan bereiken of dit nu komt door kunstmatige bewolking of gifstof belasting.
Meer wordt nog de omgeving van ons beïnvloed door de mate van licht die we uitstralen. Als deze hopeloos, liefdeloos, lichtloos is, dan kan ook je omgeving minder prettig aanvoelen maar ook minder vruchtbare omgeving opleveren! Een positieve sfeer van veel naastenliefde, blijheid, vertrouwen, geduld, aanvaarding geeft een geheel andere sfeer. In de omgeving van liefdevolle dus sterkere mensen kan er meer bereikt worden met minder en slaagt men er makkelijker in om te overleven. Dat ligt allemaal aan het zuiverder, beter denken en handelen, waardoor de omgeving minder makkelijk verzwakt en het leven zich makkelijker laat leven.

Een ziel die geen liefde kent, zoekt in de wereld andere dingen die haar enigszins moeten bevredigen. De ziel stelt zich ermee tevreden bij gebrek aan beter weten of het niet nodig vinden om op onderzoek uit gaan en zelfwerkzaam te worden door kennis en moed te verzamelen om het goede te doen. Zij leert afhankelijk te worden van dat wat haar dan afhankelijk maakte en gaat dan ook niet meer op zoek in de veronderstelling dat zij ‘alles’ heeft, of dat er toch niets beter voor haar is, zij voor het ongeluk geboren is enzovoort. De ziel zelf is er debet aan dat zij gebrek lijdt omdat haar hart is verhard, zij alle hoop, vertrouwen heeft verloren en denkt dat wat zij meemaakt de waarheid is, terwijl dit juist armoede en pest is die er juist is door gebrek aan waarheid en dus liefde.
God staat toe dat waar mensen Gód, de liefde vergeten of niet meer in praktijk (kunnen) brengen, er allerlei mistanden komen. Mensen hebben ze zelf veroorzaakt in vrije wil! Kunst is het de mens bewust te helpen worden in wat echt van waarde – dus echt waar is – !

God geeft een regering aan het volk, die geeft wat het volk eerder in wezen zelf heeft veroorzaakt. Dit is dan een hopelijke les voor het volk om het roer om te gooien. Waar een volk weer zou leven met hoe God wil dat men leeft opdat men een eerlijke vruchtbare welvarende samenleving ontwikkelt, is er alleen hier en daar plaatselijk tegenslag omdat dat dan op die plek op dat moment – langer of korter – het beste is om de mensen aan het denken te zetten zodat men een verandering kan ingaan. Immers, als iets blijft voortduren en het is verkeerd, zou men dat nooit inzien en nooit veranderen. Men kan pas gaan veranderen als men inziet dat iets niet goed is en men ondervindt dat iets niet oké is. Helaas moet de mens dat dan zelf ervaren, omdat hij anders in zijn sleur, gezapigheid, verslaving, aanhankelijkheid blijft steken en zich niet meer ontwikkelt naar een beter bestaan.

God zegent een volk, een gebied, een gewas, een diersoort, een mens als dit nodig is als dit wordt gevraagd en men inziet dat er iets niet goed gaat en men begrijpt dat er handelingen tegen een natúúrlijke orde zijn verricht. Mensen zegenen hun kinderen niet meer. Laat staan hun huis, hun vee, hun ideeën, plannen. Men draagt ze amper meer op aan de maatschappij die op goede plannen en inzet zit te wachten. Men doet vaak iets omdat het hem zelf gelukkig maakt, omdat het een plicht is, of het gewoonte geworden is, maar doet het niet meer om God, die liefde is en om die liefde zélf, gewoon omdat dit góéd is en iets de liefde zelf is zonder eigenbelang! Als we dat zelf al niet meer doen en we raken verschraald van dankbaarheid, en wil om het goede te doen, worden we zwak en op den duur makkelijker, gaandeweg ziek, terwijl we het misschien niet eens meer doorhebben dat we aan gebrek lijden en iets mankeren.
Mankeren is gebrekkig zijn aan… licht en liefde. We vullen een vermeend gebrek dan weer letterlijk aan met medicatie of therapieën of nog meer surrogaten, of vluchten in AI (Kunstmatige Intelligentie) die ons moet helpen uit al onze nood en tekorten te komen, maar we vergeten het voor het gemak om het meest wezenlijke toe te voegen. We teren zodoende in en roepen zelf epidemieën over ons af. We zegenen onszelf niet eens meer met het onszelf buiten het licht zetten en genoegen te nemen met neplicht. Dat neplicht omvat alles waardoor we denken er beter en gelukkiger door te worden.
Waar wij zelf tegen Gods liefde in handelen, trekken engelen die onze omgeving helpen vormen, zoals de liefde dit voor ons, in ons wil, terug. Dit is niet omdat zij ons straffen. We straffen onszelf door het goede na te laten, waardoor dit in ons leven verzwakt. Overal geldt de wet dat waar iets bepaalds is, het andere er niet op de gelijke plaats, tijd kan zijn! Dat houdt in dat als we tappen uit het verkeerde vaatje, we het goede niet kunnen tappen! Zo simpel is dat.
Engelen komen weer op ons pad en helpen ons met het realiseren van onze goede doelen, als we die goede doelen voor ogen hebben en om juiste inzicht, kracht en middelen vragen. Waar dit dus niet zo is, moeten zij ons wel met rust laten doodgewoon om de reden dat we mensen zijn met een vrije wil! Als we geholpen zouden worden terwijl we dit niet willen en niet vragen, zou dat onze eigen vrije wil schaden en zouden we robots zijn. We zouden dan ‘gedwongen’ zijn iets doen, krijgen, ondergaan, wat hoogst liefdeloos is en er wezenlijks – dus geestelijk gezien – niets mee opschieten. Omdat God liefde is, kan ook Hij ons niet dwingen en dient er alleen voeding te zijn als we dit willen, zoeken en er ons best voor doen.

Het is in het hele leven zo: trekken we het goede wat er altijd toe doet, niet naar ons toe en willen we liever kunstmatige en onnatuurlijke handelingen en voeding, dan zijn deze in wezen levenloos omdat alle geest, licht eruit verdwenen is. Ze zijn – al is het op den duur – schadelijk en zelfs dodelijk. Ze maken ons lichaam ziek omdat de geest die in dat lichaam huist en dat lichaam hoort te besturen te zwak is en zich tevreden stelt met ‘voeding’ die geen voeding is, terwijl er overvloed is in al wat is, al noemen wij mensen dit in onze domheid ‘tekort of verkeerd’. In wezen lijden we gebrek aan zegen omdat we deze niet meer vragen. We willen liever zorgen voor onze eigen overvloed en lijken niet door te hebben dat in wezen het leven echter overvloedig is en er voor ieder mens dat op aarde leeft genoeg is. Het zit in de liefdeloosheid in de mens, dat hij voorkeur geeft aan eigenbelangen boven de naastenliefde. Het is juist hierdoor dat alles zo ongelijk verdeeld is. Mensen roepen dat er een ernstig tekort is of dreigt – of geloven dit waar dit geroepen wordt – in plaats van regels te maken en te hanteren die ervoor zorgen dat er voor ieder genoeg is. De kosmische orde is perfect. Geen mens kan er iets aan verbeteren. Wél kunnen we er voor zorgen dat we meer tevreden zijn, meer natuurlijk gaan leven en instemming vragen aan ons geweten. Ons diepste geweten laat ons immers altijd weten wat we écht nodig hebben. Maar.. hoe vaak sneeuwen we dit geweten niet onder met tig eigenbelangen, onwetendheid, willoosheid en vooral ook ongeloof aan verbetering. Eerlijke verdeling volgt vanzelf als we naar ons geweten zouden luisteren, want we houden dan niet achter wat we eigenlijk niet nodig hebben. Verschraling is dus niet nodig, maar is het gevolg van liefdeloos gedrag en vermaterialisering van onze zielen en lichaam die veel meer nodig hebben en vooral willen hebben en genieten, dan hoeft.
‘Tel je zegeningen’ is ouderwets gezegde maar van wezenlijk belang. Iets als zegen zien is het begin van verbetering. We blijven helaas vaak steken in onze luxe en vanzelfsprekendheid ervan en zien dikwijls niet meer in hoe gezegend we zijn! Als je en zegen vraagt, zeg je in wezen: ‘ik weet niet wat ik nodig heb, ik ben ontoereikend, maar help mij bij mijn kracht en waarheid te komen in Uw naam (dus in Liefde), zodat ik mijn leven kan gebruiken ten dienste van mijn medemens, waardoor ik zelf gelukkiger en sterker zal zijn. Zegen mij met Uw overvloed, want ik heb tekort van Uw liefde. Bij U is alles voor ieder, maar help mij om aan eerlijke verdeling en vruchtbaar welzijn voor ieder mee te werken, door toe te nemen aan liefde voor U, mijzelf en mijn medemens. Met deze houding is er welvaart, vrede en overvloed voor iedereen en dus ook voor jezelf.

Gera Hoogendoorn-Verhoef.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *